Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenbossche heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega's, in de beleidsbrief Cultuur 2006 heeft de minister van Cultuur verklaard dat in het kader van de uitvoering van het KB van 25 april 2004 een akkoord is bereikt over het openbaar leenrecht met Reprobel in verband met de gecentraliseerde inning voor de uitleeninstellingen. Ik ben het eens met het standpunt van de Vlaamse Gemeenschap, met name dat de leenvergoeding niet moet worden opgehoest door de lezers.
Het akkoord dat werd bereikt met Reprobel sloeg op de referentiejaren 2004-2005 voor een bedrag van 1 miljoen euro. Voor 2005-2006 was dat 1,15 miljoen euro. Voor 2006-2007 ging het over 1,3 miljoen euro. Daarmee moest in Vlaanderen een eind komen aan een nu al 10 jaar durende soap. De auteurs trekken al jarenlang aan de alarmbel omdat die uitleenvergoeding er maar niet komt.
Onlangs verscheen er een bericht van Reprobel. Reprobel is in 2005 aangesteld voor het innen en verdelen van de gelden van het leenrecht, maar heeft het geld daarvoor nog niet gekregen. Reprobel beschikt met andere woorden niet over de middelen om het leenrecht te kunnen uitbetalen. Ook de auteurs hebben gereageerd omdat zij nog geen euro hebben gezien.
In een bibliotheek wordt het belang van de lezer terecht beschermd door de Vlaamse Gemeenschap. Er is namelijk geen inning ten laste van de lezer. Volgens de bestaande auteurswetgeving moeten de auteurs, terecht, worden vergoed.
Ik zal het hier niet hebben over de federale wetgeving. Er is nogal wat discussie over de vraag of die wel goed in elkaar steekt. Professor Blanpain heeft gezegd dat als een van zijn studenten het KB had geschreven, hij gebuisd zou zijn. Het KB bestaat nu echter eenmaal.
Mijnheer de minister, de vele auteurs stellen dat ze nog altijd niets hebben ontvangen. De - terechte - vraag van mij en van de auteurs is dan ook waar we nu staan. Wanneer wordt die vergoeding ter beschikking gesteld? Is er een akkoord met Reprobel dat nu kan worden uitgevoerd?
Minister Anciaux heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, eind 2005 hebben we inderdaad een overeenkomst bereikt met Reprobel over de leenvergoeding voor de seizoenen 2004-2005, 2005-2006 en 2006-2007. In 2006 zouden we inderdaad een bedrag van 1 miljoen vrijmaken. In 2007 zou het gaan om een bedrag van 1,150 miljoen euro en in 2008 zou de bijdrage 1,3 miljoen euro bedragen.
De overeenkomst met Reprobel betreffende de leenvergoeding werd echter gesloten nadat de begroting was goedgekeurd. We moesten de gevolgen ervan dan ook verwerken bij de begrotingscontrole, die 14 dagen geleden werd goedgekeurd in het parlement. In de begrotingscontrole 2006 is inderdaad 1 miljoen uitgetrokken voor de leenvergoeding. Het bedrag wordt overgemaakt aan Reprobel. Het parlement heeft daarvoor de nodige schikkingen getroffen.
We zijn nu 14 dagen later. Inmiddels zijn we volop bezig om die overeenkomst uit te voeren. Nog voor de regering met reces gaat, zal de overeenkomst met Reprobel formeel worden ondertekend. Ik kon natuurlijk nog geen betaling uitvoeren op het moment dat de begrotingscontrole nog niet was goedgekeurd.
We hebben de tussenperiode wel gebruikt om van Reprobel de absolute garantie te krijgen dat de vergoeding die we betalen, op een correcte manier bij de auteurs terecht komt. Het is goed dat er een akkoord met Reprobel is over het bedrag. Voor de Vlaamse Gemeenschap is het echter ook belangrijk dat het geld effectief ten goede komt van alle auteurs die daar recht op hebben. De overeenkomst is er nu.
Na het afsluiten van de formele overeenkomst tussen mezelf en Reprobel kan de betaling gebeuren. Er is een absolute garantie dat de vergoeding gaat naar de verschillende auteurs. Daarmee hebben we een belangrijke stap gezet in de jarenlange saga over de leenvergoeding. We hebben kunnen voorkomen dat iedere lezer of gebruiker van onze bibliotheken - zowel kinderen als ouderen - individueel een bijdrage zou moeten leveren. Wij doen dat voor hem.
We hebben een goed akkoord afgesloten. Het zal nog deze week worden gefinaliseerd. Dankzij de goedgekeurde begrotingscontrole kan de betaling worden uitgevoerd.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik verwijs naar de verklaringen van Reprobel zelf. Het stelt niet over de middelen te beschikken om de betalingen uit te voeren. Ik heb het dan nog niet eens over de discussies over de beheersvennootschappen, die nu aan de gang zijn. Ik heb het wel degelijk over de periode 2004-2005.
Dit moet in 2006 worden betaald en daarvoor moest ik op de begrotingscontrole wachten.
Het incident is gesloten.