Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, gisteren zijn de resultaten van een nieuw onderzoek van de VITO en de UCL verschenen. Die resultaten bevestigden wat we al lang wisten, maar brachten ook nieuwe zaken aan het licht. In die studie is bevestigd dat ons land nog steeds ver achteraan in het Europese peloton bengelt wat het rationeel energieverbruik betreft. Verder kwam nogmaals aan het licht dat in ons land een gemiddeld energiebesparingspotentieel voor elektriciteit van 19 percent en voor verwarming van 32 percent bestaat. In oudere huizen loopt dat besparingspotentieel voor verwarming soms op tot 60 percent. Het besparingspotentieel is dus enorm.
Het is daarom hemeltergend dat de minister heeft beslist om de 15 miljoen euro die in het Energiefonds en in het Fonds Hernieuwbare Energiebronnen zaten, samen te brengen, om daarmee de aankoop van uitstootkredieten in het buitenland te betalen. Als er over een zaak eensgezindheid was op de Energieconferentie, dan was het wel over het besparingspotentieel in woningen en gebouwen.
Een andere conclusie van de studie is dat het niet gemakkelijk is om mensen ervan te overtuigen hun energieverbruik te verminderen. We weten dat al langer. In de studie wordt ook aangetoond dat mensen moeilijk overtuigd worden met de argumenten dat het goed is voor hun portemonnee of het milieu.
Als deze twee punten de mensen niet kunnen overtuigen, zegt dat natuurlijk in de eerste plaats dat wij het in dit landje goed hebben. Wat wel overtuigend werkt, zijn argumenten van comfort. De mogelijkheid bestaat nu om het energieverbruik te reduceren met het argument dat het comfort verhoogt. Beter geïsoleerde huizen zullen de energiefactuur voor verwarming immers drastisch reduceren, maar tegelijkertijd zorgt isolatie ervoor dat het in de zomer als het buiten heet is, binnen aangenaam koel blijft zodat men geen toevlucht moet nemen tot energieverslindende airco. In de winter kan een goed geïsoleerd huis ervoor zorgen dat zelfs in ruimtes waar niet wordt verwarmd, toch een aangename temperatuur heerst. Comfortverhoging is dus een element dat in een goede campagne kan worden uitgespeeld.
Een derde conclusie van de VITO-studie is dat de burger wenst dat de overheid het voorbeeld geeft en in haar gebouwen alles in het werk stelt om spaarzaam met energie om te springen.
We hebben gisteren de heer Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, samen met premier Verhofstadt en de heer Tobback een campagne zien lanceren met de vraag om minder energie te verbruiken. Op zich is dat een goed initiatief. Daar is niets op tegen, maar daarmee alleen zullen we er niet komen. Er zijn heel concrete maatregelen nodig. Zij zijn in overvloed naar voor gebracht op de klimaatconferentie, maar daarvan is bitter weinig in beleidsmaatregelen omgezet.
Daarom vraag ik u, mijnheer de minister, welke concrete maatregelen u zult nemen die verder gaan dan een zoveelste informatiecampagne, die ervoor zorgen dat het grote potentieel aan energiebesparing bij de gezinnen wordt gerealiseerd. Er is nog maar eens aangetoond dat het per huis gaat om gemiddeld 19 percent op de elektriciteit en 32 percent op de verwarming, wat immens is.
Toch kiest u ervoor om het beschikbare geld in het buitenland te besteden aan uitstootkredieten in plaats van de mogelijkheden in eigen land te benutten. Welke maatregelen zult u nemen om het energieverbruik van de overheid te verminderen? De mensen vinden het blijkbaar belangrijk dat de overheid haar voorbeeldfunctie vervult. Daarnaast zijn ook concrete maatregelen nodig om de gezinnen daadwerkelijk te helpen om het energiebesparingpotentieel dat nog maar eens op wetenschappelijke wijze is aangetoond, daadwerkelijk te realiseren.
Minister Peeters heeft woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik had vandaag een andere vraag verwacht. In de kranten staat vandaag te lezen dat voor 2004-2005 een stijging met meer dan 20 percent is gemeten in uitgaven voor dakisolatie. Beglazing met hoog rendement bijvoorbeeld kent een stijging van 62 percent. In 2005 werden in ons land 85 percent meer zonnecollectoren verkocht dan het jaar voordien. De conclusie is dat het beleid ten gunste van rationeel energieverbruik eindelijk vruchten afwerpt. Er worden eindelijk een aantal energiebesparende investeringen door de gezinnen uitgevoerd.
