Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u zit met een heel ontevreden werknemer. Hij zit niet hier. Hij zit aan de Reyerslaan. Het is 'Het leven zoals het is bij de VRT'.
Vorige week hebben we in de commissie toch unaniem het voorontwerp van decreet, afgekort het VRT-decreet, goedgekeurd. De houding van de politici was toch dat er transparantie moest zijn, dat het management gemoderniseerd moest worden, dat de raad van bestuur wat meer mogelijkheden moest krijgen inzake strategische beslissingen. Daar zijn we het toch allemaal over eens. Zo hadden we het ook begrepen.
Blijkbaar loopt er toch iets fout tussen de tamtams hier en die op de Reyerslaan. Daar kregen we een dag later te horen - het was wel een ingetogen reactie via de woordvoerster van de heer Mary - dat als het decreet op dat punt niet wordt bijgestuurd, hij de openbare omroep niet langer op een efficiënte manier kan leiden. Het ging dan over strategische beslissingen, zoals het Belgacom-contract.
Qua terughoudendheid doe ik mijn petje af voor de heer Mary: hij heeft het vijf dagen volgehouden. Ik weet niet of u deze middag naar de radiokanalen van Tony Mary hebt geluisterd, want daar begint het op te lijken. Als hij een mening in de markt wil zetten, dan horen we het eerst en alleen op de VRT-radiozenders. Het staat trouwens ook op de website. Eerst wilde hij weg en ik dacht: 'Dat komt goed uit want een deel hier wil hem toch weg.' Blijkbaar heeft hij zich bedacht en wil hij nu niet meer weg. Hij wil eerst een papier. Ik citeer: 'Mary wil dat de Vlaamse Regering op papier bevestigt dat het dagelijkse bestuur van de openbare omroep in handen blijft van de directie (...) Als die bevestiging er niet komt, kan hij de VRT niet meer leiden.'
Als ik het goed heb begrepen, wil de heer Mary een uitzondering op een decreet dat hier nog moet worden goedgekeurd. Waarom zouden we het decreet dan nog moeten goedkeuren? De heer Mary is nota bene dan ook nog zo vriendelijk om openlijk links en rechts in de sector te solliciteren omdat het er niet goed voor hem uitziet aan de Reyerslaan. Dat komt mij toch ter ore.
Er was gevraagd om naar aanleiding van de nieuwe beheersovereenkomst een grotere terughoudendheid aan de dag te leggen. Wat de heer Mary vandaag doet, kan dan ook tellen. Vanavond zullen we het waarschijnlijk ook nog te zien krijgen in de gesproken gazetten van de VRT. Dit heet iets in de markt zetten om u te jennen en is een poging om u terug te fluiten. Het is het in de lucht steken van een deel van de linker- of rechterhand in de richting van de werkzaamheden in de commissie voor Media en het hele Vlaams Parlement.
U begrijpt dan ook dat ik hier enkele vragen over moet stellen. Wat is uw houding ten aanzien van de heer Mary en zijn dreigementen? Bent u bereid om de garantie die hij eist, in te willigen? Wordt het niet de hoogste tijd dat u denkt aan een vacature voor een nieuw gedelegeerd bestuurder van de openbare omroep? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verstrepen, ik wil eerst iets rechtzetten: de heer Mary is niet mijn werknemer, maar wel werknemer van de NV van publiek recht de VRT. Zo hoort het ook.
Het gaat hier om een ontwerp van decreet en niet om een voorstel van decreet. Het gaat dus om een initiatief van de Vlaamse Regering dat vorige week unaniem in de commissie is goedgekeurd. Het uitgangspunt van het ontwerp van decreet is dat de VRT een publieke omroep is, in al zijn facetten. Dat betekent dat we de VRT een publieke missie meegeven en dat de VRT niet de omroep is van één man. Het is een omroep van zes miljoen Vlamingen. Het zijn die Vlamingen die bij monde van de Vlaamse volksvertegenwoordigers de missie van de VRT vastleggen. In het ontwerp is die missie breed opgenomen, waarop u zich trouwens tijdens de stemming in de commissie hebt onthouden. Het gaat om een breedmaatschappelijke opdracht. We zeggen dat het de taak is van de publieke omroep om heel breed te gaan, om informatie te brengen, om cultuur te brengen, om ontspanning te brengen, om educatie te brengen en om sport te brengen. Dat is de brede opdracht die dan wordt verfijnd. We bepalen als overheid de strategie van de omroep via de beheersovereenkomst. Dat is de stand van zaken tot op heden.
