Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kan in dit actualiteitsdebat vrij kort zijn, al was het maar omdat - ik durf het bijna niet uit te spreken - de minister voor een stuk ingaat op de suggestie die we u vorig jaar tijdens de begrotingsbesprekingen hebben gedaan. Mijnheer de minister, u gaat inderdaad zoals u had aangekondigd een en ander op een pragmatische manier bekijken: de decreetgeving betreffende de jacht, het soortenbeleid enzovoort. Dat is één pakket, waarvan u op het terrein wilt nagaan wat er nodig is. U wilt dat ook constant evalueren.
We juichen dat toe omdat we, in tegenstelling tot wat uw tegenstanders, zoals straks zal blijken, beweren over uw uitspraken of intenties als zou u riskeren het ecologisch evenwicht te verstoren, van mening zijn dat de ingreep die u wilt doen juist het ecologisch evenwicht wil herstellen. De dag van vandaag is het ecologisch evenwicht immers niet meer wat het geweest is in illo tempore. (Gelach)
Er is immers vaak op een onnatuurlijke manier geprobeerd de natuur en de natuurwaarden te herstellen. Men moet goed beseffen waarmee men bezig is. Er bestaat zoiets als een natuurlijke piramide. Elke diersoort heeft zijn predator. Welnu, ook als de uiteindelijke predator bovenaan de top van de piramide wegvalt, wordt het ecologisch evenwicht verstoord. Daarom zeggen we dat het op bepaalde tijdstippen in bepaalde omstandigheden en op bepaalde terreinen mogelijk moet zijn de piramide ten volle te laten spelen. Dat is net het tegengestelde van wat aan de andere kant wordt beweerd.
Heel wat natuurreservaten en domeinen zijn op dit ogenblik voor de jacht gesloten. Dat kan terecht of ten onrechte zijn, wat geval per geval moet worden bekeken, maar in elk geval zijn ze daardoor een toevluchtsoord geworden voor soorten die er goed gedijen omdat ze niet worden gehinderd door natuurlijke tegenstrevers. Daar is een taak weggelegd voor de mens, in casu de overheid, om op een pragmatische manier in te grijpen. Pleiten we daarmee voor het oeverloos toelaten van de recreatieve jacht? Neen. We zijn veeleer voor een pragmatische aanpak door het toelaten van bepaalde beheersjacht.
Aan 'de andere kant' zullen ze zeggen dat ze die dingen toch beheren en hun best doen, maar op het terrein kunnen we vaststellen dat heel wat natuurreservaten en domeinen in beheer van zogenaamde natuurverenigingen inderdaad, zo al niet altijd dan toch soms, op een betere manier zouden kunnen worden beheerd en onderhouden dan vandaag het geval is.
Anderzijds zijn de wildbeheerseenheden op het terrein aanwezig. Ze weten waarover ze spreken en hebben de nodige praktijkervaring. Zij kunnen op een manier worden ingeschakeld die veel goedkoper is dan het huidige afwentelen op de administratie en de natuurorganisaties. Er is voor hen dus een speciale rol weggelegd.
Daarom hebben we reeds vorig jaar de suggestie gedaan om te onderzoeken of de wildbeheerseenheden het statuut van natuurbeheerseenheden zouden kunnen krijgen en dezelfde taken, rechten en plichten.
Mijnheer de minister, we hopen dat het feit dat we ons min of meer achter uw intenties scharen, geen reden wordt voor de rest van dit plenum om ze af te schieten. Wat niet wil zeggen dat we niet bij onze mening blijven.
Ik zou u een aantal expliciete vragen willen stellen in verband met de maatregelen die u hebt genomen of die u op het punt staat te nemen.
Wat zijn nu de stappen die u werkelijk hebt gezet om een en ander te bekijken in verband met de verpachting van jachtrechten in de bos- en natuurreservaten? U hebt een werkgroep opgericht. Wat is het precieze statuut ervan? Wie maakt er deel van uit? Het is niet onbelangrijk om antwoord te krijgen op deze vragen.
Hoe staan uw plannen en intenties in verhouding tot bijvoorbeeld het uitzetten van wildsoorten en de wildbeheerplannen? Aan wie zal het jachtrecht uiteindelijk worden verpacht?
