Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de cadmiumvervuiling in de Maas
Verslag
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het voorbije weekend vernam ik dat hoge cadmiumwaarden werden vastgesteld in het Maaswater, en dus ook in het Albertkanaal en de Kempische vaarwateren. Veel mensen hebben zich wellicht afgevraagd hoe dit mogelijk is. Ik was boos omdat het geen accidentele lozing, maar kwaad opzet betrof. Eén of meerdere Waalse bedrijven hebben cadmium en andere gevaarlijke stoffen in het Maaswater geloosd. Mijnheer de minister, u zult het met me eens zijn dat zoiets niet kan. We weten dat Wallonië het niet zo nauw neemt met de milieuwetgeving. Maar dat het naar Vlaanderen komt, is des te erger.
Mijnheer de minister, ik was uiterst verbaasd omdat u, in tegenstelling tot de Waalse minister van Milieu, geen informatie hebt gekregen over dit voorval. Die bleek al twee maanden vroeger op de hoogte te zijn van die problemen. Het achterhouden van die informatie is hetzelfde als schuldig pleiten in deze zaak. Andere ministers hebben al voor minder ontslag genomen. We moeten nu de verantwoordelijken zoeken. Het gaat in de eerste plaats over een of meerdere Waalse bedrijven die loosden. Wellicht is dat al meermaals gebeurd. Er werd verteld dat er al sinds juli 2005 pieken werden vastgesteld in het Albertkanaal.
Ik maak me bijzonder veel zorgen over het meetnetwerk van de VMM. Het is frappant dat we de meetresultaten hebben vernomen van de Nederlandse autoriteiten. Dat is beschamend voor Vlaanderen. Anderzijds begrijp ik hoe dat komt. De VMM doet maar 1 staalname per maand in de Maas, terwijl de Nederlandse autoriteiten dagelijks staalnames doen. De VMM heeft dus nog een zware taak.
De Antwerpse Waterwerken hebben verklaard dat er geen probleem was met het drinkwater. Er zouden voldoende kwaliteitscontroles zijn. Maar de vraag is of zij geen kwaliteitscontrole uitvoeren voor ze drinkwater putten uit het Albertkanaal. Hebben zij tijdens de kwaliteitscontrole dan geen cadmiumvervuiling vastgesteld?
Er moeten dringend maatregelen worden getroffen. Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat u verder overleg zult plegen met de Waalse minister die bevoegd is voor leefmilieu, onder meer om de Maascommissie opnieuw op poten te zetten.
Ik vind dat Vlaanderen zich in deze zaak burgerlijke partij moet stellen. Verder moet het meetnetwerk van de VMM worden uitgebreid, vooral voor waterlopen waaruit drinkwater wordt geput. Tot slot, mijnheer de minister, hebt u een actieplan cadmium, maar dat is nogal karig. Het gaat vooral over concrete problemen in de buurt van bedrijven. In dit geval gaat het om een accidentele lozing. Toch vind ik dat het cadmiumplan daarop voorbereid moet zijn zodat we in voorkomend geval kunnen ingrijpen.
Mijnheer de minister, hoe gaat u deze problematiek verder aanpakken? Ik heb in elk geval al een aantal suggesties gedaan. (Applaus bij het VB)
De heer Lachaert heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, je zou bijna geloven dat we in China zitten. We zitten echter niet in China maar in Vlaanderen, waar blijkbaar Chinese toestanden mogelijk zijn.
Ik vind het iets te gemakkelijk om het probleem te verengen tot de Waals-Vlaamse verhouding zoals dat in de pers werd gepercipieerd. Ik lees in Het Belang van Limburg dat een ambtenaar van de VMM, de heer Warmoes, heeft verklaard dat die verhoogde waarden sinds juli van vorig jaar zijn vastgesteld. Het gaat dus niet om een Waalse of een Nederlandse medewerker maar om een ambtenaar van de VMM. Er is een verhoogde waarde vastgesteld van 40 microgram in plaats van 1 microgram. Volgens de heer Warmoes zou 40 microgram gelijk zijn aan het bijvoegen van 2.000 kilogram cadmium per maand. Dat is maanden geleden vastgesteld en toch is er niets gebeurd. Vlaanderen wordt verwittigd na de meting die volgens de betrokken ambtenaar een tendensmeting is en geen strikte meting.
