Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot verdaging
Dames en heren, vanmorgen hebben de heren Van Hauthem en Stassen bij motie van orde een voorstel tot verdaging van de beraadslaging en de hoofdelijke stemming gedaan van het ontwerp van decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs.
Mevrouw Van Kerrebroeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, in naam van de meerderheid, en vooral uit respect voor de goede werking in de scholen, vragen we om de bespreking nu voort te zetten.
Mijnheer de voorzitter, wat we hier vandaag hebben meegemaakt, heb ik zelden gezien. Om 10 uur vanmorgen heeft men de hoogdringende behandeling van dit ontwerp gevraagd. Ik weet niet hoeveel volk er toen aanwezig was, maar als er eenparigheid is, is er eenparigheid.
Ik heb het even geleden in verband met een ander decreet gehad over de truc van luie Charel. In dit geval kan ik daar ook over spreken.
Er heeft zich een discussie ontsponnen en de oppositie heeft gezegd dat ze geen reflectienota zou indienen. Voor mij is een woord een woord.
Mevrouw Van Kerrebroeck, u bent voorzitter van de commissie voor Onderwijs. Laat de geplande hoorzitting morgenochtend om 9 uur plaatsvinden, dan kunnen we volgende week tijdens de plenaire vergadering van 12 juli over het ontwerp stemmen, zoals de heer Stassen al heeft gezegd. De initiële planning voorzag trouwens in die stemming op 12 juli.
De oppositie heeft een hand uitgestoken. We willen u niet langer uit vakantie houden. Ik zal trouwens niet meer terugkomen op de verwijten en de intentieprocessen die de minister en de voorzitter van de commissie voor Onderwijs hebben gemaakt en die erop neerkwamen dat we de scholen in moeilijkheden willen brengen.
We hebben de hand uitgestoken en nu zegt de voorzitter, mevrouw Van Kerrebroeck, namens de meerderheid dat het ontwerp vandaag bij hoogdringendheid moet worden behandeld. Ik begrijp er dus niets meer van. Als het ontwerp nu wordt behandeld, dan is dat oneigenlijk gebruik van het Reglement en meer bepaald van de mogelijkheid om zaken bij hoogdringendheid te behandelen.
We hebben een eerbaar voorstel gedaan, namelijk stemmen op 12 juli. We hebben ons woord gegeven, maar blijkbaar gelooft men ons niet. We moeten ook rekening houden met de inhoud van het ontwerp van decreet. Het moet een aantal besluiten bekrachtigen waardoor een regularisering wordt doorgevoerd en waarvan zelfs de Raad van State zegt dat dat ongrondwettelijk is.
Indien het parlement dit over zijn kam laat gaan, kan het zichzelf beter opdoeken. Ik gebruik niet graag grote woorden, mijnheer de voorzitter, maar dit is een staatgreep vanwege de meerderheid en de minister op het parlement. We kunnen beter nu naar huis gaan en tegen de meerderheid zeggen dat ze met haar ontwerpen niet meer naar de commissie moet gaan. Breng ze meteen in de plenaire vergadering en vraag de hoogdringende behandeling. Die zal er dan wel komen dankzij de meerderheid.
Ik vind dit een dieptepunt in de manier waarop de meerderheid dit parlement en de oppositie in het bijzonder behandelt. Wie oorlog wil, kan oorlog krijgen. We zijn altijd met 5 leden aanwezig in de commissie voor Onderwijs. Die commissie telt in het totaal 15 leden. Indien we dat willen, kunnen we altijd hoorzittingen vragen.
Een reflectienota moet niet noodzakelijk, maar kan wel degelijk een wapen van de oppositie zijn. We hebben dat wapen tot nog toe zeer selectief gebruikt.
We hebben tot nog toe dat wapen zeer selectief gebruikt. Als de meerderheid nu wil dat we dat elke keer gebruiken, dan gaan we dat ook doen. Het hangt van u af.
Mijnheer de voorzitter, ik sluit af. Vanmorgen is de hoogdringendheid verworven op een manier waarbij men zich vragen kan stellen. Als er voor andere zaken hoogdringendheid wordt gevraagd, dan wordt er verwezen naar 16 uur op het moment van de stemming. Wel, ik doe ook een beroep op het Reglement, op artikel 46. Ik vraag, en ik vraag daar dan ook de stemming over, dat men de gewijzigde agenda, waarmee we nu zitten, opnieuw zou wijzigen, en dat men de verdaging zou voorstellen en gewoon de procedure laat lopen: morgen commissie, volgende week op 12 juli, eindstemming in deze plenaire vergadering, en wij geven ons woord daarvoor. Dit is een voorstel dat ik hier doe, en ik vraag daar de stemming over. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij het voorstel van de heer Van Hauthem. Ik denk dat de meerderheid moet beseffen waar ze mee bezig is. Ofwel komen we hier tot een parlement met echte parlementaire werkzaamheden, waarbij er in commissie kan worden gediscussieerd, ofwel komen we hier tot een parlement dat optreedt als bekrachtigingsmachine, wat dit ontwerp betreft zelfs als regularisatiemachine, van beslissingen die al lang genomen zijn.
