Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de voortzetting van de beraadslaging over het regeerakkoord en de erbij behorende regeringsverklaring
Het voordeel om als vijfde spreker op te treden is dat ik rekening kan houden met wat de oppositieleiders hebben gezegd. Maar op de historische slogans en analyses van het Vlaams Blok kan ik moeilijk reageren. Ik wil immers een politiek debat voeren. De heer Dewinter beweert dat hij zegt wat de zwijgende burger denkt, maar toch heb ik hem geen kritiek horen uiten op het regeerakkoord. Ik ken zijn terminologie nog uit de geschiedenisboekjes en ik ben ervan overtuigd dat het moderne Vlaanderen daar nog maar weinig mee te maken heeft. Ik wil met alle fracties het debat aangaan, maar dan wel op basis van inhoud.
De tussenkomst van de heer Van Rompuy was heel constructief, maar wellicht ook onderdeel van een therapie. Een mengeling van zelfmedelijden en zelfverheerlijking. Deze therapie is evenwel nodig binnen de CVP. Ik heb van hem geen fundamentele kritiek gehoord, enkel een budgettaire waarschuwing. Daarom nodig ik de CVP uit om samen met ons deze uitdaging aan te gaan. Ook het Vlaams Parlement heeft een belangrijke rol te spelen.
Vlaanderen heeft nu een nieuwe, onuitgegeven bestuursmeerderheid als gevolg van de verkiezingsuitslag. De kiezer heeft duidelijk een hogere levenskwaliteit gevraagd, een groene toekomst en veilig voedsel. Agalev heeft deze bezorgdheden altijd al naar voren geschoven. Maanden voor de dioxinecrisis stelden wij al dat dit de uitdagingen voor de volgende eeuw waren. De dioxinecrisis heeft de mensen er echter nog bewuster van gemaakt. De zorg voor ons milieu werd door de dioxinecrisis als een existentiële zorg ervaren.
Vlaanderen heeft Agalev gevraagd een bijdrage te leveren. Wij zijn bereid onze verantwoordelijkheid op te nemen binnen deze meerderheid. Maar ook de andere partijen onderkennen deze bezorgdheid, wat meteen ook de eensgezindheid en ons leidmotief verklaart, namelijk de kwaliteit van het leven in een werkend Vlaanderen. De zorg voor de levenskwaliteit zorgt meteen voor cohesie.
Ecologische duurzaamheid is geen vrijblijvend begrip. Het betekent dat we de behoeftes van de huidige generatie zodanig bevredigen zonder de behoeftebevrediging van de komende generaties in gevaar te brengen. De groene draad in dit regeerakkoord stemt ons tevreden. De heer Stassen zal straks aantonen dat deze groene draad ook door de economische hoofdstukken loopt.
Ik wil voorts nog wijzen op een aantal belangrijke elementen. Zo wordt in het regeerakkoord uitdrukkelijk gekozen voor duurzame landbouw. De VLAM zal meer promotie voeren voor kwali-teitsvolle producten. Tegen 2010 moet 10 percent van de landbouw, biologische landbouw zijn. Het gebruik van pesticiden moet met de helft verminderen tegen 2005. Er komt een afbouw van de veestapel als de milieudoelstellingen van het MAP niet gehaald worden.
Een groen beleid mag geen betuttelend beleid zijn. Bedrijven krijgen meer verantwoordelijkheid binnen een duidelijk kader. Daarnaast zal het decreet- Bocken uitgevoerd worden. Ook in het waterbeleid wordt een ommekeer doorgevoerd : Aquafin verliest zijn monopoliepositie, er komt een resultaatsverbintenis, de betonlogica wordt verlaten en regen- en afvalwater worden versneld gescheiden.
In het afvalbeleid komt preventie voor hergebruik, recyclage, scheiden, vergisten, verbranden en storten. Er komen geen nieuwe ovens op nieuwe locaties
Komt er een vergunning voor de oven van Drogenbos
Het dossier over de oven van Drogenbos zal opnieuw op de regeringstafel terechtkomen. Op basis van het regeerakkoord zal de regering dat dossier trancheren
De heer Glorieux heeft in een interview met Ring-tv gezegd dat de oven er niet komt in deze regering.
Mijn antwoord is het enige officiële
Ik heb het interview op Ring-tv op een andere manier geïnterpreteerd. Ik heb begrepen dat de heer Glorieux zich achter de regeringsverklaring schaart en hij heeft niet expliciet gezegd dat de oven er niet komt.
Op de vraag of de oven van Drogenbos er komt, heb ik geantwoord dat de regeringsverklaring stelt dat er geen nieuwe ovens op nieuwe locaties komen. Het is aan de regering om dit op een consequente manier uit te voeren
Er wordt 38.000 hectare groene gewestplanwijzigingen voorzien tegen 2003 en de verwerving van 15.000 hectare wingerdbos-, duin- en natuurgebied de volgende 5 jaar. Er komt een omvangrijk investeringsprogramma in het openbaar vervoer en er wordt een uniforme tariefvermindering doorgevoerd in heel Vlaanderen. De verdubbeling van het reizigersaantal is een ambitieus maar haalbaar doel.
De kwaliteit van het leven hangt ook samen met de strijd tegen sociale uitsluiting en de creatie van gelijke kansen. Agalev legt zich niet neer bij de toenemende dualisering van de samenleving. Vlaanderen moet een levende democratie zijn. Het onderwijs is daarvoor een belangrijke hefboom en krijgt opnieuw de belangrijke plaats die het verdient. Dat is belangrijk voor een tolerante en menslievende samenleving. Het onderwijs moet de basis leggen voor de participatie op verschillende domeinen. Het verheugt me dat de regering kiest voor investeringen in de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij staan de leerlingen en de leerkrachten centraal. Er wordt specifieke aandacht besteed aan het wegwerken van drempels die de deelname aan het onderwijs belemmeren. Zo worden verschillende financiële drempels weggewerkt : de kosteloosheid van het basisonderwijs, het beperken van de facultatieve uitgaven in het secundair onderwijs, en het verbeteren en het verruimen van het studietoelagenstelsel. Ook de uitbreiding van de zorgverbreding met speciale aandacht voor leerstoornissen en een extra omkadering voor het secundair onderwijs voor doelgroepleerlingen zijn belangrijke punten. De verschillende maatregelen voor de herwaardering van het TSO en het BSO leiden tot een betere oriëntering. In het kader van de bijzondere aandacht voor de leerkrachten is het idee van een pool voor jonge leerkrachten verfrissend.
Voor Agalev is de aandacht voor het sociaal-cultureel middenveld essentieel in een emanciperend cultuurbeleid. Hun rol en verantwoordelijkheid wordt ondersteund om de noodzakelijke maatschappelijke netwerken uit te bouwen. Het recht op permanente vorming kan trouwens slechts gerealiseerd worden als het middenveld erkend wordt als belangrijke partner. Verder hebben de kunsten een belangrijke rol te vervullen in onze maatschappij. Ze leveren de nodige zuurstof voor een creatieve en kritische samenleving. Het regeerakkoord blijft daarin vaag, maar we zullen de uitdieping met de nodige aandacht vragen.
We zijn tevreden voor de bijzondere aandacht, die Brussel krijgt in dit regeerakkoord. We zijn geïnteresseerd in de maatschappelijke rijkdom van deze stad en de problemen die ervoor zorgen dat deze rijkdom geen troef is voor Vlaanderen. Sommigen in dit parlement ervaren deze multiculturele samenleving als een bedreiging. Deze regering onderkent in elk geval dat Brussel belangrijk kan zijn voor Vlaanderen, op voorwaarde dat we de samenlevingsproblemen erkennen, er antwoorden op formuleren en deze omzetten in concrete beleidsdaden.
Inzake het stedenbeleid heeft Agalev er het volste vertrouwen in dat de nieuwe minister in samenspraak met zijn collega's enkele duidelijke initiatieven zal nemen om het leven en het wonen in de stad goedkoper en aantrekkelijker te maken. Dat kan snel gebeuren.
De komende Septemberverklaring en de bespreking van de beleidsbrieven en de begroting geven ons nog de gelegenheid om de belangrijke thema's en beleidsinitiatieven grondig toe te lichten. Ik kan wel stellen dat het regeerakkoord voldoende inspiratie biedt om de volgende vijf jaar een daadwerkelijke trendbreuk te realiseren naar meer duurzaamheid en kwaliteit in de samenleving.
De uitslag van de verkiezingen moet ook geïnterpreteerd worden als een vraag naar een andere bestuurlijke ingesteldheid van de regering. Een van de grote uitdagingen van de Vlaamse regering is dan ook het wantrouwen van de burger in het politieke gebeuren te ontmijnen. De aangekondigde initiatieven inzake de bestuurlijke vernieuwing en de institutionele hervormingen, de betere dienstverlening en communicatie, de depolitisering kunnen daartoe een bijdrage leveren, maar vooral de concrete invulling van het regeerprogramma zal een hefboom zijn om de democratische samenleving tot een belangrijk cultuurgoed te verheffen.
Samen regeren betekent ruimte laten voor elkaars uitgangspunten en maatschappelijke bekommernissen. Dit programma is een palet van maatschappelijke doelstellingen, die een antwoord geven op de vragen die door de kiezer geformuleerd zijn. Dit is een antwoord op de roep naar bestuurlijke veranderingen en meer levenskwaliteit voor individu en samenleving. Met dit regeerakkoord stappen wij uit de Vlaamse zelfgenoegzaamheid. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid : de burger en de overheid moeten Vlaanderen samen op een nieuw spoor zetten. Dit is een maatschappelijk contract voor meer kwaliteit en verdraagzaamheid binnen een realistisch budgettair kader.
Dit akkoord is een actief werkinstrument, dat om verdere invulling door regering en parlement vraagt. Onze fractie wil een actieve rol spelen bij de realisatie ervan. Het parlement moet de controle van het beleid daadwerkelijk vorm geven. Een legislatuurparlement verdraagt immers een grotere autonomie van het parlement ten opzichte van de regering. Mijn fractie zal uingaan op de uitnodiging van de minister-president om het beleid aan te vullen en te corrigeren. De regering vindt de parlementaire werking belangrijk. Dat heeft zij bewezen door zich te engageren om integraal uit te voeren wat het parlement tijdens de vorige legislatuur beslist heeft.
Mijn fractie verwacht reeds op korte termijn enkele concrete initiatieven. Wij zullen waakzaam, kritisch maar constructief een bijdrage leveren om dit nieuwe project te realiseren. Wij willen dit contract sluiten en op basis hiervan geven we ons vertrouwen aan deze nieuwe regering. (Applaus bij de SP, de VLD , de VU en AGALEV)
Ik wil namens mij fractie de heer Luc Van den Brande feliciteren. Ik ben ervan overtuigd dat hij een persoonlijk project had, dat hij met grote overtuigingskracht heeft gedragen. In de mate van het mogelijke heeft hij hiervoor ook steun gekregen in dit Vlaams Parlement. Hij is er echter niet in geslaagd de verantwoordelijken van het federale niveau te overtuigen. Ik ken de genese, de inhoudelijk politieke redenen en de machtssituaties die aan de basis hiervan liggen. Hij heeft zijn opdracht echter uitstekend vervuld. (Applaus bij de CVP en de VU)
Tegen de CVP wil ik duidelijk stellen dat de uitdrukking 'wee, de overwonnenen' nu niet geldt. Deze nieuwe meerderheid is het resultaat van verkiezingen en van democratisch overleg. Er wordt gezegd dat deze nieuwe meerderheid heel wat onrust zaait bij christen-democraten op alle niveaus, binnen alle systemen en in de administratie. Ik wil toch duidelijk zeggen dat zij niet hoeven te vrezen voor hun opdracht. Wij willen niet met een bezem alle CVP-getrouwen uit de stal wegjagen. Vrijheid betekent dat iedereen een eigen keuze kan maken. Wij willen deze vrijheid garanderen.
De heer Van Rompuy zei dat de CVP onvervangbaar was. Ik wil hem er toch op wijzen dat elke partij vervangbaar is. De CVP is zogenaamd geroepen om de macht uit te oefenen. Dit geldt voor elke partij. De idee dat de macht toekomt aan één groep is niet democratisch
Ik heb enkel gezegd dat ons ideeëngoed uniek is. Ook dit geldt voor de andere partijen. Wij zullen voor deze originele ideeën blijven vechten of strijden, of we nu in de oppositie zitten of niet. Uw interpretatie is het omgekeerde van wat ik gezegd heb
De wijze waarop gedurende de laatste 40 jaren dominanties werden uitgeoefend was soms wraakroepend. Ik geef enkele voorbeelden : de gemeentefusies in Vlaanderen hadden vaak geen objectieve basis; de uitoefening van de macht door intercommunales had veelal niets met hun opdracht te maken, maar alles met machtsevenwichten; de wijze waarop in de Nationale Bank belangrijke bevoegdheden werden uitgeoefend werd bepaald door politieke gehoorzaamheid; dit geldt ook voor de manier waarop in de magistratuur bepaalde dominanties werden en worden gebruikt. De opbouw gebeurde niet vanuit de basis, maar vanuit een afweging van machtsposities. De wijze waarop een politieke partij voor de verkiezingen stelde de PSC niet te zullen loslaten in de regering had niets te maken met democratie : ook hier gaven machtsposities de doorslag.
De symmetrie is nog nooit zo duidelijk geweest : de koppeling PS-SP, VLD-PRL, Ecolo-Agalev is toch niet toevallig? Een editorialist van De Standaard heeft dit ook opgemerkt.
