Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2005
Verslag
Aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2005.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Hoebeke, verslaggever, heeft mij net laten weten dat ze vast zit in het verkeer.
Ik weet dat ze hard gewerkt heeft aan het verslag en vraag daarom om te schorsen tot ze er is.
Ik stel voor de vergadering te schorsen tot mevrouw Hoebeke onder ons is.
De vergadering wordt geschorst om 10.07 uur. De vergadering wordt hervat om 10.11 uur.(veslaggever)
De commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting besprak op 24 mei, 31 mei en 7 juni het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingjaar 2005 en het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingjaar 2005.
De aanpassing van de uitgavenbegroting werd verwezen naar de bevoegde commissies. Na een indicatieve stemming brachten zij schriftelijk verslag uit in de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting. De commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting boog zich over enkele specifieke aangelegenheden. De definitieve stemming over de aanpassing van de uitgavenbegroting vond plaats in de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting.
Enkel de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting onderzocht de aanpassing van de middelenbegroting. Tegelijk onderzocht deze commissie het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2005.
Minister Van Mechelen gaf vooraf een toelichting bij de kerncijfers en het begrotingssaldo, bij de economische omgevingsfactoren en de parameters, bij de toetsing van de middelen- en uitgavenbegroting, en bij de normering, schuldevolutie en schuldbeheersing.
Bij deze beperkte budgetcontrole wordt geprobeerd de initiële maatregelen te realiseren. Een aantal externe factoren bemoeilijkt de realisatie: het BNI valt tegen en er wordt afgestapt van de HRF-norm. De Vlaamse Regering versterkt de betalingskredieten om de impliciete schuld af te bouwen en legt enkele nieuwe beleidsaccenten.
Het begrotingssaldo van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bedraagt 553 miljoen euro.
De olieprijs - een belangrijke factor voor de evolutie van de economie - weegt zwaar op de bedrijfsresultaten. Minister Van Mechelen wees echter op een gunstige trend.
Dit jaar verwacht men een groei van de Amerikaanse economie met 3,6 procent. In de Eurozone wordt een groei van 1,5 procent verwacht. De verhouding tussen euro en dollar zal licht dalen.
De gemiddelde prestaties en vooruitzichten van België liggen hoger dan het Europese gemiddelde dankzij het consumentenvertrouwen. Volgens de hoofdeconoom van Dexia stijgt consumentenvertrouwen door de lastenverlaging, de eenmalige bevrijdende aangifte en de lagere sociale bijdragen. De verlaagde schenkings- en registratierechten hebben een gunstige invloed op de bouwnijverheid. Samen met de lage rentevoet zorgt dat voor een aantrekkelijk economisch klimaat.
De hoge werkloosheid drukt op de verwachtingen.
De daling van de BNI-parameter, maar vooral de groei van het verschil tussen BBP en BNI bemoeilijkt de opstelling van de begroting. De minister verwijst naar de conjunctuurprovisie om die negatieve effecten op te vangen. Zo wordt het principe van de intertemporele neutraliteit gerespecteerd.
De aanpassing van het BNI zorgt voor minder inkomsten van de samengevoegde en gedeelde belastingen. Gelukkig zijn de ontvangsten uit de gewestbelastingen zoals geraamd. De resultaten van het eerste trimester zijn bekend. In 2005 worden de waterbekkens en de participaties van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening verkocht. Door de ESR-neutraliteit van die laatste verkoop wordt er geen bijkomende beleidsmarge gecreëerd.
De minister legt uit dat de incohiering van de registratierechten ver boven het niveau van vorig jaar blijft. De drie grote gewestbelastingen corrigeren elkaar. Dat heeft te maken met het succes van de schenkingsrechten.
Wat de uitgavenbegroting betreft, overloopt minister Van Mechelen het budgettair aandeel van de verschillende bevoegdheidsdomeinen. De Vlaamse Regering heeft beslist om de verstrengde HRF-norm niet langer te respecteren omdat niet aan alle voorwaarden is voldaan. De vrijgemaakte middelen worden gebruikt om de betalingskredieten te versnellen. De betalingskredieten zijn hoger dan de beleidskredieten waardoor de impliciete schuld afgebouwd wordt. Vlaanderen volgt bovendien nog steeds het strengste scenario B van de HRF.
Bij de budgetcontrole moet de Vlaamse Regering voortaan rekening houden met de consolidatie van De Lijn, de NV Scheepvaart, de NV Zeekanaal en de provinciale Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen.
Bij constant beleid bouwt Vlaanderen zijn overheidsschuld af. Dat doet de beleidsruimte stijgen. Vlaanderen blijft de evolutie van de impliciete schuld in het oog houden. De minister wil ook de inspanningen om de verwijlintresten te verminderen, voortzetten. Verwijlintresten perken immers altijd de beleidsruimte in. Voorts licht minister-president Yves Leterme de begrotingsprogramma's toe die onder zijn bevoegdheid vallen.
Uit het onderzoek van de begrotingsaanpassing concludeert het Rekenhof dat de Vlaamse Regering voorzichtig tewerk gegaan is. Wel vertoont de aangepaste begroting een aantal tekortkomingen die bijsturing vergen. In eerste instantie gaat dat over de consolidatie van de voorschotten uit het Vlaams Investeringsfonds in langlopende rekeningen. Op de uiteenzetting van het Rekenhof volgen een repliek van de regering en een bespreking door de commissie.
In de commissie geeft de heer Van der Borght, directeur-generaal Abafim, een verklaring van de term impliciete schuld. Impliciete schuld is vergelijkbaar met het bedrijfskapitaal, dat aangeeft of een bedrijf op korte termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. De administratie kan de exacte omvang van de impliciete schuld niet bepalen omdat verbintenissen van de Vlaamse overheid niet noodzakelijk effectief gehonoreerd worden en omdat de begroting ook slaat op de Vlaamse openbare instellingen en de diensten met afzonderlijk beheer. Minister Van Mechelen stelt dat de overheid de impliciete schuld in het oog moet houden om liquiditeitsproblemen te vermijden. Als de middelen gunstig evolueren, moet de impliciete schuld afgebouwd worden.
Na de interministeriële conferentie Financiën en Begroting heeft de regering de meerjarenbegroting 2005-2009 afgewerkt. Die bevat de budgettaire uitvoering van alle maatregelen, waarover beslist is, tot 2009. De commissie neemt tot slot akte van de verslagen van de andere commissies.
De commissie neemt de bij amendementen gewijzigde ontwerpen van decreet houdende aanpassingen van de middelenbegroting en de uitgavenbegroting aan. (Applaus)
Nu volgt mijn verslag over de bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2005. Het voorliggend ontwerp van decreet werd behandeld overeenkomstig artikel 59 van het Reglement van het Vlaams Parlement. De voorzitter verwees de programmadecreten naar de respectieve bevoegde commissies.
Onder elke commissie ressorteerden een aantal specifieke aangelegenheden; in elke inhoudelijk bevoegde commissie waren er definitieve stemmingen met betrekking tot de specifiek aan de respectieve commissie toegewezen artikelen uit het programmadecreet.
