Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de problemen met hulpdiensten in Zuid-West-Vlaanderen
Actuele vraag over de stand van zaken in het dossier van de paramedische urgentiedienst in Halle
Verslag
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, meer dan een jaar geleden, op 18 mei, heeft de regering een tweede verklaring afgelegd na het debacle van Brussel-Halle-Vilvoorde. In die verklaring stond onder meer dat de Vlaamse Regering in de nodige maatregelen zou voorzien voor een medische urgentiedienst in Halle. We zijn nu meer dan een jaar later. In feite is de situatie in Halle vandaag nog altijd dezelfde als op zoveel andere plaatsen in de Rand - ik laat Brussel zelf nog even buiten beschouwing -, in Voeren en naar blijkt uit de vraag van de heer Caron, ook in Zuid-West-Vlaanderen. Ik vermoed dat hij alludeert op de situatie in Heuvelland en Mesen. Het is overal hetzelfde: 'Pour les Flamands la même chose.' Als ze al bij de 'Flamands' geraken, want ze raken al eens de weg kwijt.
In maart kwam er voor Halle weliswaar een zekere kentering in dit dossier, toen werd aangekondigd dat men zou overgaan tot de oprichting van een paramedisch interventieteam, afgekort PIT, een soort MUG zonder MUG-arts eigenlijk, met bevoegde personeelsleden. Naar aanleiding van actuele vragen op 15 maart heeft men gezegd dat de Vlaamse Regering het daarmee eens kon zijn als er aan vijf voorwaarden werd voldaan. Die voorwaarden zijn: voldoende garanties voor een professionele intake bij de oproepcentrale; de expertise van de verpleegkundigen moest goed worden bepaald en het takenpakket moest worden uitgebreid zodat de mensen in staat zijn om de noodzakelijke handelingen uit te voeren; voldoende gespecialiseerde bijkomende apparatuur aanwezig in dat interventieteam; de interventietijd binnen een redelijke termijn houden; de garantie dat met de kennis van de taal van de regio kon worden gehandeld.
Mevrouw de minister, u stelde dat iedereen het eens was met die voorwaarden. Het resultaat was de oprichting van een begeleidingscommissie - en ik citeer u - 'zodat alle betrokken partners bij de pilootprojecten ook het ziekenhuis konden checken of aan deze voorwaarden werd voldaan en om, indien nodig, maatregelen te treffen'.
In april blijkt ineens dat er een akkoord is afgesloten tussen federaal minister Demotte en het ziekenhuis in Halle zonder dat u daar enige weet van had en zonder dat de begeleidingscommissie eraan te pas was gekomen. Uit dat akkoord blijkt onder meer dat de regio waar de interventies van het PIT kunnen plaatsvinden, beperkt is tot Halle zelf en zich niet uitstrekt tot de omliggende gemeenten en dat, als het PIT het nodig acht om een MUG-arts op te roepen, die nog altijd uit het Waalse Tubeke zou moeten komen.
U hebt in antwoord op onze vragen om uitleg van 25 april gezegd dat het akkoord niet voldeed aan de voorwaarden die de Vlaamse Regering had gesteld. U zei: 'De enige mogelijkheid waarover ik nog beschik, is de met minister Demotte afgesproken werkwijze om het dossier op te volgen, met name de begeleidingscommissie.' U voegde daaraan toe dat u wilde nagaan hoe de criteria die door de Vlaamse Regering waren vooropgesteld om het PIT te verdedigen, konden worden ingevuld binnen de overeenkomst of door wijzigingen aan de overeenkomst. U had daartoe contact opgenomen met het kabinet van uw federale collega, waar men voorstelde om tegen 9 juni een begeleidingscommissie samen te roepen. U had erop aangedrongen om die bijeenkomst snel te laten plaatsvinden.
Half mei heb ik dan een schriftelijke vraag aan u gericht. Uit het antwoord blijkt dat minister Demotte op die vraag is ingegaan. Hij heeft de vergadering welgeteld één dag vroeger belegd, op 8 juni. Dat zegt natuurlijk veel over het belang dat minister Demotte hecht aan de Vlaamse Regering en de begeleidingscommissie.
