Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Moerman.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, mevrouw de minister, collega's, ik was dit weekend zeer verheugd via de media te mogen vernemen dat minister Moerman zou voorzien in 1,5 miljoen euro voor dringende renovatiewerken aan de plantentuin van Meise. Dat kan ons alleen maar verheugen, want het is een goede zaak, ware het niet dat het samenwerkingsakkoord dat reeds in het voorjaar van 2004 werd afgesloten, in hoge mate dode letter blijft.
Dat samenwerkingsakkoord bepaalt dat het beheer en de werking van de plantentuin worden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap en dat de wetenschappelijke verzamelingen, het herbarium en de bibliotheek, in handen blijven van de federale overheid maar worden uitgeleend aan de Vlaamse Gemeenschap.
Mijnheer de minister-president, ik heb u reeds in januari 2005, samen met collega's, een actuele vraag gesteld over deze problematiek. U verwees naar het fameuze artikel 8 van het samenwerkingsakkoord waarin vooral de logistieke en personele bezetting wordt beklemtoond. U verwees ook naar het aantal wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke onderzoekers die ter beschikking worden gesteld door de Franse Gemeenschap. U hebt toen reeds gezegd dat u uw best zou doen om het samenwerkingsakkoord te kunnen uitvoeren en om de voogdij over te dragen naar de Vlaamse Gemeenschap.
Wat we deze week in de media konden vernemen, is zeker een eerste stap in de goede richting, maar u zult het met me eens zijn dat voor de renovatiewerken nog heel wat meer nodig is. De administratie heeft reeds uitgerekend dat we 4 tot 5 miljoen euro nodig hebben om de renovatiewerken uit te voeren en om de plantentuin in stand te houden. Net zoals de vorige keer kan ik stellen dat het echt wel heel dringend is. Op dagen met stormachtig weer is de plantentuin verplicht om te sluiten voor het publiek omdat het er niet veilig is. Er moet heel dringend iets worden gedaan. We moeten nu erg hard aan de alarmbel trekken.
Mijnheer de minister-president, kunt u me de stand van zaken meedelen inzake de laatste knelpunten bij de uitvoering van het samenwerkingsakkoord? Kunt u me ook een stand van zaken geven van de uitvoering van het samenwerkingsakkoord en van de laatste, nieuwe onderhandelingen in dit licht? Welke garanties kunt u ons bieden voor de realisatie van de overdracht van de voogdij over de plantentuin naar de Vlaamse Gemeenschap? In welke extra kredieten zal de komende jaren worden voorzien om te garanderen dat de infrastructuur en de kwaliteit van de plantentuin kunnen worden gevrijwaard?
Minister Moerman heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de vraag van mevrouw De Wachter heeft twee aspecten: de concrete vragen over de plantentuin zelf, en het hoofdstukje institutionele hervormingen met in het bijzonder de overdracht. Het eerste valt onder mijn bevoegdheden, het tweede onder die van de minister-president, want hij is bevoegd voor de institutionele hervormingen. Ik zal de vragen over beide aspecten beantwoorden.
Mevrouw De Wachter, u vraagt hoe het zit met de plantentuin, zowel op het vlak van de renovatie als op het vlak van de toekomstige verdeling van de kosten, eens de overdracht tot stand is gebracht. U hebt het daarbij zowel over de werking als over de infrastructuur.
Het is natuurlijk geen geheim dat de infrastructuur er slecht aan toe is. In afwachting van de overdracht werd in 2004 door de federale Regie der Gebouwen een aantal heel dringende werken uitgevoerd, maar de overdracht is ondertussen nog niet gebeurd. Ik kom daar straks op terug. Een slecht onderhouden infrastructuur wordt natuurlijk almaar slechter.
De plantentuin is een topinstelling, zowel op Europees niveau als op wereldniveau, en is essentieel voor de instandhouding van de biodiversiteit. De plantentuin bezit in stock ongeveer 6 percent van alle genetisch plantenmateriaal. Dat is veel. We kunnen dat niet kapot laten gaan. Een groot deel van de plantencollectie betreft planten die thuishoren in andere klimaten dan het onze: het tropisch regenwoud, de Sahara enzovoort. Dat betekent natuurlijk dat die planten nood hebben aan warmte, iets wat bij ons veelvuldig ontbreekt, en dus is stookolie nodig en zijn er stookkosten. Van de vier stookolieketels die de plantentuin bezit, zijn er twee dood. De twee andere zijn aan een doodstrijd bezig. Ze moeten dus allemaal worden vervangen. Als dat niet gebeurt, zijn al de planten volgende lente kapot en dan kunnen wij aan de wereld vertellen dat dat komt doordat wij geen akkoord hebben gesloten over de overdracht. Dat zou onvoorstelbaar zijn.