De cijfers zijn zo goed dat u wellicht zult vragen of ze kloppen. U verwijst naar een VITO-studie, maar de cijfers die gisteren bekend werden gemaakt, verwijzen naar de Belgische situatie. De studie is uitgevoerd in opdracht van onze federale collega's. We moeten goed nakijken hoe de verschillende regio's en Vlaanderen in het bijzonder daar uitkomen.
Er moet rekening worden gehouden met het theoretische energiebesparingspotentieel, het technische potentieel, het economische potentieel, het terugverdieneffect, het sociale aspect en het koopkrachtfenomeen. U kent deze problematiek zeer goed.
Om na te gaan of de door de VITO naar voren geschoven theoretische mogelijkheid sociaal, economisch en technisch haalbaar is, moeten we met al deze elementen rekening houden. We zullen de studie van de VITO nauwlettend bekijken. Een aantal belangrijke wijzigingen in het subsidiereglement hebben ertoe geleid dat de Vlamingen eindelijk een aantal zaken begrijpen. Het beleid begint resultaten te boeken. Dit maakt mij zeer gelukkig.
Mijnheer Glorieux, u hebt daarnet verwezen naar de flexibele mechanismen die voor de realisatie van de Kyoto-doelstellingen mogen worden aangewend. We hebben het daar gisteren in de commissie al over gehad. We hebben alle mogelijke interne maatregelen getroffen om de daling met 5,2 percent tot stand te brengen. We hebben op dit ogenblik al een daling met 1,5 percent gerealiseerd. Dit betekent dat we nog een daling met 3,7 percent tot stand moeten brengen. Ik heb u gisteren al verteld dat we die daling maximaal door middel van interne maatregelen moeten realiseren. Indien nodig zullen we evenwel ook de flexibele mechanismen aanwenden. We hebben hiervoor 37 miljoen euro vrijgemaakt.
Ik heb u dat gisteren duidelijk proberen te maken, ik wil het vandaag gerust nog eens proberen. We moeten de Kyoto-doelstellingen maximaal door middel van interne maatregelen proberen te halen. We kunnen hiervoor ook een beroep doen op flexibele mechanismen. Dit is onder meer in overeenstemming met de afspraken die in Marrakesh zijn gemaakt.
We moeten er rekening mee houden dat de opwarming van de aarde een mondiaal probleem is. Als we in ons eigen land alle mogelijke inspanningen hebben geleverd, kunnen we met enige voorzichtigheid de flexibele mechanismen aanwenden. Andere landen doen dit trouwens ook. Mij lijkt dit alvast een evidentie. (Applaus bij CD&V en bij de N-VA)
Mijnheer de minister, ik zie een grijns op uw gezicht. Geloof me, uw euforie is totaal misplaatst. (Rumoer)
Natuurlijk is er vooruitgang geboekt. Het tegendeel zou pas erg zijn. De verwijzing naar die vooruitgang is in feite geen argument. Ik zal even een concreet voorbeeld geven.
Mijnheer de minister, in 2005 is de verkoop van zonneboilers enorm gestegen. Ik vind dit evident. Iedereen wist immers dat u de subsidies in 2006 bijna zou afschaffen. Iedereen die van plan was een zonneboiler te plaatsen, heeft zich gehaast om dit nog in 2005 voor elkaar te krijgen. Nu zal de verkoop stilvallen. We zullen elkaar volgend jaar nog eens spreken. We zullen dan wel zien hoeveel nieuwe zonneboilers er dit jaar zijn geïnstalleerd. U hebt hier immers enkel nog wat schamele subsidies voor over.
Natuurlijk is er vooruitgang geboekt. U spreekt over de VITO alsof die instelling niets voorstelt, maar tot nader order is de VITO nog steeds een Vlaamse instelling met een enorme reputatie. De VITO is van mening dat er in ons land nog steeds een enorm potentieel bestaat. In het gemiddelde huis in ons land kan, enkel en alleen wat de verwarming betreft, nog een energiebesparing van 32 percent worden gerealiseerd.
Op basis van een beperkte berekening vindt u dat we er wel zullen komen. Indien we er uiteindelijk toch niet komen, zullen we wel wat emissierechten in het buitenland kopen. Die houding is een minister van Energie onwaardig. (Rumoer)
Mijnheer de minister, er is een enorm energiebesparingspotentieel. U bent blijkbaar van mening dat we hier niets mee moeten doen. Indien we hier wel iets mee zouden aanvangen, zouden we immers verder dan onze verplichtingen kunnen gaan. Dit is schandalig. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mijnheer Decaluwe, indien het onderwerp u interesseert, moet u zelf maar een actuele vraag stellen.
Mijnheer de minister, met alle respect, maar uw euforie is meer dan misplaatst. (Applaus bij Groen!)
Het incident is gesloten.