Bestaat de mogelijkheid voor wildbeheereenheden om in de toekomst het statuut van natuurbeheereenheden te krijgen? Zullen ze worden ingeschakeld in uw plannen? Dit zijn voor ons essentiële vragen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijnheer en mevrouw de minister, beste collega's, aandachtige autobestuurders hebben het wellicht al gemerkt aan de grote borden langs de autosnelwegen, waarvan minister Peeters de wegbeheerder is: "De jacht is open!" En als de jacht open is, beste collega's, dan wordt iedereen plots wild, tenminste als het geen verstandige jacht is.
Mijnheer de minister, vorig jaar kondigde u in uw beleidsbrief terecht aan dat u in 2006 bijzonder veel aandacht zou besteden aan onderzoek, evaluatie en afstemming op elkaar van de verschillende initiatieven, instrumenten en samenwerkingsverbanden op het terrein inzake natuur, de samenwerking tussen natuurverenigingen en wildbeheereenheden inbegrepen. U wenste ook te focussen op een grotere toegankelijkheid van natuur, zeer tot vreugde van de hele CD&V-fractie, mezelf inbegrepen, maar ook van de vele natuurverenigingen.
De gevolgen bleven niet uit. Met veel bijval heeft het Vlaams Parlement enkele maanden geleden een wijziging goedgekeurd aan artikel 34, paragraaf 1, van het Natuurdecreet. Ik citeer het voor de duidelijkheid: "Voor elk natuurreservaat wordt een beheersplan opgesteld. Het beheersplan vermeldt de maatregelen die worden getroffen voor het beheer en de inrichting van het gebied, waarbij om redenen van natuurbehoud, of om redenen van recreatief educatief medegebruik, en voor zover dit inpasbaar is in de doelstelling van het natuurreservaat, kan afgeweken worden van de voorschriften of van de verbodsbepalingen." Kort samengevat komt het erop neer dat waar vroeger de openstelling van een natuurreservaat enkel mogelijk was om redenen van natuurbehoud, het nu mogelijk is om een natuurreservaat open te stellen om redenen van recreatie. Wie aan recreatief medegebruik denkt, denkt uiteraard niet aan jagen, maar aan joggen in het bos, wandelen in de natuur of spelen in het groen. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik gisteren in De Morgen en vandaag in bijna alle kranten las dat het uw bedoeling zou zijn om jagers los te laten in natuurgebieden. Meer nog: u zou het gros van de reservaten willen openstellen voor de jacht.
Mijnheer de minister, ik heb heel veel moeite om deze beweringen te geloven, want ze staan diametraal tegenover de tekst van de memorie van toelichting bij het artikel dat de toegankelijkheid van natuurreservaten regelt. Daarin staat immers heel duidelijk dat het mogelijk is om in een beheerplan toe te laten dat een jeugdbeweging wekelijks in een deel van het reservaat speelt of zelfs dat er onder bepaalde voorwaarden weidelijke jacht of visserij gecontinueerd wordt. Ik citeer uit de memorie van toelichting: "Op deze wijze kan de reservaatbeheerder een optimale relatie nastreven met doelgroepen in de omgeving die geïnteresseerd zouden zijn in het recreatief medegebruik van het reservaat. Elke afwijking moet compatibel zijn met de doelstelling van het reservaat zoals uitgedrukt in het beheersplan."
Deze genuanceerde stelling wordt ook geuit door de voorzitter van Natuurpunt. Hij stelt vandaag in de krant: "In principe wordt er in onze gebieden niet gejaagd tenzij er wildschade wordt vastgesteld." Geen zwart-wit denken dus, maar wel een genuanceerd 'neen' aan de jacht. Jacht wordt gecontroleerd toegelaten in bepaalde gebieden, evenwel onder strenge voorwaarden en afspraken. (Rumoer)
Ik zie dat de geesten verlicht worden in dit parlement. Dat in bepaalde domeinbossen jachtpachtovereenkomsten bestaan, is een oud verhaal dat veel verder reikt dan deze legislatuur. Dat u een hierin een klare lijn wil trekken, lijkt me verstandig. U wil hier in elk geval over nadenken en praten.
Maar blijkbaar hebt u een pas opgestarte werkgroep de opdracht gegeven om na te gaan of ook voor natuur- en bosreservaten, in eigendom of beheer van de Vlaamse overheid, jachtpachtrechten kunnen worden gegeven. Wanneer die werkgroep is opgestart, wat haar statuut is, wie er deel van uitmaakt is niet duidelijk. Ik vraag mij dan ook af, mijnheer de minister, hoe de pas opgerichte werkgroep zich verhoudt tot de duidelijke en decretaal voorziene overlegprocessen en beheerplanning die de toegankelijkheid van natuur- en bosreservaten regelen.
