Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Martens tot de heer Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de naleving van de EU-verordening inzake de zogenaamde cross-compliance.
Tot mijn verwondering was er in het lijstje van nieuwe maatregelen in het nieuwe jaar niets te vinden over het feit dat de Europese inkomenssteun van landbouwers vanaf 1 januari 2005 wordt gekoppeld aan het naleven van voorwaarden op het vlak van milieubehoud, natuurbehoud, bodembeheer, dierenwelzijn en dergelijke. Nochtans is er een Europese verordening die Vlaanderen daartoe verplicht. Die zogenaamde cross-compliance past in de opeenvolgende hervormingen van het Europese landbouwbeleid, waar Europese subsidies systematisch worden ontkoppeld van de productie en gekoppeld aan voorwaarden op het vlak van milieu- en natuurbehoud. Dat sluit perfect aan bij het credo van het Vlaamse regeerakkoord: vertrouwen geven en verantwoordelijkheid nemen.
De cross-compliance is al mogelijk sinds Agenda 2000, maar was totnogtoe facultatief. Vanaf 1 januari 2005 is ze evenwel verplicht. De Vlaamse administratie heeft in juli 2004 een studierapport gepubliceerd dat aangeeft hoe de Europese regels in Vlaanderen kunnen worden omgezet. Ik stel echter vast dat de Vlaamse Regering nog altijd geen besluit heeft genomen om invulling te geven aan het principe van de cross-compliance. We slaan opnieuw een modderfiguur bij Europa omdat we Europese richtlijnen niet tijdig nakomen en de boeren worden in het ongewisse gelaten over welke beheerseisen ze moeten naleven om recht te blijven hebben op de inkomenssteun. Uit het Voortgangsrapport van de Mestbank en de rapporten van de Vlaamse Milieumaatschappij blijkt dat het met het naleven van de wettelijke verplichtingen door de landbouwers niet zo goed gaat. Zo is ongeveer een derde van het grondwater ondrinkbaar geworden door de nitraatvervuiling.
Op de landbouwbeurs in Gent heeft de minister-president aangekondigd dat hij de boeren die bepaalde kwaliteitslabels willen halen, extra financiële steun wil geven. Het is goed om voorlopers te stimuleren, als er een duidelijke meerwaarde tegenover staat op het vlak van milieu en volksgezondheid. Men kan evenwel niet de voorlopers stimuleren en tegelijkertijd de achterblijvers niet doen bijbenen. Daarom vinden we dat er dringend werk moet worden gemaakt van de toepassing van de Europese verplichting tot cross-compliance.
Is de minister-president bereid om dat op korte termijn te doen? Is hij het ermee eens dat het naleven van de norm voor nitraatresidu in de bodem een minimum moet zijn voor het verkrijgen van de volledige inkomenssteun? Hoe wil hij invulling geven aan de verplichting van de Europese verordening dat in heel Vlaanderen het areaal aan blijvend grasland minstens op hetzelfde peil moet worden gehouden?
Er wordt inderdaad overgestapt van productiesteun naar bedrijfstoelagen. In juli is in overleg met de sector beslist voor een inwerkingtreding vanaf 1 januari 2005. De administratie doet enorme inspanningen om die complexe aanpassing voor de landbouwers optimaal te begeleiden.
De implementatie van de nieuwe regeling is verbonden aan het naleven van ongeveer 19 Europese richtlijnen. In 2004 hebben we een voorstel uitgewerkt met betrekking tot de implementatie van die cross-compliance in de regelgeving. Uiteraard moet daarover worden beraadslaagd. Het is de bedoeling dat de Vlaamse Regering begin februari besluiten kan nemen. Ik merk op dat Vlaanderen bepaalde vragen heeft gesteld aan de Europese Commissie over de juiste betekenis van een aantal elementen, maar dat die tot voor kort geen duidelijk antwoord kon geven. Ik vind het dan ook misplaatst om te stellen dat we een modderfiguur slaan. We zullen ervoor zorgen dat voor het opstarten van het zaaiseizoen voldoende informatie wordt gegeven over de voorwaarden.
De nitraatrichtlijn behoort tot de richtlijnen die moeten worden toegepast. Ze maakt deel uit van de gesprekken. Er zijn zowel argumenten pro als contra met betrekking tot het opnemen van maximale nitraatresidu's in de bodem in deze regeling. Ten laatste half februari zullen we klaar zijn met die afweging. Ik wijs erop dat het beeld genuanceerder is. In het Mira-rapport worden de inspanningen van de landbouwsector vrij positief beoordeeld.
Wat betreft de vraag over het areaal permanent grasland, kiezen we voor een aanpak op bedrijfsniveau. Op basis van aangiftes uit het verleden wordt een referentieareaal toegekend en dat moet in stand worden gehouden. De uitgewerkte regeling voorziet in mogelijkheden voor overdracht van referentieareaal bij overdracht van grond. We willen de buffer van tien procent reserveren voor de gevallen waarbij landbouwgrond wordt onttrokken aan de landbouwuitbating.
Ik onthoud dat we begin februari een besluit van de Vlaamse Regering mogen verwachten. Als de Vlaamse landbouw concurrentieel wil blijven, moet ze inzetten op kwaliteit, niet alleen van de landbouwproducten, maar ook van de leefomgeving. Op het vlak van het terugdringen van de overbemesting moeten er nog stappen worden gezet. Uit het Mira-rapport blijkt dat er op het vlak van verzuring al heel wat inspanningen zijn gebeurd, maar niet inzake de overbemesting. Ik pleit ervoor om de nitraatresidunorm op te leggen als een van de voorwaarden waaraan landbouwers moeten voldoen om recht te hebben op een volledige inkomenssteun.
Vlaanderen mag inderdaad geen duimbreed toegeven aan de kwaliteitsdoelstelling van het drinkwater. Er moet alleen goed worden nagedacht over de instrumenten om die doelstelling door de sector te laten bereiken.
Het incident is gesloten.