Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, de SERV heeft de Vlaamse Regering op de vingers getikt. Alleen Polen zou nog meer decreten stemmen dan Vlaanderen. Bovendien zou de kwaliteit van onze decreten problematisch zijn. Enerzijds omdat er heel wat bijkomende administratieve lasten worden opgelegd, anderzijds omdat de inhoud van de decreten vaak te wensen overlaat. De kwaliteit van de decreten en een goed bestuur hebben direct invloed op het economische klimaat en op het investeringsklimaat van onze regio. Vorige week hadden we een mooi debat in het parlement over VW. Alle fracties waren het er toen over eens dat we dringend iets moesten doen om het investeringsklimaat in onze regio te verbeteren.
De SERV zegt dat het belangrijk is om te werken aan een goede kwaliteit van de decreten. In het Vlaamse Regeerakkoord is goed bestuur en goede kwaliteit van de decreten een van de speerpunten. U hebt begin 2005 de RIA ingevoerd, de reguleringsimpactanalyse. Bij een ontwerp van decreet hoort verplicht een soort effectenrapport waarin het effect van het voorstel en de mogelijke alternatieven worden nagegaan. Dat was een zeer goed initiatief. De Vlaamse Regering is daarin ver vooruit op de federale regering waar die RIA niet bestaat. Het is logisch dat er nog kinderziektes voorkomen, we merken inderdaad dat sommige RIA's te wensen overlaten.
Als we het hebben over goede decreten, moeten we hier in het Vlaams Parlement toch ook eens naar onszelf durven kijken. Wij keuren hier de decreten goed. We hebben hier een commissie 'decreetsevaluatie', die aan het begin van deze legislatuur de specifieke opdracht heeft meegekregen om na te gaan hoe de kwaliteit van onze decreten kan worden verbeterd. We merken dat in die commissie nog niet veel is gebeurd. Ik heb al tal van voorstellen gedaan, maar die zijn telkens op niets uitgedraaid.
Ik heb in april ook het voorstel gedaan om een regelgevingsagenda in te voeren, waarin we duidelijk zien welke decreten eraan komen vanuit het Vlaams Parlement. Zo kunnen we dat ook hier op een vlotte manier opvolgen.
Mijnheer de minister, de SERV doet een drietal suggesties. Ten eerste zegt hij dat men moet waken over de kwaliteit van de RIA's. Als de kwaliteit daarvan verbetert, krijgt men ook een duidelijker zicht op de effecten van de decreten. Een tweede voorstel is: voer een regelgevingsagenda in, opdat alle departementen weten wie met wat bezig is en wat er zit aan te komen. Nu zijn er dikwijls overlappingen, zodat er reparaties moeten gebeuren.
Een derde suggestie van de SERV is dat binnen ieder beleidsdomein specialisten zouden worden ingezet die in dat departement zelf worden aangeworven. Die moeten ook opgeleid zijn voor goede legistiek en duidelijk kunnen inschatten welk effect een bepaald decreet zou kunnen hebben. Die drie suggesties nemen wij mee.
Mijnheer de minister, ik had graag van u vernomen welke acties u op korte termijn wilt ondernemen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van onze decreten in Vlaanderen verbetert.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Ik wil eerst even iets rechtzetten. Het is niet zo dat de SERV kritiek heeft op deze regering. Het onderzoek slaat op de periode 1997-2005. Er staat onder meer een statistiek in waaruit blijkt dat Vlaanderen, wat het aantal regels betreft, beter scoort in de periode met deze regering. Maar daar gaat het debat eigenlijk niet over.
De SERV heeft het vooral over de kwaliteit van de regels. Vanaf 1 januari 2005 zijn er twee structurele maatregelen genomen. Een daarvan is de compensatieregel: elke minister moet, binnen zijn domein, elke last die hij of zij creëert ook weer compenseren. Dat heeft recurrent heel veel administratieve lastenverlaging tot gevolg.
Ten tweede heb ik de RIA ingevoerd, de reguleringsimpactanalyse, wat binnen de OESO de standaard is en waarmee we in België inderdaad de voorloper zijn. De SERV focust nu op die RIA en doet een aantal aanbevelingen. Dit komt wel op het goede moment, want de SERV ziet in de beleidsbrief dat de RIA geëvalueerd zal worden en komt daarom met aanbevelingen daaromtrent.