Voor CD&V is de lijn duidelijk. De natuur is er voor de natuur, maar ook en vooral voor de mensen. Vermits de natuur in Vlaanderen beperkt is, moeten we er zeer zorgvuldig mee omspringen, maar tegelijk ook zoveel mogelijk functies verweven. CD&V wil geen polarisatie, zoals sommigen hier wel willen. Wij willen oplossingen, ook in dit dossier.
Wij vragen de minister om zijn overlegrondes verder te zetten, maar dan wel met alle spelers op het veld, dus ook met de natuurbewegingen. Het is onze grootste zorg dat vrijwilligers, natuurbeheerders en recreanten volwaardig aan hun trekken kunnen komen. Dus zeggen we nu al een volmondig 'neen' aan het recreatief jagen in natuurreservaten. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, mevrouw de minister, collega's, natuurbeheer is voor ons altijd een kwestie van geven en nemen. Het beheer van natuurgebieden van welke aard dan ook mag echter nooit afbreuk doen aan het oorspronkelijke doel van deze gebieden, met name de vrijwaring van de natuur en de soorten in al hun vormen en de breedste toegankelijkheid ervan voor het publiek te vrijwaren en dit op een educatieve en recreatieve wijze.
Dat wil zeggen dat menselijk ingrijpen in de natuur in de huidige omstandigheden de enige manier is om onze natuurreservaten op een goede wijze te beheren, waarbij alle aanwezige soorten kansen krijgen. Het overwicht van één bepaalde soort zou dit evenwicht teniet kunnen doen en veel moeizame inspanningen van jaren ongedaan maken. Daarom kan het ook in een aantal gevallen noodzakelijk blijken om dierenpopulaties te reduceren. Het klaarblijkelijke voorstel van de minister om dit door jagers te laten doen lijkt ons echter geen evidentie.
Natuurgebieden zijn voor ons geen zuivere jachtterreinen zoals bedoeld in het Jachtdecreet. Het zijn veelal publiek toegankelijke gebieden die naast een educatieve ook vaak een recreatieve functie hebben. Het openen van deze gebieden voor de jacht zou impliceren dat de terreinen voor onbepaalde tijd gesloten moeten worden voor het publiek, om de veiligheid te garanderen. Dit impliceert dat tijdens deze bejagingsperiodes een verder doorgedreven controle en begeleiding door de ambtenaren van de Vlaamse gemeenschap vereist zal zijn, die veel verder gaat dan die in gewone gebieden waar nu al jacht plaatsvindt.
Eventueel zou ruimte gecreëerd kunnen worden voor het bejagen in natuurgebieden waar schade en de repercussies ervan op het natuurbehoud wetenschappelijk bewezen werden en noodzakelijk geacht worden. Wij dringen erop aan omzichtig om te springen met het definiëren van de aanpassingen waardoor bij ons een uitzondering gangbaar blijft en geen regelmaat kan worden. (Applaus bij VLD-Vivant)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het kwam een beetje over als een schot in de nacht, het bericht in De Morgen dat u de opdracht hebt gegeven om te onderzoeken hoe de natuurreservaten en domeinbossen van de Vlaamse overheid kunnen worden verpacht aan jagers. Daarbij worden heel wat vragen en bedenkingen geformuleerd door de natuurverenigingen en door diverse politieke fracties, waaronder die van uzelf, mijnheer de minister.
Ook na uw mededeling om uw voornemen toe te lichten, blijft onze fractie met grote vragen zitten waarop we graag een duidelijk antwoord willen. U stelt in uw persbericht dat u een geloofwaardig kader wilt scheppen voor de toekenning van jachtpachten in domeinbossen en natuurreservaten. De bestaande jachtrechten vloeien namelijk meestal voort uit een historisch recht dat bij verwerving van gronden door de overheid in de aankoopakte is opgenomen, al dan niet met een uitdovend karakter. Wanneer dat niet het geval is, dan is er geen jachtrecht.
Dat is volgens u een probleem, in die mate zelfs dat volgens u bij de opmaak van een beheerplan van gronden die verworven worden voor de uitbreiding van een domeinbos of een natuurreservaat, de vraag kan rijzen of er geen nieuw jachtrecht kan worden toegekend. Wij zien niet in waarom die vraag per se zou moeten rijzen. De rechtszekerheid van bestaande jachtrechten - het historisch passief bij de aankoop van bossen - moet uiteraard gerespecteerd worden. In onze visie past dit ook in een strategie om veel bos te kunnen aankopen. U hebt echter de intentie om op basis van een objectief afwegingskader deze rechten in de toekomst niet alleen te vrijwaren maar ze eventueel zelfs uit te breiden.
