Verslag plenaire vergadering
Verslag
REGEERAKKOORD
Beraadslaging (Voortzetting)
De voorzitter : Aan de orde is de voortzetting van de beraadslaging over het regeerakkoord.
Het positieve aan deze grote coalitie is dat we ernstig moeten zoeken naar een brede steun voor het gezond verstand. Daarmee bedoel ik niet een halfslachtig grijs beleid maar een ernstige poging om de ideologien, gesteund door 66 procent van de bevolking, te verzoenen. We moeten daarbij zoeken naar het kleinste gemeen veelvoud, niet naar de grootste gemene deler.
Spirit steunt het regeerakkoord. Sommige onderdelen zijn echter een opsomming van problemen waardoor een aantal krachtlijnen verloren dreigen te gaan. Daarom wil ik die krachtlijnen benadrukken. Creativiteit zal gestimuleerd worden, niet alleen in cultuur maar ook in onderwijs en economie. Zo kan bijvoorbeeld ecologie een meerwaarde worden in plaats van een last. Het ontwikkelen en hanteren van de best beschikbare technologie wordt dan een troef. Ook door het internaliseren van de afvalkost kan het afval op een creatieve manier bij de bron beperkt worden.
Voorts is participatie belangrijk, niet alleen in het sociaal-cultureel werk maar ook in het integrale jeugdbeleid, het onderwijs en de wijken. Het geven van verantwoordelijkheid speelt ook hierbij een belangrijke rol.
Verplichte inburgering past wel degelijk in een warme samenleving. Slechts door verweving kan interculturaliteit een troef worden. Kansen krijgen impliceert echter ook bepaalde verplichtingen. Het is echter duidelijk dat er nog geen voldoende kwalitatief aanbod is om inburgering ook af te dwingen. Dat was trouwens ook een terechte kritiek van CD&V in de voorbije regeerperiode.
Gezien onze herkomst is het evident dat de volgende krachtlijn, namelijk meer Vlaanderen, voor ons belangrijk is. In die context wil ik echter wijzen op een gevaarlijke passage in het regeerakkoord. Op pagina 80 staat dat er wordt gestreefd naar een Vlaamse vertegenwoordiging bij de Europese Unie, los van de bestaande structuren. Momenteel hebben Vlaanderen en Walloni een positie die de andere regios ons benijden. Als we ons loskoppelen van de Belgische permanente vertegenwoordiging, verliezen we het diplomatieke statuut en de toegang tot de diplomatieke netwerken. Gevechten om symbolen mogen niet leiden tot het verlies van de hoogste status en impact die een regio momenteel in de Europese structuren kan hebben.
Een vijfde krachtlijn zou het Vredesinstituut en de opmaak van een decreet over de wapenexport kunnen zijn.
Wegens die positieve krachtlijnen zal Spirit dit regeerakkoord steunen. Zelfs als kleine groep zijn we bereid verantwoordelijkheid op te nemen. Als een samenleving op een kantelmoment staat, mag men niet aan de kant blijven staan.
We willen dat doen binnen een ploeg, maar af en toe willen we de evidenties eens in vraag stellen. We willen blijven wijzen op immaterile waarden, bijvoorbeeld duurzame ontwikkeling, ruimte voor jeugd, interculturaliteit of onze houding tegenover de wapenhandel.
Tot slot nog een bedenking aan het adres van de minister-president. Sinds het ontstaan van het Vlaams Parlement in 1995 is hier een participatieve cultuur ontwikkeld. Hier is er meer parlementair overleg dan in de Kamer, wat te begrijpen is omdat we hier niet te maken hebben met het communautaire spanningsveld. De traditie wil dat de minister overlegt met de commissie en niet alleen met de fractievoorzitter. Heel wat ministers binnen deze regering komen uit een federale traditie, maar de participatieve cultuur in het Vlaams Parlement moet blijven bestaan. We zullen deze regering steunen. De minister-president moet echter goed beseffen dat er met de 85 leden van de meerderheid rekening moet worden gehouden. (Applaus bij CD&V, spa-Spirit, VLD en N-VA)
De Vlaamse Rand en de faciliteitengemeenten verdienen meer aandacht. Dat is de titel van een hoofdstuk uit het regeerakkoord. De regering erkent dus dat de Rand, meer dan in het verleden het geval was, een krachtig en gecordineerd beleid nodig heeft.
De N-VA is hoopvol, maar blijft waakzaam. De lijst maatregelen in het regeerakkoord is ambitieus en we vinden er veel van onze eigen plannen in terug : de uitbouw van een degelijk onthaal- en communicatiebeleid voor anderstaligen, bijkomende ondersteuning voor Nederlandstalige scholen in de Rand, maatregelen voor de vernederlandsing van het straatbeeld. De regering verbindt zich ertoe het Minderhedenverdrag onder geen enkel beding te ratificeren. De werking van Vlabinvest wordt geherorinteerd. Bovendien stelt de regering dat er vr 1 januari 2006 een oplossing moet worden gevonden voor de pedagogische en taalinspectie in het faciliteitenonderwijs. Als dat niet het geval is, moet Vlaanderen de geldkraan maar dichtdraaien.