Sindsdien hebben we daar niets meer over gehoord. Ik neem aan dat die begeleidingscommissie op 8 juni is bijeengekomen. Daar het om een startvergadering ging, neem ik aan dat er nog vergaderingen zijn gevolgd of zouden moeten volgen. Ik zou daar graag meer over vernemen. Kunt u meer bijzonderheden geven over de agenda die is besproken? Kunt u verduidelijken of er afspraken zijn gemaakt over de werkwijze en de timing? Wanneer zal die commissie haar werkzaamheden afronden? Er rest ons immers niet veel tijd. Als ik het goed begrijp, was het de bedoeling dat in Halle op 1 juli met het pilootproject zou worden begonnen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, ik voel me wat vreemd in dit zeer achtbare gezelschap, tussen twee sprekers wier reputatie en profiel in deze vergadering buiten kijf staan. Ik kom daar even tussen gefietst. Ik had een vraag om uitleg in de commissie gesteld. Die vraag is echter overgeheveld naar deze plenaire vergadering, omdat ze enigszins verwant is aan de andere vragen.
Mocht u het niet aan mijn accent horen, ik kom uit Zuid-West-Vlaanderen. Ook in mijn arrondissement zijn er twee gemeenten met taalfaciliteiten, namelijk Spiere-Helkijn en Mesen. Als ik me niet vergis, is Mesen de kleinste stad van Vlaanderen. In tegenstelling tot in andere gebieden in Vlaanderen, leven en werken Franstaligen en Nederlandstaligen er in de beste verstandhouding samen. Bewijs daarvan is de begerigheid waarmee ook Franstaligen uit het Franstalige gebied hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs sturen. Dat is niet alleen zo in die gemeenten. Ook de school van mijn kinderen telt een onwaarschijnlijk groot aantal leerlingen wier thuistaal het Frans is. Vlaanderen is dus aantrekkelijk: laten we dit ook maar koesteren.
We leven in een goede verstandhouding samen. Spiere-Helkijn is daar een goed voorbeeld van. Zowat de helft van de bevolking van die kleine gemeente bestaat uit ingeweken Franstaligen, die zich in de mate van het mogelijke ook inburgeren. Er is echter sprake van een zeer vreemde situatie: minister Demotte zou wijzigingen willen aanbrengen met betrekking tot het afbakenen van de zorgzones, waarbinnen de 100-diensten worden geregeld. Spiere-Helkijn heeft het bericht gekregen dat de gemeente zou worden toegevoegd aan de zorgzone Doornik, wat betekent dat, bij een ongeval of noodgeval, mensen uit Spiere-Helkijn naar Doornik zouden worden gebracht. Nochtans ligt Doornik verder van Spiere-Helkijn dan Kortrijk.
Niemand in Spiere-Helkijn is daar bovendien vragende partij voor. Dit is immers niet alleen een taalkwestie. Het gaat ook en vooral over de kwaliteit van de dienstverlening, die wat dat betreft groter is in Vlaanderen. Ook Franstaligen zijn vragende partij om bijvoorbeeld ziekenhuizen in Kortrijk te kunnen gebruiken.
Mevrouw de minister, weet u daar iets van? Heeft minister Demotte u daarvan op de hoogte gebracht? Zo niet, wat kunnen de gevolgen daarvan zijn? Zo ja, kunnen we dit nog keren? Hoever staat het daarmee? Wilt u alleszins verdedigen dat Spiere-Helkijn niet, als enige gemeente uit dit arrondissement, zou worden overgeheveld naar Doornik? Niemand is daar immers vragende partij voor.
Wie vanuit de zuidelijke deelgemeenten van Kortrijk of vanuit Zwevegem, Spiere, Ooigem of Sint-Denijs via GSM naar de hulpdiensten belt, riskeert terecht te komen bij de Franstalige centrales, met name ook bij die van Doornik. Dat geldt ook voor de dienst 101 om bijvoorbeeld de brandweer op te roepen. Nochtans liggen de brandweerzones daar binnen het grondgebied van Vlaanderen.