De hoofdstukken Algemeen, FFEU, ALESH, Vlaams Investeringsfonds en Financiën werden aan de commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting toebedeeld.
Het begrip FFEU werd op verzoek van het Rekenhof duidelijker omschreven.
Het samenwerkingsakkoord tussen de federale en de Vlaamse Regering van 2003, dat de ALESH-operatie beëindigt, wordt bekrachtigd.
Het Vlaams Investeringsfonds wordt in het Gemeentefonds geïncorporeerd. Zo anticipeert de Vlaamse Regering op het groter wordende verschil tussen het realiseren van het saldo van de HRF en de af te lossen schulden.
In hoofdstuk XI, Financiën, wordt voorgesteld een nieuw lid toe te voegen aan het decreet van 22 december 1995 en het decreet van 19 april 1995.
Met ingang van 1 januari 2005 heeft de federale overheid een fiscale wijziging doorgevoerd, waarbij een nieuwe faciliteit voor de belastingplichtige wordt ingeschreven onder de term "onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen". De federale regering wou de nieuwe rechtsfiguur beperken tot de inkomstenbelasting. Het zou voor de Vlaamse inningdienst moeilijkheden meebrengen omdat een grondig onderzoek naar de solvabiliteit van de aanvragen niet evident is. De heffing heeft een andere doeltelling: met name de eigenaar, verantwoordelijk voor leegstand of verkrotting, te stimuleren deze hinderlijke toestand te beëindigen. Er werd een amendement ingediend dat ertoe strekt een nieuw hoofdstuk tot oprichting van een Fonds ter valorisatie van de GIMV-participatie. De middelen van het fonds zullen worden ingebracht bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Het fonds is een begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit. Het amendement werd aangenomen met 9 stemmen bij 3 onthoudingen.
De aan de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting toegewezen hoofdstukken werden aangenomen met 9 stemmen tegen 3. (Applaus)
(verslaggever)
In de commissie Welzijn werden twee amendementen besproken die het leven van heel wat Vlaamse gezinnen kunnen beïnvloeden. Zij brengen een aantal verbeteringen aan in het Vlaams decreet over de zorgverzekering. Daarbij hadden de indieners twee doelstellingen voor ogen: enerzijds technische aanpassingen en administratieve vereenvoudigingen, met als het meest in het oogspringende maatregel de afschaffing van de gevangenisstraf bij niet-betaling, en anderzijds de instellingen van de mogelijkheid tot regularisering voor wanbetalers. Daarbij werd specifiek rekening gehouden met de situatie in Brussel, waarde bijdrage tot op heden op vrijwillige basis gebeurt. Er wordt daar een duidelijk verschil gemaakt tussen echte wanbetalers, en zij die wel begonnen met de betaling van een bijdrage, maar later afhaakten.
De amendementen gaven ook aanleiding tot algemene overwegingen in verband met de zorgverzekering, maar deze maakten niet het voorwerp van de amendementen uit.
De amendementen werden in de commissie goedgekeurd met 7 stemmen tegen 5.
Ik vind dat een programmadecreet niet dient om veranderingen van deze aard aan te pakken.
Het verslag bevestigt dat we dringend een discussie zullen moeten voeren over hoe Vlaanderen met deze zorgverzekering zal omgaan. Ik onthield mij destijds bij de stemmingen over het zorgverzekeringsdecreet, omdat ik het een onvoldragen decreet vond, dat met een hele reeks pijnpunten zou af te rekenen hebben. Het feit dat er nu problemen zijn om het uitgevoerd te krijgen bevestigt mijn gevoel van toen. Er is op korte termijn nood aan een debat ter zake.
Ik vind ook dat een grondig debat aangewezen is. Maar ik spreek tegen dat dit geen stof is voor een programmadecreet: de materie heeft wel degelijk een budgettaire impact. Het is trouwens altijd goed fouten in decreten recht te zetten: men moet niet wachten op een grondig debat om vast te stellen dat gevangenisstraf voor niet-betalers geen goed idee is.
Bij de start van deze regeerperiode was reeds duidelijk dat de moeilijke financiële situatie een van de grote problemen zou worden. Dit wordt de afgelopen dagen bevestigd: de meerjarenbegroting blijkt er geen te zijn, en de ruimte voor nieuw beleid valt erg klein uit.
Reeds bij de bespreking van de begroting 2005 stelden wij de vraag of de raming van de inkomsten wel realistisch was. We kregen gelijk: de begrotingsaanpassing toont een daling van de opbrengsten uit de belastingen, en een aantal te betalen rekeningen uit het verleden.
Er zijn drie mogelijkheden: nieuwe belastingen heffen, eenmalige inkomsten zoeken, of besparen.
Van nieuwe belastingen is in deze begrotingscontrole geen rechtstreeks spoor; wel laat men bedrijven toe nieuwe heffingen op elementaire zaken als water en elektriciteit op te leggen. Zelfs als de lastenverlaging van 2009 er zou komen, zou ze slechts 500 miljoen euro bedragen; alleen de extra lasten via de Elia-taks bedragen in deze legislatuur al 788 miljoen euro.
Ook van besparingen is weinig of niets te merken. De lijst van eenmalige inkomsten uit verkoop daarentegen wordt steeds langer. Het Consciencegebouw, de Koolstraat, Kind&Gezin en VLM hebben er al moeten aan geloven. Ook de participatie in de Vlaamse maatschappij voor watervoorziening ging al van de hand. Nieuw is nu het graaien in de kas van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM): terwijl de wachtlijsten voor sociale woningen alsmaar groeien wordt het budget er plots met 20 miljoen euro verminderd. Dit is de manier waarop de gaten dichtgereden worden.
De Vlaamse regering gaat bij de verkoop van haar patrimonium niet goed te werk. Bij een dergelijke verkoop is het belangrijk snel te handelen om speculatie en waardedaling tegen te gaan; bovendien kunnen bij verkoop van grote pakketten extra controlebonussen gekregen worden. De Vlaamse Regering pakte het anders aan: zij hanteerde een procedure die langdurig, omslachtig en log was. De aandelen van de GIMV namen daardoor - net de dag voor de verkoop - een spectaculaire duik; bovendien werd geen controlebonus geïnd. Het pakket werd verkocht tegen 30 miljoen euro onder de koerswaarde. De gehanteerde procedures bij de verkoop van het patrimonium dienen de belangen van de schatkist en van de burgers zeker niet.
We moeten ons afvragen of Vlaanderen voldoet aan de norm, met andere woorden het overschot dat op de begroting moet geboekt worden, en dat voortvloeit uit een reeks beslissingen als de toetreding tot de Europese Muntunie, waarbij samenwerking tussen de gemeenschappen en de gewesten cruciaal is. Tussen 2000 en 2005 werd de Europese druk tot sanering van de overheidsfinanciën echter volledig op Vlaanderen afgewenteld. Daardoor moest Vlaanderen enorme inspanningen leveren, terwijl Wallonië vrolijk tekorten blijft optekenen.