Ten eerste zegt de SERV dat de kwaliteit van de RIA beter moet. Ik ben de eerste om dat te bevestigen. De SERV zegt meteen ook dat dit niet zo erg is. Mevrouw Schauvliege noemt dat kinderziektes, ik noem dat groeipijnen. We zijn ermee gestart op 1 januari 2005, het is niet eenvoudig om dat proces meteen op volle kwaliteit te gaan toepassen, vandaar ook dat we die verbeteringen nu uitvoeren.
De aanbevelingen van de SERV zijn we eigenlijk al aan het uitvoeren, of zijn we van plan om uit te voeren. De SERV zegt ten eerste dat de kwaliteit van de RIA's moet verbeteren, en ten tweede zegt hij dat we er minder moeten doen. Dat is precies wat nu in mijn nota staat die naar de regering gaat, die al op de IKW gekomen is en die al een advies van de Inspectie Financiën heeft.
Enkele collega's vonden dat we de RIA zouden moeten toepassen op elke regelgeving. Dat is niet goed. Ook de SERV zegt dat dit niet goed is. Op een heel kleine decreetswijziging moet je geen ingewikkelde reguleringsimpactanalyse uitvoeren. We gaan die RIA focussen op de regels met veel impact. Niet zozeer de aard van de regelgeving, maar wel de impact van die regels op de samenleving en op bepaalde doelgroepen is van belang. Dat is ook wat de SERV aanbeveelt, en we gaan dat dus ook doen.
Ten tweede beveelt de SERV aan om wetgevingscellen op te richten in elk beleidsdomein. Ook dit is ongeveer klaar; een paar domeinen moeten hun cel nog vormen. Vanaf 1 januari zijn die ook effectief aan het werk in elk beleidsdomein. Ik ga nog in december met die mededeling naar de regering. Ook daar sporen wij dus volledig met wat de SERV aanbeveelt.
Ten derde: de regelgevingsagenda. We gaan er aan de hand van de beleidsbrieven van de diverse ministers tien projecten uit halen.
In een vroegere fase kan het niet. We moeten daar heel vroeg mee beginnen. Aan de hand van de beleidsbrieven selecteren we tien projecten en maken die ab ovo, nog voor er een letter op papier is gezet, onderhevig aan de toepassing van de RIA. We gaan het hele proces toepassen, vanaf de beleidsbrief tot aan de goedkeuring en bekrachtiging. Of we voor elk daarvan tot een volledige regelgevingsagenda zullen komen, moet nog worden bekeken. Op 22 november heb ik daarover een advies van de SERV ontvangen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. We weten dat deze Vlaamse Regering een speerpunt heeft gemaakt van goed bestuur en hoge kwaliteit van de decreten. De RIA is een goed instrument. Het komt er nu op aan dat nog te verbeteren. Elke minister van de Vlaamse Regering draagt terzake een verantwoordelijkheid, maar ook het parlement moet vanuit zijn controlefunctie trachten de RIA te hanteren bij de bespreking van decreten.
De regelgevingsagenda lijkt me een goed initiatief. Het zou goed zijn om in het Vlaams Parlement een reglementswijziging door te voeren waarin staat dat ook in de bijlage van de beleidsbrieven een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste decreten die het komende jaar in aantocht zijn. Zo kan het parlement zich grondig voorbereiden.
Ook de wetgevingscellen binnen de beleidsdepartementen zijn een goede zaak. Ik kan alleen maar vaststellen dat steeds meer een beroep wordt gedaan op externe adviseurs, die dan wel decreten schrijven maar niet echt voeling hebben met de legistiek en de manier waarop decreten worden geschreven. Dat is geen goede evolutie, en het lijkt me dan ook beter dat de knowhow binnen de departementen wordt gehouden.