Er lopen dus verschillende thema's samen. Niemand in onze regio is uit op een conflict. Niemand ook is vragende partij voor een herindeling van de zones. De kwaliteit van de dienstverlening is uitstekend, en de afbakening werkt perfect. Mevrouw de minister, wilt u er in elk geval voor zorgen dat die streek niet het slachtoffer wordt van kleine pesterijen? Daar vraagt niemand om.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
De interessante vraag van de heer Caron heeft wel zijdelings, maar niet rechtstreeks te maken met de problematiek van de vaak Nederlandsonkundige hulpdiensten in de Vlaamse Rand rond Brussel. Naar dat onderwerp zou ik nu graag terugkeren, in aansluiting bij de vraag van de heer Van Nieuwenhuysen.
Deze problematiek is helaas al bij herhaling uitgebreid aan bod gekomen, zowel in de plenaire vergadering als in verschillende commissies. De Vlaamse Rand is voor dringende medische hulpverlening van de MUG-diensten afhankelijk van Brussel en Wallonië. Het gevolg is een alsmaar langer wordende reeks van incidenten als gevolg van mistoestanden, meer bepaald van taalproblemen. Heel vaak is dat het gevolg van de manifeste onwil van onder andere de Brusselse ziekenhuizen om de taalwetten te respecteren.
Iedereen is het erover eens dat dit een onaanvaardbare toestand is, ook de Brusselse ziekenhuizen zelf, zo hebben we geleerd tijdens een hoorzitting over het Huis van het Nederlands in de commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand begin mei. We vernamen toen dat alle vijf de Brusselse ziekenhuizen met een MUG-dienst - het zesde ziekenhuis is dat van de VUB - nu volop meewerken aan een project van het Huis van het Nederlands in Brussel. Dat organiseert namelijk taallessen op de werkvloer in de ziekenhuizen. Die lessen zijn speciaal ontwikkeld voor de werknemers van de spoeddiensten. We zijn alvast heel benieuwd naar de resultaten daarvan in de praktijk.
Voor de regio Halle, waarover deze vraag specifiek gaat, die voor de MUG-dienst vooral afhankelijk is van het Waalse Tubeke of Tubize, heeft de Vlaamse Regering vorig jaar op 18 mei een heel specifiek engagement genomen dat nu zaterdag 1 juli zal resulteren in de start van een paramedische MUG of PIT, althans als de planning wordt gerespecteerd. Dat wordt een Nederlandstalige dienst van het ziekenhuis van Halle, zodat de taalproblemen van de baan zouden moeten zijn.
Mevrouw de minister, zoals de heer Van Nieuwenhuysen zei, is er in april een overeenkomst gesloten tussen het ziekenhuis en federaal minister Demotte. De Vlaamse Regering was daar absoluut niet bij betrokken. U kon inderdaad niet akkoord gaan met die oplossing omdat ze niet voldeed aan de vijf voorwaarden, door u en de Vlaamse Regering gesteld, die de heer Van Nieuwenhuysen zonet opsomde.
U stelde al uw hoop op de begeleidingscommissie om de overeenkomst alsnog aan te passen. Op 10 mei keurde het parlement een met redenen omklede motie goed na mijn interpellatie in de commissie voor Welzijn om die vraag kracht bij te zetten. Op de schriftelijke vraag van de heer Van Nieuwenhuysen antwoordde u dat de bijeenkomst van de begeleidingscommissie gepland was voor 8 juni.
Zaterdag 1 juli zou, als de planning wordt gerespecteerd en de beloftes worden nagekomen, de paramedische MUG van start moeten gaan. Toch is het voor iedereen nog zeer onduidelijk of die aan de gestelde voorwaarden zal voldoen. Vandaag mijn vragen.
Is die begeleidingscommissie al samengekomen? Zo ja, wat is het resultaat van die samenkomst?
Zal de paramedische MUG vanaf 1 juli operationeel zijn en voldoet hij dan aan de voorwaarden? Zo ja, is mijn laatste vraag zonder voorwerp. Zo neen, moet ik u vragen welke stappen u en de Vlaamse Regering zullen zetten.
Minister Vervotte heeft het woord.