Ik refereer aan hetzelfde opinie-artikel : er is sprake van een kolonisatie van bestuursniveaus. Waar het op aankomt is de inhoud van het regeerakkoord. België is geen vrij land met een vrije bevolking. Het bestuur wordt bepaald door machtsdominanties, als waren we een koloniaal land. Belangrijke akkoorden, zoals het MAP, werden opgesteld in het belang van een bepaalde groep en pas in de tweede plaats in het algemeen belang. Ook het onderwijsbeleid ging niet steeds in de eerste plaats uit van het belang van het kind; dikwijls werden de discussies gedirigeerd vanuit de machtscentra van het onderwijs. Democratie ontstaat pas als discussies kunnen gevoerd worden met het oog op het algemeen belang.
Ik begrijp uw basishouding, maar u mag die kritiek niet enkel op de CVP betrekken.
Dat is ook niet de bedoeling. Het gaat om een algemeen politiek gegeven in België en Vlaanderen. Als we vernieuwing willen moet het algemeen belang het enige uitgangspunt zijn. De nieuwe meerderheid zal zich hier consequent aan houden in alle beleidsdomeinen : ruimtelijke ordening, landbouw, cultuur enzovoort. (Applaus bij de VU, de SP, de VLD en AGALEV
De CVP steunt dit uitgangspunt. Het mag echter niet betekenen dat elk zingevingsperspectief verloren gaat. (Applaus bij de CVP en het VB
Daarmee ben ik het volledig eens.
U suggereert dat de CVP nooit is opgekomen voor het algemeen belang. Veertig jaar lang hebben we echter gezocht naar oplossingen die het beste waren voor iedereen. Werken in het luchtledige is echter niet mogelijk : er moet rekening worden gehouden met het middenveld. Uw redenering is perfide. Opkomen voor het algemeen belang maakt het wezen uit van de CVP
Als u het ermee eens bent dat het algemeen belang voorop moet staan, dan begrijp ik niet waarom u zo nijdig reageert. (Applaus bij de VU, de SP, de VLD en AGALEV) De discussie over het MAP werd voor het grootste deel op het kabinet uitgetekend : dat zult u toch niet proberen te ontkennen?
Het MAP1 werd voorbereid in de bevoegde parlementaire commissie.
We zijn het er dus over eens dat er vanaf nu nog slechts één norm mag gelden, namelijk het algemeen belang.
Het MAP is voorbereid op het kabinet in een werkgroep met de betrokken partners. Daarna werd het besproken door een werkgroep van parlementsleden van de meerderheidspartijen. Pas in laatste instantie werd er in de commissie een MAP ingediend waaraan geen komma meer kon veranderd worden. (Applaus)
In elk geval waren er parlementsleden bij de totstandkoming van het MAP betrokken. Mevrouw Dua is toch ook niet van plan om een voorstel te laten uitwerken door het Vlaams Parlement.
Uiteraard. Mijn MAP zal echter niet geschreven worden in Leuven. Het zal wel uitgewerkt worden in overleg met het parlement. (Applaus bij AGALEV
De heer Van Grembergen vraagt zich af waarom onze houding zo krampachtig is, zoals zou blijken uit de reacties van onze fractieleider en van de heer Martens. Ik denk dat er daarvoor voldoende redenen zijn.
In het regeerakkoord wordt inzake het jongerenbeleid bijvoorbeeld gepleit voor meer aandacht voor pluralistische initiatieven. De bestaande organisaties worden niet eens vermeld.
Als de werking van de bestaande organisaties uitstekend is, dan hoeft daaraan niet getornd te worden. En dit is ook meestal het geval. Het land bestaat echter niet uit een verzameling van verenigingen, hoe belangrijk de verenigingen ook zijn. Het land is vooral een gemeenschap. Dit uitgangspunt is essentieel in dit regeerakkoord.
Dit regeerakkoord omvat een aantal belangrijke maatregelen, zoals de omvorming van het OCMW tot een sociaal huis. Iedereen weet hoe radeloos mensen zijn bij het benaderen van de administratie en bij het invullen van documenten. Daarom is het essentieel dat ze daarvoor snel, efficiënt en zeker kunnen bediend worden. Hetzelfde geldt voor het beleid inzake industrie en KMO's. Als dit land goed bestuurd wordt, dan zullen de burgers zich ermee identificeren.
Uit elk wetenschappelijk onderzoek over de Vlaming en de overheid blijkt hoe groot de kloof wel is. De kloof tussen de Vlaamse burger en het Vlaamse gezag is weliswaar minder groot, maar toch is ze zeer groot. Die kloof kan alleen gedicht worden als het bestuur beschouwd wordt als een bestuur van de eigen gemeenschap, van het eigen land. Dit is bijna een nationalistisch gegeven.
Ik ben een Vlaams-nationalist, maar dan een Vlaams-nationalist zonder geografisch vaderland. Het vaderland bestaat niet uit muren, maar is iets spiritueels. Tot mijn vaderland horen ook het getto van Warschau, de Berlijnse muur. Met vaderland verwijs ik naar alles wat past in een wereldbeeld dat de sociale en humane verantwoordelijkheid van mensen erkent. Mijn geestelijk vaderland zou geografisch vorm kunnen krijgen in de vorm van een goed bestuur in Vlaanderen. Ik beschouw het als mijn opdracht om er door een goed bestuur voor te zorgen dat de burgers zich daarmee opnieuw kunnen vereenzelvigen.
Sommigen zeggen dat VU-ID21 dit regeerakkoord niet had mogen goedkeuren en dat ze deze regering enkel had mogen gedogen. Volgens mij hoort het gedogen van een regering thuis in een koloniaal land. Als men zijn land bezit, dan gaat men in de oppositie of neemt men regeringsverantwoordelijkheid. Een regering gedogen betekent dat mijn zijn politieke verantwoordelijkheid opgeeft. Een dergelijke houding wekt mijn minachting op.
De heer Van Grembergen moet dit in zijn partijbestuur zeggen en niet in dit parlement.
Ik zeg dit overal. Mijn partij heeft trouwens een keuze gemaakt.
- De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Voor de verkiezingen hebben we inzake institutionele hervormingen vijf resoluties goedgekeurd in dit parlement. Vier partijen hebben ze volledig goedgekeurd en de vijfde partij bracht nuances aan en uitte haar terughoudendheid. Resoluties zijn echter niet meer dan de verwoording van de wensen van een parlement aan het adres van de regering. Ik heb toen aan minister-president Van den Brande gevraagd of die resoluties in het regeerakkoord kon opgenomen worden. Hij antwoordde mij dat dit door de toenmalige meerderheid niet kon worden goedgekeurd, maar dat dergelijke resoluties goedkeuren in het parlement wel politiek belangrijk was. Nu zijn die resoluties in belangrijke mate deel gaan uitmaken van het regeerakkoord. Bovendien zijn het nu essentiële doelstellingen van de Vlaamse partijen die de regeringsmeerderheid uitmaken. Dat betekent dat in Vlaanderen alle politieke partijen een hervorming van de staat willen. Er is eensgezindheid over 75 percent van de politieke doelstellingen op het vlak van de hervorming van de staat. Voor de verkiezingen was dit niet het geval.
Er is in dat verband nog een tweede belangrijke politieke beslissing genomen : de regionale en federale fracties van de Vlaamse partijen zullen tijdens de intergouvernementele conferentie unisono spreken, zonder enige dubbelzinnigheid over de gewenste staatshervorming. Dat is echter niet voldoende : het is een essentiële voorwaarde dat de betrokkenen eerst samen rond de tafel gaan zitten. In elk nationalistisch conflict komt dat moment op een goede dag. Dat moment is nu gekomen en ik roep de oppositie op terzake mee verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Ik treed dit pleidooi bij om de grens tussen meerderheid en oppositie in deze te overschrijden. Mijn inzet blijft, al ben ik wel van mening dat een en ander in de juiste context moet geplaatst worden. De vijf resoluties met krachtlijnen voor een verdere staatshervorming werden bereikt na een gezamenlijke inzet van alle Vlaamse fracties. Het democratisch nationalisme vormt echter niet het enige motief dat hen nastrevenswaardig maakt. Daarnaast is er immers ook de vraag naar instrumenten voor een beter bestuur in het noorden en in het zuiden. Als Vlaanderen en Wallonië bijvoorbeeld een eigen beleid inzake werkgelegenheid zouden kunnen voeren, kan de werkgelegenheid in beide regio's met 2 percent stijgen.
Een onderhandelingstafel is nodig, maar men mag er niet met lege handen heen trekken. Daarom hebben wij ons tijdens de voorbije regeerperiode mee ingezet bij het formuleren van duidelijke doelstellingen. Er bestond echter uiteindelijk geen bereidheid bij de Franstaligen om naar een nieuwe machtsverdeling te gaan.
Ik blijf voorstander van een confederaal model, waarin Vlaanderen gericht is op Europa en op de wereld.
De verwachtingen zijn hoog gespannen in Vlaanderen : de nieuwe regering heeft de lat hoog gelegd. Wij zullen haar steunen. (Applaus bij de VU, de SP, de VLD en AGALEV)
Het regeerakkoord breekt met het vorige beleid, ook op institutioneel vlak : men is opnieuw bereid met de Franstaligen tot een dialoog te komen. Dat duidt op de bereidheid zich in te zetten voor het behoud van de federale staat en verdient de voorkeur boven het tegen elkaar opzetten van beide gemeenschappen.
Als u het regeerakkoord gunstig gezind bent, betekent dat dan dat u voor honderd percent achter de betrachtingen van het Vlaams Parlement met betrekking tot de staatshervorming staat?
Het is beter met elkaar te spreken en te overleggen
U geeft dus toe dat het verkeerd is de dialoog te weigeren
De Franstaligen waren destijds niet bereid tot een gesprek, omdat sommige eisen van het Vlaams Parlement onaanvaardbaar waren. Bepaalde grensoverschrijdende aangelegenheden, zoals mobiliteit en leefmilieu, krijgen veel aandacht in het regeerakkoord. Ik mag hopen dat er in de komende regeerperiode meer samenwerkingsakkoorden zullen komen.
De voorstellen inzake bestuurlijke vernieuwing ogen aantrekkelijk. Zij beantwoorden aan de noden van de burgers. Het is positief dat men verantwoordelijkheden doorschuift naar de lokale overheid, want die staat het dichtst bij de burgers. Wel betekent dat ook meer werk, wat voor de grotere steden minder een probleem is, aangezien zij al over een uitgebreid bestuursapparaat beschikken. Kleinere gemeenten kunnen samenwerken in het kader van een intercommunale voor samenwerking tussen de gemeenten, maar moeten dan wel uitkijken dat ze hun autonomie niet gedeeltelijk prijsgeven aan de grotere gemeenten uit dat samenwerkingsverband. Voorts juich ik ook de consultatieve referenda toe.
Wel heb ik bedenkingen bij enkele voorstellen inzake institutionele vernieuwing. Zo ben ik van mening dat het bestuur van Zaventem - als nationale luchthaven - federaal moet blijven. Ook de ideeën over Brussel en de splitsing van het gerechtelijk arrondissement zijn niet evident. Wel is het goed dat voortaan samenwerkingsakkoorden mogelijk zijn met het Brussels Gewest inzake welzijn en gehandicaptenzorg. De gehandicapten in de Brusselse rand zullen daar blij mee zijn.
Ik ben verheugd over het behoud van het moratorium op afvalverbrandingsovens. Betekent dit evenwel dat de afvalverbrandingsoven van Drogenbos, waarvoor al een bouwvergunning werd verleend, niet gebouwd zal worden?
Ik kan niet akkoord gaan met de insinuatie als zouden de Franstaligen wat men in de regeerverklaring de autochtone bevolking noemt uit de Brusselse Rand verdringen. Vele Franstaligen zijn zelf slachtoffer van dit fenomeen. Niemand kan ontkennen dat meer en meer kapitaalkrachtigen de verloederde stadskern ontvluchten om zich in de stadsrand te vestigen. Pas als we erin slagen om de stadskern opnieuw aantrekkelijk te maken, zal de druk op de Rand verminderen.
Ik stel met genoegen vast dat men zelfs over de Rand een verdraagzamer toon aanslaat en afstapt van een agressieve communautaire politiek. Daarom zal ik niet tegen deze regeringsverklaring stemmen. Ik zal mij onthouden.
Ik hoop dat iedereen akte heeft genomen van de verklaringen van de heer Van Eyken. Hij heeft als vertegenwoordiger van de Union Francophone hier zopas een aantal passages geloofd uit de regeerverklaring en vooral de communautaire politiek in de Vlaamse Rand. Hij stelt dat deze regeerverklaring minder agressief is en meer mogelijkheden biedt. Hij moet zich waarschijnlijk inhouden om niet voor te stemmen. Is er een duidelijker bewijs dat we op communautair vlak niets te verwachten hebben van deze regering? De stem van de meest arrogante Franstalige partij spreekt boekdelen. (Applaus bij het VB
Ik wens de heer De Roo te feliciteren met zijn eerste optreden als voorzitter van dit parlement. Ik hoop dat we met de leden van het Bureau en alle fractievoorzitters op dezelfde constructieve manier kunnen samenwerken als voorheen.
Ik heb de heer Van Eyken onderbroken en gevraagd of hij akkoord gaat met mijn stelling dat de houding van de Franstaligen, die elke dialoog tijdens de vorige regeerperiode afwezen, verkeerd was. Hij heeft mij impliciet gelijk gegeven. De heer Van Eyken heeft het als burgemeester van een kleine gemeente ook gehad over betutteling en over de nefaste manier waarop convenants vroeger werden ingevuld. Hij zal zich ook onthouden bij de stemmig omdat hij denkt dat het beleid op dat vlak in de toekomst zal verbeteren.
De stelling als zouden wij tegemoetkomen aan de eisen van de Franstaligen, is compleet uit de lucht gegrepen. De heer De Gucht heeft al gewezen op de mogelijkheden die de dialoog biedt.
