Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
Mevrouw Poleyn, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik herhaal kort wat ik in de commissie al heb gezegd over dit voorstel van resolutie. Het staat vast dat allochtone leerlingen minder doorstromen naar het beroep van leerkracht.
Onze partij is en blijft echter van mening dat dit niet zal veranderen met de maatregelen uit dit voorstel van resolutie. Er staan een aantal aanbevelingen in die wij zeker kunnen steunen, maar wij zijn van mening dat er van onderuit maatregelen moeten worden getroffen. Het is niet door de volle verantwoordelijkheid voor deze geringe doorstroming volledig bij scholen en overheid te leggen dat er meer allochtone leerkrachten voor de klas zullen komen te staan. Voor ons is het essentieel dat ook de vraag wordt gesteld welke inspanningen de allochtone leerlingen zelf kunnen leveren.
Aangezien deze voor ons essentiële vraag ook ditmaal wordt ontweken, waarmee de bedoeling van dit voorstel van resolutie om met dit soort maatregelen de brede en heterogene allochtone gemeenschap aan te zetten om haar verantwoordelijkheid op te nemen, nergens wordt aangetoond, zal mijn fractie dit voorstel van resolutie niet steunen. (Applaus bij het VB)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn fractie zal dit voorstel van resolutie wel degelijk steunen. Ik durf echter niet garanderen dat alles wat in dit voorstel staat volstaat om resultaten te boeken. Ik ben er wel van overtuigd dat de voorbeeldfunctie waarbij ook allochtonen voor de klas komen te staan, inspirerend kan werken. Als we zien wie voor de grote democratiseringsgolf van ons onderwijs les gaf, dan bleken dat vaak leerkrachten te zijn die uit de gegoede klasse kwamen. Pas nadien was er ook toegang voor mensen uit andere bevolkingslagen.
De overheid kan niet passief aan de kant blijven staan. Ze moet de nodige maatregelen nemen, wat natuurlijk niet betekent dat de groep zelf niet moet worden geresponsabiliseerd.
We moeten alles bekijken in de context van de brede school. We moeten afstappen van de idee dat het schoolgebeuren alleen een zaak zou zijn van de school op zich. Ook de ouders moeten erbij betrokken worden. Op die manier zetten we een - noodzakelijke - stap in de goede richting.
Mevrouw Temsamani heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik excuseer me dat ik zo laat ben aangekomen. Ik moest echter ook nog een debat bijwonen in Mechelen.
Ik zou alle mensen van de verschillende partijen die deze resolutie hebben ondertekend, willen bedanken. Aan de resolutie die nu voorligt, is een grondige bespreking voorafgegaan. We hebben twee uitgebreide hoorzittingen gehouden in de commissie voor Onderwijs. Er is echter ook heel wat overleg gepleegd tussen de verschillende partijen. Ik denk dan ook dat we uiteindelijk weinig van mening verschillen over de analyse van het maatschappelijke probleem. Met deze resolutie willen we het beleid ondersteunen.
Een onderzoek over de aantrekkelijkheid van het leraarschap dat begin 2005 - en dat is niet zonder betekenis - gelijktijdig met het PISA-rapport van de OESO werd gepresenteerd, bevestigt dat het, drie jaar na de goedkeuring van het decreet op de evenredige arbeidsparticipatie, dramatisch gesteld is met de vertegenwoordiging van de kansengroepen bij het personeel van ons onderwijs. In het PISA-rapport weerklinken even alarmerende vaststellingen over de gelijkheid van de kansen van onze leerlingen.
In het onderzoek 'De roeping tot leerkracht' van de Vlaamse onderwijsadministratie wordt concreet gesproken over 2 percent studenten van allochtone oorsprong in de lerarenopleidingen. Van deze beperkte instroom als kandidaat-leerkracht verlaat een relatief groot aantal voortijdig de opleiding.
Hoeveel van de verder uitgedunde groep wordt aan het einde van de opleiding effectief tewerkgesteld in het onderwijs, als docent, licentiaat, regent, onderwijzer of kleuterjuf? Zeker in het basisonderwijs moet je allochtone leerkrachten met een vergrootglas gaan zoeken. De hoorzittingen bevestigden deze vaststellingen.
