Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de inschrijvingsproblematiek aan de Vlaamse scholen en de eventuele herziening van het gelijke-onderwijskansendecreet I
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Michiels en de heer Tavernier tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de inschrijvingsproblematiek aan de Vlaamse scholen en de eventuele herziening van het gelijke-onderwijskansendecreet I.
De rijen ouders die ook deze week weer aan de schoolpoorten stonden om hun kind in te schrijven, bewijzen dat de wijziging van het GOK-decreet van vorig jaar niet werkt. Het Vlaams Belang wijst er al lang op maar nu klinkt ook in onderwijsmiddens steeds meer de vraag om een herziening van dat decreet. Zeker in Brussel is er behoefte aan een voorrangsbeleid voor Nederlandstalige kinderen.
De aangekondigde versoepeling van het decreet is onvoldoende. Zal de minister het decreet volledig herzien? Zo ja, wanneer? Komt er daarover overleg met de onderwijssector? Zo ja, met welke partners? (Applaus bij VB)
In vergelijking met 2004 zijn de wachtrijen voor inschrijving in scholen nu minder lang maar de wijzigingen van vorig jaar aan het GOK-decreet zijn blijkbaar toch nog onvoldoende. Het probleem beperkt zich wel tot de steden, en dan vooral Gent en Brussel, en treft hoofdzakelijk kansrijken.
De aangekondigde versoepeling van het GOK-decreet is nodig maar mag de scholen niet meer rechten geven om probleemjongeren te weigeren. Het moet de bedoeling zijn om een school de kans te geven optimaal onderwijs te bieden maar ook betrokken te zijn bij de buurt. Door het succes van een school dreigen immers de buurtkinderen van minder goed geïnformeerde ouders uit de boot te vallen. Ook moet de kans op concentratiescholen in welke zin dan ook beperkt worden.
Als bepaalde schooltypes succes kennen wegens hun pedagogische benadering, moet het aanbod ervan vergroten in de verschillende onderwijsnetten. Door het verdringingseffect krijgen andere scholen een hoger percentage kansarme of allochtone leerlingen. Die scholen moeten voldoende financiële middelen krijgen.
Gaat de minister akkoord met mijn bedenkingen? Hoe zal hij dat denkspoor ontwikkelen? Wat zal hij voorstellen aan de onderwijscommissie?
Wachtrijen bij schoolinschrijvingen waren er al voor het GOK-decreet en zijn daar dus niet noodzakelijk het gevolg van. Het is trouwens een marginaal verschijnsel van een beperkt aantal ouders en scholen in Brussel en Gent. In Gent wil het stadsbestuur de scholen met het aantrekkelijke pedagogische project uitbreiden.
Mijn zorg gaat echter ook uit naar ouders die niet in de rij staan en zich misschien te weinig bewust zijn van het belang van een schoolkeuze. Ik ben ook bezorgd over een aantal averechtse effecten van het GOK-decreet. Het absolute inschrijvingsrecht zorgt ervoor dat sommige scholen te veel leerlingen krijgen met problemen en dus geen gelijke kansen voor alle leerlingen meer kunnen bieden.
Het inschrijvingsrecht is een goed principe, maar mag niet alleen de mondige onderwijsvrager bevoordelen. We moeten de zwakkeren ondersteunen. De onderwijsaanbieders moeten voldoende middelen krijgen om in te spelen op de behoeften van hun schoolbevolking. De heer Tavernier heeft gelijk: daarvoor zijn middelen nodig. Hierover zal een debat moeten gevoerd worden. Ook het inschrijvingsrecht zal opnieuw moeten geëvalueerd worden. We zullen het begrip "draagkracht" van een school moeten verfijnen.
Nu kan een probleemleerling, tenzij hij verwezen werd naar het buitengewoon onderwijs, zich beroepen op het inschrijvingsrecht om ergens binnen te raken, ook na 1 oktober. Daardoor ontstaat een concentratie in plaats van een spreiding van de problemen. Uiteraard is het niet de bedoeling van mijn voorstel dat leerlingen nergens terecht kunnen en op straat belanden: er moet overleg komen tussen de verschillende scholen in de regio. Ik ga ermee akkoord dat scholen ook kinderen uit de onmiddellijke buurt moeten blijven aanvaarden. Elke school moet hier een deel van de verantwoordelijkheid opnemen. Het is te gek dat we sinds het GOK-decreet wel kunnen laten weten aan ouders van kinderen die geen Nederlands spreken dat hun kind niet in een bepaalde school terecht kan, maar dat een school die zich wil inspannen om kinderen met leerproblemen op te nemen dat eigenlijk niet kan.
Tegen het schooljaar 2006-2007 zullen we via een grondige evaluatie tot een goede oplossing moeten komen. Onderwijs moet goed zijn voor de sterken en sterk voor de zwakken. We moeten de ouders die zich niet bewust zijn van het belang van de schoolkeuze meer steunen, en de scholen de kans geven adequaat in te spelen op de problemen die zich aandienen. Dit moet het uitgangspunt zijn voor eventuele amendementen op het GOK-decreet.
Aanduidingen hierover in de beleidsnota Onderwijs en mijn uiteenzetting van gisteren in Antweperpen hieromtrent kunnen geconsulteerd worden op de website van het departement.
De minister zegt dat de averechtse effecten van het GOK-decreet soepeler zullen worden bekeken. Zal dit per school of per regio gebeuren, of gaat het om een algemene versoepeling?
Ik pleit ervoor de situatie in Brussel in deze GOK-inschrijvingsregeling niet uit het oog te verliezen.
Ik onthoud uit het antwoord van de minister drie grote punten: een school moet buurtgebonden kunnen zijn, scholen die meer kansarme en meer probleemleerlingen hebben moeten voldoende middelen krijgen, en alle scholen van alle netten moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Ik ga akkoord met de samenvatting van de heer Tavernier, maar op de vragen van mevrouw Michiels kan ik niet meteen antwoorden.
We moeten inderdaad het begrip "draagkracht" verfijnen, maar we moeten er ook over nadenken of we dit allemaal in Brussel moeten vastleggen. Misschien is het beter een algemeen raam te scheppen, en de toepassing op het terrein te laten afhangen van de lokale situatie.
Door tijdsgebrek ben ik hier inderdaad niet op de specifieke situatie van regio Brussel ingegaan.
Het incident is gesloten.