Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Arckens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, het is spijtig dat de minister van Cultuur weg is, want deze met redenen omklede motie is de logica zelve. Wie ze leest, zal zien dat er geen speld tussen te krijgen is. Ik zal u zeggen waarom.
De kunstensubsidiëring is een relatief nieuwe zaak in Vlaanderen. Wie het boekje 'Een warme hand' van federaal minister Dewael van 10 of 12 jaar geleden leest, kan zien hoe we - en dan voornamelijk via het Kunstendecreet - de laatste jaren naar een subsidiebeleid zijn geëvolueerd dat in mijn ogen redelijk evenwichtig is. In het subsidiebeleid werken beoordelings- en adviescommissies, maar is via het decreet ook duidelijk de rol van de minister gestipuleerd, de eindbeslisser. Er wordt soms heel eufemistisch gezegd dat dit het primaat van de politiek is. We kunnen toch onmogelijk de beoordelings- en adviescommissie om hun mening vragen en met hen discussiëren.
Wat is er in juni gebeurd? Er moest toen nog een klein onderdeel van het Kunstendecreet worden goedgekeurd en à la limite heeft er zich via de kranten een dynamiek ontwikkeld want het was komkommertijd. Daarbij laat de voorzitter van de beoordelingscommissie zich in de meest scherpe bewoordingen uit tegen de minister van Cultuur. Hij vond het niet kunnen dat hij de beoordeling van de commissie niet volgde. De minister van Cultuur heeft in het verleden de meeste adviezen die hij van de beoordelingscommissies kreeg, gevolgd. Hij heeft nochtans het recht om dat niet te doen.
Het is evenwel onbegonnen werk en zelfs fout als de cultuurminister zich bij de beoordelingscommissies voor zijn beslissingen moet verantwoorden. Het doet er niet toe tot welke partij die minister behoort. Vandaag is een duidelijk standpunt nodig.
Ik vraag bijgevolg aan alle 123 volksvertegenwoordigers dat de Vlaamse Regering alle middelen waarover zij beschikt, zou aanwenden om duidelijk met de bevolking te communiceren over het subsidiebeleid voor de cultuur- en kunstsectoren. Ik vraag ook dat de Vlaamse Regering zorgt voor publicaties - op papier, eventueel ook via het internet - waarin het standpunt duidelijk wordt uitgelegd. Het is allemaal duidelijk voor mensen die in de sector werken, maar niet voor Jan met de pet. De essentiële aspecten van de kunstensubsidiëring en de rol van de cultuurminister daarin moeten in heldere bewoordingen worden uitgelegd.
Daarbij moet het primaat van de politiek duidelijk worden beklemtoond. Dat is de logica zelve. Ten slotte heb ik nog een punt dat ik van een collega heb afgekeken. Beoordelingcommissies die te felle interferenties hebben met de politiek enerzijds of het werkveld anderzijds, moeten op een andere wijze kunnen worden samengesteld. Het is niet gek dat men eens een beoordelingscommissies die een oordeel over beeldende kunsten moet geven, muziek laat beoordelen. Zo kan men eventuele beïnvloeding, die altijd pervers is, tegengaan.
Onze motie is de logica zelve. Als u hier tegenstemt, zult u vroeg of laat een motie van mij ter stemming voorgelegd krijgen. Ze zal dan misschien ook snel worden weggestemd. Maar daarin zal ik opnemen dat het 's nachts donker is en de aarde rond is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De stemming begint.
Stemming nr. 6
Ziehier het resultaat:
112 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
29 leden hebben ja geantwoord;
83 leden hebben neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.