Het is een goede zaak dat er een minister is die de verantwoordelijkheid krijgt voor het beleid in de Vlaamse Rand. Minister Vandenbroucke krijgt een zwaar takenpakket. Ik twijfel er niet aan dat zijn bekommernis voor de Vlaamse Rand oprecht is. Reeds vr de verkiezingen pleitte hij immers voor een eigen beleid voor de Vlaamse Rand. Zijn diagnose is juist, nu is het ogenblik aangebroken om de juiste therapie te starten. We rekenen erop dat het beleid in de Vlaamse Rand niet langer stiefmoederlijk zal worden behandeld.
De Vlaamse strijd in de Rand is ook een sociale strijd die ingrijpt in het dagelijks leven van de Vlaamse man. Uit een opiniepeiling van dit jaar is gebleken dat 82 procent van de Vlamingen in Halle-Vilvoorde wil dat de verfransingsdruk wordt afgeremd. Een noodzakelijke voorwaarde is de splitsing van de kieskring en van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Het regeerakkoord houdt terzake een duidelijk engagement in. De realisatie van deze eis zal echter niet van ons afhangen. De regeringspartijen vragen hun verkozenen in Kamer en Senaat om na het reces de wetsvoorstellen in te dienen en goed te keuren. De Vlamingen zouden het nooit begrijpen en de N-VA met hen dat die beloften zouden verbroken worden of dat er voor dit dossier toch een prijs zou worden betaald. Minister-president Leterme heeft gelijk : er is slechts vijf minuten politieke moed nodig om deze zaak te regelen. We kijken uit naar dat moment.
Een goed beleid voor de Brusselse Rand impliceert ook een doordacht beleid inzake ruimtelijke ordening. In het ruimtelijk structuurplan van Vlaams-Brabant wordt een groot deel van de Vlaamse gemeenten rond Brussel ten onrechte beschouwd als stedelijk gebied. Dat is vaak in strijd met de realiteit. Het zet de deur wagenwijd open voor verstedelijking en verfransing. Het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel moet zo strikt mogelijk worden afgebakend.
Het regeerakkoord eindigt met de belofte dat de Vlaamse regering het Vlaams karakter van Voeren en van de andere taalgrensgemeenten zal ondersteunen. Vlaanderen moet de hefbomen in handen krijgen om een eigen beleid te voeren voor zijn medische voorzieningen aldaar. Het beleid in onze taalgrensgemeenten kan dus niet losgekoppeld worden van de eis voor meer autonomie. We rekenen erop dat deze nieuwe Vlaamse regering deze ambitie wil en kan waarmaken. (Applaus bij CD&V en N-VA)
De Tijd was vandaag in zijn hoofdartikel erg lyrisch in zijn complimenten aan het adres van de minister-president. Dit zou een regering zijn van de nieuwe zakelijkheid. Dit regeerakkoord is echter alles behalve nieuw of zakelijk. Het heeft integendeel een hoog bambigehalte. Het is braaf en naef, maar op sommige plaatsen ook wollig en zelfs cryptisch.
Wat betreft het woonbeleid, ziet het Vlaams Blok geen graten in het snel ter beschikking stellen van betaalbare bouwkavels. De voorwaarde dat bij het aansnijden van nieuwe verkavelingen gestreefd moet worden naar een brede en betere sociale mix is een element dat reeds stond opgenomen in ons verkiezingsprogramma en dat is een van de lichtpuntjes in uw regeerakkoord. Aan bouwgrond voorstellen hangt evenwel een prijskaartje, namelijk de derving van schenkings- en successierechten bij inbreng van kavels en aan de mate waarin deze kost ernstig begroot zal worden, zullen wij kunnen afleiden hoe ernstig deze regering het met haar voorstellen meent.
De uitbreiding van het stelsel van huur- en verhuissubsidies vinden wij ook niet slecht. Wel moet ook hier ernstig en eerlijk begrotingswerk tegenover staan, wil men dit niet vrijblijvend houden. Hetzelfde geldt voor het renovatiebeleid. Inzake sociale huisvesting is het Vlaams Blok geen tegenstander van het kooprecht van de sociale huurder. Toch zijn er volgens ons belangrijkere noden in deze sector.
Deze regering zou de uitgesproken ambitie moeten hebben om de wachtlijsten in te korten. Dit wordt wel impliciet aangegeven, maar wanneer ik het hoofdstuk over het woonbeleid lees, zie ik van die ambitie geen woordelijke neerslag. We gaan uw resultaten meten aan de hand van het aantal wachtenden dat u zult hebben doen verdwijnen. Er is ook nood aan een nieuw socialehuurbesluit. Dat was ons vijf jaar geleden ook al beloofd, maar de vorige regering heeft daar nooit werk van gemaakt. Wij dienen vandaag nog een eigen voorstel van socialehuurdecreet in, dat een aantal belangrijke zaken regelt die tegemoetkomen aan de verzuchtingen van de sociale huurders.
In verband met de permanente bewoning op de weekendverblijven blijft dit regeerakkoord bewust vaag. Volgens ons is het echter de bedoeling van de nieuwe regering om deze vorm van bewoning eveneens te doen uitdoven. Het Vlaams Blok zal zich hiertegen blijven verzetten.