Over de doelstelling en de achterliggende motivatie van deze resolutie bestaat ondertussen dan ook nog weinig discussie. In de heterogene en multiculturele kennissamenleving van vandaag vervult onderwijs een belangrijke hefboom tot emancipatie, integratie en sociale cohesie. De Vlaamse overheid spant zich via het gelijkekansenbeleid in om diversiteit als meerwaarde in het onderwijs ingang te doen vinden en te promoten. Het accent ligt daarbij vooral op diversiteit bij het leerlingenpubliek. Maar ook de aanwezigheid van kansengroepen in het schoolteam is om diverse redenen uitermate belangrijk. Het gaat niet alleen over de geloofwaardigheid, de verrijking van een heterogene en multiculturele input, het overbruggen van sociale, culturele en taalbarrières maar ook over de activering van sociaal kapitaal, van talenten die onbenut blijven.
Met andere woorden, de grote diversiteit in onze samenleving die we terugvinden in de klaslokalen, moeten we ook zien voor de klas. Dat is een onmisbare schakel in een onderwijs dat moet zorgen voor meer gelijke kansen in functie van de emancipatie en integratie van jonge mensen. Dat geldt niet het minst omdat allochtone leerkrachten een belangrijk rolmodel kunnen vormen voor allochtone leerlingen, die het zich op dit moment vaak moeilijk kunnen voorstellen ooit zelf voor de klas te staan. Het ontbreken van die rolmodellen bevestigt de discrepanties tussen gemeenschappen die al te vaak een excuus vormen voor een gebrekkige maatschappelijke integratie, maar ook een reële barrière vormen voor de ontplooiing van heel wat jongeren.
Mensen van allochtone afkomst die wiskunde, Nederlands, geschiedenis geven, kunnen een belangrijke schakel vormen. Ze kunnen ervoor zorgen dat ouders meer participeren en de schoolloopbaan van hun kinderen volgen. Tegelijkertijd kunnen ze er ook voor zorgen dat de bewuste en onbewuste vooroordelen bij Vlaamse kinderen en ouders voor een deel worden weggewerkt.
De maatregelen die we met deze resolutie voorstellen, grijpen effectief in op de vicieuze cirkel die maakt dat er zo weinig allochtone leerkrachten, onderwijzers en kleuterleiders voor onze klassen staan.
Ik ga even dieper in op de afzonderlijke maatregelen. Ten eerste moet de lerarenopleiding aantrekkelijker en toegankelijker worden gemaakt. Een reactie die nogal vaak te horen is bij inrichtende machten, is dat het aanbod van afgestudeerde allochtone leerkrachten zo klein is dat het moeilijk is een op diversiteit gericht personeelsbeleid te voeren.
Daarom moeten we op verschillende terreinen ingrijpen. Hoewel algemeen beschouwd het lerarenberoep de voorbije jaren aan populariteit heeft gewonnen, is het zeker zo dat de lerarenopleiding en het beroep nog te weinig bekend en geliefd zijn bij allochtone groepen. De drempel naar de lerarenopleidingen blijkt voor jongeren van allochtone origine nog hoger dan naar andere opleidingen binnen het hoger onderwijs. De gemiddelde vertegenwoordiging van allochtonen in het hele hoger onderwijs ligt met ongeveer 10 percent vijfmaal hoger dan in de lerarenopleiding.
Daarom vragen we de Vlaamse Regering om samen met zelforganisaties en andere actoren zoals studentenverenigingen en uiteraard de opleidingen zelf, actief promotie en informatie te voeren over de lerarenopleidingen. Deze inspanning moet echter verder gaan dan een promotiecampagne. We moeten blijvend inspanningen leveren om binnen het leerplichtonderwijs die competenties te ontwikkelen en die talenten aan te boren die de instroom van kansarme groepen in het hoger onderwijs bevorderen.
De tweede maatregel is het actualiseren van de basiscompetenties in functie van het omgaan met verschillen en taal. Het hoger onderwijs en specifiek de lerarenopleidingen moeten worden gesteund in een structurele aanpak die beginnende leerkrachten beter voorbereidt op de praktijk binnen onze scholen. Concreet krijgen leerkrachten niet alleen met culturele, maar ook met sociaal-economische verschillen te maken. De basiscompetenties van de leerkracht moeten in die zin geactualiseerd worden. Het spreekt voor zich dat daarbij ook sterk de nadruk ligt op een adequaat taalgebruik, en dat binnen onze lerarenopleidingen én binnen onze scholen voldoende ruimte moet zijn om tegemoet te komen aan de nood aan taalondersteuning.