Nederland, dat blijkbaar ook op de hoogte was van het probleem, heeft begin april contact opgenomen met de Vlaamse administratie om het probleem te signaleren. Vlaanderen zit immers dichter bij de vervuilingsbron dan Nederland want Vlaanderen ligt dichter bij Luik dan Nederland. Toch gebeurt er niets. Op 9 mei vindt een conferentie plaats over de Maas waarop Vlaanderen, Wallonië, Nederland en Frankrijk aanwezig zijn. Ook daar wordt nogmaals meegedeeld dat er een probleem is van cadmiumvervuiling en nog steeds wordt er niets ondernomen. Op 27 mei verneemt u, mijnheer de minister, dat er een probleem is dat al aansleept sinds juli 2005. Ik spreek me niet uit over de vraag of het nu gaat over één bedrijf of over meerdere bedrijven. Ik vermoed dat dit ook niet kan worden achterhaald.
In ieder geval is het een enigszins verontrustende vaststelling dat er zich anno 2006 dergelijke situaties voordoen in Vlaanderen. Als we op tv beelden zien van schuim op het water in China, dan kunnen we daarmee lachen. Hier gebeurt nu echter net hetzelfde. We moeten dus een en ander in het juiste perspectief plaatsen.
Mijnheer de minister, mijn punt is niet dat de Walen goed of slecht zijn. Dat bedrijf zal wel in de fout zijn gegaan. Daar gaat het niet over. Feit is dat de Maas ook in Vlaanderen stroomt. Feit is dat we daar onze conclusies uit moeten trekken. We moeten kijken naar het meetnet. Ik ben geen deskundige. Iedereen zegt dat het meetnet moet worden verfijnd. Waarschijnlijk klopt dat ook.
Belangrijker is echter de vaststelling dat men wist wat er aan de hand was, ook in Vlaanderen. Men heeft er niets mee gedaan. Dat is veel erger. Het gaat over de communicatie, de beleidsverantwoordelijkheid van de bevoegde minister en de conclusies die men eruit moet trekken.
Het is een zeer bedroevende zaak dat iets dergelijks vandaag in Vlaanderen kan gebeuren. Het bewijst ook dat een minister in de politiek soms geluk moet hebben.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ik zal hier nog eens herhalen dat ik het betreur dat ik vorige vrijdag van de situatie op de hoogte werd gebracht via de media. Dergelijke zaken zijn ontoelaatbaar. Ik heb echter niet tot vandaag gewacht om tot actie over te gaan. Ik heb vorige maandag de betrokken Vlaamse administraties op mijn kabinet ontvangen. Het gaat in het bijzonder om de NV Scheepvaart, over de Antwerpse Waterwerken en over de Vlaamse Milieumaatschappij om tekst en uitleg te vragen en een goed, duidelijk en sluitend antwoord te krijgen over wat er allemaal is gebeurd.
Ik heb gisteren minister Lutgen, samen met de Vlaamse en zijn administraties, op mijn kabinet uitgenodigd om ook van hen tekst en uitleg te krijgen over hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat de zaken zo gelopen zijn. Er werd onvoldoende informatie doorgespeeld. Gisteren bleek ook uit het gesprek dat minister Lutgen op 19 april was ingelicht door zijn administratie. Dat betekent dat daar eveneens een ongelukkige en gebrekkige doorstroming van de informatie was gebeurd. Dat is een vaststelling. Ik zal daar de nodige conclusies uit trekken.
Nog belangrijker is dat we ervoor zorgen dat zoiets in de toekomst niet meer kan gebeuren. We hebben concrete afspraken gemaakt. De belangrijkste vaststelling is dat er wel een alarm- en waarschuwingsprocedure is vastgelegd in de Internationale Maascommissie. Als blijkt dat ze niet werkt, dan is er echter een ernstig probleem.
Ik heb gisteren met minister Lutgen een zestal concrete afspraken gemaakt. De eerste gaat over de meetgegevens. We meten wel het een en het ander. Mevrouw Van den Eynde, het klopt dat er in Nederland continu wordt gemeten en dat de VMM dat in Vlaanderen maandelijks doet. De AWW meet wekelijks. Al die gegevens worden in onvoldoende mate of niet doorgespeeld. We hebben dus beslist dat al die gegevens automatisch worden uitgewisseld, zodat de administraties over alle metingen beschikken.
Daarnaast zullen we in de Internationale Maascommissie het bestaande waarschuwings- en alarmsysteem verder op punt stellen zodat de informatiegegevens worden uitgewisseld. Het gaat niet alleen om Wallonië en Vlaanderen, maar ook om de andere partners.
Ik heb met mijn collega afgesproken dat we een keer per jaar een simulatieoefening zullen organiseren. Er zal worden gesimuleerd dat er een lozing is van cadmium of een andere stof om dan na te gaan hoe daarop wordt gereageerd. Er zal worden gekeken of men alert genoeg is en of de nodige informatie wordt doorgespeeld om er zeker van te zijn dat dit heel efficiënt wordt opgelost. Ten slotte zal er per trimester, samen met de Internationale Maascommissie, een coördinatievergadering worden belegd.