Mijnheer de minister, u geeft de indruk dat de jacht een noodzakelijke vorm van bos- en natuurbeheer is. Onze fractie heeft de grootste twijfels bij de meerwaarde van de jacht in deze context. De toelating van jacht in domeinbossen moet dan ook zeer restrictief worden behandeld. Zeker in de erkende natuurreservaten moet worden gestreefd naar een uitdoving van eventuele historische jachtrechten. De uitzondering moet de uitzondering blijven. De jacht moet ondergeschikt blijven aan in eerste instantie ecologische doelstellingen die worden geconcretiseerd via beheers- en natuurrichtplannen en in tweede instantie doelstellingen inzake zachte recreatie. Daarover zegt u niets in uw mededeling. Nochtans zijn de talrijke wandelaars, fietsers en andere zachte recreanten ook een belangrijke groep van betrokkenen. Hun recht om hun hobby te beoefenen komt in het gedrang wanneer het jachtareaal zou worden uitgebreid. Door het gebruik van vuurwapens legt jagen een nagenoeg exclusieve claim op de openbare ruimte.
Mijnheer de minister, precies een jaar geleden heb ik u hierover ondervraagd naar aanleiding van het toenemend aantal incidenten tussen jagers en zachte recreanten. U hebt toen afspraken gemaakt met de jagers om de veiligheid te verhogen. Ik vrees dat meer jacht geen goede strategie is om de veiligheid van wandelaars en fietsers in bossen en natuurreservaten te vrijwaren. Wij vragen dan ook dat u naast de natuurverenigingen, ook deze groep betrekt bij de objectivering van de toekenning van de jachtpachten. Onze fractie pleit voor een vermindering van het jachtareaal met uitdoving van de jacht in natuurreservaten. (Applaus bij sp.a-spirit)
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wil me aansluiten bij mevrouw Crevits, die zei heel verbaasd te zijn toen ze hoorde wat de plannen waren van haar minister.
Mijnheer de minister, u bent er nog maar eens schitterend in geslaagd om niet alleen Groen! maar heel de milieubeweging tegen u in het harnas te jagen door voor te stellen om de natuurgebieden en bossen open te stellen voor jachtactiviteiten.
Collega's, we weten - en partijen zoals die van de heer Wille beter dan andere - dat we een niet slecht georganiseerde jagerslobby hebben in Vlaanderen. Die jagers hebben van die verzuchtingen. Ik noem dat ook wilde dromen. Een van die wilde dromen is dat ze toch zo graag zouden jagen in de mooie bossen van Vlaanderen, in de mooie natuurgebieden van Vlaanderen.
Mijnheer de minister, dat is een oude droom. En telkens er een nieuwe minister van Leefmilieu is, wordt geprobeerd om die droom op de een of andere manier te realiseren. Tot nu toe hebben uw voorgangers de lobby wandelen gestuurd. Ik weet ook wel dat er uitzonderingsgevallen zijn. De reden waarom hij wandelen werd gestuurd, is dat de jachtactiviteit nu eenmaal zeer moeilijk verenigbaar is met de eigenlijke functie van die gebieden.
De functie voor onze bossen, van onze natuurgebieden is in de eerste plaats de natuurwaarden te bewaren, eventueel door een goed beheer die natuurwaarden te verbeteren en, vooral, de mensen te laten genieten van die natuur, van die rust, door ze te laten wandelen, te laten fietsen, ze aan natuurobservatie te laten doen. Dat is inderdaad de zachte recreatie, die perfect thuishoort in onze natuurgebieden. Het is zeer moeilijk de jacht en de zachte recreatie met elkaar te verbinden.
Mijnheer de minister, voor iemand met enig gezond verstand moet het toch duidelijk zijn dat een wandelaar in een bos die wil genieten van de rust en de kalmte ernstig wordt gestoord als hij zich ongerust moet maken omdat hij een portie hagel in zijn broek riskeert. Beide zijn zeer moeilijk met elkaar te combineren. De jagers weten dat ook wel. Blijkbaar bent u toch ingegaan op hun vraag om te bekijken waar de jacht mogelijk is.
