Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Nieuwenhuysen tot de heer Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over de houding van de Vlaamse regering ten aanzien van het wetsontwerp tot wijziging van de samenstelling van de raad van bestuur van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH).
Vorige week raakte bekend dat federaal minister Michel en staatssecretaris Chevalier samen een wetsontwerp zouden indienen tot wijziging van de samenstelling van de raad van bestuur van de BDBH. Er zouden meer vertegenwoordigers uit de particuliere sector worden in opgenomen : er zouden drie Vlamingen en een Franstalige bijkomen. Dat is een stap in de goede richting. Er zouden echter niet meer vertegenwoordigers van de overheid in de raad van bestuur worden opgenomen. In oktober 1999 heeft de minister als antwoord op mijn interpellatie gesteld dat ook voor de overheidsafgevaardigden het belang van de gewesten beter moest worden weerspiegeld. Werd de minister betrokken bij dit wetsontwerp? Wat is de houding van de Vlaamse regering?
Het wetsontwerp is nog niet ingediend in de Kamer : ik kan mij er dan ook nog niet over uitspreken. Nu al zo'n ontwerp indienen zou niet opportuun zijn : de BDBH is een belangrijk gespreksonderwerp voor de Costa. Na de besprekingen in de Costa kan gewerkt worden aan een algemene wetswijziging. Het zou alleszins een doorbraak betekenen als het aandeel van de Vlaamse vertegenwoordigers uit de privé-sector in de raad van bestuur wordt verhoogd.
Ik ben het ermee eens dat het niet logisch zou zijn dat nu al een wetsontwerp zou worden ingediend, nog voor de besprekingen over deze problematiek in de Costa zijn beëindigd. Een en ander toont aan dat er een recuperatiepoging door de federale overheid aan de gang is. De parititeit in de raad van bestuur moet ook op het vlak van de overheidsvertegenwoordiging worden doorbroken.
Het incident is gesloten.