Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Matthijs heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega's, mijnheer de minister, vorige vrijdag keurde de Vlaamse Regering op uw voorstel de wederinkoop van de aandelen van Aquafin goed. Deze aandelen waren in handen van de privé-sector. 20 percent was in handen van het Britse waterzuiveringsbedrijf Severn Trent, 29 percent in handen van institutionele beleggers.
De Vlaamse Regering kon moeilijk anders dan de aandelen terugkopen. Ik verwijs naar een ingebrekestelling door de Europese Commissie op 18 oktober 2002. De Europese Commissie was het niet eens met de constructie van Aquafin omdat bij de oprichting van Aquafin in 1991 de mededingingsregels onvoldoende gerespecteerd zouden zijn.
Aquafin is een belangrijke speler in de waterzuiveringssector en heeft een ruime knowhow ontwikkeld tijdens de afgelopen 16 jaar. Er werken 850 mensen en Aquafin zal ook in de toekomst samen met de drinkwatermaatschappijen een rol spelen bij de uitvoering van het decreet integraal waterbeleid.
Voor de aankoop van de aandelen is iets meer dan 100 miljoen euro nodig. Ik heb daarover twee vragen. Hoe zal die aankoop worden gefinancierd gelet op het Europees stelsel van nationale en regionale rekeningen ESR95? Zal de Vlaamse Regering in de toekomst opnieuw een beroep doen op de privé-sector en streven naar een PPS-constructie en dus een substantieel deel van de aandelen opnieuw aan de privé-sector aanbieden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Matthijs, ik overloop nog even de historiek van Aquafin. Op 18 oktober 2002 stelde de Europese Commissie de Vlaamse Regering in gebreke. Zij oordeelde dat de overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de NV Aquafin niet volgens de regels van de kunst was afgesloten. De richtlijn inzake overheidsopdrachten was niet gevolgd. Op 28 april en 3 juli 2003 was er overleg met het DG Interne Markt waarbij een aantal oplossingen zijn besproken.
Op 16 december 2003 heeft de Europese Commissie ingestemd met de herstructurering van het aandeelhoudersschap.
Ik wil ook nog even aanhalen dat er een arrest van het Europees hof is in de zaak van de stad Halle, dat dateert van 11 januari 2005. Daarin wordt heel duidelijk gesteld dat er niet alleen een probleem was met Severn Trent maar ook met alle privé-aandeelhouders.
Op 2 augustus 2005 heeft de commissie zich akkoord verklaard om de procedure van ingebrekestelling stop te zetten indien we alle privé-aandeelhouders zouden uitkopen. Die procedure was ingeleid in oktober 2002. Tot zover de historiek.
U hebt ook verwezen naar de beslissing van de Vlaamse Regering van vrijdag 2 juni. De onderhandelingen, die heel wat energie en tijd hebben gevergd, moesten ertoe leiden 49 percent - 392.000 aandelen - over te kopen. Het is niet omdat we dat graag zouden doen. Europa had ons die overname echter opgelegd.
Ik wil hier ook onderstrepen dat we met heel veel zorg de prijszetting voor de aandelen hebben opgebouwd. Bij de prijszetting gaat het om waarderingen en waarderingsrapporten van verscheidene adviseurs. We hebben er ook een markttoets op toegepast om er zeker van te zijn dat de prijs die we zouden betalen, niet overdreven is. De bedoeling was een vergelijk te vinden.
Op vrijdag 2 juni heb ik aan de regering gevraagd een beslissing te treffen. De vraag was of de prijs die we met de privé-aandeelhouders waren overeengekomen, aanvaardbaar was en we dus de contracten konden finaliseren. Zoals u in de pers hebt kunnen lezen, is er een akkoord. De Vlaamse Regering heeft de beslissing om per aandeel 250 euro te betalen, bekrachtigd. Er is ook een overeenkomst om een proportioneel dividend uit te keren voor 2006 van 7 euro per aandeel. Er is nog een bijkomend probleem in verband met de verbreking van de aandeelhoudersovereenkomst die werd afgesloten in 1991 tussen Severn Trent en de VMH. We zouden daarvoor nog een bedrag van 3,2 miljoen op tafel moeten leggen. In totaal gaat het om 103,944 miljoen euro. De beslissing is genomen. De zaak wordt nu verder gefinaliseerd.
De wederinkoop van die 49 percent van de aandelen gebeurt door de Vlaamse Milieuholding. Ze is niet in de consolidatiekring opgenomen. Op dit moment is ze zelfs schuldenvrij. Tot zover het onderdeel betreffende de leninglast. Ik zal er straks iets meer over zeggen. Ik ga er ook van uit dat de opbrengst via de dividenden voldoende zal zijn om de leninglast te betalen.
We zullen een aantal leningen aangaan bij PMV om die 103 miljoen euro te betalen. We zullen ons daarvoor ook op de markt begeven. Bovendien is er ook nog een thesaurie van 3,944 miljoen euro die we daarvoor kunnen aanwenden.We zullen natuurlijk de 'goedkoopste' lening afsluiten.
U vroeg wat we met die aandelen zullen doen. Ik verwijs naar een beslissing van de Vlaamse Regering van 17 september 2004 waarin staat: 'Het Vlaamse Gewest heeft de intentie om binnen de drie jaar volgens een correcte marktprocedure in overeenstemming met diverse Europese regels met betrekking tot de vrije mededinging de terug ingekochte participatie opnieuw op de markt te brengen. Het opnieuw intreden van bestaande private partners is daarbij niet uitgesloten. Op korte termijn zal het gewest en/of publieke partners echter uitsluitend eigenaar blijven van de ingekochte aandelen'.
Het is dus de bedoeling om de aandelen op een bepaald moment terug op de markt te brengen. Het citaat dat ik net voorlas, is zeer duidelijk. We moeten ervoor zorgen dat de Europese en andere procedures worden gevolgd zodat er geen nieuwe procedure moet worden opgestart wanneer we de aandelen zouden verkopen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit is een belangrijk dossier dat is opgelost. Eerst was er de BTW-problematiek en dan de ingebrekestelling door Europa. Het is belangrijk dat de beheersovereenkomst nu kan worden bijgesteld waarover al in oktober 2001 een resolutie was goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Na vijf jaar zijn we er geraakt.
Het incident is gesloten.