Het gaat zelfs verder. Het gaat niet enkel over de openbare bossen en de natuurgebieden. Ik heb gehoord dat een aantal erkenningsdossiers voor natuurreservaten die in privé-eigendom zijn door u worden geblokkeerd omdat in het beheersplan de jacht niet wordt toegelaten. U wilt op dit ogenblik de subsidies voor natuurverenigingen voor het beheer van de reservaten niet toekennen. Uw argument is dat dit enkel gebeurt als de jacht wordt toegelaten.
Dit kan niet! Dit gaat heel wat verder dan het probleem met de openbare bossen. Er wordt een soort chantage gepleegd door de subsidies te weigeren.
Mijnheer de minister, ik wil u voor zijn. De vorige spreker heeft er ook al op gewezen. Er zijn een aantal openbare bossen waar de jacht is toegelaten. Daar zijn historische redenen voor. Meestal dateren die aankopen van een hele tijd geleden. Een aantal eigenaars was enkel bereid om het bos of natuurgebied te verkopen aan de staat als men het jachtrecht kon behouden of als er expliciet in de aankoopakte werd vermeld dat de jacht moest worden verpacht. Ik weet dat dit in het verleden is gebeurd. We zitten nu nog altijd opgescheept met die aankoopakte, die we niet zo maar naast ons neer kunnen leggen. Dat betekent dan ook dat in een aantal openbare bossen de jacht is toegelaten.
Mijnheer de minister, in plaats van goed te onderzoeken hoe we daar op de een of andere manier aan kunnen ontsnappen, kiest u voor de vlucht vooruit. U wilt nagaan hoe u dit allemaal kunt waar maken en hoe we de jacht kunnen toelaten in al onze bossen en natuurgebieden.
Dit staat voor mij volledig in tegenstelling met de basisprincipes van het beheer van die natuurgebieden. Uiteindelijk worden onze bossen en natuurgebieden aangekocht met belastinggeld. Alle Vlamingen hebben daarvoor betaald. Het merendeel van die Vlamingen is het er niet mee eens dat met het belastinggeld gronden worden gekocht die daarna cadeau worden gedaan aan de jagers. Dat wordt niet geslikt door het grootste deel van de Vlamingen.
Mijnheer de minister, ik heb maar één concrete vraag voor u. Zou u alstublieft deze wilde jagersplannen naar de prullenmand willen verwijzen? Dat is de plaats waar ze thuishoren. (Applaus bij sp.a-spirit en Groen!)
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, mijnheer de minister, ik moet toegeven dat ik, net als de vorige sprekers, verbaasd was en geschrokken door het krantenbericht en het Belgabericht onder de hoofding "Peeters laat jagers los in natuurgebied". Geef toe, dat brengt een mens toch wel aan het schrikken. Een argeloze lezer die dit een eerste keer leest, leert dat de minister er op uit is om bossen en natuurreservaten van de Vlaamse overheid open te stellen voor jagers, en dat hij een werkgroep de opdracht heeft gegeven om een en ander uit te werken en te onderzoeken. Ik moet toegeven dat ik vooral ook geschrokken was van de lijst met voorbeelden die in een van die krantenberichten werd opgesomd: de Dijlevallei in Oud-Heverlee, de vallei van de Zenne in Zemst, het Hallerbos in Halle.
Dat laatste voorbeeld licht ik er toch even uit omdat ik dat persoonlijk heel goed ken. Het is een bos dat druk bezocht wordt door joggers, wandelaars en fietsers, en op zaterdag en zondag door jeugdbewegingen. Veel wandelaars van ver buiten de streek komen er de rust opzoeken en komen er genieten van alles wat de natuur er te bieden heeft, en dat is nogal wat. Je moet wel heel vroeg uit de veren zijn om er bijvoorbeeld een ree tegen het lijf te lopen, maar het kan allemaal. Ik kan me dus echt niet inbeelden dat een dergelijk domeinbos - en ik heb het hier maar als voorbeeld gebruikt - zou worden opengesteld of verpacht voor de jacht. Want dan krijg je Ardense toestanden waarbij wandelaars en fietsers, daar waar ze gewoon zijn om te recreëren, gedurende bepaalde periodes het bos niet in mogen omdat er hagel in het rond vliegt.