Wat er wordt gestookt, gaat in rook op. Het gaat door het dak naar buiten. Ongeveer 60 percent van de kosten zijn stookkosten. Per jaar gaat meer dan een half miljoen euro op aan energie en elektriciteit. Inzake rationeel energiegebruik kan er wel een en ander gebeuren.
Gebruik makend van bepaalde kredieten voor rationeel energiegebruik zullen die dringende werken worden gedaan door het Vlaamse Gewest, in zijn hoedanigheid van zaakwaarnemer en uitgaande van principes van continuïteit van het beheer, wat algemene rechtsprincipes zijn, en ondanks het feit dat de formele overdracht van de plantentuin, die werd beslist in de Lambermontakkoorden, nog niet is gebeurd. De dringende instandhoudingswerken zullen door ons worden uitgevoerd. Dat werd trouwens op het Overlegcomité deze morgen beslist.
Er is ook bepaald dat de federale overheid bij de overdracht 6.152.853 euro zal verdelen tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap. Dat zal gebeuren in functie van het aantal effectief in dienst zijnde personeelsleden op het moment van de overdracht, omdat dat geld in hoofdzaak dient om personeelskosten te dekken. Minimum 75 percent zal voor ons zijn, ongeveer 4,5 miljoen euro dus.
Nochtans is er in 2006 een berekening gemaakt van de werkingskosten. Die zouden een kleine 10 miljoen euro belopen. Op het Vlaamse niveau zal er extra geld moeten worden gezocht. Eind september 2005 heeft de regering beslist over een verdeling naar analogie met de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen.
Omdat er verschillende bevoegdheden mee gemoeid zijn, dragen verschillende ministers daar een steentje toe bij. Eerst en vooral zal het beleidsdomein Wetenschap en Innovatie bijdragen. Daarnaast zullen ook Cultuur, Toerisme, Monumentenzorg en Internationale Samenwerking in de buidel tasten. Volgens een nog uit te werken verdeelsleutel zullen we de werkingskosten onder elkaar verdelen.
De infrastructuur is een ander verhaal. In overleg met de betrokkenen is er een plan gemaakt van wat nodig is om de infrastructuur volledig in orde te brengen volgens de wettelijke veiligheidsvoorschriften. Het gaat niet over een uitbreiding. Het kostenplaatje is considerabel. Het is een meerjarenplan van 2004 tot 2015. Eens de overdracht er is, zal ook dat plan door de Vlaamse overheid worden uitgevoerd.
Inzake de eigenlijke overdracht is er geen samenwerkingsakkoord. In 2003 werd een akkoord afgesloten, maar dat werd gecontesteerd door de Franse Gemeenschap. Het is dus nooit geconcretiseerd.
Minister-president en minister voor Institutionele Hervormingen Leterme en mevrouw Arena zijn vorig jaar besprekingen begonnen. Ze hebben vrij gedetailleerde krachtlijnen van een samenwerkingsakkoord uitgetekend. Eind september heeft de Vlaamse Regering dat bekrachtigd en de opdracht gegeven om die krachtlijnen om te zetten in een samenwerkingsakkoord.
Van onze kant zijn er geen problemen. Deze morgen heeft mevrouw Arena gezegd dat zij ook geen problemen meer ziet. Er is dus een goede kans dat we dit dossier op korte termijn kunnen afhandelen en het samenwerkingsakkoord afsluiten, wat ook de voorwaarde is voor de juridische overdracht aan Vlaanderen. Dan hoop ik dat dit dossier geregeld is en dat deze waardevolle wetenschappelijke instelling een rechtmatige plaats zal vinden in ons bestel.
Ze hebben in de afgelopen jaren bewezen dat ze dat kunnen. In het kader van BBB-terminologie zullen ze de rechtsvorm van een EVA krijgen.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. We delen met z'n allen de zorg voor de verdere werking van de plantentuin. U hebt net gezegd dat de problemen op korte termijn gedeeltelijk zullen worden opgelost. Ik zal dit dossier dan ook verder opvolgen. Er komt nu eindelijk duidelijkheid voor de plantentuin en voor de mensen die daar werken.
Het incident is gesloten.