Over de aanpak van de huisjesmelkerij lezen wij dat de regering de wooninspectie wil versterken en daar zijn wij geen tegenstander van. U moet wel goed weten dat er tegenover het opsporen van huisjesmelkerij een vervolgingsbeleid moet staan. De opsporingen moeten een juridisch gevolg krijgen en dat moet zo ook federaal geregeld worden.
Wat de lokale besturen betreft, is het opvallend vast te stellen dat de oude provincies er volledig terug staan. Anno 2004 kon er toch een modernere bestuursorganisatie ingevoerd worden. We denken hierbij aan ons eigen regiodecreet dat we deze regeerperiode overigens zullen hernemen, al was het maar om het kerntakendebat eens ten gronde te voeren. Mogelijk wil de regering de bespreking van de voor juli 2005 aangekondigde gemeente- en provinciedecreten daarvoor gebruiken. Het is jammer dat het regeerakkoord op dit punt vaag blijft. Welke toekomst is er voor de districten? Wat met de rechtstreekse burgemeesterverkiezing? Gaat die er komen? Moesten binnen uw meerderheid niet voldoende stemmen worden gevonden, dan biedt het Vlaams Blok een wisselmeerderheid aan.
Wat betreft het hoofdstuk regelgeving en administratie, moeten wij meedelen dat de hier opgenomen opties grotendeels overeenkomen met ons eigen verkiezingsprogramma, in het bijzonder de invoering van de overlasttaks.
Wat de beleidsdomeinen mobiliteit en haven betreft, wil ik aan minister Van Brempt vragen wat het Spartacusconcept is, omdat ik het niet ken en het ook niet heb teruggevonden op het Internet.
Ik was de voorbije vijf jaar de voogdijminister van de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM) en ik ben dat opnieuw, waardoor ik recht van spreken heb in dit debat. Spartacus is een concept voor openbaar vervoer en voor het verbeteren van de mobiliteit in de provincie Limburg, dat in opdracht van de LRM en de Limburgse Strategische Ontwikkelingsmaatschappij (LISOM) is uitgewerkt en dat zal gemplementeerd worden.
Positief is de bijzondere aandacht voor de verkeersveiligheid en de voorzichtige ambitie om het gehele verkeersbeleid te regionaliseren. Het uitbouwen van de basismobiliteit zal bijkomende budgettaire inspanningen vergen. Bij de eerste begroting zal de ernst van dit voornemen reeds aan de concrete cijfers getoetst kunnen worden. Ook inzake het voornemen om zogenaamde ontbrekende schakels in ons verkeersnet weg te werken zal de begroting snel opheldering kunnen brengen. Het idee van de invoering van een wegenvignet komt ook uit het Vlaams Blok-verkiezingsprogramma. Het is echter jammer dat de nieuwe regering in deze plots minder ambitieus en spreekt van streven en onderzoeken.
Inzake spoorverkeer legt de tekst van het regeerakkoord de juiste accenten. Wel moet nog opheldering verkregen worden over het gebruik van de meervoudsvorm wanneer het over Gewestelijke Expresnetten gaat.
Bijzonder verheugd is het Vlaams Blok met de radicale keuze voor de regionale luchthavens, inzonderheid die van Deurne. Ook hier moet men waken over de uitvoering van al deze voornemens, hetgeen in het verleden wel eens anders durfde zijn.
In het regeerakkoord staat dat we de beslissing van de Vlaamse regering correct gaan uitvoeren.
We wisten in 1995 na een bijzonder interessante studie onder toenmalig minister Sauwens datgene wat we nu gaan doen. We hebben vijf jaar gewacht. Het wordt nu tijd.
Inzake havenbeleid hebben we onze vragen bij het voornemen om bij het beheer van de Antwerpse haven een substantile inbreng van het Waasland te garanderen.
Verder betreuren we de minimalistische optie van deze regering inzake het Scheldedossier. Terwijl de scheepvaartwereld aanstuurt op een verdieping tot 16 meter, volstaat voor deze vijfpartijenregering met een voorzichtige vraag naar een verdieping tot 13,1 meter. Dat is het minimum minimorum. Ik had hier meer ambitie verwacht.
Ten slotte is het ook jammer dat er geen enkel ernstig engagement is inzake de tweede sluis in de Waaslandhaven en het weghalen van de Visart-sluis in Zeebrugge. Men spreekt alweer enkel over onderzoeken. Over een degelijke binnenwaterontsluiting van Zeebrugge wordt helemaal niet gesproken.
Wij zullen in onze oppositie constructief zijn waar het kan, maar hard en consequent waar het moet. Wij zullen het inhoudelijke debat niet uit de weg gaan, voor zover dit huis ons daarvoor de gelegenheid zal geven.
U moet wel consequent zijn. Binnen uw fractie hoor ik u pleiten voor de haven van Antwerpen, terwijl ik de heer Wymeersch dikwijls het tegenovergestelde hoor zeggen.
De Vlaams Blok-fractie neemt altijd consequent hetzelfde standpunt in.
