Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de heer Roegiers en ikzelf hebben al een aantal keren vragen gesteld over het overnameverhaal van Arcelor en Mittal. Men kan in de kwaliteitskranten uitgebreid de evolutie van het dossier volgen.
Inmiddels heeft Arcelor een tegenstrategie ontwikkeld en is in contact gekomen met de heer Mordachov, die hoofdaandeelhouder is van de Russische staalgroep Severstal. U hebt op 10 februari samen met de federale bevoegde minister en met uw Waalse collega minister-president Di Rupo een studie besteld aan de zakenbank Lazard. Die bank heeft rond 10 mei een rapport aan u overhandigd. Er zijn een aantal duidelijke uitspraken in gedaan. Ik heb zelf het rapport niet maar ik baseer mij op wat in de kranten daarover is verschenen. Ik citeer dat de zakenbank Lazard zegt: 'Het industrieel stand-aloneplan van Arcelor steunt op de voortzetting van een langdurig samenwerkingsverband met de verschillende regeringen en biedt een stevige basis voor de toekomst van de Waalse en Vlaamse sites. Maar het verdedigingsplan van het topmanagement van Arcelor roept nog vragen op, zeggen de drie regeringsleiders, met name over de eigenaandeleninkoop ter waarde van 5 miljard euro, de bijdrage van de Belgische dochtermaatschappijen aan de geplande synergie - men spreekt over een bedrag van 2,2 miljard gespreid over drie jaar - en over de mogelijke desinvestering van de roestvrijstaalafdeling.'
Mijnheer de minister-president, mijn vraag is niet alleen ingegeven door de problematiek van ALZ maar gaat evengoed over Sidmar, want dat zijn de twee sites die in Vlaanderen zijn gevestigd, naast twee in Wallonië. Er worden tegenstrijdige berichten over afgeleverd. Binnen de twee Arcelor-vestigingen bestaat er heel duidelijk ongerustheid. Nu Severstal op de proppen komt, is de vraag wat nog de waarde is van wat de zakenbank Lazard naar voren heeft gebracht. Buiten een bericht over de Limburgse vakbonden die bij u zijn geweest en aan wie u niet meer kon vertellen, heb ik nog vier vragen over de vestigingen van Limburg en Gent. Welke toekomstplannen voor ALZ en Sidmar staan er in het industrieel plan van Arcelor? De plannen van Mittal en Arcelor zijn reeds doorgelicht door Lazard. Wat is de houding van de Vlaamse Regering? Wat is er uit de bus gekomen tijdens uw gesprek met de vakbonden over de situatie van ALZ? Hoe staat de Vlaamse Regering tegenover de fusieplannen met het Russische Severstal en welke initiatieven zal zij verder in dit dossier ondernemen? Het betekent dat er dan een andere situatie ontstaat dan die bij de doorlichting die is gemaakt bij de vorige mogelijke fusie.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Peumans, alvorens in te gaan op uw precieze vragen, wil ik herhalen welke de betrokkenheid is van de Vlaamse Regering bij het dossier van de mogelijke wijzigingen in het aandeelhouderschap van Arcelor naar aanleiding van de overnamebieding van Mittal en sinds kort ook een mogelijke fusie tussen Severstal en Arcelor.
Mijnheer Peumans, het zal u niet verbazen dat Vlaanderen, in tegenstelling tot het Waalse Gewest, geen aandeelhouder meer is in Arcelor. We hebben alleen een onrechtstreeks aandeelhouderschap in het onderzoekscentrum OCAS in Gent. Onze inschatting is dus niet die van een aandeelhouder. Wat wij doen, is zoveel mogelijk pleidooien houden voor en garanties proberen te krijgen met betrekking tot de tewerkstelling, de onderzoeksactiviteiten en de economische verankering van de vestigingen in Zelzate en Genk. Dat is onze houding geweest in onze gesprekken met het management van Mittal en Arcelor.
Ik heb bij een vorige gelegenheid al gezegd wat de grote lijnen zijn van het industriële plan van Mittal en Arcelor inzake ALZ en Sidmar. Wat Sidmar betreft, kan ik daar nu aan toevoegen dat er bij Arcelor momenteel wat onzekerheid bestaat over de investeringen in een nieuwe elektriciteitscentrale. Dat is een erg belangrijk dossier voor de vestiging van Sidmar in Zelzate. Ik heb begrepen dat over die investering momenteel niet echt duidelijkheid bestaat bij Arcelor.