Goed, de meerderheid beslist wat ze te beslissen heeft, maar wat ik niet aanvaard, is de argumentatie die mevrouw Van Kerrebroeck gebruikt. Ze zegt dat, als we hier vandaag die bespreking niet afronden en het ontwerp van decreet niet goedkeuren, een aantal projecten dan op 1 september in het gedrang komen. Dat is niet waar. Er is een voorstel om volgende week tot een stemming te komen. Bovendien zou ik toch wel, willekeurig bijna, een advies willen lezen van een van de organen die advies moeten geven in verband met dit ontwerp. Het is toevallig het laatste advies dat erin zit.
'VSOA-Onderwijs verwijst naar het protocol gegeven met betrekking tot het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het onderwijs en stelt vast dat de Vlaamse Regering "ziek" blijft in hetzelfde bedje. Hun organisatie weigert voor dit ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering een protocol van akkoord te geven als de regering dit ontwerp-besluit ter onderhandeling voorlegt in de maand juni 2006 wanneer afdeling I de ronkende titel meekrijgt: projecten vanaf het schooljaar 2005-2006' - dit is geen verspreking, noch een misdrukking - 'en dat je moet vaststellen dat de onderliggende artikels de criteria en voorwaarden van deze projecten vastlegt. Hun organisatie weigert in deze "loodgietersmethodiek" mee te stappen en vraagt zich af wat de bestaansreden is van dit onderhandelingsplatform als dit soort ontwerpbesluiten ter onderhandeling worden aangeboden op een ogenblik wanneer de projecten al van start zijn gegaan. Daarenboven blijkt dat de bijlagen anomalieën bevatten: onder andere aanvragen voor afwijkingen voor andere netten dan deze waartoe de betrokken school behoort. Gelet op de mogelijke gevolgen voor het personeel verzet VSOA-Onderwijs zich met klem tegen deze handelswijze. Zij zijn van mening dat deze werkwijze niet strookt met het principe van zorgvuldig bestuur.'
Dit wordt als advies gegeven door een organisatie die gewoon advies moet geven. Wat wij hier moeten doen als parlement, is beslissen. Wat geldt voor onder andere VSOA en voor andere, want hun adviezen komen ongeveer op hetzelfde neer, geldt nog veel meer voor dit parlement. Ik denk dus dat de meerderheid voor de echte verantwoordelijkheid staat: in welke verhouding wil het staan met deze regering? Wordt het een bekrachtigings- en een regularisatiemachine of wordt het een echt parlement? Dat is de uitdaging. (Applaus bij Groen! en het Vlaams Belang)
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, er is gebeurd wat ik gevreesd had. We gaan hier waarschijnlijk een half uur of een uur een procedurediscussie houden over een probleem dat er eigenlijk geen is. We hebben daarstraks een discussie gehad over het doorsluizen van dat decreet. Ik heb nu in de stukken zitten lezen dat het een belangrijk decreet is. We hebben daarstraks een zeer redelijk voorstel gedaan, waarbij we ons engageren dat dit volgende week sowieso zal worden behandeld. Als u volgende week de hoogdringendheid vraagt, zullen we volgende week die hoogdringendheid zelfs goedkeuren, als u dat zou willen. Dan doen we dat, we geven ons woord dat we dat volgende week gaan behandelen.
Ik wil nog eens een oproep doen. Wat wil de meerderheid? Vandaag nog een uur een procedurediscussie en twee uur een inhoudelijke discussie voeren over iets waarvoor dat eigenlijk niet meer nodig is? Wees een beetje redelijk en ga in op ons voorstel om dit punt uit te stellen tot volgende week. Volgende woensdagnamiddag zal het decreet rustig behandeld worden.
Mevrouw Van Kerrebroeck, dan zullen de scholen vijf dagen later de informatie krijgen. Ik ben getrouwd met een directrice en weet dat de school wel nog vijf dagen kan wachten. Speel alstublieft geen politieke spelletjes als dat niet nodig is. Ga in op een redelijk voorstel, anders verliezen we twee uur aan politieke spelletjes en dat is niet nodig. Volgende week, op 12 juli, wordt hierover gestemd. Daar geef ik mijn woord voor.
Mijnheer de minister, mevrouw Van Kerrebroeck, wat is erop tegen om de oorspronkelijke procedure te handhaven? Mijnheer de minister, wij hebben afstand gedaan van ons recht op een reflectienota. Dat was het argument om het ontwerp van decreet bij hoogdringendheid te behandelen.
Mijnheer de voorzitter, wij vragen een schorsing van vijf minuten.
De vergadering wordt geschorst.
De vergadering wordt geschorst om 17.46 uur.De vergadering wordt hervat om 17.59 uur.
Mevrouw Van Kerrebroeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, een Frans spreekwoord zegt: 'Il n'y a que les idiotes qui ne changent jamais d'avis.' De meerderheid gaat in op het voorstel dat zo-even door de oppositie is geformuleerd, op voorwaarde dat de reflectienota wordt ingetrokken.
Is iedereen het daarmee eens? (Instemming)
Ik neem aan dat we dit punt op de agenda van de plenaire vergadering van woensdag 12 juli 2006 plaatsen? (Instemming)
Dan is aldus beslist.