Economie en werkgelegenheid staan hoog op de agenda in dit regeerakkoord. Binnen de Vlaamse regering werden, met het oog op het aanzwengelen van de werkgelegenheid en het ondernemerschap, een aantal opmerkelijke wissels aangebracht. Er werd zelfs een buitenstaander aangetrokken. Hoe kan het Vlaams Blok hier tegen zijn? Heel de Vlaamse bevolking is immers vragende partij.
Ik heb echter eens nagegaan wat de kritieken waren van een aantal belangengroepen op dit regeerakkoord. In eerste instantie liet ik me leiden door de kritiek die Unizo op 20 juli jongstleden nog uitoefende.
Unizo stelde toen dat er vier goede punten waren in het regeerakkoord. De Unie van Zelfstandige Ondernemers dacht hierbij aan een soepeler vergunningsbeleid en een administratieve vereenvoudiging, bijkomende bedrijventerreinen ter grootte van 7000 hectaren, een vriendenlening voor goedkoop kapitaal aan KMOs en een omvattend pact met de gemeenten.
Dit pact is nogal vrijblijvend. Vlaamse steden en gemeenten worden immers geconfronteerd met een vijftigtal KMO-gerelateerde belastingen. Hoe zal men deze belastingen afschaffen? Hoe zal men, bij een eventuele afschaffing, deze belastingen compenseren? Ook hierover heerst nog de grootste onduidelijkheid. Deze regering mag in ieder geval niet vervallen in het euvel van de vorige regeerperiode. Toen werden immers steeds meer taken naar de steden en gemeenten doorgeschoven zonder dat hier de nodige financile middelen tegenover stonden.
Naast deze vier punten evalueerde Unizo nog drie andere punten positief : de gedeeltelijke fiscale aftrekbaarheid van de milieuheffingen, de regionalisering van de wet op grote handelsondernemingen en het pleidooi voor meer Vlaamse sociaal-economische hefbomen. Iedereen weet echter dat bij dit laatste punt het schoentje knelt. Men kan hier immers geen werk van maken want vorige week stelde Elio Di Rupo nog dat men, langs Waalse zijde, geen oren had naar de Vlaamse communautaire verzuchtingen.
Als minpunten van het regeerakkoord had Unizo het erover dat het regeerakkoord niet stelt dat de EU-fondsen automatisch moeten kunnen rekenen op Vlaamse co-financiering; dat het niets zegt over de opvolging binnen familiebedrijven en de vraag naar een soepelere reglementering voor de schenkings- en ondernemingen open laat. Bovendien spendeert het regeerakkoord nog te weinig aandacht aan KMO-prioriteiten voor opleiding en vorming en zijn sociale clausules bij overheidsopdrachten voor Unizo onaanvaardbaar. Verder vraagt Unizo een vrijstelling voor KMOs bij nieuwe energieheffingen. Ten slotte is er ook niet in lastenverlaging via de vennootschapsbelasting voorzien in dit regeerakkoord.
Het regeerakkoord bevat dus, volgens Unizo, vier goede elementen, drie goede elementen die echter onrealiseerbaar zijn en zes slechte elementen.
Dit regeerakkoord bevat ook niets meer over de regionalisering van het werkloosheidsbudget. Nochtans had de minister van Werk, na de recente verkiezingen, heel wat ophef veroorzaakt met zijn voorstel om het werkloosheidsbudget te regionaliseren. In een vraaggesprek met De Tijd stelde minister Vandenbroucke zelf dat het hem niet om de centen gaat, maar om de aanwending ervan. Vlaanderen en Walloni leggen nu eenmaal andere accenten. De minister heeft het bij het rechte eind. Hij heeft met deze stelling trouwens, ongewild en zonder het zelf te weten, een standpunt van het Vlaams Blok uit februari 2002 overgenomen.
Om de werkzaamheidsgraad te verhogen, stelt men in dit regeerakkoord een aantal lastenverlagingen voor. Deze lastenverlagingen zullen pas vanaf 2007 of 2009 ingaan. Het zullen er te weinig zijn en ze zullen te laat komen. Maar het is uiteraard nog beter dan helemaal geen lastenverlagingen.
Ik had niet verwacht dat de minister-president ook landbouw tot zijn bevoegdheid zou mogen rekenen. Een combinatie tussen landbouw en economie was logischer geweest. Landbouw is immers onlosmakelijk verbonden met het Vlaamse economische weefsel.
Het pleit voor de minister-president en zijn regering dat hij van landbouw een prioriteit wil maken. Nog nooit heeft een regeerakkoord immers zo veel aandacht aan landbouw besteed.
Ik deel de mening van de heer Wymeersch niet. Ik zag meer in een combinatie van landbouw en milieu. Tot wiens bevoegdheid behoort het MAP trouwens? Tot de bevoegdheid van de minister van Landbouw?
De heer Denys behoort tot een meerderheidspartij. Als hij als lid van de meerderheid moet hij toch weten wat de bevoegdheden zijn van de ministers?
Vanmorgen pretendeerde de heer Dewinter dat met de komst van minister Peeters de verzuiling opnieuw zijn intrede deed in de Vlaamse regering. U citeert echter voortdurend uit rapporten van Unizo, Voka en de Boerenbond. Citeer eens uit het Vlaams Blok-programma.