Hier rijst hoe dan ook een ernstig veiligheidsprobleem. Wij vragen uitdrukkelijk dat er rekening mee wordt gehouden. Bovendien is de wildpopulatie er te klein om een voldoende aangroei te garanderen. Natuurpunt heeft dan ook terecht op de plannen gereageerd omdat deze er uitgerekend komen op het ogenblik dat de stad Halle, Natuurpunt en Natuur en Bos samen plannen maken om de natuurlijke aangroei van het wild opnieuw op te drijven.
Ik zeg dit allemaal maar, mijnheer de minister, om aan te tonen dat het in mijn ogen eigenlijk - om het zacht uit te drukken - wat vreemd is, ja zelfs onbegrijpelijk dat de plaatselijke overheden en, meer nog, de milieuverenigingen niet in die werkgroep van de minister vertegenwoordigd zijn. Misschien kan de minister daarover straks de puntjes op de i zetten. Ik zeg alleen maar wat ik uit de krantenartikels leer.
De natuurverenigingen tekenen bijvoorbeeld ook een zeer groot voorbehoud aan bij het jagen in gebieden waar trekvogels uit Noord-Europa overwinteren. Deze vogels zijn enorm snel gestresseerd en hebben de rust absoluut nodig. Hun rust mag niet worden verstoord, anders overleven zij de winter niet. Dat is dan niet omdat ze worden beschoten maar gewoon omdat hun rust wordt verstoord. Dit toont nogmaals aan dat het onbegrijpelijk is dat de knowhow van de natuurverenigingen niet wordt gebruikt.
De lectuur van uw eigen perstekst, op de webstek van uw partij, mijnheer de minister, leert ons dat een en ander natuurlijk moet worden genuanceerd. Dat gaat vaak zo met persartikels: er is een sneeuwbaleffect, en er is dikwijls weinig plaats voor nuance. Uw kant van het verhaal is inderdaad wel iets genuanceerder. Zo moet rekening worden gehouden met enkele criteria en zou het uitsluitend om beheerjacht gaan. Dat zijn dus jachtactiviteiten die kaderen in de beheerdoelstellingen van een bepaald gebied, bijvoorbeeld als er een teveel is aan bepaalde wildsoorten.
Ik ben de laatste om te beweren dat alle jagers cowboys zijn die er alleen maar op uit zijn om bloed te ruiken. Velen hebben oprecht een hart voor de natuur, ik ben daarvan overtuigd. Maar laat het wildbeheer van onze openbare bosdomeinen nu net een taak zijn van onze boswachters. Zij zijn daarvoor opgeleid, zij kennen het terrein perfect, zij doen aan natuur- en wildobservatie. Niet alle jagers kennen het terrein voldoende of doen aan wildobservatie. Is het dan niet logisch dat de mensen die het terrein het beste kennen het wildbeheer op zich nemen? Maar dan moet natuurlijk de Vlaamse overheid er wel voor zorgen dat ze met voldoende zijn en dat ze voldoende middelen krijgen. U weet dat het een van onze bekommernissen is, mijnheer de minister, en ik heb u daarover al herhaaldelijk, ook schriftelijk, vragen gesteld.
Als het uw bedoeling zou zijn om aan een verkapte besparing op uw personeel te doen, dan kunnen we daar absoluut niet mee akkoord gaan. Het bosbeheer mag niet worden geprivatiseerd, dat is een taak voor Natuur en Bos. Het zou natuurlijk een heel ander verhaal zijn als tot een systeem wordt gekomen waarbij de boswachters, als ze erom vragen, een beroep kunnen doen op een wildbeheerseenheid om onder hun toezicht mee aan wildbeheer te doen. Op die manier houdt de overheid zelf alles in de hand. Mijnheer de minister, ik reken erop dat de soep niet zo heet zal worden gegeten als ze in de pers werd opgediend, en dat u straks een genuanceerd antwoord zult geven. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, kranten lezen is goed, maar er is ook veel 'gazettenpraat' bij. Wanneer u allemaal zo verwonderd bent, dan is het heel belangrijk dat ik zeg wat ik heb gedaan en hoe dat moet worden gesitueerd. Ik heb meer dan de indruk dat bepaalde reacties, ook in het Vlaams Parlement, zwaar overtrokken zijn, niet aan de realiteit beantwoorden en dus naast de kwestie zijn.
Voor mij tellen de 'facts and figures'. Ik wil eerst en vooral een overzicht geven van hoe het aantal hectaren domeinbossen dat verpacht is voor de jacht zich ontwikkeld heeft vanaf 2000. De domeinbossen waren wat betreft de jachtpacht in 2000 goed voor 3074 hectare. In 2003 liep de jachtpacht op tot 3892 hectare, en dat zal mevrouw Dua bijzonder goed weten. We zitten nu aan 3985 hectare.
