Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vervolging en verjaring van bouwmisdrijven
Actuele vraag over de vervolging van bouwmisdrijven
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Schauvliege tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over een eventuele algemene amnestieregeling voor oude bouwmisdrijven, van de heer Huybrechts tot minister Van Mechelen, over de vervolging en verjaring van bouwmisdrijven en van de heer Lachaert tot minister Van Mechelen over de vervolging van bouwmisdrijven.
De recente media-aandacht voor bouwmisdrijven wekt de indruk van een ongelijke behandeling. Daarenboven geeft het overtreders het gevoel dat media-aandacht een oplossing van hun dossier bevordert. Dat is slecht voor het imago van het gerecht, de politiek en de administratie.
Het voelt onrechtvaardig aan dat de overheid optreedt in een bouwmisdrijf als ze jarenlang niets gedaan heeft. Daarom zijn een goede controle en een snel optreden voortaan nodig.
Hier betreft het echter oude bouwmisdrijven. In het decreet staat dat een bouwmisdrijf strafrechterlijk verjaart na vijf jaar. Voorts werd beslist de Hoge Raad voor Herstelbeleid op te richten.
Verwarring heerst nu. Eerst en vooral omdat het Arbitragehof een deel van het decreet vernietigd heeft. Voorts kan er, ondanks de strafrechterlijke verjaring, toch 20 jaar lang een herstelvordering gebeuren. Het parlement heeft een resolutie goedgekeurd waarin zo snel mogelijk een decretaal initiatief en de oprichting van de Hoge Raad voor Herstelbeleid gevraagd worden.
De hoofdinspecteur van de Bouwinspectie zegt nu dat er hem gevraagd is om een algemene amnestieregeling voor de oude bouwmisdrijven uit te werken. De minister ontkent die opdracht. Werd die opdracht aan de administratie gegeven? Zo niet, hoe komt het dat de hoofdinspecteur een verklaring aflegt in de pers? Op welke manier kan de schijn van een ongelijke behandeling van de burger weggewerkt worden? Hoe kunnen er richtlijnen gegeven worden om de administratie op een uniforme manier en in overeenstemming met het beleid van de minister te laten optreden, bij decreet of in een circulaire?
Het afdelingshoofd van de bouwinspectie verklaarde dat hij in opdracht van de Vlaamse overheid werkt aan een algemene amnestiemaatregel voor oude bouwmisdrijven. De topambtenaar is zelf voorstander van een dergelijke amnestiemaatregel en uit kritiek op het verjaringsdecreet. Hij klaagt de ongelijke behandeling van de burger aan. Voorts laakt hij de onduidelijkheid waarbij er na de strafrechterlijke verjaring toch nog maatregelen kunnen genomen worden.
Eigenaars van oude, illegale bouwwerken hebben recht op duidelijkheid. Hoe reageert de minister op de interpretatie en de kritiek van het afdelingshoofd van de Bouwinspectie? Wat zal de minister doen om de misverstanden over de uitvoering van het verjaringsdecreet uit de wereld te helpen.
Bouwmisdrijven zijn een Vlaamse materie. De uitvoering van de gerechtelijke uitspraken wordt geregeld in het Wetboek van Strafvordering, een federale materie. De media heeft aandacht besteed aan gevallen waarin er een definitieve gerechtelijke uitspraak was. Als men de uitvoeringstermijn van gerechtelijke uitspraken wil beperken tot vijf jaar, is een aanpassing van het Wetboek van Strafvordering nodig.
Voornoemde uitspraken kwamen van de Stedenbouwkundig Inspecteur, één van de drie ambtenaren aangesteld door het decreet van 1999. Klopt het dat hij vonnissen versneld uitvoert?
De stedenbouwkundig inspecteur komt op twee momenten tussen: op het ogenblik van het doorschuiven van zijn vordering naar het parket en op het ogenblik van de definitieve gerechtelijke uitspraak. Op die momenten van de procedure geeft de Hoge Raad voor het Herstelbeleid haar bindend advies.