Dames en heren, op 8 juni hebben we inderdaad een vergadering gehad. Uiteraard waren de kabinetten van federaal minister Demotte en van mezelf aanwezig. Daarnaast waren ook de begeleiders van de pilootprojecten aanwezig - want zoals u weet werden speciaal voor de begeleiding mensen gezocht -, evenals vertegenwoordigers van het UZ van Leuven, van het ziekenhuis van Halle en van het ziekenhuis van Deinze. Ik zal me inzake het verslag van de vergadering beperken tot het beantwoorden van de vragen die hier werden gesteld.
In het verslag werd een tijdsbalk opgenomen. Er werd heel duidelijk overeengekomen dat de overeenkomst en dus ook het pilootproject starten op 1 juli. Dat betekent dat in juli, augustus en september de opleiding van de verpleegkundigen van start zou moeten gaan en dat vanaf 1 oktober de dienst op de baan operationeel wordt. Er werd overeengekomen dat indien de ziekenhuizen eerder operationeel kunnen zijn, ze ook eerder van start mogen gaan. Aan de timing werd ook een registratieperiode van één jaar gekoppeld zodat we op 31 juli 2007 over een degelijk rapport kunnen beschikken.
Ik moet inzake de voorwaarden de criteria niet herhalen, want ze kwamen daarnet al aan bod. De Vlaamse Gemeenschap heeft in elk geval gesteld dat de kwaliteit van de zorg in dit project cruciaal was als voorwaarde om in het project te stappen. We hebben telkens weer gezegd dat de taal van het slachtoffer en de taal waarin de zorg wordt toegediend, voor ons een essentieel element van kwaliteit en van een kwaliteitsbeleid zijn.
Ik citeer graag letterlijk wat in het verslag van de bijeenkomst werd opgenomen, zodat u over de juiste informatie beschikt: 'De vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap stelt dat kwaliteit van zorg zeer belangrijk is voor dit project. Hierbij is de taal van slachtoffer en toediener van zorg een element van kwaliteit. Voor minister Vervotte is het belangrijk dat voor het project in Zuidwest-Brabant een optimalisatie komt naar enkele specifieke gemeenten toe (Herne en een deel van Galmaarden) waarvoor het kader van brandweerzone nog dient afgestemd op het werkingsgebied voor Dringende Medische Hulpverlening. Tevens dienen praktische afspraken gemaakt over interventies, tussen de interventie van de PIT en het andere uiterste, waar een interventie van een MUG-dienst zou voorzien worden, die niet voldoende Nederlandstaligkundig zou zijn. Hierbij dient maximaal gebruik gemaakt van de beschikbare medische diensten van het Nederlandstalig ziekenhuis, met name van Halle. In de vergadering wordt hiertegen geen enkel bezwaar geopperd. De projectbegeleider maakt zich sterk dat dit kan gerealiseerd worden binnen de lokaal te maken afspraken.'
Op basis van de elementen van het verslag wordt volgens mij aan de criteria voldaan. Om misverstanden te vermijden is het belangrijk om op te merken dat de begeleidingscommissie blijft bestaan gedurende de hele pilootprojectfase. De commissie had dus niet enkel een taak met betrekking tot de opstartfase.
De afspraken die gemaakt werden tijdens de vergadering van 8 juni, dienen nu geconcretiseerd te worden tijdens de besprekingen van de projecten zelf. Er werden nog andere concrete data afgesproken: 13 juli en 18 juli als reservedatum. Op basis van het verslag, van het gesprek met de vertegenwoordigers en van de afspraken, gaat alles volgens mij de goede richting uit. Ik heb geen enkele aanwijzing waaruit blijkt dat bijkomende maatregelen moeten worden genomen.
Mijnheer Caron, u stelde een vraag over de regio Zuid-West-Vlaanderen. Tot op vandaag werd mij nog geen enkel probleem gesignaleerd. Zoals u heel goed weet, is de dringende geneeskundige hulpverlening een exclusief federale bevoegdheid. De federale minister is niet verplicht om met mij te overleggen. Ik kan u dus niet vertellen of het voorval waarnaar u verwijst op een misverstand berust of op een toepassing van nieuwe afspraken.