De heer Sannen heeft het woord.
Mijnheer de minister, die evolutie heeft natuurlijk met de aankoop te maken. Wanneer de domeinbossen in Westerlo van de familie de Merode worden gekocht, worden natuurlijk ook de historische jachtrechten mee gekocht. U moet een en ander nuanceren en niet de indruk wekken alsof de overheid bijkomende jachtrechten zou hebben gecreëerd.
Mijnheer Sannen, ik ben nog niet uitgesproken. Ik geef enkel een overzicht van het aantal hectaren dat is verpacht. Ik wil aantonen dat het probleem niet nieuw is, maar zich al langer voordoet. In de periode 2000-2003 was er een hoogtepunt, maar dat is ondertussen gezakt tot 3985 hectare ten opzichte van het totaal aan domeinbos van 20.700 hectare, of 19,3 percent. Als we bossen aankopen met een jachtpacht, dan worden we daarmee geconfronteerd. Wanneer er geen jachtpacht is, stelt zich in het kader van de beheersplannen de vraag in welke mate en onder welke voorwaarden we de jacht toelaten.
Hoe zullen we dit verder concretiseren? Het agentschap Bos en Natuur heeft een werkgroep opgericht om te onderzoeken hoe de bestaande jachtpachten zich ontwikkelen en of onder zeer specifieke voorwaarden beheersjacht en bestrijdingsacties kunnen worden toegestaan. Het gaat dan niet over recreatieve jacht. Dit dossier heeft niets met recreatieve jacht te maken. De beheersjacht en de bestrijdingsacties zullen aan expliciete voorwaarden inzake veiligheid en respect voor de natuur worden onderworpen.
De eerste vergadering van de werkgroep vond pas plaats op 22 oktober. Ik was dus zeer verwonderd om in een krant te lezen dat ik de jacht in alle natuurreservaten zou toelaten en dat jagers op de gronden van het Vlaamse Gewest vrij spel zouden krijgen. Dat is volstrekt onjuist. En wie daaraan nog twijfelde, heeft hier van mij een duidelijk antwoord gekregen.
Ik wil daar nog iets aan toevoegen. Men sprak hier over Natuurpunt. Ik ken de overeenkomst die Natuurpunt afsluit met jagers om in hun natuurreservaten aan bestrijding te doen. De jacht kan onder bepaalde voorwaarden een rol spelen in de realisatie of de handhaving van het ecologisch evenwicht.
Ik wil daarover duidelijkheid en transparantie creëren, in de eerste plaats ten behoeve van onze domeinbossen. Wij hebben 3985 hectare in ons bezit. Het is niet meer dan normaal dat een minister daartoe een werkgroep opricht om de problemen op te lijsten, de criteria uit te werken en een politieke beslissing voor te bereiden. De heer Wymeersch vraagt welk statuut die werkgroep heeft. Wel, ik heb het agentschap gevraagd om dat samen met de betrokken jagers- en natuurverenigingen te onderzoeken. Elke minister die zo'n probleem objectief wil onderzoeken en aanpakken, moet zo te werk gaan. Het is spijtig dat De Morgen dat allemaal uitvergroot en de werkgroep en mezelf intenties toedicht die we niet hebben.
Ik wil benadrukken dat ik nog geen beslissing heb genomen. Ik wacht gewoon de resultaten van de werkgroep af, en zal dan onderzoeken hoe we op een verstandige manier het probleem dat al jarenlang bestaat, kunnen aanpakken. Eigenlijk gaat het over het gebruik van de domeinbossen, hoewel men het probleem heeft uitvergroot tot de bos- en natuurreservaten. Wat mij betreft, gaat het daar niet over - toch niet in een eerste fase - tenzij over de contracten die Natuurpunt afsluit en waaraan moet worden gesleuteld.
Alle hier besproken elementen over de eventuele rol van recreanten en de opties inzake de domeinbossen moeten helpen om een objectieve besluitvorming uit te werken. Die is er vandaag nog niet. Aan de hand van objectieve cijfers en objectieve criteria zullen we er ongetwijfeld in slagen om de emoties te doen verdwijnen en duidelijke beslissingen te nemen. Het natuurbeleid is mijns inziens erg belangrijk. De doelstellingen moeten worden gerealiseerd. Wel ben ik ervan overtuigd dat naast de natuurverenigingen ook de vissers en de jagers een rol inzake beheersjacht en bestrijding te vervullen hebben. In elk geval zal ik mijn beslissing uitvoerig in dit parlement komen toelichten. (Applaus)
De heer Wymeersch heeft het woord.