De derde maatregel is een inhaaloperatie door meer zij-instroom. Naast structurele maatregelen willen we ook op kortere termijn zoveel mogelijk doen aan de ondervertegenwoordiging van allochtonen in het onderwijsvak. In die optiek vragen we de Vlaamse Regering te onderzoeken hoe in het kader van GPB-opleidingen en flexibele onderwijstrajecten allochtone zij-instromers kunnen worden aangetrokken. We denken dat hierbij zeker ruimte moet zijn om rekening te houden met elders en eerder verworven competenties en kwalificaties.
De vierde maatregel betreft stageplaatsen en inloopbanen. Aan het aantrekkelijker maken van het onderwijsvak voor kansengroepen willen we ook een verbetering van het arbeidsmarktperspectief van die kansengroepen koppelen. Daarom vragen wij dat er, voortbordurend op ervaringen uit het verleden, zoals het project Aansluiting en Maatschappelijke Differentiatie, resultaatsgerichte actieplannen worden uitgewerkt binnen de lerarenopleidingen die een betere in- en doorstroom van allochtone studenten in de hand werken. Het vinden van stageplaatsen en binnenkort inloopbanen vormt daarbij een knelpunt dat bijzondere aandacht verdient. Studenten moeten de garantie krijgen ook aan de stage, als belangrijk deel van de opleiding, deel te kunnen nemen.
Een andere maatregel is een personeelsbeleid met meer ruimte voor diversiteit en ondersteuning voor scholen. Het afnemend veld, de instanties die in de praktijk instaan voor het personeelsbeleid binnen onze scholen, moeten niet alleen een sterk signaal krijgen om de tewerkstellingskansen van allochtone leerkrachten in het onderwijs te verbeteren, maar moeten vooral ook worden bijgestaan bij het aanpakken van het probleem van ondervertegenwoordiging. We bedoelen dan expliciet dat de goede wil die volgens ons leeft bij heel wat directies niet mag worden gehypothekeerd door bijkomende administratieve belasting.
In het algemeen - en daarover gaan de overige aanbevelingen - denk ik dat we bij de aanpak van dit probleem niet rond de pot moeten draaien. De kansen op evenredige arbeidsparticpatie van de verschillende kansengroepen is geen exclusieve verantwoordelijkheid van de respectieve kansengroepen, maar van het hele onderwijsveld. Daarom vragen we de Vlaamse Regering de Vlaamse Onderwijsraad te faciliteren om voortgangsrapporten op te maken. We willen ook geen vrijblijvende dingen voorstellen of zaken op de lange baan schuiven. De bezorgdheid hierover is duidelijk gebleken tijdens de hoorzittingen. Tegelijk zou het zonde zijn om de bestaande expertise te laten liggen. We willen dat die verspreid wordt en dat verder onderzoek gebeurt naar de remfactoren die maken dat er verhoudingsgewijs zo weinig allochtonen in het onderwijsvak en de lerarenopleidingen zitten.
Voor alle duidelijkheid, het gaat hier niet om positieve discriminatie maar om een pragmatische aanpak in functie van gelijke onderwijskansen en inclusief onderwijs.
Ik wil nog afsluiten met een heel algemene beschouwing. Het verheugt me sterk dat we met een brede coalitie ervoor zorgen dat deze resolutie zo resoluut is. Een belangrijk probleem wordt hier bij naam genoemd en een concrete aanpak voorgesteld. We zullen natuurlijk vanuit een welbepaalde hoek het verwijt krijgen dat hierbij een specifieke bevolkingsgroep bevoordeeld wordt, zonder dat concrete engagementen worden gevraagd. Dit soort opmerkingen staat echter ruim af van de realiteit binnen ons onderwijs. Het is juist onze bedoeling om met dit soort maatregelen de brede en heterogene allochtone gemeenschap aan te zetten om hun verantwoordelijkheid op te nemen, in plaats van hen te bevoordelen. Gelet op de cijfers over het aantal allochtone leerkrachten, waar ik zopas naar verwees, is de bewering dat het hier gaat om positieve discriminatie gewoon lachwekkend. Het is in tegenstrijd met een constructieve houding die effectief moet leiden tot een meer en meer inclusief onderwijs voor iedere Vlaming. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.