Wij vinden de inspanningen van Vlaanderen, gezien de lange wachtlijsten in de sociale huisvesting- en de welzijnsector, buitensporig en onverantwoord. Wij zijn dan ook verheugd dat de 95 miljoen euro die destijds door minister-president Somers aan eerste minister Verhofstadt toegezegd werden, nu uiteindelijk toch geschrapt werden: het gebeurt niet vaak dat de meerderheid op een suggestie van Vlaams Belang ingaat.
Dit strookt niet met de waarheid. De Vlaamse Regering koppelde de normverzwaring die door de Hoge Raad voor Financiën voorgesteld werd, vanaf het begin aan drie voorwaarden. Toen bleek dat aan twee daarvan niet voldaan werd hebben we de normverzwaring losgelaten. Daar heeft Vlaams Belang geen verdienste aan.
De 20 miljoen euro die de Vlaamse Regering volgens de heer Verreycken uit de kas van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) graaide komt in feite uit het financieringsfonds waar de Vlaamse Regering kan over beschikken; de overschotten ervan worden gebruikt als een vorm van compensatie in het kader van de problematiek van het gebouw van de VHM.
Ook de chronologische waarheid mag geen geweld aangedaan worden. De voorwaarden werden inderdaad in het regeerakkoord ingeschreven en in de beleidsnota bevestigd, maar op het moment dat minister Van Mechelen de begroting 2005 voorstelde was al duidelijk dat niet aan die voorwaarden voldaan werd. Toen al heeft Vlaams Belang daarop gewezen. Toch verdedigde de minister zijn begroting.
Ik blijf het onkies vinden dat 20 miljoen euro uit de kas van de VHM gegraaid wordt. De VHM kon kiezen tussen de pest en de cholera: hun gebouw verkopen of 20 miljoen ophoesten. De technische invulling is van ondergeschikt belang. De zogenaamde overschotten zijn er alleen maar omdat de bouw van de sociale woningen veel te traag verloopt.
Ik blijf erbij dat deze 20 miljoen niets te maken heeft met de investeringskredieten van de sociale woningen.
Er zijn maar 2 mogelijkheden: ofwel geef je het geld, ofwel niet.
Belangrijk is dat Vlaanderen gebruik maakt van de 1%-korting op de te behalen norm. In 2005 is dat een korting van 157 miljoen euro.
Zopas werd een nieuw samenwerkingsakkoord onderhandeld en blijkbaar heeft de Vlaamse regering een knieval gedaan voor de Franstalige en federale regering. Zo heeft Vlaanderen betreffende het vakantiegeld 30 miljoen euro extra normverzwaring per jaar aanvaard.
U verwart 2 begrippen. Enerzijds is er de verarmingsoperatie: de transfer tussen de federale en Vlaamse begroting. Anderzijds is er het akkoord van de federale regering om afstand te doen van die maatregel. De normverzwaring is echter geen verarming.
Er zijn 2 belangrijke verworvenheden. Ten eerste moet er nu geen geld uit de kas betaald worden aan de federale overheid. Ten tweede zal de federale regering nu wel begrepen hebben dat ze geen maatregelen achter onze rug kunnen opleggen.
De 31 miljoen euro zijn geclicheerd op 2005. Het groeipad van de vakantiegeldmaatregel wordt niet toegepast op de normverzwaring van 31 miljoen euro.
U vergelijkt 2 situaties: de verarmingsoperatie en de normverzwaring, die volgens u minder erg zou zijn. U maakt echter de fout om niet te vergelijken met de aanvangssituatie: bij aanvang was er geld vrij om beleid te voeren.
De eenzijdige maatregel van het federale parlement was inderdaad een rechtstreekse verarming. Vervolgens kwam de rechtzetting. Het resultaat is dat we het geld niet opnieuw beschikbaar hebben, maar moeten oppotten. Dat betekent dat we nu op zoek moeten gaan naar geld voor de schuldafbouw. Het is dus geen overwinning, maar een nederlaag.
U vergeet de mogelijk strakkere norm van de Hoge Raad van Financiën, die er niet is gekomen.
De kwestie van het vakantiegeld is slechts één element van de Vlaamse knieval. Blijkbaar heeft de Vlaamse regering ingestemd om tot het jaar 2009 afstand te doen van de 1%-korting op basis van artikel 8.
De begrotingscontrole bewijst dat de bijkomende inspanningen niet noodzakelijk waren om aan de Europese voorschriften te voldoen. Als in het samenwerkingsakkoord wel degelijk afstand wordt gedaan van de korting, is het akkoord onaanvaardbaar.
Uw verklaringen verbazen me. Laat het duidelijk zijn: het samenwerkingsakkoord blijft onverkort van toepassing.
Ik baseer mijn verklaringen op de tabel uit de meerjarenbegroting, die u gisteren in de commissie voor de Financiën hebt toegelicht. Daarin is de korting niet opgenomen.
Ik wil u vragen in het document 17A na te lezen hoe artikel 8 functioneert. Men kan pas nadat er een beter traject werd afgelegd een beroep doen op de korting, niet op voorhand. De opmerking is dus naast de kwestie.
Ik vermoed dat het al of niet inroepen van de korting wel degelijk een element was van de onderhandelingen.
Uw vermoeden is op niets gebaseerd. Ik ben er bovendien van overtuigd dat een bijdrage tot de schuldvermindering van België ook een goede zaak is voor Vlaanderen.
Nogmaals: ik baseer me op de toelichting die u gaf bij de meerjarenbegroting.
Vlaanderen moet nog steeds hoofdzakelijk werken met de middelen die het krijgt van de federale overheid, na afroming van de geldstromen naar Wallonië. Bovendien draagt Vlaanderen de volledige last om de federatie te laten voldoen aan de Europese begrotingsnorm.
De noden in Vlaanderen zijn groot, maar de middelen ontbreken. De financiële ruimte wordt door de normverzwaring verder beperkt. Wij zullen dit document dan ook niet goedkeuren.
Het debat over de begrotingscontrole biedt de kans om na te gaan wat de financiële stand van zaken is na een jaar Vlaamse Regering. Uit de jongste rapporten van het Rekenhof blijkt duidelijk dat de bemerkingen die CD&V vanuit de oppositie maakte over de Vlaamse begrotingsproblemen terecht waren. De begrotingsresultaten van 2002, 2003 en 2004 zijn opgesmukt. In 2005 en 2006 zijn er nagenoeg geen vrije beleidsmarges aanwezig. De verklaring daarvoor ligt in het verleden.
Het feit dat men een bepaald beleid voortzet, bewijst dat men de financiële marges gebruikt zoals men dat voordien heeft gedaan. Ik stel vast dat CD&V het daarmee eens is. Ik ontken dat er geen beleidsmarges zijn.