De minister-president zal als minister van Landbouw, in gezelschap van de federale minister van Landbouw en alternerend met zijn Waalse evenknie, de Europese landbouwtoppen mogen bijwonen.
Hij zal trouwens zeer snel het moeilijke suikerdossier moeten behandelen. Ik hoop dat hij de gepaste maatregelen zal nemen.
De afgelopen vijf jaar hebben CD&V en de VLD gedongen naar de gunsten van de plattelandsbewoners. Dit is uitgemond in de betoging te Gent. Ik laat in het midden wie het pleit gewonnen heeft.
In het regeerakkoord staat dat men het dossier van het integraal waterbeheer integraal wil uitvoeren. CD&V heeft tegen dat decreet gestemd, maar wil het nu volledig loyaal helpen uitvoeren.
U moet de paragraaf volledig lezen. De uitvoeringsbesluiten zullen worden uitgevoerd en daarin zullen bepaalde wijzigingen worden opgenomen.
Collegas Denys en Matthijs hebben er altijd voor gepleit dat elk ontwerp en voorstel van decreet dat te maken heeft met landbouw, een landbouwtoets krijgt. De heer Denys heeft zelfs het idee van een landbouweffectrapport gelanceerd. Ik vind nergens een verwijzing naar een landbouwtoets in het regeerakkoord. Ondanks het feit dat deze nieuwe Vlaamse regering iets wil doen voor de landbouw, staat er in dit Vlaams regeerakkoord nog altijd te veel in dat die geen expansiemogelijkheden meer heeft. De geest van groen is ook in deze meerderheid aanwezig. Landbouw is meer dan platteland en moet de motor zijn van het plattelandsbeleid. Hij moet meer expansiemogelijkheden krijgen.
Er staan zeer goede intenties inzake economie en werkgelegenheid in het regeerakkoord. De bepalingen inzake landbouw en ruimtelijke ordening zijn goed maar te vaag. We wachten op de ontwerpen en voorstellen van decreet om deze nieuwe Vlaamse regering op de juiste merites te beoordelen. (Applaus bij VB)
Ongeveer 40 dagen na de verkiezingen worden nieuwe relaties aangegaan. Misschien is er een verstandshuwelijk gesloten, maar dat lijdt meestal tot goede contracten en afspraken. Het regeerakkoord is realistisch en haalbaar, maar ook inspirerend. Zo is het hoofdstuk over Onderwijs een voorbeeld dat parlementair werk zinvol is. Heel wat ideen waarover de voorbije jaren is gediscussieerd, zijn terug te vinden in dit regeerakkoord. Het begrip gelijke kansen wordt het uitgangspunt in dit regeerakkoord voor alle beleidslijnen in het onderwijs. De gelijke toegang tot het onderwijs is voor veel jongeren juridisch al gerealiseerd, maar niet in de feiten omdat de kostprijs vaak een rem is op de toegang. Het is essentieel dat de kosteloosheid van het basisonderwijs duidelijk opgenomen is. Nog belangrijker is dat er een rem wordt gezet op de uitgaven van ouders in het secundair onderwijs. Het technisch en het beroepsonderwijs is het duurste secundair onderwijs, terwijl daar vooral jongeren uit de sociaal-economisch zwakste milieus zitten. Met enige zekere creativiteit kunnen ook scholen de kostprijs drukken.
Een ander belangrijk element is dat men ervoor zorgt dat het leerproces voldoende aandacht krijgt. De uitstroom in het secundair onderwijs is voor heel wat jongeren nog altijd ongekwalificeerd vanwege schoolmoeheid en verkeerde orintatie. Het orintatiebeleid moet worden aangepakt om betere correcties te realiseren. Daarnaast is een herwaardering van het technisch en beroepsonderwijs nodig. Voor de eerste keer wordt in het regeerakkoord ingeschreven dat de mogelijkheid moet worden gecreerd voor scholen om de beschotten te verkleinen. Ik vind in het regeerakkoord niets terug over de modulering van het technisch en beroepsonderwijs. Daarin moet men stappen blijven zetten om de ongekwalificeerdheid tegen te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat men dit onderdeel in het beleid wil opnemen.
Dat is impliciet opgenomen in het akkoord door de verwijzing naar het rapport Accent op Talent.
Het rapport Accent op Talent is niet alleen relevant voor het technisch en beroepsonderwijs, maar voor het gehele onderwijs. Het ASO gaat nog te vaak uit van het watervalsysteem en ook daar moet men een grote inspanning doen om de zwakkere leerlingen te begeleiden.
Over het principe achter de gelijke kansen zijn we het allemaal eens. Maar we mogen niet alles van de school en de leerkrachten verwachten. Zij moeten gesteund worden door het thuismilieu. Daarom moet de Vlaamse regering structurele opvoedingsondersteuning uitwerken.
Ik kan daar alleen maar mee instemmen.
Iedereen was het erover eens dat de financiering gelijk moest zijn voor kinderen met vergelijkbare behoeften. We hadden het daarbij echter uitsluitend over de werkingsmiddelen. Dit regeerakkoord past dat principe ook toe op de omkadering. Deze belangrijke verworvenheid garandeert een onderwijs dat iedereen de kans geeft zich volwaardig te ontwikkelen.
