Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de schorsing door het Arbitragehof van de bepalingen betreffende de lijststem uit het gemeente- en provinciekiesdecreet en de gevolgen voor de lokale verkiezingen van 8 oktober 2006
Verslag
De heer Brouns heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, op 8 oktober 2006 zal Vlaanderen voor het eerst zelf gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen organiseren.
We hebben ons voorgenomen deze verkiezingen goed te organiseren. We hebben daarvoor de bestaande gemeente- en provinciewet gewijzigd op 10 februari 2006. Met die wijziging neutraliseren we de lijststem, althans voor de effectieven, maar voor de opvolging laten we de lijststem nog voor 50 percent meetellen.
In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet hebben we daarvoor een motivatie gegeven, maar blijkbaar is die te licht uitgevallen, want het Arbitragehof heeft vorige week woensdag deze artikelen geschorst.
We bevinden ons nu natuurlijk in de situatie waarbij de vraag rijst wat moet gebeuren met dit kiesdecreet. We kunnen verkiezingen organiseren, maar de telling uitstellen tot het moment dat we weten hoe we de lijststem kunnen gebruiken. Men zou ook kunnen terugvallen op de oude gemeente- en provinciewet en de lijststem voor zowel de effectieven als de opvolgers voor 50 percent laten meetellen.
Mijnheer de minister, welke houding neemt u aan ten aanzien van deze schorsing? Gaat u nog initiatieven nemen? Als dat het geval is, zal dat uiteraard op zeer korte termijn moeten gebeuren, want we zijn amper vier maanden verwijderd van de verkiezingen. Ik denk niet dat het de bedoeling is de verkiezingen uit te stellen. Ik denk dat het zeker de bedoeling is om de verkiezingen zo goed mogelijk te organiseren, zodat we kunnen zeggen dat Vlaanderen goed doet wat het doet, zeker als we het voor de eerste keer mogen doen. (Applaus)
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik denk dat de meerderheid door haar eigen luizen wordt gebeten. Mijnheer de minister, toen we het kiesdecreet bespraken, hebben we gezegd - en u hebt dat toegegeven - dat het een compromis van het compromis is. Bepaalde partijen wilden de lijststem gewoon weg en andere niet.
Men is tot een onzinnig systeem gekomen, waarbij men wel op de kop kan stemmen, maar dat men op voorhand niet weet wat het effect van die stem is. De kopstem telt niet mee voor de effectieven, maar wel voor de opvolgers, terwijl iedereen weet dat pas na de stemming bekend wordt wie effectief zetelt en wie opvolger is.
Mijnheer de minister - en ik zou me tot heel de meerderheid kunnen richten - u kunt niet zeggen dat u niet gewaarschuwd was. De oppositie heeft u gewaarschuwd op basis van het advies van de Raad van State dat bij het ontwerp van decreet was gevoegd. De Raad van State heeft bijzonder duidelijk gezegd dat er een ongelijke behandeling van kandidaten in de pijplijn zat. Zelfs na bijkomende verklaringen van de vertegenwoordiger van de regering, die werden opgenomen in het advies, was de Raad van State niet overtuigd. Men mag weliswaar een ongelijke behandeling organiseren, maar daarvoor heeft men een heel goede fundering nodig.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, die fundering is er tijdens de besprekingen niet gekomen. Men heeft alleen herhaald wat in de memorie van toelichting stond, dat het een politiek compromis was en dat men jongeren een kans wou geven. Het was dus een politiek discours, dat geen antwoord gaf op de opmerkingen van de Raad van State.
Mijnheer de voorzitter, onder meer op onze vraag hebt u advies gevraagd aan de heer Staelens, die in feite net hetzelfde heeft gezegd. Hij sloot zijn advies af met het besluit dat hij niet weet of die bepalingen van het ontwerp van decreet de toets aan het gelijkheidsbeginsel door het Arbitragehof kunnen doorstaan.
Nu zijn we zover. Het Arbitragehof heeft deze bepaling geschorst, en daar ben ik eigenlijk blij om. Naar alle waarschijnlijkheid zal ze in september definitief vernietigd zijn. Mijnheer de minister en collega's van de meerderheid, ik ben blij met de uitspraak van het Arbitragehof maar het is tegelijkertijd bedroevend. In 2003 heeft men paars-groen op federaal vlak ervan beschuldigd de kieswetgeving aan te passen volgens de eigen noden en verwachtingen. Weet u nog mijnheer Van Rompuy: de 5 percent-kiesdrempel, het opnieuw invoeren van de opvolgers enzovoort? (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Voor de verkiezingen van 2003 zei men dat het niet kan dat een toevallige meerderheid de kieswetgeving aanpast. Mijnheer de minister, op Vlaams vlak hebben we helaas hetzelfde gedaan. Laten we toegeven: deze regelgeving was gemaakt op maat van de kartelpartijen als een politiek compromis. De bepaling is er nu niet meer, en als er op dit ogenblik niets gebeurt, zitten we in het systeem van 2000. Dat betekent dat we de lijststem nog hebben en dat de pot er nog is, weliswaar gehalveerd, en dat die werking geldt voor alle kandidaten.