De heer Van Eyken pleit voor een dialoog. Waarom treedt hij bijvoorbeeld dan niet in dialoog met de Nederlandstaligen in zijn eigen gemeente of in de gemeenteraad? De betutteling die de heer Van Eyken aanklaagt slaat op bepaalde Vlaamse decreten en circulaires die hij in zijn gemeente weigert uit te voeren.
Het nieuwe regeerakkoord draagt meer dan het vorige mijn goedkeuring weg, omdat er werk wordt gemaakt van een betere administratie en wordt afgestapt van de oude bevoogdende houding. De redenen waarom ik het niet helemaal eens ben met dit akkoord, zijn communautair van aard. Ik wens hier evenwel nog aan toe te voegen dat er dankzij de organisatie van een federale conferentie tenminste een dialoog zal gevoerd worden
De hele VLD, de heer Van den Brande en de heer Van Eyken pleiten voor een dialoog. Dat verheugt mij. De enige reden waarom de heer Dewinter zich daartegen verzet, is het feit dat communautaire problemen zijn zaak nu eenmaal dienen. Hij wil nu eenmaal geen vooruitgang.
De heer Vermeiren stelt de aangekondigde dialoog voor als een gunst van de Franstaligen. Ik vind dat een vreselijke instelling
Ik heb het nooit over een gunst gehad. Iedereen pleit voor een dialoog en voor vooruitgang inzake de communautaire tegenstellingen. Tijdens de regeringsonderhandelingen hebben we voor nieuwe mogelijkheden op een oplossing gezorgd. Maar sommigen willen blijkbaar niet dat er vooruitgang wordt geboekt. (Applaus bij de VLD en de VU
De naïviteit van de heer Vermeiren verwondert mij. Voor de Franstaligen betekent een dialoog immers hetzelfde als immobilisme. Met zijn conferentie kiest hij voor de communautaire rust. Het resultaat zal de rust van het kerkhof zijn, iets waar de Franstaligen heel blij mee zijn. De VLD en de Volksunie hebben vroeger vaak gezegd dat tijdens de federale regeringsvorming voor een doorbraak in de communautaire kwesties gezorgd moet worden. De aangekondigde conferentie leidt alleen maar tot uitstel. (Applaus bij het VB)
Het stoort me dat men het voorstelt alsof er in Franstalig België een kentering heeft plaatsgevonden en dat de Franstaligen nu wel bereid zijn om te praten. Dat geeft de indruk dat we de voorbije jaren agressief hebben opgetreden tegen de Franstaligen, terwijl we alleen maar een aantal voorstellen hebben uitgewerkt om beter te leven in Vlaanderen
De heer Van den Brande heeft zelf erkend dat hij tijdens de vorige regering wel een aantal interessante voorstellen heeft kunnen uitwerken, maar dat daarover op geen enkel moment de mogelijkheid bestond om een dialoog te voeren. Als er hier een resolutie wordt gestemd, moet deze ook gerealiseerd worden. Het federale en het Vlaamse regeerakkoord maken die dialoog wel mogelijk, zonder dat we daarvoor gunsten hebben te ontvangen van de Franstaligen. Ik vraag dat u binnen enkele jaren een inventaris maakt van de realisaties inzake de communautaire kwesties gedurende beide regeerperiodes
Het was niet de bedoeling om in de vorige regeerperiode een nieuwe staatshervorming te realiseren, maar deze voor te bereiden
Ik ben tevreden omdat het vooropgesteld beleid aantoont dat politici het verschil kunnen maken. De burger heeft zeer duidelijk gemaakt dat het anders moet. De VLD-fractie wenst daartegenover een gunstige houding aan te nemen. De overheid moet echter meer doen dan de zorgen van de burger wegnemen. Het beleid moet verder reiken. Ik hoop dat ik hier over vijf jaar kan zeggen dat ik trots ben om een Vlaming te zijn omdat Vlaanderen efficiënt bestuurd wordt en omdat de overheid creatief is en de initiatieven van zijn burgers aanmoedigen. De overheid is er niet om te bevoogden, te betuttelen, te bestraffen of te controleren. Dat is momenteel wel het overheersend gevoel bij de burger ten aanzien van de overheid. Deze laatste wordt op geen ogenblik beschouwd als een partner die kan bijdragen tot het geluk van de burger. Integendeel, het beeld is overwegend negatief en het is onze taak om dat te veranderen. Dat kan door een goed en efficiënt bestuur op alle domeinen. De burger moet zich opnieuw gesteund voelen door de overheid.
Ik ben verheugd over het feit dat zoveel jonge mensen deel uitmaken van dit parlement en de regering, en dat het voorgestelde beleid de mogelijkheid in zich draagt om een fundamentele vernieuwing tot stand te brengen. Die vernieuwing vraagt een positieve houding tegenover elk dossier op elk domein van het bestuur : geen enkele partij heeft de waarheid in pacht. Ik geloof dan ook in een constructieve oppositie en ga dus graag in op het aanbod tot samenwerking. Als de minderheid goede argumenten heeft, moeten we naar hun standpunt luisteren.
Een tweede vereiste is eenvoudige en duidelijke regelgeving. De burgers en het bedrijfsleven vrezen de overheid en zijn ingewikkelde wetgeving. Het eenloketsysteem is dan ook een absolute prioriteit. In dit verband is het ook verheugend dat het bestaande OCMW omgevormd wordt tot een echt sociaal huis. De doelstelling om de Vlaamse regelgeving op vijf jaar te verminderen met 25 percent is ambitieus maar absoluut noodzakelijk. De wetgeving moet duidelijk zijn en al wie creatief wil zijn steunen. Ik ben vandaag meer dan ooit bezield omdat de VLD-fractie de beleidsverklaring volledig steunt, met volle overgave zal meewerken aan de realisatie van het nieuwe bestuur, maar ook zorgvuldig erover zal waken dat de doelstellingen gerealiseerd worden.
Ik blijf graag even stilstaan bij de punten die voor de VLD vooral van belang zijn. Ten eerste vraagt de Vlaming werk. Werken voor werkgelegenheid is en blijft dan ook de absolute topprioriteit. Een tweede element is de lastenverlaging, vooral voor de laagste inkomens uit arbeid. Arbeid moet aangemoedigd en mag niet fiscaal gestraft worden. Een derde doelstelling is meer kansen bieden op de arbeidsmarkt. Op dit ogenblik zijn er in Vlaanderen 60.000 vacatures die niet ingevuld geraken. Alle registers moeten dan ook opengetrokken worden om al wie wil werken aan een job te helpen. De voorgestelde maatregelen moeten worden uitgevoerd : de verlaging van de kosten voor kinderopvang, gratis werknemersabonnementen op het openbaar vervoer voor de lage inkomensgroepen en de lagere registratierechten voor een woning om de arbeidsmobiliteit te bevorderen.
Ten vierde is ook het onderwijs een topprioriteit. In een recent VN-rapport wordt ons onderwijssysteem bestempeld als het beste ter wereld. We mogen echter niet op onze lauweren gaan rusten. We juichen dan ook het voornemen van de regering toe om de kwaliteit van ons hoogstaande onderwijs te waarborgen door voldoende personeel, meer middelen en meer waardering voor de leraars. We verheugen er ons over dat nadruk gelegd wordt op het wetenschappelijke en technische onderzoek, maar vragen ook speciale aandacht voor het toegepast onderzoek.
Ten vijfde vragen we ook bijzondere aandacht voor de zonevreemde bedrijven.
Een zesde belangrijk punt is dat we een sociaal Vlaanderen willen. Het vooropgesteld beleid bulkt terecht van de initiatieven voor het kind, de jeugd en de ouderen. De jeugd is onze toekomst is een oud gezegde, maar de juistheid ervan ervaart men meer en meer met ouder te worden. Er komt terecht veel aandacht voor onze kinderen, de kinderopvang en de echte dialoog tussen jongeren en overheid. Ook de vergrijzing is een aspect dat onze bijzondere aandacht verdient. De zorgverzekering is een ambitieus en waardevol plan, waarvoor de nodige kredieten moeten vrijgemaakt worden.
Iedereen wordt geconfronteerd met het mobiliteitsprobleem. In de regeringsverklaring wordt dan ook terecht een budgettaire inhaalbeweging voorgesteld. In feite zou het overbodig moeten zijn om meer aandacht te vragen voor de zwakkeren in de samenleving. Een echt mindervalidenbeleid gaat uit van de behoefte van de mindervalide zelf en zijn fundamenteel recht op zorgverlening op maat. Wij moeten de problemen op dit gebied aanpakken.
Een sociaal woonbeleid is noodzakelijk. Iedereen heeft het recht te beschikken over een aangepaste woning. Ik wil hier niet spreken over het probleem van het eigendomsrecht. Bepaalde goed bedoelde reglementeringen hebben negatieve gevolgen voor de betrokkenen. Ik verheug mij dan dat het regeerakkoord een evaluatie voorstelt tegen het einde van het jaar 2000.
Er moet een degelijk milieubeleid komen. Diegenen die verantwoord ondernemen, zullen gesteund worden. De anderen moeten begrijpen dat duurzame economie enkel kan voortbestaan met duidelijke regels en goede controle.
Ik vind het goed dat het regeerakkoord een grote inventaris bevat van tal van thema's. Reeds in september zullen wij de mogelijkheden van de regering om tot een goede dialoog te komen, kunnen beoordelen. De onderhandelaars hebben op korte tijd zeer veel gerealiseerd. De VLD-fractie zal bestendig waken over de correcte uitvoering van het regeerakkoord. Wij zullen een loyale, stevige en hardwerkende fractie zijn, die de regering zal aanporren waar nodig. Wij zullen deze regering steunen. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU en bij AGALEV)
U zegt dat u tevreden bent dat het aanpasbaar wonen nu in het regeerakkoord staat. Ik stel vast dat de VLD-fractie een kort geheugen heeft. Tijdens de bespreking in de bevoegde commissie vond uw fractie de Wooncode te centralistisch, ze oordeelde dat het eigendomsrecht wordt aangetast door het recht van voorkoop, enzovoort. Nu bent u uitermate tevreden dat deze wooncode de basis is van het akkoord inzake huisvesting. In een kleine maand zijn uw uitgangspunten van zwart in wit veranderd. Dit regeerakkoord is op gebied van de ruimtelijke ordening en de huisvesting een rood-groene wagen met een blauw stickertje
U zou best het hoofdstuk over de huisvesting van de regeringsverklaring eens lezen. De grote nood aan sociale woningen wordt onderlijnd. Er is ook sprake van huurcheques
Ik stel alleen vast dat de wooncode het uitgangspunt is. Uw fractie heeft die in het verleden verfoeid.
Ik vind de visie van de VLD duidelijk terug in de regeringsverklaring. Ook de huurcheques zijn er in vermeld. Wij vestigen eveneens de aandacht op de nefaste aspecten van de wooncode. Er is een evaluatie gegpland tegen het einde van het jaar 2000. Dit alles is niet in tegenspraak met onze vroegere standpunten. (Applaus bij de VLD, de SP en bij AGALEV
Ik zal een aantal deelaspecten van het regeerakkoord behandelen : de havens, de grootstedelijke mobiliteit en het grootstedelijk beleid. Over de havens wordt in dit regeerakkoord niet veel gezegd. Bij de vroegere regeringsverklaringen werd, al was het dan pro forma, steeds gezegd dat de havens de motor van de economie zijn. Vlaanderen is immers een distributieland bij uitstek. Dit regeerakkoord zegt niets over de ontsluiting, de bereikbaarheid, het vervoer, de beloodsing, de rol van de havens, enzovoort. Er staat alleen in dat de economische expansie van de havens niet langer ten koste van de open ruimte mag gaan. De havens zijn dus blijkbaar hinderlijk voor deze regering.
Er wordt ook weinig gezegd over de grootstedelijke mobiliteit. Er zijn enkel een aantal vage voornemens voor de ondertunneling van een aantal kruispunten en de realisatie van de Oosterweelbrug. De Antwerpenaren hebben dit niet gevraagd. De commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer heeft goed voorbereidend werk geleverd over de mobiliteit in Gent en Antwerpen. Het verbaast mij dat hierover niets staat in het regeerakkoord
Wat betreft de havenontsluiting stipuleert het regeerakkoord dat wij meer goederen via het spoor willen vervoeren door de tweede spoorontsluiting van de Antwerpse haven en de multifunctionele reactivatie van de IJzeren Rijn. Hiermee komen wij tegemoet aan verzuchtingen van de Antwerpse haven. De minister van Openbare Werken en Mobiliteit moet in 2001 een geïntegreerd mobiliteitsplan klaar hebben. Wij verbinden ons ertoe om dit binnen vijf jaar in werking te laten treden
Het grootstedelijk beleid wordt blijkbaar belangrijk geacht, niet minder dan 7 bladzijden worden hieraan in het regeerakkoord besteed. Dit is op zich een goede zaak maar de Agalev-standpunten worden al te duidelijk overgenomen. Aan de auto wordt de totale oorlog verklaard : hij zou het ecologische draagvlak van de stad ondergraven. Steden zullen niet alleen onbereikbaar worden voor de toeristen maar ook voor de mensen die komen winkelen.
Het wonen boven winkels zal aangemoedigd worden. Het Antwerpse voorbeeld toont aan dat dit voornemen tot mislukken gedoemd is. De mensen willen immers niet meer in steden wonen om fiscale redenen, wegens de onveiligheid en de onleefbaarheid. De remedies die worden voorgesteld, zullen het probleem niet oplossen. Eén maatregel vinden wij wel positief : de heroriëntering van het Mercuriusfonds. Door de acties van het Antwerpse college waren deze gelden aan ons voorbijgegaan. Met deze heroriëntering kan dit opgelost worden.