Ik wil u, mijnheer de minister, danken voor uw antwoord. Om dit te onderstrepen dienen we een actualiteitsmotie in.
Mevrouw Crevits heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Het heeft u de gelegenheid gegeven om deze zaak in een breder perspectief te plaatsen. Het is ook de taak van het parlement om, als er zulke verhalen de wereld in gestuurd worden, u de kans te geven uitleg te geven. Ik hoop dat ook mevrouw de voorzitter tevreden is. (Rumoer)
Ik noteer in elk geval, mijnheer de minister, dat uw ambities intussen serieus gemilderd zijn, wat een goede zaak is.
Ik ben voor objectieve besluitvorming, in alle dossiers, dus ook in dit. En bij de objectieve besluitvorming over de relatie beheer en jacht, is het ongelooflijk belangrijk dat het beheer van onze openbare bossen en van onze natuurgebieden, in handen blijft van de overheid. Dit moet gebeuren door boswachters of ander bospersoneel, want we gaan toch niet de jagers onze bossen laten beheren? Het feit dat u dit wil oplossen in een of andere duistere werkgroep waar de betrokken natuurverenigingen niet inzitten, is een bewijs dat u niet van goede wil bent. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Ik wil u vragen om op een objectieve manier het beheer van de bossen in eigen handen te houden. (Applaus bij Groen!)
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ik ben blij dat de minister nuances heeft aangebracht en dat het niet zijn ambitie is geweest om de jagers 'los te laten' in natuurgebieden. We moeten ons dus niet laten opjagen door ongenuanceerde artikels in de pers die door sommigen misbruikt worden om een politiek succes te behalen. (Opmerking van mevrouw Vera Dua. Applaus bij CD&V)
Het is positief dat u, mijnheer de minister, de intentie hebt om de natuurverenigingen bij het overleg te betrekken.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik heb uit het antwoord van de minister begrepen dat niet wordt uitgesloten dat het jachtareaal wordt uitgebreid en dat er kan gejaagd worden in natuurreservaten in het kader van de beheersjacht. We volgen de minister daarin niet. We vinden dat de overheid die natuurdomeinen moet beheren.
Hoe gaat u, mijnheer de minister, de groep van de zachte recreanten betrekken bij het overleg?
Minister Peeters heeft het woord.
Het is een slechte manier van politiek voeren om eerst verkeerde conclusies te trekken uit krantenberichten, dan de toelichting van de minister hier te aanhoren en daarop te zeggen dat de minister zijn beleid bijstuurt. (Applaus bij CD&V)
Men zorgt zelfs eerst voor lekken in de pers en zegt daarna dat er een bijsturing is dankzij de gevoerde oppositie. Dat is politiek waar ik vraagtekens bij plaats.
Ik heb hier het contract dat Natuurpunt afsluit met jagers: 'Beheersjacht ter voorkoming van wildschade in natuurgebied'. Mevrouw Dua vindt dat het beheer moet gedaan worden door de overheid en de boswachters. Toch zegt het Agentschap Natuur en Bos zelf dat het met de jagers wil bekijken in welke mate, binnen een beheersplan en met de nodige afspraken, er aan beheersjacht en bestrijding kan gedaan worden.
Het Agentschap voor Natuur en Bos is vragende partij om dat verder uit te werken. Ik denk dat op deze manier, door een werkgroep te installeren die de zaak objectief bekijkt en waar ook de natuurverenigingen bij worden betrokken, we een discussie kunnen voeren als ik, op basis van de resultaten van de werkgroep, een beslissing neem. Het is zeer eigenaardig dat, als een minister een werkgroep heeft geïnstalleerd, al na de eerste verkennende vergadering van die werkgroep conclusies worden getrokken over een beslissing die de minister zou hebben genomen. Daar zijn we nog ver vandaan, maar ik hoop dat we stappen vooruit zetten, ook in de werkgroep. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmoties
De voorzitter: Door de heren Wymeersch, Van Nieuwenhuysen en Sintobin en door de dames Mieke Vogels en Vera Dua en de heren Jos Stassen, Jef Tavernier en Rudi Daems werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties ingediend.
Ze zullen worden gedrukt en rondgedeeld.
Het Parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het incident is gesloten.