Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Koninckx heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren ministers, het zal u wellicht niet verbazen dat ik een vraag stel over verkeersveiligheid. Gisteren dienden de heren Decaluwe en Peumans in de Commissie voor Mobiliteit een voorstel van decreet in tot invoering van een verkeersongevallenanalyse. Dat onderschrijf ik volledig.
Tot nader order is verkeersveiligheid vooral een federale bevoegdheid. Of we dat nu betreuren of niet, of we dat moeten regionaliseren of niet, laat ik in het midden. We moeten er wel al het mogelijke voor doen om het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers drastisch te verminderen. Dat is een van de voornaamste doelstellingen van de overheid. De indiening van zo'n voorstel van decreet is uiteraard positief. We hebben gisteren in de commissie beslist om een hoorzitting daarover organiseren. Ook dat is lovenswaardig.
Toch wil ik erop wijzen dat in de Kamer een voorstel van resolutie voorligt, ondertekend door drie partijen, namelijk VLD, PS en MR, om een Instituut voor Verkeersongevallenanalyse op te richten. Ten tweede staat in de beleidsnota van federaal minister van Mobiliteit Landuyt van 21 november 2005: 'Bovendien is het belangrijk te preciseren dat het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid in de oprichting voorziet van een permanent orgaan dat de diepe analyse van verkeersongevallen op de openbare weg tot taak heeft. Het gaat om het BART-project, Belgian Accident Research Team, waarvan de uitvoering in 2006 zal beginnen. Het gaat om de opstelling van een onderzoeksteam dat een multidisciplinaire en geïntegreerde verkeersongevallenanalyse zal verrichten op het terrein om de echte oorzaken van het ongeval te ontdekken, rekening houdend met alle omstandigheden.'
Is er in dit verband een structureel overleg tussen de Vlaamse Regering en de federale regering? Indien ja, welke zijn dat de resultaten of de vooruitzichten van dat overleg? Als er nog geen overleg is, wordt dat dan gepland? Als het nog niet gepland is, waarom niet?
Bent u het met me eens dat zo'n identiek dubbel initiatief op de twee beleidsniveaus een zuivere verspilling is van mensen en middelen? Hoe wilt u dat voorkomen?
Mijnheer Koninckx, ik ben het niet helemaal eens met u dat de bevoegdheid van Vlaanderen op het vlak van verkeersveiligheid heel beperkt is. Als wegbeheerder van een aantal belangrijke wegen in Vlaanderen is de Vlaamse overheid een belangrijke actor in het verkeersveiligheidsbeleid. We doen dat op een bijzonder voluntaristische wijze, onder meer door te investeren in flitspalen en zwarte punten. Daarnaast zijn we exclusief bevoegd voor alles wat te maken heeft met educatie in het kader van de verkeersveiligheid.
Ons bevoegdheidspakket is beperkt en onvolmaakt, en dat is wellicht de onderliggende reden van uw vraag. Dit geeft aanleiding tot een versnipperd verkeersveiligheidsbeleid. Ik geef een frappant maar sprekend voorbeeld. Vandaag hebben we op de meeste wegen de snelheid verlaagd van 90 naar 70 kilometer per uur. We hebben dat gedaan door middel van verkeersborden, maar het zou veel efficiënter zijn indien we daarover een algemeen verkeersreglement zouden kunnen opmaken.
De bevoegdheidsverdeling leidt ook tot heel wat problemen inzake de registratie en analyse van ongevallen in Vlaanderen, wat nodig is voor een goed beleid. Voor statistieken zijn we volledig afhankelijk van het federale NIS. U kent de problemen. De statistieken komen te laat, zijn ondergeregistreerd en de data zijn niet altijd in orde. De statistieken zijn dus niet altijd bruikbaar.
Op middellange termijn is het de bedoeling om het verkeersveiligheidsbeleid volledig te regionaliseren. Vlaanderen is klaar om die bevoegdheid op zich te nemen. Dat is vandaag echter niet aan de orde, hoewel het is opgenomen in het regeerakkoord. We zullen er wel alles aan doen om dat nog tijdens deze legislatuur te realiseren.
Intussen moeten we zorgen voor een goede samenwerking tussen het Vlaamse en federale niveau. Het klopt dat er vandaag een initiatief bestaat op het federale niveau, dat de naam BART draagt. Het doel daarvan is een goede analyse mogelijk te maken van de ongevallen. Het is dus vooral gericht op de accidentologie. Daarbij moet worden uitgezocht wat precies de oorzaak is van een ongeval. De federale overheid wil beginnen met de zware ongevallen met vrachtvervoer. Het lijkt me inderdaad geen overbodige luxe om daar een prioriteit van te maken.
De initiatieven die in het Vlaams Parlement worden ontwikkeld, kunnen overlappend zijn. We moeten er heel goed op toezien dat we geen dubbel werk leveren. We moeten er voor zorgen dat we aanvullend werk doen, misschien door een andere methodologie te kiezen, maar vooral door andere doelgroepen te nemen. Waarom maken we bijvoorbeeld geen werk van fietsers als doelgroep?
We worden vandaag betrokken bij het federale niveau omdat dat verplicht is om alle initiatieven bij ons te toetsen. Daarnaast is er ook nog het interministerieel comité, waar ik al meermaals de problematiek van de ongevallenstatistieken heb aangekaart. Ten slotte hebben we ook een vertegenwoordiger in het BIVV, dat vandaag start met het BART-systeem.
In conclusie kan ik stellen dat we de zaak uiteraard op de voet volgen. Er is overleg. Zolang we de bevoegdheid niet in eigen handen hebben, zullen we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat er een verbetering optreedt op het federale vlak opdat ook de cijfers voor Vlaanderen zinvol en bruikbaar worden.
Ik dank mevrouw de minister voor het vrijwel volledig bevredigende antwoord. Alleen wil ik nog aangeven dat we absoluut moeten vermijden dat belastinggeld twee keer voor hetzelfde wordt gebruikt. Als ik hoor dat we, in overleg met de federale overheid, zaken zo kunnen organiseren dat er geen dubbel werk wordt geleverd, dan bevredigt me dat. Ik hoop dat we op middellange termijn het hele pakket bevoegdheden naar Vlaanderen kunnen halen en er zinnig werk mee verrichten. Dan zijn we op de goede weg.
Het incident is gesloten.