We geloven niet in uw duur en weinig effectief socio-cultureel beleid van straathoekwerkers, wrevelagenten enzovoort. Ook uw aanpak van de jeugdproblemen bevalt ons niet : niet migrantenorganisaties, maar wel wijkcomités van het eigen volk moeten bevoorrechte gesprekspartners zijn.
Uw veiligheidplan legt de klemtoon op de schoonheid van de straten. Het probleem is er echter niet één van hondendrollen, maar wel van echte onveiligheid en criminaliteit. Het politietoezicht moet worden verhoogd, de wijken moeten aan het eigen volk worden teruggegeven.
Het Vlaams Blok zal om al deze redenen een harde oppositie voeren. (Applaus bij het VB
De heer Penris vergist zich kennelijk van parlement. Het veiligheidsbeleid is een federale aangelegenheid. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering hebben de ambitie om de steden meer leefbaar te maken via een mix van maatregelen, onder meer op het vlak van huisvesting. De Sociale huisvestings-maatschappijen moet een nieuwe dynamiek worden ingeblazen; oudere sociale wooncomplexen zullen worden gerenoveerd om sociale verdringing tegen te gaan; er zullen gerichte huursubsidies worden verstrekt.
De SP schaart zich ten volle achter de het beleid inzake welzijn, gezondheid en gelijkekansenbeleid, zoals uiteengezet in het regeerakkoord. De beloftes van ons kiescontract en de voorstellen van het SP-Toekomstcongres komen er ten volle in aan bod. Het basisrecept is solidariteit. Het regeerakkoord omschrijft tot onze voldoening kinderopvang als een basisvoorziening; het gaat uit van kinderrechten als basiselement voor het welzijnsbeleid. Bovendien zal een solidaire zorgverzekering worden uitgebouwd in het verlengde van het decreet van 17 maart 1999. Ik ben blij met de uitdrukkelijke vermelding dat de bijdragen gerelateerd zullen worden aan het inkomen. Het verheugt ons dat de minister-president gisteren heeft onderstreept dat de invoering en financiering van de zorgverzekering prioritaire aandacht zullen krijgen. We zijn blij dat 40 miljard frank gereserveerd werd voor het sociaal beleid en het welzijnsbeleid en met de creatie van 15.000 nieuwe jobs in de sociale economie. Ook de versterking van de OCMW's in het welzijnslandschap is steeds een streefdoel geweest van mijn partij. Het Sociaal-Huisplan is daartoe een belangrijke aanzet.
Tijdens de twee voorbije regeerperiodes moesten parlementaire voorstellen een heel hindernissenparcours passeren. Het regeerakkoord gaat uit van de vaste wil tot openheid tegenover nieuwe ideeën en voorstellen. In dit kader zijn we blij met verscheidene bepalingen van het regeerakkoord : het persoonsgebonden assistentiebudget voor gehandicapten; de versterking van de positie van gebruikers van instellingen uit de welzijns- en gezondheidssector; het wegwerken van de sociale ongelijkheid in de preventieve gezoendheidszorg; de belofte om een gelijkekansenbeleid te realiseren voor homo's en lesbiënnes.
De noeste arbeid van de vorige commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin zal gehonoreerd worden. Denk daarbij aan de motie van aanbeveling en de maatschappelijke beleidsnota Bijzondere Jeugdzorg, als basis voor een strategisch meerjarenplan. Denk ook aan de conclusies van de commissie Armoede en Sociale Uitsluiting, met aandacht voor inclusief beleid en de samensmelting van Welzijn en Gezondheid tot één bevoegdheidspakket, onder één minister.
De SP zal voluit meewerken aan de vernieuwing die blijkt uit het regeerakkoord. (Applaus bij de SP, de VLD, de VU en AGALEV)
Ik zal het regeerakkoord benaderen vanuit het gelijke-kansenbeleid, in een maatschappij die steeds dualer wordt. Het huidige regeerakkoord biedt de mogelijkheid om de kwaliteit van het leven te verhogen. Een democratische samenleving mag het deficit van armoede en sociale uitsluiting niet negeren. Er is nood aan een inclusief beleid. Er moet meer werk gemaakt worden van preventie. De kosteloosheid van de leerplicht moet worden gegarandeerd. Het aanbod van Nederlands als tweede taal zal worden uitgebreid. Er zal een beleid worden gevoerd dat zich verzet tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. Niet de armen, maar de armoede moet worden aangepakt. Er moet snel een decretale basis worden gelegd voor de erkenning en subsidiring van verenigingen waar armen het woord nemen.
Wanneer de realisatie van de sociale grondrechten van elke burger effectief de toetssteen van het beleid vormt en wanneer een strategisch plan de aanbevelingen uit het themadebat Armoede uitwerkt, dan zullen we jaar na jaar stappen zetten in de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Binnen dit kader vormen de thuislozen een zeer problematische groep.
Het recht op wonen kan niet onderschat worden. Daarom zijn de 15.000 bijkomende sociale woningen voor ons essentieel.
Een integraal beleid voor etnisch-culturele minderheden zal met concrete doelstellingen en maatregelen op de verschillende Vlaamse bevoegdheidsdomeinen en -niveaus worden gevoerd, om het onthaal en de integratie van die groepen te bevorderen. Voor onze fractie betekent dit dat men de voorwaarden moet scheppen opdat de minderheden die legaal in ons land gevestigd zijn als volwaardige burgers zouden kunnen deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren. De minderheden die hier voorlopig verblijven moeten behandeld worden met respect voor de menselijke waardigheid en de fundamentele mensenrechten. Men moet de mensen zonder wettig verblijf een minimaal recht op voeding, onderdak, onderwijs en medische zorgen bieden zolang ze op het Belgisch grondgebied verblijven. Dit behoort tot onze bevoegdheden. In het bijzonder het recht op onderdak moet dringend gerealiseerd worden. Met het oog op een effectief integratie- en inburgeringsbeleid moet de doelgroep als een volwaardige gesprekspartner betrokken worden bij het voorbereiden, uitvoeren en opvolgen van dat beleid. Agalev zal het minderhedenbeleid op de voet blijven volgen. In ex-minister Martens hebben we een gelijke gevonden inzake bekommernis om het minderhedenbeleid. Ik hoop dat dit zo zal blijven.
Is de democratie mannelijk? Bij Agalev is dat zeker niet het geval. Deze stembusgang heeft echter niet geleid tot een meer evenwichtige deelname van mannen en vrouwen aan het beleid. Het gelijkekansenbeleid komt in deze regeringsverklaring niet erg uitgebreid aan bod. Twee essentiële punten werden wel vermeld, namelijk dat de discriminaties moeten worden weggewerkt en dat daarvoor de nodige middelen moeten uitgetrokken worden. In dit verband moet het combineren van zorg en arbeid een belangrijke invalshoek van het beleid vormen. Het waarmaken van een gelijkekansenbeleid voor homo's en lesbiennes draagt uiteraard onze goedkeuring weg. Een aangepast hulpverleningsaanbod voor holebi's wil ik hier als een specifiek aandachtspunt naar voren schuiven. Dit hoeft geen compleet apart circuit te zijn, maar wel een specifieke ingang en zorg. Ook een ondersteuningscentrum voor holebi's en professionelen lijkt aangewezen.
Wat betreft kinder- en jongerenrechten kan vanuit verschillende hoeken expertise ingebracht worden. Het is de eerste keer dat deze bekommernis expliciet in het regeerakkoord wordt ingeschreven. Kinderrechten worden niet enkel ingevuld vanuit de beschermingsreflex. Er wordt ook nadruk gelegd op inspraak en participatie en op de mogelijkheid om gebruik te maken van voorzieningen en diensten. Men kan overwegen om de kinderrechten systematisch in te bouwen in alle voorzieningen die met kinderen te maken hebben. We kijken ook uit naar het eerste rapport van de kinderrechtencommissaris. Een aantal nieuwe beleids-aanbevelingen zullen dan zeker verder vorm krijgen. Onder integrale jeugdzorg verstaan wij een intersectorale afstemming van alle voorzieningen inzake jeugdhulpverlening, opvoedingsondersteuning en hulpverlening en het verzekeren van een breed spectrum aan hulpverleningsinterventies. Het verheugt ons uiteraard dat de motie van aanbeveling zal uitgewerkt worden in een strategisch meerjarenplan. We kijken daarom uit naar de eerste begroting. Daar moeten de nodige budgetten worden uitgetrokken.
We staan voor vijf spannende en belangrijke jaren. De actiepunten voor een actief zorgbeleid zullen het welzijn en de kwaliteit van het leven voor iedereen verhogen. De regering heeft onze steun en de garantie van onze inzet om dit mee te realiseren. (Applaus bij de SP, de VLD, de VU en AGALEV
Eminente sprekers hebben de regeringsverklaring in alle toonaarden besproken. Als neofiet valt het me op dat een belangrijk deel van de spreektijd gevuld werd met verwijzingen naar het verleden. Voor mij en mijn fractie is de toekomst belangrijker dan het verleden. Wat daags na de verkiezingen nog onmogelijk leek is nu uitgegroeid tot een nieuw project waarin een groot deel van de bevolking zich kan terugvinden. De onderhandelingen zijn geëindigd in vertrouwen. Deze regering straalt vertrouwen uit. Ik ben blij van die meerderheid deel te kunnen uitmaken.
Het nieuw project voor Vlaanderen dat aan het Vlaams Parlement en aan alle burgers wordt voorgelegd is mensenwerk en dus niet perfect. Het is wel eerlijk, open en correct. Paars wordt de modekleur voor deze zomer. Hiermee hadden de couturiers van de vorige bewindsploeg bij het uittekenen van hun collectiestukken in 1998 geen rekening gehouden. Een van de bekendste couturiers zit nu ook in de paarse collectie, al diende die de snit van een aantal modellen ingrijpend aan te passen.
- De heer Norbert De Batselier treedt opnieuw als voorzitter op.
Voor mijn fractie staat paars niet voor anti-CVP. Paars staat voor iets, niet tegen iets : het staat voor een trendbreuk die moet leiden tot integrale democratie, een beter bestuur, institutionele en bestuurlijke hervormingen, meer kwalitatieve welvaart en meer welzijn. Toch moet er ook zin zijn voor pragmatisme. De alliantie VU-ID straalde dit elan reeds lang voor de verkiezingen uit. We kunnen ons terugvinden in de doelstellingen van deze regering. Een aantal items van onze congressen vinden we letterlijk terug in het nieuwe project.
De alliantie zal het regeringswerk loyaal en kritisch volgen, zonder onze eigen ministers een voorkeursbehandeling te geven. Het doel : gestalte geven aan het streven naar meer democratie en beter bestuur. De wegen zijn bekend : een sociaal huis in de gemeenten, een transparante regelgeving, communicatie, depolitisering, beperking van de kabinetten, decumulatie, afwijzing van nepotisme, de gemeentelijke autonomie au sérieux nemen, gelijke kansen creëren. Naarmate dat werk vordert, moet men ook het vertrouwen uitdragen, want de kloof tussen burger en politiek bevindt zich in de eerste plaats tussen de kiezer en de verkozene. Deze keer moet men slagen : als dat niet het geval is, zullen de extremistische en intolerante krachten de volgende keer electoraal hoogtij vieren.
Vanwege ID geef ik een pluim aan de VU, omdat die er op haar eentje in geslaagd is de staatshervorming weer op de politieke agenda te krijgen.
Er bestaat een haat-liefdeverhouding tussen pers en politiek. De media hebben een enorm belang in een democratie. Niet toevallig hebben de meeste autoritaire regimes geen minister van media, maar wel een van voorlichting. Wij menen dat die media in de ruimere context van het cultuurbeleid aan bod moeten komen. Er zijn enorme ontwikkelingen aan de gang, zoals de concentratie van de informatiekanalen en de verspreiding van de nieuwe media. Een alert beleid is vereist.
Tot nu toe was er weinig kritiek op de inhoud van het regeerakkoord, hoogstens op de mogelijke rekeningen die zouden volgen. Maar hoe kan men die beoordelen zonder dat er eerst beleidskeuzen werden gemaakt? Het vastleggen van de priori-teiten gebeurt na overleg binnen de schoot van de coalitie. De CVP toonde zich bevreesd dat alle partners staan te dringen om te scoren. Was dat niet zo toen de CVP nog aan de macht was? Toen moesten zelfs alle standen en zuilen binnen de CVP een voor een scoren. Voorts zal eindelijk recht worden gedaan aan het principe van de subsidiariteit, nadat de gemeentelijke autonomie in het verleden voortdurend werd uitgehold. En hoewel de CVP meent dat ze onvervangbaar is, is niemand in dit halfrond onmisbaar.
Het Vlaams Blok toonde zich op eloquente wijze belligerent. Het kondigde aan dat het de meerderheid alle hoeken van dit parlement zou laten zien. Ik geef er de voorkeur aan de zachte rondingen van het parlementsgebouw in het licht te stellen. En wat de aaibaarheidsgraad betreft, ik ben ervan overtuigd dat de bevolking bij een consultatief referendum daarvoor zou kiezen en niet voor een ploeg van macha's en macho's. (Applaus bij de VU, de SP, de VLD en AGALEV
De heer Schiltz vond de verkiezingsuitslag een ideale gelegenheid om de unitaire logica te doorbreken : om Vlaanderen en Wallonië met verschillende meerderheden te besturen. Hij had gelijk. Maar onder druk van Franstalig België en het Hof werd toch gezorgd voor gelijke meerderheden, met alle gevolgen vandien voor eventuele communautaire stappen, noodzakelijk om tot een beter bestuur te komen.
Minister-president Dewael kan ons niet garanderen dat er nieuwe stappen gezet zullen worden. We moeten het doen met een verbintenis dat hij de eisenbundel op federaal niveau zal verdedigen. Maar wat moeten we ons voorstellen bij deze verbintenis? Is het een middelen- of resultatenverbintenis? Is het vrijblijvend of trekt u er bepaalde conclusies uit? Wat is het absolute minimum?