Wordt er versneld uitgevoerd? Heeft de stedenbouwkundig inspecteur een onafhankelijk statuut? Mag de inspecteur in de kranten zijn visie geven op het handhavingsbeleid?
Met het verjaringsdecreet van 4 juni 2003 hebben we een belangrijke stap vooruit gezet in de handhaving van de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. We hebben toen aangegeven in welke richting en hoever we willen gaan.
In het decreet hebben we de mogelijkheid van een strafrechterlijke verjaring van een bouwmisdrijf na 5 jaar voorzien. Om die verjaring mogelijk te maken hebben we beslist het bouwmisdrijf als voortdurend misdrijf te schrappen.
Wie zal de herstelmaatregel aanvragen? Volgens het decreet van 18 mei 1999 is dat de stedenbouwkundig inspecteur, maar nu hebben we beslist dat daarvoor eerst een eensluidend advies nodig is van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid. Als herstelmaatregel wordt in die gevallen de meerwaarde gevraagd, tenzij in volgende drie gevallen: het negeren van een stakingsbevel, een flagrante hinder aan buren of wanneer essentiële beschermingsvoorschriften met zwaarwichtige en onherstelbare schade in het geding waren.
Het verjaringsdecreet stelt bovendien dat voor de uitvoering van de vonnissen en arresten eveneens het eensluidend advies van de Hoge Raad nodig is. Daarnaast werd de Hoge Raad decretaal de mogelijkheid gegeven om beleidsadviezen te geven inzake handhaving.
We moeten ook goed onze bevoegdheden kennen. Naast het indienen van de herstelmaatregel is er ook de uitvoering en verjaring van vonnissen en arresten. In het Burgerlijk Wetboek is een verjaringstermijn voorzien van 10 jaar.
Mevrouw Schauvliege vroeg om het decreet heel snel bij te sturen. We hebben echter de afspraak gemaakt om alle wijzigingen te regelen in een grote decreetswijziging in het najaar van 2005. Mevrouw Schauvliege vroeg dan wel om spoed in haar vraag, maar vond de voorgestelde datum niet haalbaar.
De heer Lachaert vroeg naar de rol van de stedenbouwkundig inspecteur. Het decreet gaf de inspecteur een vrij grote autonomie, maar op zijn bevoegdheden bestaan meerdere visies. Van zodra de Hoge Raad wordt geïnstalleerd, is dit debat echter voorbij.
De heer Huybrechts stelde de vraag naar amnestie. Ik heb aan mijn administratie gevraagd met betrekking tot de herziening van het decreet voorstellen in te dienen. De stedenbouwkundig inspecteur gaf de voorwaarden waarbij de constructie gedoogd zou worden en als we die bekijken is dit zeker geen amnestie zoals velen het begrepen hebben uit de Gazet van Antwerpen.
Iedere ambtenaar in Vlaanderen heeft een spreekrecht, maar mag niet de indruk wekken dat hij een beleidsvoorstel toelicht als dat nog niet gesteund wordt door de wetgevende en uitvoerende macht. De stedenbouwkundige ambtenaren staan ten dienste van de Vlaamse burger. Vlaanderen wacht niet op een pestbeleid op het vlak van handhaving, de schijn van willekeur moet verdwijnen.
De zaak-Melle is niet te vergelijken met de zaak-Zutendaal. In Melle werd de verbouwing van een zonevreemde woning vergund. Het verbouwen leidde tot herbouwen en er kwam een vonnis dat werd bekrachtigd tot in Cassatie. Ondertussen heeft een decreet de regels gewijzigd en is de zaak Melle vergunbaar, op voorwaarde dat op het moment van de eerste bouwaanvraag de woning niet verkrot was. Aangezien de woning een vergunning kreeg voor het verbouwen, mag men aannemen dat dat niet zo was. Ik heb dus besloten ze te vergunnen. De correctionele veroordeling van het bouwmisdrijf vervalt daardoor echter niet.