De werkgroep Financiering in het kader van de rondetafelconferentie Onderwijs kwam ook tot deze conclusie, maar de vorige regering is er wellicht om budgettaire redenen - niet in geslaagd deze conclusies uit te voeren.
Omdat er op de arbeidsmarkt geen sprake is van gelijke kansen, is het belangrijk dat deze regering de bevoegdheden Onderwijs, Vorming en Werk samenbrengt. We mogen het echter niet hebben over de minister van Opleiding, omdat Onderwijs op die manier een toeleveringsbedrijf voor de arbeidsmarkt lijkt.
Door deze bevoegdheden te koppelen vermijden we dat onze middelen tweemaal ingezet moeten worden : 18-jarige jongeren die zonder diploma het secundair onderwijs verlaten zullen geen opleiding meer hoeven te volgen bij de VDAB, als we de VDAB-opleidingen en het onderwijs beter op elkaar afstemmen.
Hoe mooi onze plannen, structuren en middelen ook zijn, onderwijs staat of valt met de kwaliteit en de motivatie van de leerkrachten. We moeten leerkrachten ontlasten van allerhande zaken die niets met hun opdracht te maken hebben.
Het Vlaams Parlement controleert de regering niet alleen, maar denkt met de regering na over het beleid. Omdat niet alle minister parlementaire ervaring hebben, vraag ik om deze traditie te respecteren. (Applaus)
Als het N-VA-kader dit regeerakkoord heeft goedgekeurd, is dat omdat het van mening is dat er meer Vlaanderen in het verschiet is.
Door de lange samenwerking op het vlak van onderwijs zijn de geesten gevolueerd. De consensus was groot. We wisten wat de problemen waren. Ik meen dat we in dit regeerakkoord belangrijke stappen zetten. Ik denk dat we ons goed bewust moeten zijn van de financile gevolgen van de beloftes. Ik ben tevreden dat we evolueren naar subsidies van kinderen en scholen in plaats van netten. We moeten echter alle betrokkenen duidelijk maken dat daar tijd en middelen voor nodig zullen zijn. De verwachtingen zijn groot.
Ik merk inderdaad dat de onderwijsbetrokkenen zich afvragen of wij ons bewust zijn van de financile gevolgen. Dat zijn we wel degelijk en er volgt een extra financile inspanning.
Een volgend hoofdstuk handelt over Vlaanderen in Europa en in de wereld. We moeten daarbij niet enkel onze positie versterken maar ook de beeldvorming over onze regio aanpakken. Al te vaak wordt het beeld over Vlaanderen bij de buitenlandse vertegenwoordigers, pers en bedrijfsleiders in Brussel, bepaald door de negatieve - veelal Franstalige - berichten in de pers.
Dit hoofdstuk bevat heel wat ambities. Een eigen vertegenwoordiging bij de Europese Unie en n loket zijn ook voor onze bedrijven belangrijk. Voor dat buitenlands beleid willen we partners zoeken, onder meer bij de andere regios. Europa is immers meer dan het Europa van de lidstaten.
We zijn het eens met de ambitieuze doelstellingen van Vlaanderen in Europa en in de wereld. Alleen zijn niet alle doelstellingen even realistisch. De grote debatten over de hertekening van de EU zijn achter de rug en de federale regering heeft een eis in dit regeerakkoord, de zogenaamde split vote het opsplitsen van de Belgische stemmen in de ministerraad niet eens ter sprake gebracht. Hoe zouden we dan de 24 andere lidstaten op een lijn krijgen?
Dat is een terechte opmerking. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe om ervoor te ijveren. Het is een doelstelling om de positie van Vlaanderen in Europa uit te klaren. Vlaanderen staat niet alleen, nog andere wetgevende regios staan te drummen om mee te beslissen over hun bevoegdheden.
De beslissingsbevoegdheid ligt bij de lidstaten. Is het niet beter om geen front te vormen met de andere constitutionele regios maar een uitzondering te vragen omwille van de specifieke situatie in Belgi? Zo niet zou de split vote te veel weerstand oproepen. De doelstelling is goed maar de strategie allicht niet.
In het regeerakkoord staat niet alleen de samenwerking met de partnerregios maar ook met de kleine nieuwe lidstaten.
Kortom N-VA zal het vertrouwen geven aan deze regering. We zullen het regeerakkoord loyaal uitvoeren. Als de andere meerderheidspartijen tot hetzelfde bereid zijn, zal N-VA er door niemand afgereden worden. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, spa-spirit en N-VA)
Het is positief dat er een minister voor Gezin is, maar het regeerakkoord is kort over het gezinsbeleid. CD&V, die zich als gezinspartij profileerde, pleegt woordbreuk. Er komt geen kinderbijslag die de minimumkosten van het opvoeden van kinderen dekt en geen dertiende maand kinderbijslag in september.
De doelstellingen zijn goed maar te vaag en te beperkt. De voorstellen zijn daarenboven gericht op gezinnen waarbij beide partners uit werken gaan. Aandacht voor de thuiswerkende ouder ontbreekt.
Er is wel sprake van een afschaffing van de successierechten voor de gezinswoning, maar niet van andere financile stimuli om gezinnen meer ademruimte te geven.