Het hoofdstuk staatshervorming in het regeerakkoord vertoont inzake opbouw gelijkenis met het hoofdstuk over institutionele vernieuwing in het federale regeerakkoord. Inhoudelijk is het federale akkoord een opeenvolging van gemeenplaatsen met één belangrijke boodschap : aan de transfers wordt niet geraakt.
Niemand mag pronken met de overheveling van de organieke wet op de gemeenten en provincies. Daarover bestond al een akkoord in 1993. Bovendien vraag ik me af hoe dat zal gebeuren. Het bewuste grondwetsartikel werd niet in herziening gesteld. Het zou eventueel via een bijzondere wet geregeld kunnen worden, maar dat vindt de minister-president institutionele bricolage
Ik had inderdaad liever gezien dat men ook dit grondwetsartikel voor herziening vatbaar had verklaard. Een aantal grondwetsspecialisten stelt dat het mogelijk is de organieke wet met een bijzondere wet over te hevelen. Via een grondwetswijziging is beter, maar dit punt is te belangrijk
Toch heeft u deze mogelijkheid institutionele bricolage genoemd
Zou u er dan liever nog mee wachten
Omdat er geen duidelijke afspraken zijn, zal de hele discussie versmoren in de aangekondigde conferentie. Bovendien kunnen een aantal coalitiepartners bezwaarlijk als strijders voor meer autonomie omschreven worden. Agalev heeft geen enkele resolutie goedgekeurd, terwijl de SP de resolutie over de homogene bevoegdheidspakketten niet heeft goedgekeurd. Toch vinden we de resoluties in het regeerakkoord terug. Is Agalev van idee veranderd of hopen ze dat dit vrijblijvend is?
Bovendien werd de lijst niet volledig overgenomen. Zo vinden we niets terug over de overheveling van de personenbelasting naar de deelstaten. Inzake gezondheidszorg en gezinsbijslagen is de financiële bevoegdheid helemaal weggevallen. Nu de Volksunie in de regering is gestapt wil men niet langer dat de deelstaten bevoegd worden voor de financiering. Men verkiest blijkbaar dotaties, terwijl de heer De Gucht indertijd alles gedaan heeft om de SP te overtuigen. Ik begrijp niet waarom men dit cruciale punt heeft laten varen.
Niets staat vast, behalve dan dat de Franstaligen erin geslaagd zijn de heer Busquin af te vaardigen in de Europese Commissie. Daarnaast zijn er federale recuperatiepogingen op het vlak van de buitenlandse handel, KMO-beleid en zorgverzekering. Bovendien hebben de Franstaligen nu al toezeggingen gekregen over de financiering van hun onderwijs. Wij krijgen alleen maar beloftes.
Ik begrijp niet waarom de Volksunie tevreden is met een instantie waarin wij maar één vertegenwoordiger op zes hebben. De heer Anciaux heeft een kat in een zak gekocht. De Volksunie zat nochtans in een machtspositie.
In het hoofdstuk over Brussel en de Rand staat niets over de taalwetgeving, Vlabinvest, het recht op voorkoop, enzovoort. Blijven de rondzend-brieven van de voormalige ministers Peeters, Martens en Van den Brande van toepassing?
In een interview vreest de heer Schiltz dat een regering met SP en Agalev niet sterk genoeg is om Vlaanderen te beschermen tegen federale recuperatiepogingen. Ik denk dat hij gelijk heeft en daarom kunnen wij deze regering niet steunen. (Applaus bij het VB
De heer Van Rompuy stelde dat het goed gaat met Vlaanderen. Volgens de naakte economische cijfers stelt Vlaanderen het uitzonderlijk goed, onder meer inzake de werkgelegenheid. De verkiezingsuitslag heeft evenwel heel scherp aangetoond dat de Vlaamse bevolking de welvaart te eenzijdig ervaart : deze laatste biedt geen antwoord op het verlangen naar meer kwaliteit en zekerheid.
Het antwoord dat zowel van de Vlaamse als van de federale regering verwacht wordt, moet duidelijk maken dat er prioriteit wordt gegeven aan een echte trendbreuk. Het regeerprogramma voldoet aan deze eis. Er wordt namelijk radicaal gekozen voor de derde weg. Voor de SP betekent deze koers meteen ook de feitelijke start van onze vernieuwingsbeweging, die we tijdens het Toekomstcongres in 1998 op papier hebben gezet. We willen streven naar de actieve welvaartsmaatschappij, waarbij meer zekerheid en kwaliteit bereikt wordt door de actieve deelname van iedereen. De derde weg betekent ook dat men afstand doet van de oude tegenstellingen en breuklijnen.
Het patroon van het economisch en werkgelegen-heidsbeleid in het regeerprogramma is misschien de duidelijkste illustratie van de derde weg. Hiervoor werd veel inspiratie gevonden in de resolutie van het Vlaams Parlement van 30 april 1997 betreffende de werkgelegenheid. Het beleid inzake de werkgelegenheid en de economie is gebaseerd op drie pijlers, die volledig overeenstemmen met de vernieuwde SP-visie. Een eerste pijler is het richten van de economische groei op een actieve inschakeling en doorschake-ling, en dus meer zekerheid bieden. Een tweede pijler is het uitbouwen van bijkomende werkgelegenheid in activiteiten die tegemoetkomen aan dringende maatschappelijke behoeften en die dus zorgen voor meer kwaliteit in het leven. Ten derde dient men dat alles te baseren op een centrale rol voor vernieuwd en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Deze drie pijlers werden vertaald in zeer concrete engagementen die voor ons een stimulans zijn om er volop tegen aan te gaan ondanks ons verlies.
Het optrekken van de werkzaamheidsgraad tot 65 percent betekent veel verder gaan dan de norm van het verdrag van Leuven. Het betekent vooral ook dat de laaggeschoolden, de vrouwen en de 45- of 50-plussers volwaardig betrokken zullen worden. De startbanen betekenen een doorbraak inzake de inschakelingsaanpak. Het betreft een synchrone aanpak tussen het federale en het Vlaamse niveau. De uitsluiting wordt preventief aangepakt. Het engagement wordt genomen van bij de start van de legislatuur en voor alle jongeren, dus ook de migrantenjongeren.
De 15.000 bijkomende plaatsen in de sociale economie zorgen ervoor dat iedereen zich nuttig en volwaardig betrokken zal voelen. De nadruk op meer opleiding, vooral op de werkvloer, zorgt ervoor dat werken in de informatiesamenleving een kans wordt. Het verminderen van de belastingen op de laagste inkomens past perfect in dit coherent verhaal. Het is een onontbeerlijke maatregel in het kader van de actieve welvaartsstaat. Werken moet voldoende beloond worden om in de eerste plaats voor de lager geschoolden aantrekkelijk te zijn. Het is broodnodig om deze laatsten in de reguliere tewerkstelling in te schakelen.
Samen met het federale regeringsprogramma inzake arbeidskostenverlaging en de activering van de werkloosheidsuitkeringen biedt deze maatregel een enorme hefboom voor de ontwikkeling van nieuwe arbeidsintensieve diensten. Niet alleen in de toeristische sector maar ook in de welzijnszorg kan op die manier tegemoetgekomen worden aan talrijke behoeften. Zo is het uitbreiden van kinderopvang essentieel om een gelijkere participatie aan de arbeidsmarkt mogelijk te maken.
De passus over verantwoord ondernemerschap is wellicht een van de meest vernieuwende in de regeringsverklaring en is voor ons essentieel. Als het beleid meer een beroep wil doen op het ondernemerschap in Vlaanderen, dan moeten we zeker zijn dat het gaat om kwaliteit in alle opzichten. Het invoeren van een certificaat voor verantwoord ondernemerschap laat de overheid toe om een onderscheid te maken tussen diegenen die meer kwaliteit willen en diegenen die alleen ouderwets winstbejag nastreven.
Ten slotte heb ik nog een boodschap voor de kersverse minister van Tewerkstelling. Zijn portefeuille weegt vandaag niet zwaar. Als hij er evenwel snel werk van maakt om de nodige afspraken te maken met de federale regering, dan kan de portefeuille snel aan gewicht winnen. Meer autonomie inzake de aanwending van de werkloosheidsuitkeringen en van federale opleidingsstelsels zijn essentieel voor het voeren van een actief werkgelegenheidsbeleid. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om over de Vlaamse bevoegdheden ook Vlaamse CAO's af te sluiten. Ik ben er zeker van dat de nieuwe minister daar snel werk zal van maken. Ik zal u alvast steunen en ik wens de regering alle succes. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU en AGALEV
Ik wil even stilstaan bij twee aspecten van het regeerakkoord, namelijk bij het aspect van de duurzame ontwikkeling en de financiële aspecten van het welzijnshoofdstuk, meer bepaald de zorgverzekering.
Duurzaamheid is een begrip dat in veel teksten opduikt en meestal een enge invulling kreeg met weinig inhoudelijke betekenis. In het regeerakkoord heeft de regering geprobeerd om de begrippen ecologische duurzaamheid en duurzame ontwikkeling te vertalen in politieke actiepunten. Het akkoord wil het niveau van het ondernemerschap opkrikken. Er werd gekozen voor het verantwoord ondernemerschap. Hiermee wordt de ondernemer bedoeld die verder kijkt dan het pure geldgewin en ook oog heeft voor het algemeen belang. De Vlaamse overheid wil deze nieuwe stijl van ondernemen ondersteunen door een certificaat. Agalev rekent hierbij op de verantwoordelijk-heidszin van de ondernemers. Zonder hen kan deze ambitie niet gerealiseerd worden.
Een tweede belangrijk punt is de duurzaamheid in het onderdeel van de investeringen. De privatise-ring van de GIMV kan alleen met de duidelijke afspraak dat de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid opneemt om bedrijven te ondersteunen die investeren in duurzame productieprocessen. We rekenen erop dat de minister van Economie zo snel mogelijk met duidelijke voorstellen komt.
Duurzaamheid is ook belangrijk in het energiehoofdstuk. De Vlaamse regering zal via een decreet de onafhankelijkheid van energiedistributiemaatschappijen ten aanzien van de productiemaatschappijen verankeren. Ook worden er concrete stappen gezet inzake rationeel energiegebruik en wordt het aandeel van de hernieuwbare energie in het totale energieaanbod aanzienlijk opgetrokken. De criteria voor de vergunning van windparken worden concreet uitgewerkt. Ten slotte worden de budgetten voor het energieprogramma van het wetenschappelijk onderzoek opgetrokken. De minister van Energie krijgt via dit regeerakkoord duidelijke opdrachten. We hopen dat Vlaanderen op die manier dit deel van de afspraken van Kyoto in verband met CO2-reductie zo goed mogelijk zal nakomen
Minister Stevaert gaat in een decreet verankeren dat de productiemaatschappijen niet meer in de distributie kunnen opereren. Betekent dat dat de Vlaamse overheid in de gemengde intercommunales de aandelen van Electrabel gaat afkopen
Vanuit rechtsoogpunt is het gezond dat er een scheiding is tussen productie en distributie. De producenten willen immers zoveel mogelijk verkopen. Daarom was ik ook steeds een tegenstander van de derde generatie. Dit is ook de Europese visie. Zij willen zelfs nog een stap verder gaan en het transport transparanter maken, zodat er een juiste inschatting van de kosten kan gemaakt worden. De link tussen de drie niveaus, productie, distributie en transport, moet doorgesneden worden. De decentrale productie vormt hierop de uitzondering. Deze moet ondergebracht worden bij de distributie. De centrale distributeurs, zoals de kerncentrales, zijn immers niet geïnteresseerd in deze decentrale productie.
Dit mag echter niet leiden tot de uitverkoop van de gemengde intercommunales. We moeten wel denken aan nieuwe vormen van exploitatiemaatschappijen
Het is nog altijd niet duidelijk wat er zal gebeuren met de aandelen van Electrabel in de gemengde intercommunales. Hoe zal men intercommunales vergoeden? Ik ben het met de minister eens, maar dit is onbetaalbaar
Ondanks de hamer en de sikkel van de minister-president mag u gerust zijn : de energie sector wordt niet genationaliseerd
De minister-president heeft nooit gesproken over de hamer
Duurzaamheid is dus het uitgangspunt van het economisch en wetenschappelijk beleid. Het is de bedoeling om de doolhof doorzichtiger te maken, de onevenwichten weg te werken en de basisfinanciering van de universi-
teiten te verhogen. Voor het Instituut voor Wetenschap en Technologie (IWT) betekent dit regeerakkoord dat het zijn budgetten voor projecten voor duurzame ontwikkeling, energiebesparing, hernieuwbare energie, enzovoort, gevoelig zal opdrijven. Ook via eigen initiatieven en door in te spelen op het bedrijfsleven, kan het deze uitdaging waarmaken.
De vorige Vlaamse regering heeft een innovatiebeleid uitgestippeld maar nagelaten om inhoudelijke beleidslijnen uit te tekenen. In dit regeerakkoord wordt deze leemte opgevuld. Er wordt een politieke keuze gemaakt voor duurzame ontwikkeling. Ik hoop dat de minister dit hoofdstuk goed gelezen heeft en dit inhoudelijk goed zal uitvoeren. Dit is een grote uitdaging.
Ook bij het ontwikkelen van nieuwe arbeidsplaatsen op nieuwe plaatsen speelt duurzame economische ontwikkeling een hoofdrol. De informatie-economie, de social-profitsector en de sociale economie worden gestimuleerd. In de social-profitsector komen er nieuwe jobs, onder meer in de kinderopvang, de bijzondere jeugdzorg en de bejaardenzorg. De Vlaamse regering wil de financiële verantwoordelijkheid opnemen inzake programmatie en harmonisatie van de lonen.