De strategie, de missie en de taak is een zaak van ons allemaal. Als er straks een overheid komt die een publieke omroep niet meer nodig vindt, dan kan dat democratisch worden beslist.
Als een democratische meerderheid beschikbaar is om die missie in te perken, zoals sommigen in Nederland willen, dan is dat zo. Deze meerderheid kiest daar echter uitdrukkelijk niet voor. Het gevolg daarvan is dat men autonomie verleent inzake de operationaliteit. Ook dat staat in het ontwerp van decreet. Meer nog: de operationele autonomie wordt nog versterkt, want het management krijgt de bevoegdheid om de programmatie te verzorgen en verwerft ook een exclusieve bevoegdheid inzake personeelsaangelegenheden.
De jongste tijd wordt men geconfronteerd met strategische keuzen die men moet nemen in de overgangsperiode van de ene naar de andere beheersovereenkomst. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen de vraag over de oprichting van een sportkanaal rees, en vandaag gebeurt dat ten gevolge van de razendsnelle mondialisering, digitalisering en de convergentie van content en distributie opnieuw. De vraag rijst bijvoorbeeld of er themakanalen komen, en welke. Zo'n strategische keuzen kunnen niet door het management worden genomen.
De bevoegdheidsverdeling is dus erg duidelijk. Dat moet een einde maken aan het gehakketak dat we hebben gekend ten tijde van het afsluiten van het Belgacomcontract, dat over veel meer ging dan voetbalrechten. Het is een contract met een distributeur, en ook een contract met een privé-omroep. Het doel is onder hetzelfde logo en merknaam tv te maken - analoog via de VRT, digitaal via Belgacom. Ik heb daarover gezegd dat deze strategische keuze aan de raad van bestuur moest worden voorgelegd. De gedelegeerd bestuurder betwistte dat. Een heel weekend is daarover gediscussieerd. De maandag daarop heeft de raad van bestuur daarover een beslissing genomen en het voorstel bijgestuurd.
Aan die werkwijze moet niets veranderen. Dit decreet is een goed decreet. Tot vervelens toe heb ik al in de commissie en de plenaire vergadering gezegd, en dat ook persoonlijk aan de heer Mary laten weten, dat de operationaliteit inhoudt dat men de bevoegdheid heeft om met productiehuizen contracten af te sluiten en rechten te kopen. Het is evident dat dit geen onderwerpen voor de raad van bestuur zijn. De brede productiestrategie daarentegen is een andere zaak. Gisteren heb ik, na dat herhaaldelijk te hebben gevraagd, een op het eerste gezicht goed strategisch productieplan van de VRT ontvangen. Daarin staat wat de VRT wil uitbesteden en wat de omroep zelf wil doen, en volgens welke principes en normen dat moet gebeuren. Strategische beslissingen hierover worden in volle autonomie door het management en de gedelegeerd bestuurder genomen. Het is niet de bedoeling om dat aan de raad van bestuur toe te vertrouwen. Ik blijf dat herhalen.
Bevoegdheidsconflicten willen we reduceren. Daarom moet er een charter komen waarin de raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder als volwassen mensen afspreken hoe ze dat regelen. Ik geef een voorbeeld: contracten over producties zijn een bevoegdheid van het management. Er is hier gevraagd of het decreet moet worden veranderd. Mijn antwoord luidt 'neen'. Alles is verduidelijkt, en zo nodig kan in het charter tussen de gedelegeerd bestuurder en de raad van bestuur een en ander nog worden verfijnd en uitgeklaard.
Een andere zaak is het feit dat vandaag de gedelegeerd bestuurder, in tegenstelling met de afspraken met de Vlaamse Regering, op een persconferentie de Visienota van de VRT over de nieuwe beheersovereenkomst heeft bekendgemaakt. Daarbij heeft hij een claim op overheidsmiddelen ingediend. Er was afgesproken met de gedelegeerd bestuurder dat begin mei de regering een document van ongeveer 200 bladzijden zou ontvangen.