De minister van Begroting zegt dat CD&V het verschil niet maakt. Men zet het beleid voort en CD&V werkt daaraan gewillig mee. In zijn analyse van de begrotingswijziging bevestigt de heer Van Rompuy dat. Ik ben het eens met de minister.
Het Rekenhof zegt dat de kasresultaten voor 2004 positief zijn, maar dat die sterk gedaald zijn tegenover die van 2001.
De federale regering heeft in 2001 versneld middelen doorgestort op basis van economische groeicijfers. De Vlaamse Regering heeft die middelen in kas gehouden en gebruikt in 2002 en vooral in 2003 op het moment dat ze die nodig had. Het is fout als u de vergelijking maakt tussen de kasresultaten van 2001 en die van de jaren nadien. Verder kan men er toch geen problemen mee hebben als de regering kasmiddelen gebruikt om de schuld af te betalen. Met de belastinghervorming hebben we bewezen dat een verstandig beleid tot meer opbrengsten kan leiden.
De norm is gehaald in 2004 door de eenmalige ontvangsten en door de verlaging van de norm door het inroepen van artikel 8. Dat is op een correcte manier gebeurd. Voor 2005 maken die twee maatregelen gekoppeld aan enkele besparingen het mogelijk dat de HRF-norm wordt gehaald. Toch is waakzaamheid geboden. De tijd van grote overschatten is voorbij.
We staan de volgende jaren voor grote uitdagingen. De beleidsruimte tussen 2006 en 2009 bedraagt 3,4 miljard euro, terwijl dat in de vorige regeerperiode 5 miljard was. In 2006 is de beleidsmarge nagenoeg nul rekening houdend met constant beleid. Een aantal juridische uitgaven en de CAO's in Welzijn en Onderwijs leiden ertoe dat er een aantal ingrepen ten bedrage van ongeveer 200 miljoen euro moeten gebeuren om de begrotingsnorm te halen. Men moet durven zeggen dat de begroting 2006 moeilijk zal zijn. Er is maar ruimte vanaf 2007, maar dan nog moeten er keuzes worden gemaakt. Door de kostprijs van de CAO's bijvoorbeeld worden de vrije marges met 20 procent gereduceerd. De grote verdienste van de vorige Vlaamse Regering is dat ze de schuld heeft kunnen reduceren.
De impliciete schuld is niet imaginair. In de meerjarenbegroting is er een hoofdstuk aan gewijd. De Vlaamse Regering zal de aangroei van de impliciete schuld afbouwen met 1,22 miljard euro in de periode 2005-2009.
In de meerjarenbegroting blijkt duidelijk dat de impliciete schuld een hypotheek legt op de begroting. Gelukkig is de Vlaamse begroting weinig conjunctuurgevoelig. Maar toch hebben we er alle belang bij om de schuld zo snel mogelijk af te bouwen. Vlaams Belang is de eerste oppositiepartij die er voor pleit om de teugels te vieren.
De Vlaamse Regering probeert onrechtstreeks schulden te maken omdat ze beseft dat ze moet investeren. Vlaams Belang vindt het belangrijk dat de schuld afgebouwd wordt, maar de schuldafbouw creëert toch maar een beperkte bijkomende beleidruimte. Op dit ogenblik staan we voor de keuze: investeren in nieuwe noden of de schuld afbouwen nu de rente bijzonder laag is.
Ook separatisten hebben belang bij schuldafbouw want het onafhankelijke Vlaanderen zal een deel van de Belgische schulden moeten overnemen.
Voor de vierde keer in vijf jaar groeit de Vlaamse economie met minder dan 1 procent. Bovendien is die groei consumptiegedreven. Export en investeringen zijn de voorbije jaren stilgevallen. Wij investeren 18 tot 19 procent van ons BNP, maar het belang van de investeringen daalt al enkele jaren. Dat is nefast voor de toekomstige economische groei.
De overheid investeert te weinig, maar ook de privé-sector moet meer investeren. Sedert 11 september 2001 zijn de buitenlandse investeringen in Vlaanderen gehalveerd. Vlaamse bedrijven delokaliseren. Onze bedrijven groeien internationaal maar investeren hier niet meer. Veel familiebedrijven worden gekocht door buitenlandse aandeelhouders. We zullen heel concurrentieel moeten zijn om voor hen interessant te blijven.
Het is verontrustend dat we de Lissabon-doelstellingen op het vlak van bedrijfsinnovatie niet halen onder meer omdat de privé-sector niet genoeg innoveert. Vlaanderen heeft genoeg geld maar onvoldoende projecten. Het mag de volgende jaren geen Keynesiaanse vraagpolitiek voeren maar moet werk maken van een aanbodgericht beleid. We moeten Vlaanderen aantrekkelijk maken voor starters, buitenlandse bedrijven en hoogtechnologische ondernemingen.
De begroting maakt voor Economie, Wetenschappelijk onderzoek en Infrastructuur maar 1,5 miljard euro vrij. De verbintenissen van het innovatiepact zijn zelfs niet overgenomen in de meerjarenbegroting. Zonder een economische groei van 2 procent creëren we geen werkgelegenheid.
We voelen de problemen en uitdagingen van de Vlaamse economie niet altijd genoeg aan. We wijzen al te gemakkelijk naar Wallonië. Vlaanderen is te veel actief op de traditionele markten waar geconcurreerd wordt op basis van de prijs. Het Vlaams Parlement moet op die problemen zijn aandacht richten.
Vlaanderen beschikt over enkele hefbomen. Het is de bedoeling om in de begroting de komende jaren de nadruk te leggen op investeren in plaats van op consumeren. We investeren in het Deurganckdok en de Antwerpse mobiliteit. We investeren in Zaventem zodat het de motor van onze economie blijft. We proberen de arbeidsmobiliteit te verhogen om tot één Vlaamse arbeidsmarkt te komen. We investeren in vorming en opleiding. Het klopt dat de extra investeringen in innovatie niet zijn opgenomen in het constante beleid, maar tijdens de begrotingsopmaak zullen we duidelijk maken dat we de Barcelona-norm willen halen. In 2005 werden de reguliere innovatiemiddelen met 55 miljoen euro verhoogd. We hebben 75 miljoen vrijgemaakt voor een startersfonds voor innoverende projecten. FIT moet buitenlandse investeringen aantrekken maar op dat vlak kan de Vlaamse Regering natuurlijk niets beloven.
De Vlaamse economie kampt met een aantal problemen. We kunnen die aan op voorwaarde dat we snel de juiste maatregelen durven te nemen.
Ik kom tot dezelfde conclusies. Er is een sense of urgency ook op het federale niveau. Dat schiet momenteel tekort op het vlak van fiscaliteit, arbeidskosten, competitiviteit en de hervorming van de arbeidsmarkt. Daardoor wordt het herstel in Vlaanderen gehypothekeerd. Ook als de Lissabonstrategie niet wordt geïmplementeerd in de verschillende lidstaten, staan we voor grote problemen.