Het aantal banen in de sociale werkplaatsen en de invoegbedrijven zal stijgen. Deze groei wordt mee gefinancierd door federale middelen. Hierdoor kunnen 7500 kansarme werklozen terecht in deze belangrijke nieuwe sector die gericht is op duurzaamheid. Ook de oprichting van lokale werkgelegenheidscentra speelt in op de uitdagingen. De langdurig werklozen moeten de nodige begeleiding en werkervaring krijgen in uit sociale en ecologische overwegingen interessante nieuwe dienstverlening. Daarenboven moet het systeem van tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen vereenvoudigd en afgeslankt worden. Wij rekenen erop dat deze ambities snel in een decretaal kader vertaald zullen worden en dat in de nodige middelen hiervoor voorzien wordt.
Ik heb duidelijk aangetoond dat ecologische duurzaamheid, duurzame economie en ontwikkeling geen holle woorden meer zijn. Wij zullen toezien op de correcte invulling hiervan.
Het luik zorgzaam Vlaanderen bouwt voort op een aantal parlementaire initiatieven : resoluties in verband met autisten, armoede, de werkzaamheden van de werkgroep over de bijzondere jeugdzorg de zorgverzekering, enzovoort. De Agalev-fractie was steeds voorstander van de zorgverzekering, maar enkel indien dit budgettair haalbaar is. Ik heb in de vorige regeerperiode tot vervelens toe vragen gesteld over de financiering.
Het was en is onduidelijk hoeveel deze verzekering zal kosten, hoe groot de kapitalisatie moet zijn, hoe groot de verplichte bijdrage zal zijn. Er zijn wel twee ministeriële besluiten over de organisatie van het zorgfonds en de zorgkassen. Indien blijkt dat een groot percentage van de budgettaire ruimte naar deze zorgverzekering zal gaan, vind ik dat wij ons moeten beraden of we deze verzekering wel kunnen realiseren. Door mijn onthouding heb ik gewaarschuwd voor de budgettaire gevolgen. Ik wil de voormalige ministers van gezondheidszorg en welzijn en de CVP-indieners van dit voorstel oproepen om samen dit verhaal af te maken.
Ik meen aangetoond te hebben dat de Agalev-fractie zich kan herkennen in dit project. Wij verliezen twee vogels in de regering boven nog eens vijf jaar preken in de woestijn. (Applaus bij de SP, de VU, de VLD en AGALEV)
Het verrast mij dat u geen woord gezegd heeft over het Linkerscheldeoevergebied en het domino-effect. Nochtans zegt dit strategisch plan dat de harde grens van de haven de dorpen en gehuchten rond Doel definitief beschermd. Voor de verkiezingen zei u andere zaken in verband met duurzame ontwikkeling.
We willen dit debat niet in slogans voeren. Ook in het verleden hebben we de problematiek inhoudelijk trachten te benaderen : in de toekomst zullen we daartoe nog voldoende de kans krijgen. (Applaus bij de SP en de VLD
Het hoofdstuk Ruimtelijke Ordening in het regeerakkoord is tot stand gekomen na langdurige en grondige besprekingen. Twee uitdagingen staan centraal. Ten eerste is er nood aan een wetenschappelijk onderbouwde evaluatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) in samenhang met de verwante regelgeving. Onder meer met de regels van Vlarem en het Duindendecreet werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden. Bovendien moet het RSV versneld worden uitgevoerd. De periode tussen het nieuwe RSV en de structuur- en uitvoeringsplannen zal minimaal 4 jaar in beslag nemen. Het is essentieel dat de procedure wordt versneld. Het regeerakkoord is een passend antwoord op beide uitdagingen. Nu het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening een feit is, is verfijning de enige mogelijkheid om een en ander nog op korte termijn een oplossing te geven.
Bij het handhavingsbeleid moet er een dubbel spoor worden gevolgd. Ten eerste is er nood aan preventie. Er mogen geen voortijdige of verkeerde signalen de wereld worden ingestuurd. Er is nood aan zorgvuldige regeringsmededelingen.
Ik stel met genoegen vast dat u het beleid van de vorige minister van Ruimtelijke Ordening op de korrel neemt. U presenteert de rekening aan de huidige vice-minister-president. De minister creëert opnieuw verwarring : hij zegt dat 99 percent van de problemen met zonevreemde bedrijven met de huidige regelgeving kunnen worden opgelost. Uit het regeerakkoord blijkt echter dat dit niet het geval is. Ik hoop dat rechtszekerheid een prioriteit zal zijn voor deze regering.
Ik presenteer aan niemand een rekening. Het komt er enkel op aan om zorgvuldig informatie te geven. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen bedrijven in al dan niet prioritaire gebieden.
Een tweede spoor voor het handhavingsbeleid betreft de uitvoering : de overtreder moet het vonnis zelf uitvoeren. Als dat niet gebeurt dient de overheid op te treden binnen een redelijke termijn. De uitspraak mag dus geen jaren in de schuif blijven liggen. De mogelijkheid van verjaring van uitvoering zal worden onderzocht. De aandacht moet in de eerste plaats uitgaan naar kwetsbare gebieden, flagrante overtredingen en manifeste overlast voor de direct benadeelden.
Bij de bespreking van het nieuwe decreet op de Ruimtelijke Ordening heb ik geklaagd dat er geen oplossing was voor de zonevreemde bedrijven, maar enkel voor de zonevreemde woningen. Omdat de uitvoeringsplannen nog niet klaar zijn kunnen zonevreemde bedrijven die willen uitbreiden in moeilijkheden geraken. De regering heeft voor een oplossing gezorgd waardoor onmiddellijk kan worden ingespeeld op de vraag van een bedrijf tot uitbreiding of regularisatie. Hierbij zal niet enkel rekening gehouden worden met criteria van ruimtelijke ordening : ook milieu en socio-economische aspecten spelen een rol. Dit is positief.
Via het advies van de provinciale commissie kan worden opgetreden door gewestplanwijzigingen tot stand te brengen. Bij het definitieve opstellen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan worden zonevreemde bedrijven in een toekomstgericht kader ingebed. De planbaten worden op het ogenblik van de opeisbaarheid behouden, maar ze zijn slechts mogelijk als er reële voordelen aan verbonden zijn voor de eigenaar.
De VLD pleitte voor de verkiezingen voor een oplossing voor zonevreemde bedrijven. Het regeerakkoord zorgt echter niet voor oplossing bij uitbreiding van een zonevreemd bedrijf. Het sectoraal BPA werd in het verleden door de heer Lachaert fel bekritiseerd. Er wordt geen timing vooropgesteld : wat met bedrijfsleiders die nu al willen uitbreiden? Wanneer zal dit probleem worden opgelost?
U hebt in het verleden gefulmineerd tegen planbaten bij de regularisatie van zonevreemde bedrijven. U spreekt nu echter heel andere taal dan twee maanden geleden. De CVP is tenminste consequent : we hebben altijd gepleit voor sectorale BPA's.
Ik hoop dat de administratie Ruimtelijke Ordening grondig zal worden geherstructureerd. Deze administratie moet dringend worden gedepolitiseerd. (Applaus bij de VLD
De heer Decaluwé wil blijkbaar dat we zijn fouten zo snel mogelijk corrigeren. (Applaus bij de VLD)
De onvolkomenheid van de situatie in het verleden was dat men in afwachting van de uitvoeringsplannen dus in een tijdsbestek van vier jaar het probleem van de zonevreemde bedrijven niet kon oplossen, tenzij via de circulaire van februari 1997 over het sectorale BPA. Nu wordt er wel een oplossing in het vooruitzicht gesteld. Daartoe moet artikel 166, paragrafen 4 en 5, zo snel mogelijk aangepast worden, zodat er voor die periode zo vlug mogelijk een rechtszekere overgangsregeling komt, waarvan de bedrijven gebruik kunnen maken. Planbaten kunnen alleen betaald worden indien er een meerwaarde wordt gecreëerd door de problemen met de vergunningen op te lossen. Het gaat dus niet om elke mogelijke meerwaarde, zoals dat voorheen het geval is. Dit regeerakkoord is dus niet in strijd met wat we in het verleden hebben gezegd.
Nu vragen we van de minister van Ruimtelijke Ordening dat hij het nieuwe decreet op een evenwichtige manier uitvoert en eventueel aanpast waar dit volgens het regeerakkoord noodzakelijk is. Voldoende aandacht voor de kwaliteit en de kwantiteit van het personeel is daarbij onmisbaar. Het onderdeel van het regeerakkoord over Ruimtelijke Ordening is geen oude wijn in nieuwe zakken. De VLD stelt nu eenmaal vast dat nu mogelijk is wat enkele maanden geleden onbespreekbaar was. We kunnen ons dan ook akkoord verklaren met dit onderdeel van het regeerakkoord. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU en AGALEV).
In volle verkiezingscampagne werden we geconfronteerd met de dioxinecrisis. Die heeft ervoor gezorgd dat de vooruitgang van Agalev en de achteruitgang van de CVP groter was dan verwacht. In het regeerakkoord staat echter weinig of niets over de dioxinecrisis. Er wordt geen woord besteed aan de getroffen landbouw-, voedings- of distributiesector. Men kan opwerpen dat dit vooral een federale materie is. Toch wordt er elders in dit regeerakkoord op verschillende terreinen wel gewag gemaakt van federale bevoegdheden en wordt overleg met de federale overheid aangekondigd.
De heer Wymeersch heeft het regeerakkoord blijkbaar niet goed gelezen. Inzake de dioxinecrisis staat er in het regeerakkoord dat er onmiddellijk na de installatie ven de regering overlegd zal worden met de getroffen sector en dat alle mogelijke maatregelen zullen genomen worden om in de mate van het mogelijke soelaas te bieden.
Het gaat hier dus om een zeer kleine passage in een pakket van meer dan honderd bladzijden.
Tijdens de vorige regeerperiode heeft een partij van de meerderheid, en ik bedoel daarmee niet de CVP, de landbouwsector al opgegeven en geijverd voor een soort vrijetijdslandbouw. De heer De Vilder suggereerde zelfs dat het hoeventoerisme soelaas zou kunnen brengen voor de landbouw in Vlaanderen. De heer Denys heeft meer dan wie in de VLD altijd op de barricaden gestaan voor de verdediging van de landbouwsector. Zijn banden met het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) zijn gekend. Nu de VLD in de Vlaamse regering zit worden echter landbouw en visserij, twee primaire sectoren die in het verleden onlosmakelijk met elkaar verbonden waren, ontkoppeld. Bovendien wordt landbouw een bevoegdheid van de minister van Leefmilieu. Is landbouw voor de Vlaamse regering dan niet een van de economisch fundamenten Vlaanderen. Zien ze in de landbouw alleen nog een bron van milieuvervuiling?
Landbouw is op de eerste plaats een economische activiteit. Meer en meer moet men echter rekening houden met de milieuaspecten. Het is echter niet de bedoeling van dit regeerakkoord dat landbouwers beheerders van een soort Bokrijk zouden worden. Een nieuwe vorm van landbouw moet wel mogelijk worden.
Ik stel enkel vast dat landbouw geen deel meer uitmaakt van het departement Economische Zaken.
Landbouw heeft meer en meer raakvlakken met Ruimtelijke Ordening en Milieu. Die bevoegdheden toewijzen aan een minister maakt een integraal beleid mogelijk. Als de bevoegdheid voor landbouw overgeheveld wordt naar Vlaanderen, zoals we wensen, zullen we meer de economische aspecten van de landbouw kunnen bepalen
Ik noteer de opmerkingen van de heer Denys en ik zal er hem geregeld aan herinneren.
Het regeerakkoord pleit voor de bevordering van de biologische landbouw, voor een milieuvriendelijke en goede landbouw en voor bijzondere aandacht voor de zelfstandige en de zogenaamde grondgebonden bedrijven. Dat is ook wat wij in het verleden altijd verdedigd hebben. Twee passages in het regeerakkoord leiden ertoe dat we daar onze twijfels hebben. We lezen in het regeerakkoord dat na de evaluatie van het MAP zal blijken dat op een sociaal verantwoorde manier een afbouw van de veestapel onafwendbaar is. De minister van Landbouw en Leefmilieu weet perfect waar de grootste vervuilers zitten, ik vrees echter dat de zelfstandige en grondgebonden landbouwers als eersten met de veeteelt zullen stoppen, omdat ze vaak de leeftijdsgrens bereiken en geen opvolgers hebben.
Ook het voornemen van de coalitie om het RSV volledig uit te voeren, roept vragen op. Hoe kan men binnen de bestaande open ruimte bijkomend 10.000 hectare bos en 38.000 hectare natuurgebied realiseren zonder te raken aan de reeds bedreigde grondgebonden landbouw
Daarenboven wil men het aantal van de biologische landbouw van 1 naar 10 percent vergroten. Daarvoor is 75.000 hectare nieuwe landbouwgrond nodig. Om heel onze landbouw biologisch te maken, moet men zelfs het hele gewest tot landbouwgrond uitroepen
Het is helemaal niet zo dat biologische landbouw per se meer grond behoeft. Het gaat in de eerste plaats om andere methodes en productiewijzen. Wel geef ik toe dat tien percent veel is. Voor mij is dat getal echter geen fetisj. Het komt er veeleer op aan de landbouwers die thans in de problemen zitten, erop vooruit te laten gaan. De biologische landbouw vormt immers een niche in de markt die anders door buitenlandse producenten opgevuld
Ook het energiehoofdstuk is problematisch : men wil tegelijk de kerncentrales afbouwen en de milieuschade door fossiele brandstoffen verkleinen. Electrabel deelt mee dat vandaag 60 percent van onze energie door kerncentrales wordt opgewekt en 38 percent door de verbranding van gas, steenkool of aardolie. De nieuwe regering moet zo eerlijk zijn aan de man in de straat mee te delen hoeveel de omschakeling gaat kosten.