Het ergste is nog niet dat de overeenkomst die met de Vlaamse Regering en de minister-president werd gesloten, daarmee wordt verbroken. Wat ik wel erg vind, is dat daarmee niemand wordt gediend. Is de VRT gediend met het feit dat het document dat net bij voorrang het voorwerp moet uitmaken van de bespreking urbi et orbi wordt bekendgemaakt net op het moment dat volop over de beheersovereenkomst wordt onderhandeld en een claim op overheidsmiddelen en privé-middelen wordt gelegd? Ik heb de teksten niet gezien, maar het schijnt ook nog in strijd te zijn met het regeerakkoord.
De VRT is een publieke omroep en is er van en voor zes miljoen Vlamingen. Ik zou het zeker betreuren als de gedelegeerd bestuurder op die manier de VRT een slechte dienst bewijst. Wij hebben herhaaldelijk opgeroepen tot sereniteit als het om de onderhandelingen over de beheersovereenkomst ging. Het zijn een van de moeilijkste onderhandelingen die er ooit zijn geweest omdat we ons op een scharniermoment bevinden. Ik denk aan de digitalisering, de oprukkende concurrentie en het aanbod straks van tientallen individuele zenders. Iedereen en de VRT in de eerste plaats, heeft er dus belang bij dat het debat wordt gevoerd met degenen waarmee het moet worden gevoerd. (Applaus)
Ik heb aandachtig geluisterd. Wat ontbreekt in uw verhaal, mijnheer de minister, is het volgende punt. Deze namiddag heb ik alle mogelijke berichten verzameld: de VRT-berichten, de Belga-berichten, de eigen berichtgeving en de uitspraken van de afgevaardigd bestuurder van de openbare omroep. Tony Mary heeft zeer duidelijk het volgende gezegd. Hij eist dat u op papier bevestigt dat het dagelijks bestuur van de openbare omroep in handen blijft van de directie, zo niet kan hij de VRT niet leiden. Dat zijn de woorden die Tony Mary via alle mogelijke mediakanalen heeft verspreid.
Mijn vraag is dan de volgende. Moet hij nu zijn woorden intrekken? Ik heb begrepen dat hij de overeenkomst van 12 januari heeft verbroken. Daar geraakt hij dus mee weg, maar hij eist dat nu. Ik hoor u daar niet op reageren. U zegt niet dat hij het niet krijgt. U zegt evenmin dat hij zich beter zou verontschuldigen voor wat hij nu via alle mediakanalen eist en morgen in alle kranten nog eens zal worden bevestigd. Ik blijf op dat vlak op mijn honger zitten. Tony Mary mag dus weer zijn zin doen?
U hebt vast niet goed geluisterd, collega. Ik heb gezegd dat het decreet niet wordt veranderd. Ik zal als dat nodig mocht blijken, nog een keer de essentie van de bevoegdheidsverdeling toelichten. Ik benadruk nog maar eens dat dit decreet veel meer bevat dan alleen maar het punt van de bevoegdheidsverdeling.
Er zitten heel veel noodzakelijke wijzigingen in die dikwijls door Europa worden vereist. Ik heb vandaag een brief gekregen van het directiecomité. In totaal andere bewoordingen wordt gezegd dat de geest van dat decreet volledig wordt onderschreven. Men vraagt tot mijn verwondering verduidelijkingen die al herhaaldelijk zijn gegeven.
Wat telt is de rechtskracht van dit decreet en de toelichting erbij. Het decreet zal niet ieder individueel probleem dat zich voordoet oplossen. Precies daarvoor is het charter opgesteld. Dat geeft invulling aan wat in het decreet staat vermeld. De strategie is de zaak van de overheid. Wij leggen deze vast in het decreet en in de beheersovereenkomst. Als in de tussentijd echter strategische beslissingen moeten worden genomen is dat een zaak van de raad van bestuur die dit in volle autonomie regelt. De autonomie wordt verankerd in het decreet en omvat ook het sluiten van contracten met productiehuizen en de aankoop van uitzendrechten. Dit is de garantie die ik kan geven. Dat is duidelijk voor iedereen en daar moet niets aan worden toegevoegd.
Ik heb u goed begrepen wat het decreet betreft. Het gaat mij erom dat het directiecomité misschien met een gespleten tong spreekt. Het directiecomité dringt er bij u op aan dat u een oplossing aanreikt en op papier garanties geeft. Ik weet nu niet meer wie ik moet geloven.
Het incident is gesloten.