Voor het overige hebben zowel Arcelor als Mittal het uitdrukkelijk gehad over de bijzondere kwaliteiten en de grote performantie van de vestiging in Zelzate, die het neusje van de zalm is en in elke herschikking en consolidatie van de sector heel zeker een rol te spelen heeft. Wat ALZ betreft, was het voordien al duidelijk dat het standpunt van Mittal is dat het de activiteiten van deze vestiging in Genk zeer sterk wil inpassen in het industriële plan. Mittal is bereid zwart op wit de garantie te geven anderhalf jaar de activiteiten in Genk in hun huidige dimensie te zullen behouden, ook met banenbehoud. Ten vroegste na anderhalf jaar zou er eventueel een herevaluatie kunnen gebeuren over de mogelijke toekomstige positie van ALZ in de nieuwe groep waar Mittal dan deel van zou uitmaken. Tijdens het jongste onderhoud met het management van Mittal heeft het management ons bovendien verzekerd dat de capaciteit voor de productie van roestvrij staal in Dudelange, die momenteel ongebruikt is, zou worden overgebracht naar Genk.
Arcelor heeft ons gezegd op het einde van het eerste semester de toekomst van ALZ in de Arcelorgroep te zullen evalueren, en ook dat het juridisch anders positioneren van de inoxactiviteiten, zowel in Genk als in Wallonië, tot de mogelijkheden behoort. Ik heb nu onrechtstreeks begrepen dat die evaluatie van Arcelor, naar aanleiding van de gebeurtenissen met betrekking tot Severstal, met enkele weken, en misschien zelfs een paar maanden, zou zijn uitgesteld.
De plannen van Mittal en Arcelor zijn reeds doorgelicht. We hebben akte genomen van die doorlichting door Lazard. We hebben erover overlegd met zowel de eerste minister als minister-president Di Rupo. We hebben een wat afwachtende houding aangenomen. Dat is terecht, als we kijken naar de jongste evolutie in het dossier. We hebben ons zelfs de vraag gesteld of het nuttig en relevant is dat Vlaanderen een standpunt inneemt. Voor Vlaanderen liggen de zaken immers anders dan voor het Waalse Gewest. Onze uitspraak zou alleen enige impact kunnen hebben op de keuze van de aandeelhouders, die hoe dan ook steeds het laatste woord zullen hebben in deze zaak.
Fundamenteel verandert dit niets. We hebben de doorlichting besproken. We weten wat de voor- en nadelen zijn. De Vlaamse Regering zou een uitspraak kunnen doen, maar ik wil er u op wijzen dat uit mijn contacten met werknemersorganisaties blijkt dat er ook bij de vakbonden van ALZ niet meteen unanimiteit was over het doen van een uitspraak. Aan de ene kant wordt ons gevraagd dat we ons zouden uitspreken voor één bepaald industrieel plan, maar andere mensen uit de werknemersdelegatie vragen ons om dat net niet te doen. Wat dat betreft, leven er dus tegengestelde meningen. Wij willen even afwachten hoe de toestand evolueert met betrekking tot het Arcelor-Severstalinitiatief.
Ik heb begrepen dat ten laatste over een week of twee duidelijk wordt wat precies de bedoelingen zijn van Severstal. Tot bewijs van het tegendeel ga ik ervan uit dat de beweging met Severstal geen impact heeft op het industrieel plan van Arcelor. Mocht dat wel het geval zijn, dan zal dat blijken uit onze contacten. We zullen in elk geval contact zoeken met de Arcelor-directie, maar er is op dit moment nog geen tijdstip bepaald voor een afspraak.
U vroeg ook wat er uit de bus is gekomen tijdens mijn gesprek met de vakbonden. Het is vooral een informatieve bijeenkomst geweest. Ik heb aan de vakbonden beloofd dat we hen op transparante wijze volledig in kennis zouden stellen van onze informatie. De hoofdrolspelers zijn de aandeelhouders, het management en de raad van bestuur. Wij zijn geen aandeelhouder, en dus kan de Vlaamse Regering met de vakbonden geen afspraken maken die betrekking hebben op de eigendomsstructuur van de staalgroep. (Applaus bij CD&V-NV-A)
Het incident is gesloten.