De heer Tavernier heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, ik vind dit een heel moedige vraag, vooral wanneer ik vaststel dat u het hebt over de decreten. Wij, u en ik, zijn decreetgever. U beperkt zich echter te veel tot de controlefunctie, terwijl het parlement ook moet stemmen over de decreten. Ik geef het voorbeeld van het Gemeentedecreet. Het Gemeentedecreet werd op 15 juli 2005 goedgekeurd. Het werd gewijzigd op 31 mei 2006. In november 2006 was er een voorstel van decreet van uw collega's. Daarbij werd gisteren in de commissie aangekondigd dat er ook nog amendementen zijn op de inwerkingtreding van een decreet dat op 1 januari van kracht zou moeten worden. Dat moet allemaal zeer snel gebeuren, waarbij de adviezen van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur en de Raad van State worden genegeerd. Het gebeurt in de vorm van een voorstel van decreet, zodat geen advies meer moet worden gevraagd van de Raad van State.
Mevrouw Schauvliege, ik roep u op om binnen de meerderheid aan serieus en doordacht decreetgevend werk te doen. Daarbij moet rekening worden gehouden met externe adviezen en met amendementen van de oppositie. Als dat niet gebeurt, is alle kritiek, ook aan het adres van de ministers, een schot in de lucht en dus zinloos.
De heer Gatz heeft het woord.
Ik heb kennis genomen van het rapport van de SERV. Zoals de minister al zei, is de analyse van de voorbije periode niet bijzonder positief. We moeten er echter ook rekening mee houden dat de meting een tijdje geleden is gebeurd en dat de vooruitgang die intussen is geboekt, substantieel is. De kwaliteit van onze regelgeving is nog niet wat we zouden willen, maar vroeger was het nog een stuk slechter. Ik vind het ook een beetje storend dat sommige media het blijkbaar nodig vonden om een soort van wedstrijd te organiseren tussen de verschillende ministers. Dat was niet de bedoeling van de SERV.
Ik zou kort willen stilstaan bij de RIA's, die voor mij cruciaal zijn. Mijnheer de minister, ik ben blij u te horen zeggen dat u bijkomende stappen wilt zetten. Als er een goede kwaliteitscontrole is, dan kan de kwaliteit van de regelgeving enorm verhogen. Zoals u weet, heeft de heer De Meulemeester samen met mij een voorstel van resolutie ingediend om de discussie te verbreden. Ik hoop dat we daarover de volgende weken een constructieve discussie kunnen voeren in de commissie voor Decreetsevaluatie.
Mevrouw de voorzitter, de heer Gatz heeft gelijk. Er wordt inderdaad gefocust op één aspect van die studie, die eigenlijk betrekking heeft op het tussentijdse wetgevingswerk. De dienst Algemeen Regeringsbeleid heeft daarbij in een aantal voorontwerpen fouten gedetecteerd. Het is een intern mechanisme dat juist wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat ontwerpen van decreet worden bijgestuurd vooraleer ze bij de regering belanden. Dat bewijst dat de zaak werkt.
Mevrouw Schauvliege, ik ben het met u eens dat de kwaliteit van de overheid enorm belangrijk is voor de concurrentiepositie van Vlaanderen en voor het vertrouwen van de burger. Ze vormt trouwens de leidraad van mijn beleid. Regulering en deregulering vormen daar maar één aspect van. Er zijn heel wat zaken die we in lijn brengen.
Wat ik uit dit alles onthoud, is dat we met de RIA's meer moeten focussen op wat werkelijk belangrijk is. We moeten er ook vroeger mee beginnen om te vermijden dat we tot reparatiewetgeving moeten overgaan.
Ik wil er nog eens op wijzen dat de commentaar van de SERV geen betrekking heeft op deregulering maar wel op de kwaliteit van de wetgeving.
Mijnheer Tavernier, ik ben blij dat u mijn mening deelt. We moeten meer toezien op de kwaliteit van de decreten. Ik wil u er wel aan herinneren dat de studie van de SERV en de terechtwijzing die erin staat vooral betrekking heeft op de afgelopen bestuursperiode. Uw partij maakte toen wel degelijk deel uit van de Vlaamse Regering.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u in de Vlaamse Regering belangrijke stappen hebt gezet. Dat wordt ook duidelijk gezegd door de SERV. Met de invoering van de RIA wordt een grote stap vooruit gezet. Wat dat betreft, bent u een voorloper. U staat al veel verder dan de federale regering.
Het incident is gesloten.