De werkloosheid in Vlaanderen stijgt al onafgebroken sinds 2001. Ze kan niet dalen zonder investeringsgeleide groei. In de begroting moet daar aandacht besteed worden. Vlaanderen heeft behoefte aan instrumenten voor groei. Ik spreek geen oppositietaal maar roep op tot een mobiliserend project. De heer Dewinter zou beter zijn economische ideeën geven in plaats van zich te beperken tot pietepeuterige analyses. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Het gaat hier om een beperkte budgetcontrole om de geplande maatregelen zo veel mogelijk te realiseren. Dat wordt bemoeilijkt door een aantal externe factoren. De Vlaamse Regering kiest ervoor om de betalingskredieten te versterken en zo de impliciete schuld af te bouwen.
De hoofdeconoom van Dexia verwijst naar de verlaging van de lasten, de personenbelasting en de lagere sociale bijdragen en naar de effecten van de eenmalige bevrijdende aangifte en de indirecte belastingen. Gecombineerd met de lage rentevoet is dat een ideale mix voor een aantrekkelijk economisch klimaat. De gewestbelastingen zijn zoals geraamd en de andere belastingen schijnen zelfs hoger te zijn dan de prognoses. De hoofdeconoom concludeert dat Vlaanderen het beter doet dan de andere europartners.
Met respect voor de strengste norm slaagt de Vlaamse Regering erin om haar verbintenissen na te komen. De schuldafbouw in combinatie met de dalende rente moet een positieve invloed blijven hebben op de resultaten.
Er zijn hogere budgetten voor Onderwijs, Welzijn en Gezondheid. Het sociaal overleg met de ambtenaren loopt nog. Voorts is er ICT en de budgetstijging voor De Lijn, de schoolomgeving en het woon-werkverkeer.
De verstrengde norm van de HRF wordt verlaten omdat niet aan de voorwaarden voldaan is. De vrijgekomen middelen worden gebruikt voor een versnelling van de betalingskredieten. De Vlaamse Regering komt haar verplichtingen ten opzichte van het federale niveau wel na en houdt zich aan de strengste norm B van de HRF.
Vlaanderen zal de impliciete schuld blijven monitoren om liquiditeitsproblemen te vermijden. Bij hoogconjunctuur moet de impliciete schuld meer ingelopen worden want bij laagconjunctuur moeten er voldoende middelen zijn om verbintenissen te betalen.
De belangrijkste wijzigingen bij de budgetcontrole zijn dus: de aanpassing aan de parameters, het verlaten van de verstrengde HRF-norm, het rekening houden met een gewijzigde consolidatiekring en het verder afbouwen van de directe en impliciete schuld.
Het streven naar een schuldenvrij Vlaanderen is de beste garantie om de budgettaire lasten van onder meer de toenemende vergrijzing te kunnen opvangen. De aangepaste begroting is een solide basis van de meerjarenbegroting. De VLD staat op een voortzetting van het orthodoxe beleid. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Ik deel grotendeels de analyse van de heer Van Rompuy, maar voel niet de behoefte om de meerwaarde van CD&V aan te tonen.
De begrotingscontrole is een bijsturing van een beleid. De beperkte budgettaire ruimte maakt die nog meer noodzakelijk. Toch zijn er een paar interessante elementen: meer middelen voor de afbouw van de gehandicaptenwachtlijsten, voor de zone-30 in schoolomgevingen, voor gemeentelijke rioleringen en containerparken, voor bodemsanering en subsidies aan milieu- en natuurverenigingen en voor het gelijkekansenbeleid in het onderwijs.
De budgetcontrole vertelt ook veel over de toekomst. De conjunctuurprovisie en de extra middelen voor schuldverlichting verdwijnen. Daardoor verhogen de betaalkredieten en wordt de impliciete schuld beperkt. Er komt echter geen nieuwe beleidsruimte.
Er is geen ruimte meer voor een conjunctuurfonds. Er is evenmin sprake van de beloofde toekomstnorm.
De toekomstnorm is een dubbele normering: de strengste norm van de HRF voor de betalingskredieten en een bijkomende norm voor de beleidskredieten.
Het is bewezen dat een conjunctuurprovisie aanleggen de juiste beslissing was. In de meerjarenbegroting is trouwens ook een conjunctuurprovisie ingeschreven, die rekening houdt met een eventuele daling van de groeiraming met 0,5 procent in 2005.
Dat mechanisme functioneert; het moet natuurlijk aangewend worden wanneer het nodig is.
Vanaf 2007 daalt het pakket leningen dat op vervaldatum komt. Dan moeten we keuzes maken. Het zou verkeerd zijn het positief vorderingssaldo dan te gebruiken om nog verder versneld schuld af te betalen. Ik denk dat we dat geld dan beter toevoegen aan het zorgfonds of onderbrengen in een conjunctuurfonds naar Singaporees model, met zeer strakke voorwaarden tot aanwending.
De toegepaste methodologie dwingt onszelf in een strakker budgettair regime, maar beschermt onszelf tegelijkertijd tegen conjunctuurgevoeligheden zoals de federale regering die kent.
Bij de begrotingsopmaak hadden we nog de ambitie middelen over te houden voor een conjunctuurfonds; nu moeten we ze - door de gewijzigde economische situatie - volledig aanwenden. Dat bewijst dat we rekening moeten houden met snelle evoluties; we moeten erg voorzichtig zijn met het uittekenen van toekomstplannen.
In de meerjarenbegroting wordt voor het eerst een sensitiviteitsanalyse gemaakt. Het duidt aan welke consequenties bepaalde parameterverschuivingen met zich mee zouden kunnen brengen. Ik weet dat de invloed van de economische groei zich niet in deze begroting zal vertalen; we zullen die pas volgend jaar in de dotaties van het federale niveau voelen. Het viel me op dat de inkomsten van de personenbelastingen in de meerjarenbegroting constant blijven; ik vrees echter dat deze dotaties een stuk zullen dalen.
In de begroting 2005 is overigens ook geen ruimte vrijgemaakt voor een indexsprong. Wellicht komt die er pas in 2006, maar bestaat niet het risico dat die er - gezien de stijging van de olieprijzen- toch dit jaar nog zou komen?
Wij werken met een mechanisme waarbij een indexsprong zich twee maanden later in budgettaire gevolgen vertaalt. Wij verwachten een indexsprong in oktober: de consequenties zullen we dus pas vanaf 2006 voelen. Daarenboven is in de begroting sowieso in een indexprovisie voorzien.
Deze begrotingscontrole dwingt ons over de toekomst na te denken: we moeten ons bezinnen over de politieke invulling die aan de budgettaire ruimte zal gegeven worden. Anderzijds dwingt de evolutie tussen de begroting en de begrotingscontrole ons ertoe met de nodige relativiteit naar de voorspellingen van een meerjarenbegroting te kijken. Voorzichtigheid en een conservatief beleid zijn aangewezen.
Duurzaam budgettair beleid houdt rekening met de toekomstige generatie. We stellen echter vast dat de reserveopbouw voor het Zorgfonds vertraging oploopt: de regering moet haar plannen over de verdere invulling en opbouw ervan op korte termijn kenbaar maken.
