Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Dewinter tot de heer Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de wettelijkheid van het instellen van een straatverbod door een burgemeester.
De Antwerpse burgemeester is sedert vorige week bevoegd om bij gemotiveerd besluit iemand die vaak overlast veroorzaakt een straatverbod op te leggen. Ik ben daar een groot voorstander van.
Een aantal rechtsgeleerden is van oordeel dat het straatverbod de toets van de rechtbank niet zal doorstaan. Indien de overheid de gemeentebesturen de kans had willen geven een straatverbod uit te vaardigen, had ze dat gedaan in artikel 129bis van de nieuwe gemeentewet, waarin alle gemeentelijke administratieve sancties worden opgesomd. Wie een straatverbod opgelegd krijgt, kan dat straatverbod voor een rechtbank aanvechten. Minister van Justitie Onkelinx is van mening dat de Raad van State ooit zal moeten oordelen over het straatverbod. Ik zou niet willen dat deze goede maatregel op losse schroeven komt te staan.
Is minister Keulen ook van mening dat het straatverbod opgenomen had moeten worden in de lijst van gemeentelijke administratieve sancties? Is het straatverbod desondanks toch een instrument van de burgemeester om de openbare orde te handhaven?
Is de minister van oordeel dat een gemotiveerd besluit van de burgemeester volstaat om een straatverbod op te leggen? Vreest minister Keulen juridische problemen?
Heeft de stad Antwerpen vooraf overleg gepleegd met de minister van Binnenlands Bestuur? Is minister Keulen bereid deze maatregel te steunen? Is hij het eens met deze beslissing?
Voor dit soort reglementering bestaat geen specifiek toezicht. Het is niet aan de goedkeuring van een minister onderworpen. Die kan alleen maar optreden bij klachten.
Ik geloof in gemeentelijke administratieve geldboetes om een lik-op-stukbeleid te kunnen voeren bij overlast die niet door de parketten bestraft wordt. We ontwerpen reglementen, die de gemeenten kunnen overnemen en nemen clausules daarover op in de cursussen bestuurswetenschappen.
Op zich ben ik dus niet tegen straatverbod. Grote overlast rechtvaardigt drastische maatregelen. Ik zal wel de bewoordingen en motivatie van het reglement nakijken. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Ik hoop dat de juristen geen stokken in de wielen zullen steken. Het federale niveau is immers minder enthousiast. Daar wordt beweerd dat voor een straatverbod een politiereglement niet volstaat, maar dat het moet ingeschreven worden in de nieuwe gemeentewet. Ik vertrouw erop dat het straatverbod kordaat en efficiënt zal worden toegepast en gesteund wordt door de minister.
Ik denk dat ik klaar en duidelijk was.
Het incident is gesloten.