Dit zijn heel concrete maatregelen die snel worden genomen naar aanleiding van dit incident. Ik wil nogmaals onderstrepen dat het drinkwater gelukkig nooit in gevaar is gekomen. AWW heeft op 12 april bijkomende metingen uitgevoerd. De normen die gelden voor drinkwater zijn nooit overschreden. Het is van zeer groot belang om na te gaan welke bedrijven hierbij zijn betrokken. Dat is ook met minister Lutgen besproken. Er is een bedrijf in de media genoemd en er is een gerechtelijk onderzoek lopende. Ook daarover is afgesproken dat we geïnformeerd zullen worden. Op basis daarvan zullen we dan bijkomende stappen kunnen zetten.
Door een ongelukkige gebeurtenis en ongelukkige communicatie zijn we met dit probleem geconfronteerd. Gelukkig zijn de normen voor het drinkwater nooit overschreden. De administratie heeft dit niet doorgegeven omdat er in februari wel een piek was, maar in maart en april alles terug normaal was. Daarom vond men het niet nodig om de minister in te lichten. In Wallonië heeft men dezelfde redenering gevolgd. Ik ben echter van mening dat deze redenering niet juist is en ze zal in de toekomst dan ook niet meer worden aangehouden. De ministers zullen tijdig worden ingelicht over pieken waarna zij kunnen oordelen welk gevolg daaraan wordt gegeven.
Mevrouw Van den Eynde, we moeten uiteraard een onderscheid maken tussen cadmium in het water en het vastgezette cadmium in het slib. We zijn bezig om verdere acties te ondernemen voor dat slib. U verwijst ook naar het Cadmiumplan, waarin een aantal elementen van de waterbodems zijn opgenomen. Het is evident dat het cadmiumprobleem ernstig is. In het plan staan voor bepaalde gebieden duidelijke concrete acties, ook inzake waterbodems.
In dit dossier zijn bijkomende acties genomen en ik ga ervan uit dat we na duidelijke afspraken met de administraties niet meer in dergelijke situatie terechtkomen. Ik hoop ook dat het lozen van dergelijke stoffen in de Maas en in het Albertkanaal dat dient voor het drinkwater van heel veel mensen, in de toekomst niet meer zal voorkomen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat verschillende instellingen dit incident onvoldoende ernstig hebben genomen en in hun informatieplicht hebben gefaald. Ik geloof dat u dit incident zult aangrijpen om uw beleid verder aan te scherpen.
Wat betreft het meetnetwerk van het drinkwater zijn we aan uitbreiding toe, want dit is al te belangrijk. Ik hoop dat u meer controles zult uitvoeren op de waterlopen die worden gebruikt om drinkwater uit te putten.
Mijnheer de minister, is het niet mogelijk om het Nederlandse netwerk bij ons te implementeren? Zij hebben een registratienetwerk, wat helemaal iets anders is dan het onze. Het onze is niet bedoeld om u dagelijks of zelfs maandelijks op de hoogte te houden van de stand van zaken.
Ten tweede: we hebben veel geluk gehad dat het in het voorjaar veel heeft geregend. Ten derde: als het in de zomermaanden droger wordt, moeten we goed de cadmiumafzetting in het oog houden. Die afzetting is immers ook een probleem.
Wat het meetnet en de vraag naar de uitbreiding betreft, is in de Internationale Maascommissie afgesproken dat er waarschuwings- en meetposten moeten zijn. Het komt er mijns inziens niet in de eerste plaats op aan voor een uitbreiding te zorgen, maar voor het doorgeven van de ingewonnen informatie. Nederland meet continu. Wat Vlaanderen betreft, meet de VMM maandelijks en de AWW wekelijks. Het doorgeven van de informatie is belangrijk. En hoe verder men stroomopwaarts gaat, hoe belangrijker het is om de daar ingewonnen informatie door te geven. Ik wil dus eerst weten of datgene wat is afgesproken ook gebeurt en of dat allemaal effectief is.
Het is inderdaad nodig dat er meetpunten worden toegevoegd. In eerste instantie komt het er evenwel op aan het systeem behoorlijk te laten functioneren. Het is juist dat de VMM een andere finaliteit heeft. Toch is het belangrijk dat we goed nagaan of alles naar behoren werkt en of er bijkomende meetposten nodig zijn. De metingen zijn gebeurd, maar ze zijn niet of te laat doorgegeven, of de analyses zijn te laat opgemaakt. Ik ga ervan uit dat de bijkomende maatregelen ervoor zullen zorgen dat het probleem wordt weggewerkt.
Het incident is gesloten.