Een meerjarenbegroting moet niet enkel rekening houden met deze regeerperiode: zij moet ook proberen de maatregelen aan het einde ervan naar de komende jaren door te verrekenen. Gisteren beweerde de heer Van Rompuy dat er voor het eerst beleidsruimte voor de volgende jaren weergegeven wordt in een meerjarenbegroting. Dat klopt niet: dat gebeurde ook in de meerjarenbegrotingen van 2002 en 2003.
De totale beleidsruimte in deze meerjarenbegroting bedraagt 400 miljoen euro minder dan men bij de regeringsvorming dacht. Daarbij hou ik dan nog geen rekening met de cao's, de juridische uitgaven en de verbintenissen van de bijkomende regeringsverklaring van de maand mei. Volgens mijn berekening zullen we in 2009 op kruissnelheid over een budgettaire ruimte van 1,2 miljard euro beschikken: het toekomstige beleid zal zich hiernaar moeten richten.
Bij de regeringsvorming werd afgesproken een derde van het budget voor fiscale maatregelen, een derde voor vorming en onderijs, en een derde voor gewestelijke maatregelen te reserveren. Een grondige analyse van het regeerakkoord dringt zich op. Daarbij moet in acht genomen worden dat nieuw beleid niet enkel met nieuwe middelen gevoerd wordt: ook de herschikking van middelen moet meespelen.
Er moeten prioriteiten bepaald worden. Gezien de beperkte budgettaire liggen de onze enerzijds bij het realiseren van gelijke kansen voor onze samenleving en anderzijds bij het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden voor een economische ontwikkeling. Elke maatregel of politieke keuze die deze regering op basis van de budgettaire ruimte neemt of maakt, moet dan ook aan deze twee basisvoorwaarden getoetst worden.
Voorzichtigheid is geboden; bepaalde maatregelen moeten misschien gefaseerd ingevoerd worden, rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden en de economische context van het ogenblik. De maatregelen moeten bovendien ook op hun doelmatigheid getoetst worden.
De budgetcontrole dwingt ons tot realisme. We mogen niet langer verwijzen naar andere regio's, er is geen ruimte meer voor Vlaamse zelfgenoegzaamheid.
De harde realiteit mag geen aanleiding geven tot immobilisme. De meerderheid heeft de kracht om haar verantwoordelijkheid te nemen en prioriteiten te stellen. Wij willen daarbij graag helpen. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA).
Ik geef geen beschouwing van de algemene context. Een begroting berust namelijk op keuzes en die zijn duidelijk: de tekorten werden opgevuld met besparingen op het vlak van natuur en milieu. De herziening van de begroting 2005 bevestigt die keuzes. Ook wij willen investeren in de toekomst, maar wij wensen geen verschuiving van de zachte naar de harde sectoren.
Het begrotingsdocument bevat een aantal positieve zaken. Zo werden de besparingen ten aanzien van de milieu- en natuurverenigingen ongedaan gemaakt en is er 5 miljoen euro meer voor bodemsanering. Er is ook iets meer dan 20 miljoen euro extra voor de afbouw van de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg.
Naast die positieve correcties creëert de begroting echter wel degelijk een maatschappelijk deficit. De besparingen op het milieu- en natuurbeleid worden voortgezet, ook in de meerjarenbegroting. Onze fractie heeft een amendement ingediend om die besparingen ongedaan te maken.
De minister van Leefmilieu halveert bovendien de middelen van het Vlaams Fonds Tropisch Bos. Het gaat nochtans duidelijk om beschermingsmaatregelen inzake natuur en milieu, en niet om ontwikkelingssamenwerking. Wij hebben dan ook een amendement ingediend om die besparing ongedaan te maken.
Tot frustratie van sp·a-spirit blijft de minister van Energie een pleitbezorger van de kernenergie. Het aankopen van propere lucht en de energie-investering in het buitenland in het kader van het Kyoto-verdrag beschouwt de minister als een vorm van ontwikkelingssamenwerking. Dat is het echter niet. Het Fraunhofer-instituut heeft aangetoond dat het veel effectiever zou zijn mocht Vlaanderen zelf investeren in rationeel energiebeleid.
De minister handelde niet vanuit het kader van de ontwikkelingssamenwerking, maar vanuit het principe van de goede huisvader. Men is niet zeker dat de doelstellingen gehaald zullen worden, dus de middelen moeten daarvoor worden uitgetrokken.
Het mag dan al geen vorm zijn van ontwikkelingssamenwerking, het opstarten van energievriendelijke projecten in ontwikkelingslanden is daarom nog geen slechte zaak. Men moet dus wel in de middelen voorzien, maar dat mag geen alibi zijn om zelf niets te doen.
Kwestie is dat deze regering bereid is veel geld te investeren in het buitenland, hoewel de Fraunhofer-studie heeft aangetoond dat door het geld in eigen land te investeren de CO2-doelstelling efficiënter gehaald kan worden. Bovendien zou dat een meerwaarde bieden op het vlak van wooncomfort en tewerkstelling.
Ik wacht op concrete initiatieven in eigen land. Zo werd gisteren het voorstel van resolutie over de promotie van dakisolatie weggestemd om budgettaire redenen.
Wij waren niet tegen de dakisolatie, maar wel tegen de vaststelling door middel van luchtfotografie. De CD&V wil zeker meewerken, maar niet door middel van onnodige uitgaven. Bovendien heeft Groen! ons op het vlak van energiezuinig beheer geen lessen te geven, want zij hadden 5 jaar lang de tijd om er iets aan te doen.
Het gaat om het maken van keuzes. Het Kyoto-verdrag geeft ons de keuze om in het buitenland te investeren en er propere lucht te kopen. Het verdrag stelt echter duidelijk dat er eerst in eigen land iets moet gebeuren. Volgens het Fraunhofer-instituut is het potentieel aan energiebesparing in Vlaanderen nog heel hoog.
Men kiest er echter voor om het REG-fonds niet te spijzen en liever in het buitenland te investeren.
We zijn er allemaal voorstander om in de eerste plaats het enorme energiebesparingspotentieel in de eigen regio te benutten. Daarvoor worden maatregelen genomen, bijvoorbeeld de uitvoering van het energieprestatieregelgevingsdecreet waardoor nieuwe gebouwen veel energie-efficiënter zullen zijn dan bestaande gebouwen. Verder komt er een energielabelling van bestaande gebouwen zodat er voor energiezuinige woningen een daling van de onroerende voorheffing komt.
De Europese Commissie verplicht ons echter om in de begroting de nodige middelen te reserveren voor de inzet van flexibele mechanismen. We geven er de voorkeur aan investeringen in het buitenland die een reële energiebesparing opleveren. Pas in laatste instantie gaan we schone lucht opkopen. We blijven ons aan die prioriteitenvolgorde vasthouden.
Ik hoor graag zeggen dat er een prioriteitenvolgorde is. De realiteit is dat men in geld voorziet voor investeringen in flexibele mechanismen, maar men voert geen energiebesparende maatregelen uit. Dat potentieel in Vlaanderen is nog ontzettend groot.