De 10.000 beloofde kinderopvangplaatsen worden gereduceerd tot 5.000. Er komt evenmin een volwaardig statuut voor de onthaalouders. De financieringsmogelijkheden zijn daarenboven beperkt. Ook een herberekening van de ouderbijdragen is gesneuveld. Noch de overheveling van alle gezinsbevoegdheden, noch de invoering van een gezinseffectrapport worden vermeld. Er is evenmin sprake van bijzonder tegemoetkomingen aan gezinnen met kinderen.
Een harmonieuze combinatie tussen gezin en arbeid wordt enkel met woorden gesteund, er zijn geen concrete maatregelen opgesomd. Van de verkiezingsbeloftes over een kwali-tijd-kaart of maatregelen voor de toenemende nataliteitproblemen wordt met geen woord gerept.
Een langetermijnvisie op het gezinsbeleid wat structurele en institutionele maatregelen vereist ontbreekt dus.
Ook inzake welzijn staat de regeringsverklaring bol van de goede voornemens, maar ontbreekt de concrete invulling. De regering pleit voor een gefaseerde invoering van de maximumfactuur. Het blijft echter onduidelijk om welke zorg het gaat en waar de individuele verantwoordelijkheid zit van de jongere generatie voor de oudere. De realisatie van alle geformuleerde doelstellingen is onbetaalbaar. Het zou van politieke eerlijkheid getuigen indien dit regeerakkoord een aantal concrete verbintenissen zou aangaan, die effectief kunnen worden gerealiseerd.
Ook inzake welzijn en zorg is er onvoldoende aandacht voor belangrijke behoeften. Er is geen sprake van de volledige overheveling van alle welzijnsbevoegdheden naar Vlaanderen om een onafhankelijk en coherent welzijnsbeleid mogelijk te maken. Van de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg wordt geen absolute prioriteit gemaakt. Mijn fractie eist de onmiddellijke en volledige wegwerking van alle wachtlijsten, zowel voor de personen met een handicap als voor de bejaarden. De vorige regering had dit trouwens beloofd tegen 2003.
Amper een week geleden heeft het Vlaams Fonds gewezen op de acute financile problemen in de gehandicaptensector. Om alle toezeggingen aan instellingen na te komen is er voor 2004 minstens 30 miljoen euro extra nodig en voor 2005 minstens 50 miljoen euro. Anders dreigen de gehandicapteninstellingen voor het jaareinde opnieuw op droog zaad te zitten.
CD&V beloofde een integraal, dynamisch en innovatief ouderenbeleid, maar de regeringsverklaring besteedt weinig aandacht aan de ouderen. Ik vind het prachtig te beloven dat aan personen met een handicap gelijke kansen worden gewaarborgd. De regeringsverklaring verduidelijkt echter niet hoe deze doelstelling zal worden gerealiseerd.
In het najaar zullen we, naar aanleiding van de verschillende beleidsnotas, ruimschoots de tijd krijgen om op alle aspecten van deze kwestie in te gaan. Veel doelstellingen zijn vaag geformuleerd. Door het ontbreken van een kostprijsberekening is de haalbaarheid van deze doelstellingen moeilijk te evalueren. Het is onmogelijk al deze beloften inzake welzijn op vijf jaar tijd te realiseren. Mijn fractie pleit dan ook voor het opstellen van een concreet prioriteitenlijstje waarop de kiezer de Vlaamse regering daadwerkelijk kan beoordelen.
Onze fractie zal het regeerakkoord niet steunen. (Applaus bij VB)
Ik weet dat mevrouw Dillen de sector zeer goed kent. Ik zal zeker gebruik maken van haar expertise in het parlement en in de commissies.
Sommige van haar opmerkingen zijn terecht. Zij hebben precies te maken met het feit dat er keuzes worden gemaakt. Dat is juist de verdienste van dit regeerakkoord.
Voor het wegwerken van de wachtlijsten in de gehandicaptensector zullen stappenplannen worden opgemaakt. Samen met de sector zullen we nagaan of een herschikking van de bestaande middelen mogelijk is. Het is niet altijd nodig nieuwe middelen in te zetten, want dan zouden sommige mensen nog lang kunnen wachten op de zorg waar ze recht op hebben.
Ik zal de minister zeer nauwlettend volgen in het najaar. We hopen dat zij nu zal realiseren wat haar fractie tijdens de vorige regeerperiode doorlopend heeft gevraagd.
In dit regeerakkoord staat er inzake het milieubeleid ogenschijnlijk weinig nieuws. De doelstellingen van het RSV worden herbevestigd, we gaan het decreet op het integraal waterbeleid uitvoeren, de beleidsdoelstellingen inzake hernieuwbare energie worden herbevestigd.