Ik heb op het terrein vernomen dat minister Demotte experimenteert met nieuwe software, die in sommige provincies proefdraait. Die software meet blijkbaar heel nauwkeurig de afstand tussen de interventie en het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
De taal is voor mij een belangrijk kwaliteitselement. Ik zal nagaan bij de federale minister of de software gevolgen heeft voor de zorgregio's in Vlaanderen. Als dat zo is, zal ik aandringen op een oplossing.
Mevrouw de minister, daarmee weten we wat er nog te gebeuren staat met de MUG van Halle. Blijkbaar heeft een vergadering van de begeleidingscommissie volstaan om uw reserves na het afsluiten van de overeenkomst tussen het ziekenhuis van Halle en de federale minister, weg te nemen. Als ik het goed heb, is dat gebeurd op basis van een toezegging dat als er een MUG-arts nodig is, er her en der in de regio wordt gezocht naar een Nederlandstalige MUG-arts. Het zal in de praktijk moeten blijken hoe dat werkt.
Ik vrees dat het systeem hetzelfde zal blijven als vroeger. Eerst zal het PIT-team ter plaatse komen om vast te stellen dat een arts nodig is, en dan komt die arts met vertraging aan. Het zal in de praktijk vooral de arts uit Tubeke zijn die uitrukt en die niet in staat zal zijn om de taal van het slachtoffer te begrijpen.
De software die op basis van kilometers diensten organiseert, is ongeloofwaardig als we niet met sociologische en maatschappelijke realiteiten rekening houden. Het aandringen op een kwaliteitsvolle dienstverlening vanuit Vlaanderen is gebaseerd op taal. Het zou niet leuk zijn als we situaties krijgen waarin 100-diensten elkaar niet verstaan. Laten we dat in elk geval voorkomen.
Het is belangrijk dat er een duidelijk antwoord is met een concrete timing, al deel ik wel de bekommernis van de heer Van Nieuwenhuysen over de tussenkomst van de MUG-arts. Ik krijg daarover graag een bijkomend antwoord.
De criteria blijven voor mij dezelfde. De overeenkomst is geldig tussen het ziekenhuis en de federale overheid, dus moet alles gebeuren via het begeleidingscomité. Het verslag van dat comité is essentieel. Ik heb verwezen naar twee zaken in dat verslag. De afstemming moet gebeuren in het kader van de brandweerzone. Dat heeft te maken met de professionele intake die door medisch geschoolde personen gebeurt. Op basis van die intake wordt uitgemaakt of een PIT of een MUG wordt uitgestuurd.
Uit het tweede element van het verslag blijkt heel duidelijk dat die MUG of PIT moet worden gestuurd vanuit de beschikbare medische diensten van het Nederlandstalige ziekenhuis, met name dat van Halle. Die twee elementen die duidelijk zijn opgenomen in het verslag, maken voor mij deel uit van de overeenkomst die is gesloten tussen de vertegenwoordigers van de ziekenhuizen, de pilootprojectbegeleiders, de federale regering en de betrokken administratie. In het verslag staat heel duidelijk dat er geen enkel bezwaar is geopperd en dat de projectbegeleider zich sterk maakt dat dit kan worden gerealiseerd binnen de lokaal te maken afspraken. Uiteraard zullen we dit verder moeten opvolgen. Vandaar dat een vergadering is vastgelegd op 13 en 18 juli. De begeleidingscommissie blijft verder operationeel.
Mevrouw de minister, ik noteer dat u garandeert dat indien nodig, vanuit Halle een MUG-arts zal uitrukken. Beschikt het ziekenhuis van Halle over een MUG-arts? Het gaat immers over een speciale opleiding.
Ik citeer opnieuw: 'dat maximaal mogelijk gebruik maakt van de beschikbare medische diensten van het Nederlandstalig ziekenhuis en met name dat van Halle'. In concreto zouden dus afspraken worden gemaakt over de permanenties van de artsen. Die MUG-arts zou dus inderdaad uit het ziekenhuis van Halle moeten komen.
Het incident is gesloten.