Wat betreft Welzijn heeft de meerderheid bij de bespreking van het programmadecreet een amendement ingediend waardoor het zorgverzekeringsdecreet vrij vergaand is gewijzigd door de invoering van een administratieve boete en een nieuwe regularisatieregeling. De vraag is of dit de juiste techniek is. Men is voorbijgegaan aan het essentiële probleem: de financiering. Die kan alleen maar worden veilig gesteld door inkomensgerelateerde bijdragen in te voeren. Groen! blijft daarvan voorstander.
Verder is het een goede zaak dat de regering in bijkomende middelen voorziet om het wegwerken van de wachtlijsten te realiseren. Er is echter een patstelling ontstaan over de verdeling van die middelen tussen enerzijds de gehandicapteninstellingen en anderzijds de persoonlijke budgetten. Het is zeer onduidelijk wat de minister van welzijn hierover zal beslissen.
In mei kondigde de Vlaamse Regering een aantal maatregelen aan ten voordele van de Vlaamse Rand. Groen! stelt voor om de besparingen in het volwassenenonderwijs, met name NT2, in Brussel en de Rand ongedaan te maken, omdat er geen wachtlijsten mogen zijn voor mensen die Nederlands willen leren. Ik kan me niet voorstellen dat de meerderheid dit amendement met heel beperkte financiële gevolgen niet zal goedkeuren.
Deze regering wil een serieuze regering zijn die niet aan aankondigingspolitiek wil doen. Ze heeft dat amper een jaar volgehouden. Zo kondigde minister Peeters een mestdecreet aan, de minister-president een nieuwe financieringstechniek en minister Vervotte de bouw van 48 rusthuizen. Minister Van Brempt stelt een snelheidsverlaging voor vrachtwagens op de Vlaamse autosnelwegen voor, maar de kans is klein dat dat wordt gerealiseerd omdat de VLD en ook de heer Koninckx dat niet zien zitten. Ik hoop dat ons resolutievoorstel over een slimme kilometerheffing snel zal worden besproken en goedgekeurd.
In de zomer van 2002 kondigde de toenmalige minister van Openbare Werken aan dat Vlaanderen de heraanleg van de stoepen van de Antwerpse Leien zou betalen. In de begroting 2005 heeft de Vlaamse Regering daarvoor echter geen geld uitgetrokken. Wij hebben een amendement ingediend om dat recht te zetten. We gaan ervan uit dat de meerderheid dit zal goedkeuren.
Groen! zal deze begrotingswijziging niet goedkeuren. Daarvoor is de blijvende desinvestering in milieu, natuur en verkeersveiligheid veel te groot. (Applaus bij Groen!)
Bij een budgetcontrole kijkt men na of de Vlaamse begroting onder controle is. We sluiten andermaal af met een positief begrotingssaldo. Verder is de inschatting van de ontvangsten bijzonder voorzichtig. Ook blijkt dat werken met een conjunctuurprovisie beloont en dat een selectieve verlaging van gewestbelastingen leidt tot terugverdieneffecten waardoor de budgettaire gevolgen positief zijn. In deze begroting hebben we het afstappen van de verstrengde HRF-norm omgezet in het versterken van de betaalkredieten. Daarmee bereikt men hetzelfde, maar betaalt Vlaanderen rechtstreeks impliciete schuld af.
Het is belangrijk dat de Vlaamse begroting opnieuw een positief resultaat behaalt, gelet op het feit dat de consolidatiekring sinds 2004 is verruimd. We gaan verder met de afbouw van de Vlaamse schuld. De rentelast die wordt opgenomen in de begroting, is gedaald onder de vijftig miljoen euro. Daardoor is Vlaanderen ongevoelig geworden voor renteschokken.
Met de begroting vullen we ook een aantal maatschappelijke noden in onder meer de welzijns- en onderwijssector in. Een budgetcontrole leidt dus wel degelijk tot het invullen van nieuwe beleidsdoelstellingen.
Kiezen aan de ontvangstenzijde voor het realiseren van eenmalige inkomsten is geen probleem op voorwaarde dat daartegenover een aantal eenmalige uitgaven staan. Dat is gebeurd. De beslissing over de verkoop van de waterbekkens en de participatie in de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening is een beslissing van 2004 waarvan de budgettaire betaling in 2005 gebeurt.
Wat betreft de verkoop van de aandelen van de GIMV is er in de commissie een heel debat gevoerd. Vlaanderen wou een participatie van 40 procent behouden in de GIMV en heeft geopteerd voor het verspreiden van de 30 procent aandelen voor de internationalisering van de aandeelhoudersstructuur. Snel en efficiënt geldt als men heel bekende aandelen wil valoriseren, maar niet als het gaat om een relatief onbekend aandelenpakket.
Na overleg met het consortium dat de plaatsing voor zijn rekening nam blijkt dat alles op een oordeelkundige manier gebeurd is. De opbrengst is aanvaardbaar.
Wij stappen af van de verstrengde schuldnorm. Met dat geld worden de betaalkredieten versterkt waardoor we de impliciete schuld onder controle houden. Voortaan wordt naar aanleiding van de budgetcontrole verslag uitgebracht over de impliciete schuld.
De tijd van grote overschotten is voorbij. Daartegenover staat dat Vlaanderen voldoende financiële ruimte heeft om te doen wat moet. Ik ben het niet helemaal eens met de stelling dat de Vlaamse economie niet conjunctuurgevoelig is. De negatieve ruilvoet tussen BNP en BNI in 2004 had gevolgen voor de opmaak van de begroting voor 2005. Het klopt wel dat Vlaanderen immuun is voor renteschokken.
Vlaanderen moet een stevig zorgfonds uitbouwen. In 2004 had het zorgfonds al 455 miljoen euro in kas. Eind dit jaar zou dat 493 miljoen euro moeten zijn. Het ontwerp van programmadecreet bevat een aantal ingrepen om de reserveringen op korte termijn veilig te stellen. We zullen in de loop van 2006 en 2007 het debat over de toekomst van de zorgverzekering moeten voeren. Om te vermijden dat we de spaarpot al in 2007 moeten aanspreken, kunnen we de inkomsten verhogen, de uitkeringen verlagen of meer geld geven aan minder mensen. Dat wordt geen debat van meerderheid tegen oppositie. Heel het Vlaams Parlement moet keuzes maken zodat Vlaanderen budgettair gezond en schuldenvrij is, een conjunctuurfonds kan aanleggen en over een zorgfonds beschikt.
Vlaanderen kan en moet meer inzetten op economie. Vlaanderen moet zijn hefbomen zo ambitieus mogelijk gebruiken. Vlaanderen draagt een belangrijke verantwoordelijkheid om de Lissabon-doelstellingen te halen. Vlaanderen beschikt over alle nodige middelen om een modern arbeidsmarktbeleid te voeren.