De wereldmarktprijzen voor energie vertonen een dalende tendens. Er is hoegenaamd geen sprake van een contradictie. Energiekosten zijn erg samendrukbaar. Gemeen-telijke programma's realiseerden al besparingen van meer dan tien percent. Bovendien vergeet de heer Wymeersch te vermelden dat het toevallig de overheid en dus diezelfde man in de straat is, die zal moeten opdraaien voor het zogenaamd nucleair passief
Alternatieve energiebronnen zijn doorgaans duurder.
De heer Stassen, de groene ridder van Doel en eigenlijk heel het Waasland, stelde zich tevreden met een snelle bijkomende studie en aanvaardde dat de beslissing voor de aanleg van het Deurganckdok bevestigd wordt. Het blijft evenwel onduidelijk of ook de mogelijkheid om nog een terminal ter hoogte van de dorpskern van Doel aan te leggen stand houdt? Heeft de heer Stassen er trouwens al aan gedacht dat het verdwijnen van de obstakels Doel 1 en Doel 2 - in het kader van de nucleaire afbouw - wel eens de poort wagenwijd open zou kunnen zetten voor de verdere industrialisering van het linkerscheldeoevergebied? Een en ander zorgt voor voldoende splijtstof in de coalitie. We zullen de daden van groene ridder Stassen in elk geval nauwgezet in het oog blijven houden. (Applaus bij het VB
Enige coherentie is toch wenselijk in een betoog. De heer Dewinter noemt de meerderheid gauchistisch en ecofundamentalistisch, terwijl zijn fractiegenoot Wymeersch ons niet groen genoeg vindt.
Ik heet Bruno. Dat zeg ik gewoon maar even, omdat men anders zou denken dat Louis Tobback een paarsgroene coalitie verdedigt.
Omdat de heer Bossuyt al heeft geargumenteerd waarom de SP deze regering genegen is, beperk ik mij tot twee domeinen die erg belangrijk zijn voor de kwaliteit van het leven, waarvan de verbetering de leidraad voor het regeerakkoord vormt. Op zich is het natuurlijk niet nieuw dat een regeerakkoord bodem-, water- en luchtvervuiling of voedselvergifting als een probleem erkent. Evenmin is dat het geval voor maatregelen terzake.
Bovendien kan de nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening met een nieuw decreet beginnen. Wij juichen deze continuïteit toe, omdat het de kwaliteit van het bestuur ten goede kwam. De echte test komt evenwel wanneer men alle betrokkenen van het principe van de kwaliteit van het leven moet overtuigen. Het huidige decreet inzake ruimtelijke ordening moet worden uitgevoerd en de nodige aandacht moet gaan naar het handhavingsbeleid. De minister van Ruimtelijke Ordening moet er op toezien dat vonnissen binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd.
De nieuwe minister voor Leefmilieu en Landbouw zal een antwoord moeten vinden op de problemen met OVAM en op de verzuchtingen van de milieuinspectie. Het feit dat landbouw en leefmilieu in dezelfde portefeuille zitten opent gunstige perspectieven. Niemand wil onze landbouw zien verdwijnen en daarom moet er iets veranderen. Ik geloof dat er een mogelijkheid bestaat om landbouw en leefmilieu te verzoenen. Het zal evenwel niet makkelijk zijn : de minister zal moeten optornen tegen belangen en vooroordelen.
De sector is evenwel bereid om te praten en wij willen dat de minister dat ook doet, zowel met de boeren als met hun organisaties. De SP is terzake met duidelijke voorstellen naar de verkiezingen en onderhandelingen getrokken. Wij juichen dit alles dus toe. Bij de uitvoering ervan kunt u op onze steun rekenen, maar we zullen er ook nauwlettend op toekijken.
Mobiliteit krijgt terecht een belangrijke plaats. Te veel belastingen, doodt de belastingen. Hetzelfde geldt voor het verkeer. Ik vermoed dat de heer Van Rompuy op een dag zal opmerken dat het verlanglijstje niet helemaal werd uitgevoerd, maar eigenlijk is dat niet belangrijk. Veel belangrijker is dat we het voorbijgestreefde idee opgeven dat investeringen in infrastructuur alleen de economie ten goede komt en investeringen in alternatief vervoer vooral sociale en ecologische doelen dient. Investeringen in infrastructuur komt ook de veiligheid ten goede en investeringen in alternatieven komen de vlotte doorstroming ten goede.
Dit regeerakkoord biedt de mogelijkheid af te wegen hoe we de beschikbare middelen het best besteden. De SP is weliswaar voorstander van meer fietspaden, maar we vertrouwen erop dat goed bestuur voorrang zal krijgen op ideologisch geïnspireerde verlanglijstjes. In het regeerakkoord staan voldoende uitgangspunten voor een dialoog met het oog op een beter bestuur. We zullen dit met veel enthousiasme doen. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU en AGALEV
Mijn eerste toespraak tijdens deze regeerperiode zal meteen ook mijn laatste zijn. Het is een bijzonder voorrecht afscheid te mogen nemen in deze uitzonderlijke omstandigheden, net op het moment dat ik mijn vertrouwen zal kunnen schenken aan een nieuwe Vlaamse regering onder leiding van een liberaal.
De verwachtingen kunnen pas ingelost worden als het tot een vernieuwing komt, maar daartoe zijn voldoende suggesties opgenomen in het regeerakkoord. Bovendien kunnen we er zo voor zorgen dat Vlaanderen een van de meest welvarende regio's wordt in Europa. Vlaanderen kan zo het model worden voor het Europese regionale beleid.
Maar alles hangt af van de samenhang in deze coalitie. Zo ben ik benieuwd hoe het aangekondigde mobiliteitsplan zal ogen. Ik zal vanaf de zijlijn toekijken en applaudisseren als het goed is. Als het niet goed is, zal ik er als een echte Bolkestein aan de Schelde op toezien dat men de fouten corrigeert. Ik verlaat dit parlement met weemoed in het hart. Tijdens mijn loopbaan heb ik alle stadia doorlopen, zodat ik alle aspecten van de werking van de Vlaamse Raad en het Vlaams Parlement heb leren kennen. Daarvoor wens ik mijn fractie van harte te danken. Ik dank ook alle parlementsleden met wie ik als secretaris heb mogen samenwerken. Ik spreek ook mijn waardering uit voor het personeel van dit parlement. Hun inzet en vakkundigheid strekt velen tot voorbeeld.
Aan de samenwerking met de voorzitter, de heer De Batselier bewaar ik de beste herinneringen. Hij heeft het imago van het Vlaams Parlement bepaald en ervoor gezorgd dat het Vlaams Parlement op vier jaar tijd is uitgegroeid tot een volwaardig assemblee. Ik vind het een hele eer Vlaanderen te mogen vertegenwoordigen in Europa. Ik wens u allen een succesvolle regeerperiode, Vlaanderen ter ere. (Applaus op alle banken
Ik ken de heer Beysen al vele jaren. Als regent Nederlands-Geschiedenis is hij een gewezen leraar en ambtenaar. Hij werkte op het ministerie van Cultuur bij minister De Backer : toen men vernam dat hij liberaal was, kreeg hij als enige taak het lezen van het Belgische staatsblad. De heer Beysen is ook een gewezen reclame-adviseur en afgevaardigd bestuurder waardoor hij het management uit het bedrijfsleven in dit parlement introduceerde. Hij kent een lange loopbaan die van start ging in 1951, toen hij trompet speelde in de liberale fanfare. Vervolgens was hij gemeente-raadslid en in 1974 provincieraadslid en voorzitter van de PVV-jongeren. In 1981 deed hij zijn intrede in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waarin hij van 1985 tot 1988 optrad als voorzitter van zijn fractie. Hij was bovendien gemeenschapsminister voor ruimtelijke ordening en binnenlandse aangelegenheden. Verder was hij secretaris van het Bureau van de Vlaamse Raad en vervolgens van het Vlaams Parlement.
De heer Beysen heeft als secretaris vele zaken verwezenlijkt en ik wens hem dan ook het allerbeste in zijn nieuwe functie bij het Europees Parlement. Ik dank hem voor alles wat hij voor het parlement heeft verwezenlijkt en we rekenen erop dat hij Vlaanderen in Europa met verve zal verdedigen. (Applaus op alle banken)
Ik wil iedereen bedanken voor zijn opmerkingen tijdens het debat. Ik stel wel vast dat er bij de vele toespraken te weinig aandacht wordt besteed aan het regeerakkoord. Als men bedenkt dat dit parlement over zoveel geld en zoveel bevoegdheden beschikt, ben ik verbaasd over het feit dat er in belangrijke mate is gedebatteerd over de bevoegdheden die men niet of nog niet heeft Dit zal zeker verbazing wekken bij het grote publiek. Ik erken echter het voorrecht van het parlement om dat te doen, als het dat verkiest.
In de tweede plaats richt ik me tot de leden van de vorige regering die het beste van zichzelf hebben gegeven om het vorige regeerakkoord te realiseren. Ik bedank vooral de heer Van den Brande voor zijn inzet. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU, de CVP en AGALEV)
Ik heb met voldoening vastgesteld dat de CVP de heer Van Rompuy heeft aangesteld tot fractievoorzitter. Omdat we tot dezelfde generatie behoren, hebben we al tegenover elkaar gestaan in diverse rollen. De vorige maal dat ik Vlaams minister was, was hij fractievoorzitter. Ik stel vast dat hij over een heel groot aanpassingsvermogen beschikt waardoor hij zich in een minimum van tijd vertrouwd heeft gemaakt met de eisen die gesteld worden aan de leider van de minderheid.
Het verwondert me dat valse politieke tegenstellingen vandaag nog altijd gebruikt worden. Ik heb horen spreken over een onnatuurlijke coalitie. Men stelt dat Vlaanderen een centrum-rechts beleid verwachtte en dat het samengaan van de VLD en de linksen aanleiding zal geven tot conflicten. Wat betekent de tegenstelling links en rechts? Vroeger bedoelde men met links progressief en met rechts conservatief. Links stond voor vernieuwing en verandering waar nodig. Rechts waren zij die alles bij het oude wilde houden. Als dat zo is, dan ben ik links want ik ben voorstander van een progressief beleid. In mijn contacten met de bevolking heb ik vastgesteld dat deze tegenstelling irrelevant en voorbijgestreefd is. Men verwacht een efficiënt bestuur. De inhoud van het regeerakkoord is het belangrijkste.
Ik heb heel wat opmerkingen gehoord over de wijze waarop de regering tot stand is gekomen. Men beweert dat de uitslag van de verkiezingen niet gerespecteerd is. De uitslag was echter versnipperd dat we wel een verliezende partij in de regering moesten opnemen. De coalitie bestaat uit één verliezer en drie winnende partijen. Ik waardeer trouwens de moed van de partij die zich ondanks een verkiezingsnederlaag zich niet laat afschrikken door regeringsverantwoordelijkheid. De heer Dewinter pleit voor een coalitie tussen de VLD, de CVP en het VB, de zogenaamde rechtse coalitie waarop Vlaanderen wacht. De VLD heeft echter voor de verkiezingen duidelijk gezegd dat een coalitie met het Vlaams Blok uitgesloten is. (Applaus bij de VLD, de SP, de CVP, de VU en AGALEV)
Het cordon sanitaire betekent voor mij niet dat ik geen debat wil aangaan met het Vlaams Blok. Ik wil debatteren met iemand die ideeën verdedigt. In de federale Kamer fungeerde ik als oppositieleider naast de heer Annemans en hoewel ik zijn ideeën helemaal niet deel, liet hij debat tenminste toe. De heer Dewinter is er echter geslaagd om in een toespraak van 35 minuten geen woord te besteden aan het regeerakkoord. Dat maakt een debat onmogelijk. De heer Dewinter kan dus die uitroepen over een rechtse coalitie beter laten. Voor en na de verkiezingen hebben mijn partij en ikzelf duidelijk verklaard dat er nooit een coalitie komt tussen de VLD en het Vlaams Blok.
En de kiezer
De kiezer wist goed wat wij hierover gezegd hebben. Het zou pas bedrog zijn, indien wij voor de verkiezing de indruk gaven de deur voor een coalitie open te laten en na de verkiezingen het tegenovergestelde deden.
Bij de formatie kregen wij tegenstrijdige signalen van de CVP : sommigen vroegen ons om nog even te wachten, anderen wisten het niet goed, nog anderen hadden zich al ingeleefd in hun oppositierol. Uiteindelijk hebben wij beslist om te praten met de partijen die wel onmiddellijk wilden praten. Gezien de partijprogramma's en de stellingen die deze partijen in dit parlement ingenomen hadden, leek dit een moeilijke oefening. Wij hebben echter van meet af aan rekening gehouden met de wensen van de kiezers : zij wilden verandering, aandacht voor werkgelegenheid en een gezonde leefomgeving. Ik wil er de nadruk op leggen dat ik nooit de behoefte gehad heb om een coalitie te vormen tegen iemand. Het heeft geen zin om te spreken van een anti-CVP-coalitie. Wat ons verbonden heeft, was de oefening in functie van op het eerste gezicht uiteenlopende signalen.
