Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de minister heeft op 28 juni een rondschrijven gericht aan de gemeentebesturen in verband met de campagne fair-tradegemeenten. Om geen enkel misverstand te laten bestaan, druk ik erop dat mijn fractie achter deze campagne staat. We staan ook voor elke eerlijke handel, bedreven door wie dan ook, en we vinden dat daarnaar gestreefd moet worden. Mijn fractie heeft dan ook veel begrip en zelfs bewondering voor bepaalde organisaties die zich daarvoor inzetten. Daar mag geen twijfel over bestaan.
Mijnheer de minister, u schrijft echter in uw ministerieel rondschrijven dat er wrevel is ontstaan bij leveranciers van koffie omdat ze niet of minder in aanmerking zouden komen voor het leveren van koffie aan gemeentebesturen. Hoe komt het eigenlijk dat die wrevel ontstaan is? Is het omdat de indruk is gewekt dat er voor levering maar één vereniging kan worden gekozen? Ik dacht dat het verder gaat.
Als er alleen maar kan worden gesproken over fair trade met betrekking tot één en dezelfde vereniging of firma, dan ontstaat de indruk dat al die andere niet fair - niet eerlijk zijn.
Heel veel mensen zijn betrokken bij de koffiebranderijen, bij de distributie, bij kleine winkels en bij dergelijke meer. Die mensen hebben de indruk dat ze gepakt worden, dat ze beschouwd worden als unfaire en oneerlijke handelaars. Het is positief dat u daar de aandacht op vestigt. We zijn het met u eens dat er wrevel is ontstaan en dat er een probleem is.
Mijnheer de minister, hoe gaat u dat probleem wegwerken?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vermeiren, dit probleem werd al eens behandeld in de commissie naar aanleiding van een vraag van de heer Vrancken. Ik ben blij dat u het beleid van de Vlaamse Regering onderschrijft. Het werd trouwens opgenomen in de beleidsnota. Ons beleid bestaat eruit dat we fair trade en duurzame handel in het algemeen sterk promoten. Het is evident dat we daarbij geen enkel merk naar voren schuiven.
Nu is er een initiatief, dat niet uitgaat van de Vlaamse Regering, maar waarbij Oxfam, Vredeseilanden en Max Havelaar gemeenten aansporen tot het verkrijgen van een fair-tradelabel. Daartoe moet de gemeente aan multipele voorwaarden voldoen. Heel wat gemeenten werken mee aan dit initiatief. Ik meen dat er al een 15-tal erkend zijn en ongeveer 100, of een derde van de Vlaamse gemeenten, zijn op weg om het label te verkrijgen.
Een van de voorwaarden heeft betrekking op het aankoopbeleid. Uiteraard gaat het om producten die niet hier werden gemaakt, maar in het Zuiden. Ze moeten gelabeld zijn met een keurmerk, zoals Max Havelaar of gelijkwaardig.
Een eerste misvatting is dat veel mensen zijn die denken dat er maar één keurmerk is. Dat is ook een beetje logisch. Max Havelaar was het eerste en bleef lange tijd het enige keurmerk. Ondertussen zijn er ook andere keurmerken op de markt.
Er is nooit sprake geweest van een handelsmerk. Veel handelsmerken dragen het label van het keurmerk Max Havelaar of van een ander keurmerk. Vijfendertig koffiebranderijen dragen het label van Max Havelaar. Het gaat dus niet alleen om de koffie van Oxfam-Wereldwinkels. U vindt overal tal van producten met het label, ook in de grote warenhuizen zoals Delhaize of Carrefour. Zelfs rozen dragen het label.
Mij werd gesignaleerd dat koffiebranders de indruk hadden dat ze bij een aantal gemeentebesturen niet konden meedingen naar aanbestedingen omdat ze dachten dat één bepaald merk het monopolie bezat: Oxfam. Dat is niet juist. Alleen al voor koffie heeft Max Havelaar 35 merken gelabeld. De administratie had dit al aan de stuurgroep en aan de koffiebranders laten weten dat dit probleem bestond.
Ik heb gemeend dat het nuttig was om ook een brief te sturen aan de gemeentebesturen om hen erop te wijzen dat het een heel goede zaak is om mee te werken aan het halen van het fair-tradelabel, maar dat er een onderscheid bestaat tussen een keurmerk, waarvan er ondertussen meerdere bestaan, en een handelsmerk. We wijzen de gemeenten erop dat meerdere handelsmerken, ook private, het kunnen halen. Bij de gemeentebesturen moet de wet op de overheidsopdrachten spelen, net zoals dat voor ons het geval is. Onze aanbestedingen voor koffie gaan al twee jaar na elkaar naar Java, en dus niet naar Oxfam, omdat Java als beste uit de aanbesteding komt.
Ik vond het belangrijk om dit alles nog eens te beklemtonen, al begreep ik niet goed hoe daarover een misvatting kon bestaan. Ik benadruk dat de organisatoren van het fair-tradelabel voor gemeenten nooit hebben gezegd dat een bepaald merk moest worden gekocht. Van meet af aan hebben de organisatoren gezegd dat het aankoopbeleid staat voor het label van Max Havelaar of van een gelijkwaardig keurmerk. Ondertussen komen er steeds meer van die labels bij. Het is niet overbodig om dit te beklemtonen, want de koffiebranders hadden niet altijd het juiste inzicht.
We konden hopen dat de gemeentebesturen dat inzicht wel hadden. Verdere acties moet ik niet ondernemen. Ik heb de brief aan alle colleges van burgemeesters en schepenen en aan de raadsleden gericht. Het is aan de gemeenten om te kiezen of ze zo'n fair-tradelabel willen en daarbij moeten ze de wet op de overheidsopdrachten naleven.
Mijnheer de minister, het is prijzenswaardig dat u in uw brief en hier op de tribune erkent dat het eerste initiatief beter kon. De brief heeft in het bedrijfsleven wrevel doen ontstaan. Als overheid moeten we heel voorzichtig zijn bij het promoten van bepaalde zaken, omdat we ongewenste ideeën kunnen steunen. In het Vlaams Parlement wisten we van in het begin wat Max Havelaar was, want we drinken dat hier al tien jaar op initiatief van de voorzitter.
Voorzichtigheid is dus geboden. Het is goed dat we bij anderen, die andere producten op de markt brengen, niet de indruk wekken dat ze niet eerlijk zouden zijn.
Het incident is gesloten.