Vlaanderen moet daarnaast nieuwe private investeringen aantrekken. Vlaanderen heeft meer dan ooit de kans zich te ontwikkelen tot de logistieke draaischijf van Noordwest-Europa. Vlaanderen moet daarom investeren in zijn zee- en luchthavens. De voorbije vier jaar heeft Vlaanderen 634 miljoen euro geïnvesteerd in het Deurganckdok. Dergelijke investeringen moeten we voortaan anders financieren. Daarnaast moeten we consequent ruimte beschikbaar maken om te ondernemen. We moeten onze logistieke functie uitbreiden met een toegevoegde waarde. In plaats van containers vervoeren moeten we nagaan welke waarde we kunnen toevoegen aan de producten die we verspreiden. We moeten eveneens investeren in mobiliteit. Investeren in openbaar vervoer en in wegen zijn complementair om Vlaanderen op een betaalbare manier mobiel te houden.
We moeten daarnaast blijven inzetten op de Vlaamse kenniseconomie. We hebben op dat vlak troeven maar moeten ons concentreren op technologieën die tot productie en toegevoegde waarde leiden. We moeten ons concentreren op nanotechnologie, biotechnologie, breedband en materialen.
Bevat de meerjarenbegroting middelen om te investeren in innovatie? De meerjarenbegroting bevat de normale investeringen, maar niet de extra. De extra investeringen zitten in de budgettaire beleidsruimte. We halen die middelen ook uit de verkoop van participaties. De voorbije zes maanden hebben we ongeveer 425 miljoen euro gehaald uit de verkoop van participaties. Met die middelen spijzen we het Vlaamse Innovatiefonds. Klassieke subsidies worden vervangen door kapitaal voor innovatieve starters.
Daarnaast moeten we de publieke investeringen verhogen. Niet investeren in rusthuizen zou onverantwoord zijn.
Minister Vervotte heeft duidelijk gemaakt dat de grootste behoeften zich situeren in de periode 2005-2015. De vraag is of de financiering niet kan gespreid worden over langer dan 10 jaar. Vandaar de zoektocht van de regering naar aanvaardbare nieuwe concepten van alternatieve financieringswijzen.
De Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel zal investeringen in wegen, waterwegen, infrastructuur en openbaar vervoer, financieren door tolheffing. Dat voorbeeld zal gevolgd worden voor de schoolgebouwen, de rust- en ziekenhuizen, de woningbouw en eventueel de culturele infrastructuur. Het doel is om de vrijgekomen middelen te gebruiken om de economie aan te wakkeren met publieke investeringen en om via alternatieve financiering sneller tegemoet te komen aan maatschappelijke behoeften.
De begrotingscontrole 2004 was moeilijk maar heeft een antwoord geboden op drie jaar dalende economische groei. De begroting 2005 is bescheiden maar komt tegemoet aan de maatschappelijke behoeften. Nu moeten de beleidsmarges van de meerjarenbegroting ingevuld worden. Dat zal geleidelijk gebeuren, onder meer door CAO's. CAO's hebben twee componenten: het verbeteren van de koopkracht maar ook van de dienstverlening.
Het Vlaams regeerakkoord heeft inderdaad drie aandachtspunten: streven naar een zorgzaam en vooruitziend Vlaanderen maar ook de lasten verlagen. Lastenverlaging is geen sluitpost maar een beleidsinstrument. Het is de bedoeling om werken te belonen. Een eerste aspect ervan is uitgewerkt en heeft de ambitie om oudere werklozen aan te moedigen om terug aan het werk te gaan. Het systeem zal in het najaar in werking treden eerst via een premie en later, liefst vanaf 2007, via de bedrijfsvoorheffing.
Een tweede selectieve lastenverlaging zal ervoor zorgen dat de laagste arbeidsinkomens een hoger nettoloon hebben. Daarmee wordt de fameuze loonwig bestreden. Een derde lastenverlaging zal afhangen van de ruimte in de meerjarenbegroting maar heeft als doelstelling om het nettoloon van zoveel mogelijk werknemers te verhogen en zo de koopkracht te versterken.
De debatten daarover verlopen sereen. De tijd van grote overschotten is voorbij, iedere euro moet dus doordacht vastgelegd worden. Het is de bedoeling om voor het zomerreces de grote lijnen vast te leggen zodat de vakministers die kunnen omzetten in begrotingsvoorstellen en decretale initiatieven. De regering zal zich niet laten opjagen, maar zorgvuldig tewerk gaan. Het is goed dat iedere fractie in de commissie haar mening daarover kan geven.
Kortom, ook deze begrotingscontrole zorgt ervoor dat de Vlaamse financiën op kruissnelheid blijven.
Paars is terug: er worden allerlei maatregelen aangekondigd zonder duidelijkheid over de budgettaire ruimte. Met welke middelen wil de minister zijn plannen realiseren? Ook in de surrealistische meerjarenbegroting worden vooralsnog geen politieke keuzes gemaakt.
Ik steun het pleidooi voor voorzichtigheid, zuinigheid en doelmatigheid. Dat realisme moet leiden tot een offensief beleid.
Vlaanderen moet volgens de minister de logistieke draaischijf van Noord-Europa worden. Ik neem aan dat hij een symbiose met Nederland veronderstelt. Investeringen om de logistieke functie te ondersteunen moeten efficiënt en selectief zijn. Logistieke parken zijn nodig, maar de producten van de nieuwe kenniseconomie genereren meer meerwaarde. Het een mag het ander niet verdringen. Vlaanderen moet mobiel blijven, anders worden andere investeerders afgeschrikt. Investeringen ook in harde sectoren zijn nodig om een dynamiek op gang te houden.
Hoe beperkter de budgetcontrole en de budgetten, hoe groter de beschouwingen en de plannen. Als alle plannen moeten gerealiseerd worden, zal het beschikbare budget lang niet volstaan.
De algemene bespreking is gesloten.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen deze namiddag de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2005.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 17 en 22 en over de artikelen 17 en 22 worden aangehouden
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
l
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen deze namiddag de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2005.
- In artikel 14 is er een technische correctie, die in het artikel wordt opgenomen.
- De stemmingen over de amendementen tot invoeging van een nieuw artikel 35 bis en op artikel 46 en over artikel 46 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
Graag wil ik nog een van de amendementen toelichten. Naar aanleiding van de crisis rond Brussel-Halle-Vilvoorde werden een aantal doelstellingen bepaald op het vlak van de promotie van het Nederlands en op het vlak van inburgering.
De besparingen in het vorige programmadecreet op het volwassenenonderwijs doorkruisen die doelstellingen. Sommige Brusselse scholen, die zware inspanningen deden om aan die doelstellingen te voldoen, komen nu in de problemen omdat er een stijging is in het aanbod van Nederlands als tweede taal.
Mijn amendement bepaalt dat die besparingen niet zouden gelden voor het volwassenenonderwijs NT2 in Brussel en de rand. Het is dus een zeer selectief amendement met een geringe budgettaire impact. Ik wil u dan ook met aandrang vragen het goed te keuren.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen deze namiddag de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.