Zutendaal gaat over een constructie die bij ministerieel besluit in 1974 werd geweigerd met strafsancties, veroordelingen, vernieuwde klachten van burgers tot gevolg en waarbij de stedenbouwkundige inspecteur wordt verondersteld om op te treden.
Het dossier is complex. Er zijn verschillende regelgevingen. Ik ben bereid om die te blijven verfijnen. Het is belangrijk om de juiste mensen in bescherming te brengen.
Het handhavingsdecreet werd door het Arbitragehof vernietigd omdat twee bepalingen niet juridisch correct werden geformuleerd. Daardoor is heel wat onduidelijkheid ontstaan. In de resolutie wordt duidelijk aan de Vlaamse Regering gevraagd om zo snel mogelijk een evaluatie te maken naar aanleiding van die vernietiging en heel snel een ontwerp van decreet aan het parlement voor te leggen. We hebben er ook op aangedrongen dat de Hoge Raad van Herstelbeleid werd opgericht. Dat is nog niet gebeurd. Daarom heb ik aangedrongen op een snelle aanpak van het dossier.
De minister verwijst naar een e-mail waarin ik om uitstel vraag. Hij plaatst de zaken in een verkeerde context. Op de vraag van de minister om binnen de drie weken alle artikelen die nog moeten worden gewijzigd in deze regeerperiode te benoemen, heb ik gereageerd dat dit onmogelijk is. Dat staat los van het handhavingsbeleid. Ik ben blij dat de minister zo snel mogelijk werk wil maken van een handhavingsdecreet.
De uitspraak van het Arbitragehof heeft het decreet niet vernietigd, maar twee zinsneden met betrekking tot de datum 1 mei 2000 en met betrekking tot de uitzondering op de verjaring heeft men van de drie criteria maar een behouden, namelijk dat een verjaring van een bouwmisdrijf niet kan in kwetsbaar gebied. Het handhavingsdecreet is voor 95 procent overeind gebleven en de schrapping van de twee criteria is een verbetering van het wetgevend werk.
Verder hebben we de politieke afspraak om het decreet bij te stellen in het najaar op basis van voorstellen. Mevrouw Schauvliege wil voor handhaving blijkbaar het decreet tussentijds herzien. Het initiatief moet van mij komen en ik zal in september een grondige wijziging van het decreet aan de regering voorleggen.
De Hoge Raad voor Herstelbeleid is opgericht. Er was evenwel een genderprobleem. Er had zich na de eerste oproep maar een dame kandidaat gesteld en dus kon ik er ook maar een aanstellen. Daardoor kon de raad geen rechtsgeldige beslissingen nemen. Ik heb de aanstelling onmiddellijk laten vernietigen en een nieuwe procedure opgestart met de vraag dat genoeg vrouwen zich kandidaat zouden stellen, zodat niemand de adviezen nog kan betwisten. Ik roep iedereen op om het debat op een serene manier te voeren.
Als ik in de krant lees dat u de opdracht aan de administratie heeft gegeven om een amnestieregeling uit te werken, is het normaal dat ik daarop reageer.
Het is logisch dat een minister ter voorbereiding van een decreet aan de administratie vraagt om voorstellen in te dienen. Ik heb geen opdracht gegeven om een amnestieregeling uit te werken en ik heb formeel gezegd dat de stedenbouwkundige inspecteur zijn boekje te buiten is gegaan.
De minister heeft gelijk te stellen dat dit voorstel van amnestie geen aanvaardbare oplossing is. Het Vlaams Belang heeft altijd consequent geijverd om een algemene amnestiemaatregel voor oude bouwmisdrijven in te voeren. Dat is de enige aanvaardbare oplossing.
Het decreet is inderdaad overeind gebleven behoudens een kleine vernietiging. Men moet niet alles geloven wat in de kranten staat en zelf een evaluatie maken.
Het incident is gesloten.