Wij zijn er wel degelijk in geslaagd om een coherente visie uit te tekenen. In het verleden was de taakverdeling tussen overheid en bedrijven dikwijls niet duidelijk. Die is nochtans essentieel bij het bedrijven van politiek. Omdat we dit uitgangspunt van in het begin voor ogen gehouden hebben, waren wij het er snel over eens dat een aantal taken beter aan de private sector toevertrouwd kunnen worden. De overheid moet haar eigen taken ook beter vervullen. Zij moet normen afkondigen en controleren. Voor de taken die toevertrouwd worden aan de private sector, moeten er duidelijke contractuele resultaatsverbintenissen opgesteld worden. Door deze manier van werken vallen een heel aantal vooroordelen weg. Aquafin, de GIMV, de Vlaamse Milieuholding werken in een schemerzone. De taken van de overheid en de privésector zijn onvoldoende afgelijnd, bovendien heeft de overheid weinig instrumenten om de privésector te verplichten de aangegane verbintenissen waar te maken.
Het parlement moet controle kunnen uitoefenen op de activiteiten van de overheid. Dit is vandaag niet altijd het geval voor de Vlaamse administratie. Mevrouw Demeester-De Meyer spreekt lovend over de administratie. De heer Decaluwé daarentegen wijst op de politisering in de administratie van Ruimtelijke Ordening en vindt dat hieraan dringend iets moet veranderen. Nochtans is hij bij mijn weten de voorbije vier jaar lid van de meerderheid geweest.
De overheid heeft ook een aantal taken gedelegeerd aan de Vlaamse overheidsinstellingen (VOI's). Deze instellingen hebben een zekere graad van zelfstandigheid. In een aantal VOI's ontsnapt daardoor een en ander aan de controle van het parlement. Het parlement keurt de dotatie goed, maar verder handelt de raad van bestuur autonoom. Het moet ook mogelijk worden om de VOI's het uitgestippelde beleid op te leggen.
De heer Van Rompuy hangt hier het beeld op als zouden wij ons gedragen als big spenders. Wat is er fout aan bijvoorbeeld een gewestelijke investeringsmaatschappij, waarin de overheid geen rol meer kan spelen, naar de beurs te brengen en de middelen, die zo verworven worden, aan te wenden voor duurzame investeringen?
U kan deze middelen enkel aanwenden voor nieuwe financiële activiteiten en niet voor duurzame investeringen die geen nieuwe financiële activiteiten inhouden
Wat deed de federale participatiemaatschappij dan
Bestudeert u dat maar eens goed
Bepaalde constructies via participatiemaatschappijen zijn perfect mogelijk. De heer Van Rompuy doet alsof wij ons huis gaan verkopen om de vlam in de kachel te houden. Dit is niet de bedoeling. Wij zullen duidelijk nagaan welke organisaties voor privatisering in aanmerking komen en wat de modaliteiten zullen zijn.
De heer Van Rompuy zegt dat het goed gaat. Er is economische groei en er kwamen 20.000 arbeidsplaatsen bij. Ik stel echter vast dat er nog altijd handicaps blijven bestaan. Onze concurrentiepositie is nog altijd slechter dan in de ons omringende landen. Economische groei leidt niet noodzakelijk tot een spontane jobcreatie. Daarom is de selectieve belastingsvermindering op arbeid wel belangrijk. Willen we de werkloosheidsval vermijden moeten we iets doen aan kinderopvang, het mobiliteitsprobleem en de belasting op arbeid.
De heer Van Rompuy vond dat dit geld beter besteed kon worden aan opleiding en vorming. Uit het regeerakkoord blijkt echter ook dat wij het onderwijs willen bijsturen en het technisch en beroepsonderwijs willen herwaarderen. Het onderwijs moet afgestemd worden op de noden van de arbeidsmarkt en we moeten iets doen aan de versnippering van de formules voor opleiding, vorming en vervolmaking. Beide kunnen dus samengaan.
Bekommernis om de levenskwaliteit is de essentie van dit regeerakkoord. Het ambitieuze milieuprogramma in het akkoord getuigt hiervan. We hebben een aanzienlijke achterstand opgelopen ten opzichte van de ons omringende landen. Met het milieubeleidsplan tot het jaar 2000 staat Vlaanderen achter op schema. Investeringen in milieu en bodemsanering zouden geen voorwerp mogen zijn van politieke discussie : eenieder zou ze vanzelfsprekend moeten vinden.
We willen oog hebben voor duurzame ontwikkeling : in het verleden werd daar te weinig aandacht aan geschonken.
Sinds 1988 heeft de Vlaamse regering een aanzienlijk budget uitgetrokken voor leefmilieu. De waterkwaliteit is verbeterd en de afvalberg geslonken. De SP, die mee in de regering zat, zal niet ontkennen dat de Vlaamse regering gedurende de afgelopen jaren veel geïnvesteerd heeft in leefmilieu. U wekt de indruk dat wij niets gedaan hebben. Dit is onaanvaardbaar.
Als u die indruk hebt, hebt u niet goed geluisterd. In vergelijking met de ons omringende landen hinken we echter achterop. Europa legt strenge normen op. Voor de bodemsanering moet ongeveer 400 miljard frank worden uitgetrokken. Dit is geen overbodige luxe, maar cruciaal voor de volksgezondheid.
Gedurende de voorbije jaren was iedereen bereid om in bodemsanering te investeren. Telkens bleek echter op het einde van het jaar dat ten gevolge van bepaalde hinderpalen, de beschikbare middelen niet volledig konden worden aangewend. Dit zal ook dit jaar het geval zijn. Ook wij willen meer investeren in bodemsanering, maar dat is bijzonder moeilijk.
Eigenlijk zijn we het dus met elkaar eens. Investeren in bodemsanering is essentieel. We moeten gebruik maken van alle beschikbare hefbomen om onze doelstellingen te realiseren. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor mobiliteit : het gaat niet om een keuze tussen meer openbaar vervoer of oplossen van de missing links : alle hefbomen moeten worden aangewend.
Via het decreet op de zorgverzekering kunnen schrijnende sociale situaties in Vlaanderen worden aangepakt. We zijn bereid om daarin te investeren.
Ik heb niemand de ambities van de regeerverklaring horen betwisten. Daar ben ik blij om. Enkel over de middelen rijzen er bij één partij blijkbaar bepaalde vragen. We moeten het beleid beter vertalen naar de mensen. Het beleid moet emancipatorisch werken. Wij zijn er voor de mensen en niet andersom; dit moet ook gelden voor de administratie.
De administratieve regelgeving moet daarom vereenvoudigd worden. Via het onderwijsbeleid moet zelfredzaamheid zo veel mogelijk worden bevorderd om zo de dualisering van de samenleving tegen te gaan.
Op het gebied van cultuur is er behoefte aan een meer dynamisch kunstenbeleid. Het belang van de hedendaagse kunst voor de samenleving is essentieel. De heer Van Rompuy heeft gezegd dat we het beleid van minister Martens moeten voortzetten. Dit is een nogal arrogante uitspraak. We moeten de positieve kanten van het beleid onderkennen, maar we zullen andere accenten leggen. De grote rol van het verenigingsleven in Vlaanderen moet worden erkend. Vlaanderen is in dit opzicht uniek in de wereld. We moeten echter ook uitgaan van de vaststelling van een feitelijke ontzuiling : culturele centra en bibliotheken zijn hiervan goede voorbeelden. Als we onze doelstellingen willen verwezenlijken hebben we de steun nodig van gemeenten, steden en provincies. Bij veel steden en gemeenten leeft momenteel niet de indruk dat de Vlaamse regering een bondgenoot is : de lokale besturen kreunen onder de administratieve overlast. Ik zal me verzetten tegen een beleid waar elke minister een eigen plan heeft dat via de steden en gemeenten, als onderaannemers, moet worden geïmplementeerd. Er moeten nieuwe afspraken gemaakt worden. Er is nood aan een decretaal onderbouwd convenantbeleid, maar administratieve vereenvoudiging is daarbij essen-tieel.
Ook bij de mensen zelf moet er iets gebeuren. Er zijn grenzen aan de maakbaarheid van de samenleving. Burgers hebben rechten, maar ook plichten. Ik geloof in een nieuw maatschappelijk contract.
Inzake de begroting zullen we op korte termijn keuzes moeten maken. Daarbij baseer ik me op prognoses van de Vlaamse administratie, die ons het cijfer van 200 miljard frank overmaakte. De heer Van Rompuy komt op basis van andere nota's tot een bedrag van slechts 70 tot 75 miljard frank. Dat is dus onjuist
De SERV-documenten en de documenten van de Hoge Raad voor Financiën waarop ik me gebaseerd heb, zijn beschikbaar voor iedereen. Onze nota is dus correct.
Dit bedrag is gebaseerd op een vrije ruimte van 121 miljard frank bij niet recurrente aanwending, op het bedrag van de privatiseringen, dat door de administratie voorzichtig geraamd werd op 15 miljard frank, op heroriënteringen, toepassing van zero-basebudgetting die we voorzichtig geraamd hebben op 35 miljard frank en op de publiek-private samenwerking op basis van de verhouding één-één. Er circuleren adviezen, onder meer van de SERV en van de Hoge Raad voor Financiën, dat de Euromeesternorm niet al te streng moet gehandhaafd worden. Wij gaan voorlopig wel uit van die norm. Sommige scenario's gaan uit van een groter bedrag. Er is dus budgettaire ruimte. Als het bedrag kleiner blijkt te zijn, zullen we onze prioriteiten bijstellen.
Inzake het communautaire aspect wil ik uitgaan van mijn vaststellingen in de federale Kamer tijdens de vorige legislatuur. Vanop afstand hebben we de dynamiek gevolgd die vanuit het Vlaams Parlement werd gegeven aan dit dossier. De Franstalige partijen hebben als gevolg daarvan voor de verkiezingen een hecht afwijzingsfront gevormd. De meerderheidspartijen hebben een minimale lijst van grondwetsartikelen opgesteld die voor herziening vatbaar waren. Zelfs artikel 162 over de regionalisering van de gemeente- en de provinciewet was daar niet bij. De Vlaamse meerderheidsfracties in de federale Kamer hebben die lijst gesteund.
Alle amendementen van de oppositie om die lijst langer te maken werden weggestemd. Vice-premier Herman Van Rompuy verklaarde dat de staatshervorming voor hem geen prioriteit was en dat dit bovendien een zaak was voor de federale assemblee. Daarmee zat hij op een ander spoor dan zijn collega's in het Vlaams Parlement.
Dit is in feite een omschrijving van de logische stappen van de staatshervorming. Die moet doorgevoerd worden in Kamer en Senaat, via een tweederdemeerderheid.
Tijdens de vorige legislatuur zegde premier Dehaene dat het Vlaams Parlement er beter zou aan doen zijn eigen werk te doen in plaats van zich te gedragen als een veredelde Vlaamse beweging.
Wij zijn ervan uitgegaan dat men moet ophouden om op het vlak van de staatshervorming in het Vlaams Parlement eisen te stellen om dan op federaal niveau over te gaan tot de orde van de dag.
Er moet een timing voorzien worden voor verdere stappen in de staashervorming
In de perceptie van de heer Herman Van Rompuy was er zelfs geen staatshervorming. Er was dus zeker geen timing. (Applaus bij de SP, de VLD, de VU en AGALEV
De heer Verhofstadt heeft in 1996 in zijn State of the Union gezegd dat de hefbomen voor het sociaal-economisch beleid onmiddellijk in Vlaamse handen moesten komen.
Ik stel voor dat de CVP-fractieleider in de Kamer onmiddellijk een interpellatieverzoek indient over het uitblijven van resultaten van de federale regering inzake staatshervorming.
Ik ga de inspanningen van het Vlaams Parlement op dit vlak niet minimaliseren. Ik weet wel hoe de reactie aan de andere kant overkomt. Ik stel vast dat de Franstaligen nu weer bereid zijn om te praten. Op federaal niveau wordt daarom een conferentie opgericht. Die conferentie is taalkundig paritair samengesteld. De vraag is natuurlijk of men een gesprek wil voeren of niet. Wanneer voor deze problemen een oplossing wordt gevonden, dan wordt de bestaansreden van het Vlaams Blok natuurlijk aangevreten. Ook de Franstaligen zien nu in dat de staatshervorming niet af is. Het grote verschil is dat nu een einde komt aan de eigenaardige situatie dat de fracties hier een ander beleid verdedigen dan in de federale Kamer. Alle fracties die deel uitmaken van de Vlaamse en van de federale regering zullen dit op alle niveaus verdedigen. (Applaus bij de SP, de VLD, de VU en AGALEV)
Wij moeten op korte termijn een aantal stappen in de staatshervorming zetten. Dit heeft weinig te maken met communautaire passie. Het is ook in het belang van de andere regeringen. De huidige bevoegdheidsverdeling is immers niet houdbaar. Een staatshervorming die tot in de kleinste details geregeld is als voorwaarde om tot een regeringsvorming te komen, dat leidt tot een wangedrocht. Nu is er enkel een kader gecreëerd. Zoals de heer De Gucht al gezegd heeft, zullen bepaalde stukken op korte termijn volgen. Over andere zaken zal meer discussie nodig zijn. Ik zal dit dossier dag na dag volgen.
We kunnen lange discussies voeren over de oude en de nieuwe politieke cultuur. We kunnen citaten voorlezen. Ik zal proberen dit achterwege te laten op voorwaarde dat dit ook aan de andere kant gebeurt. Wat de mensen interesseert is dat er een goed akkoord is en dat er een goed beleid gevoerd wordt.
Ik heb vanuit dit parlement geen fundamentele bezwaren gehoord over welke passage dan ook van dit regeerakkoord. Er bestaan misschien nog twijfels over de invulling van de middelen. Het is de opdracht van de regering deze twijfels weg te nemen. Ik ben gesterkt in mijn overtuiging dat we voor de juiste koers gekozen hebben. Met uw steun gaan we vanaf morgen aan de slag op weg naar de volgende eeuw. (Applaus bij de VLD, de SP, de VU en AGALEV)
De beraadslaging is gesloten.
We zullen zo dadelijk de hoofdelijke stemming over het regeerakkoord houden.