Een tweede mogelijkheid is dat u de lijststem helemaal afschaft voor iedereen. Dan is het bezwaar van het Arbitragehof ook weg. Mijnheer de minister, ik hoop dat we duidelijkheid krijgen want blijkbaar is er overleg geweest tot op het hoogste politieke niveau tussen de verschillende partijen van de meerderheid. Ik denk dat het bijzonder onkies zou zijn om nu nogmaals te sleutelen aan de kiesdecreetgeving. U hebt onmiddellijk na het arrest gezegd dat u een nieuw decreet zou maken, dat nog voor eind juni met de karwats door het parlement moet worden gejaagd. De lijststem moet weg. Dat is een verkeerde reactie. Het zou bijzonder onkies zijn om vier maanden voor de verkiezingen nogmaals aan de regels te sleutelen. Het moet nu eens gedaan zijn. Het Arbitragehof heeft een duidelijk signaal gegeven dat men daar niet mee solt. Ik zou graag hebben dat u hier zegt dat er geen nieuw kiesdecreet komt en dat bijgevolg het systeem van het jaar 2000 blijft bestaan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Keulen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, we zijn momenteel in de schoot van de meerderheid aan een oplossing aan het werken die juridisch maximale waarborgen biedt. Precies omdat die besprekingen nog bezig zijn, ga ik me over de inhoud niet uitlaten. We proberen op korte termijn te komen tot een oplossing die maximale rechtszekerheid biedt. Dat is een onderhandelingstechniek die men moet respecteren. Zolang het overleg wordt gevoerd, klap ik niet uit de biecht.
Het punt waar het Arbitragehof aanstoot aan neemt, heeft te maken met een onevenredig nadeel voor de opvolgers. Mensen die niet verkozen zijn en een goed verkiezingsresultaat hebben, kunnen bij het uitvoeren van de effectieve opvolging worden voorbijgestoken door kandidaten met een minder goed resultaat die op een hogere plaats staan en vanuit die positie genieten van de pot van de lijststemmen. Dat noemt het Arbitragehof in het schorsingsattest een onevenredig nadeel en daar neemt het aanstoot aan.
Mijnheer Van Hauthem, dat het in de sterren stond geschreven dat dit zou mislukken, is niet waar.
Ik nodig iedereen uit in deze vergadering, maar ook in de publieke tribune, om het advies van de Raad van State en het advies van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur aandachtig te lezen. Die adviezen zeggen dat de bepalingen, die steunen op een vergelijk tussen de vijf meerderheidspartijen, beter moet worden gemotiveerd maar niet dat ze geen kans op slagen hebben.
We zijn momenteel dus bezig met die besprekingen. We zullen op heel korte termijn een uitkomst moeten vinden, in het belang van de kandidaten en de lijsten die aantreden bij de verkiezingen en natuurlijk ook voor de mensen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie ervan. U moet me daar niet van overtuigen. Ik vind dit ook erg vervelend voor hen. Momenteel wordt daar binnen de meerderheid over gesproken. (Applaus)
Mijnheer de voorzitter, ik geloof mijn oren niet. Mijnheer de minister, u bent nu aan het onderhandelen over een kiesregelgeving voor een verkiezing die over 4 maanden plaatsgrijpt. Dat is in feite de kern van uw antwoord. U legt u niet neer bij het arrest van het Arbitragehof Als u niets doet, dan wordt er teruggegrepen naar het systeem van 2000. Dan zou er momenteel tenminste duidelijkheid zijn over de manier waarop de verkiezingen zullen verlopen en de manier waarop de zetelverdeling gebeurt. U komt nu echter zeggen dat u met de meerderheidspartijen aan het overleggen bent. Om wat te doen, in godsnaam? Houd uw handen nu af van die kiesregelgeving. Die is nu duidelijk, na het arrest van het Arbitragehof. Als u er iets aan wilt veranderen, doe dat alstublieft nadien, voor de verkiezingen van 2012. Laat mensen die willen deelnemen echter niet in het ongewisse. Dat bent u - en dat is de meerderheid - nog steeds aan het doen. Dat is het beeld dat u nu geeft.
U zegt nu dat u nog een compromis aan het zoeken bent. Dat betekent dat er hier nog voor 11 juli kiesregelgeving door de commissie en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement moeten worden gejaagd. Daar komt het dan wel op neer. Aan de publieke opinie geeft u zo het beeld dat partijen vooral met zichzelf bezig zijn, en dat ze de kiesregelgeving zo willen maken dat ze in de beste positie aan de verkiezingen kunnen deelnemen. Dit is geen fraai beeld dat u en de hele regering geeft ten overstaan van de publieke opinie. Als er weer eens een antipolitieke stem wordt uitgebracht, kom dan niet zeggen dat het onze schuld is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Van de drie gewesten waren wij het eerste gewest dat zijn kiesdecreet rond had. Tussen haakjes, in Wallonië ligt het eigen ontwerp van kiesdecreet nog steeds ter bespreking in de commissie. Zij doen trouwens het omgekeerde van wat wij doen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ze laten de lijststem voor de helft spelen voor de effectief verkozenen en neutraliseren die stem voor de opvolgers. Brussel heeft zijn kiesdecreet een aantal weken geleden goedgekeurd.
Wat wij nu willen, is precies komen tot een maximale rechtszekerheid. Op dit ogenblik voeren we daarover besprekingen. Het is ons er precies om te doen met oplossingen voor de dag te komen die juridisch sluitend zijn, precies in het belang van de kandidaten, de lijsten en degenen die verantwoordelijk zijn voor de praktische organisatie van die verkiezingen.
U moet niet zeggen dat u naar rechtszekerheid streeft. Op dit ogenblik is er rechtszekerheid. De lijststem speelt voor de helft voor iedereen. U gaat opnieuw onzekerheid creëren. Ik vind de huidige vertoning bedroevend en hallucinant.
Dat er nu rechtszekerheid zou zijn, wordt betwijfeld door juristen. We proberen door onze besprekingen precies een oplossing te bewerkstelligen die maximale rechtszekerheid biedt voor alle net opgesomde partijen.
Het incident is gesloten.