Toch stemt dat ogenschijnlijke status quo me niet ongelukkig. Het ontbrak het milieubeleid immers niet aan nobele doelstellingen, maar aan concrete realisaties. De regering belooft een krachtdadig beleid te voeren op basis van realistische verwachtingen, en dat stemt me hoopvol. Ik ga ervan uit dat nu zal worden gerealiseerd wat al jaren op papier staat. Dat betekent dat er tegen het einde van deze regeerperiode 38.000 hectare nieuwe natuurgebieden zullen bijkomen, dat we er 10.000 hectare nieuwe bosgebieden zullen bij krijgen en dat we gaan voor de realisatie van 125.000 hectare Vlaams ecologisch netwerk, n van de bindende bepalingen van het RSV. Die bijkomende natuur is broodnodig om de schrikbarende achteruitgang van de biodiversiteit in Vlaanderen een halt toe te roepen. Het zal echter een moeilijke opdracht worden.
De uitvoering van het decreet integraal waterbeheer betekent dat we meer ruimte zullen moeten maken voor water. In de toekomst zullen de natuurgebieden en niet de kelders onder water moeten lopen. Dat betekent ook dat we nagenoeg al ons afvalwater zullen moeten zuiveren.
De realisatie van de doelstellingen inzake groene stroom en duurzame stroom betekenen dat de hoeveelheid groene stroom de komende jaren zal moeten verdrievoudigen en dat het vermogen aan warmtekrachtkoppeling zelfs met een factor vijf zal moeten toenemen.
Het regeerakkoord getuigt van verstandig groen, van een milieubeleid dat de mensen droge voeten en schoon water zal garanderen, dat meer stadsbossen en meer speelbossen in het vooruitzicht stelt, dat een verlaging van de onroerende voorheffing in het vooruitzicht stelt voor energiezuinige woningen.
Er is duidelijk een toegevoegde waarde op het vlak van volksgezondheid, voedselveiligheid of verkeersveiligheid. In tegenstelling tot wat de heer Stassen heeft gezegd, kan men met dit regeerakkoord wel degelijk verder gaan dan de minimale Europese verplichtingen.
Leefmilieu, energie en openbare werken zitten nu in eenzelfde portefeuille. Overigens zal het departement Openbare Werken het leeuwendeel van de milieubegroting voor zijn rekening nemen. Het afvalwater moet van het regenwater worden gescheiden. Indien het regenwater langs de grachten wordt afgevoerd, kunnen we volstaan met smallere buizen en kunnen de kosten voor waterzuivering worden gedrukt.
Ik heb er alle vertrouwen in dat minister Peeters alles in huis heeft om een goed minister van Leefmilieu te worden. Als gewezen boegbeeld van Unizo weet hij als geen ander hoe de ruimtelijke versnippering en de lintbebouwing met grote baanwinkels vreet aan de leefbaarheid van onze steden. Hij weet dat investeringen in infrastructuur voor de zachte weggebruiker en in openbaar vervoer noodzakelijk zijn om onze binnensteden opnieuw zuurstof te geven. Hij weet dat onze KMOs niet gebaat zijn met de aankoop van schone lucht in Rusland, maar wel met investeringen in eigen regio in energiebesparing en in schone energie. Die investeringen zullen zorgen voor extra jobs. De middenstand regeert het land. Voor het leefmilieu hoeft dat geen slechte zaak te zijn.
Van een minister van Leefmilieu verwachten wij dat hij het milieu beschermt tegen milieuschadelijke activiteiten, en niet omgekeerd. Als hij toegewijd het regeerakkoord uitvoert, zal hij in zijn strijd voor een beter leefmilieu in ons een kritische maar constructieve partner vinden. (Applaus bij spa-spirit en VLD)
Als men het hoofdstuk over onderwijs de eerste keer doorneemt, zou men bijna staan juichen. Bij nader inzien werpen zich toch een aantal bedenkingen op. Uiteraard willen we allemaal het beste voor onze kinderen. We willen het beste onderwijs, de beste infrastructuur en het liefst nog allemaal gratis of toch zo goedkoop mogelijk. Jammer genoeg is Vlaanderen Utopia niet.
Eerst en vooral vraag ik me af wat het kostenplaatje is van dit sprookjesboek. In het hele onderwijsdossier heb ik nergens een budgettaire oefening gevonden. Wie gaat dat betalen? Wie heeft zoveel geld? Het spreekt voor zich dat niemand zich wil verzetten tegen het stapsgewijs kosteloos maken van het basisonderwijs, maar hoe groot is de financile ruimte hiervoor? Hetzelfde vraag ik me af voor het gratis netoverschrijdend vervoer. Niets in het hele regeerakkoord draagt een prijsetiket, terwijl dit eigenlijk wel verplicht is.
Mijn tweede vraag is wanneer en in welke volgorde men deze beloftes wil uitvoeren? Bestaat er een timing? Of zal de groep die de meeste druk uitoefent de meeste centen krijgen?
Een derde punt dat ik mis zijn de concrete voorstellen. Hoe gaat men bepaalde problemen praktisch oplossen? Ik had graag iets concreters gelezen dan we maken werk van, we zorgen voor en we realiseren.
We merken dat u wel ergens de klok heeft horen luiden, maar de klepel niet echt gevonden heeft. Ik vind het zeer nobel dat u iedereen poogt gelukkig te maken, maar ik vind dat ook gevaarlijk, want u weet dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken.
Leerkrachten zijn de aanhoudende vernieuwingen beu en ze willen de tijd om eindelijk al deze regels aan de praktijk te toetsen. Het onderwijs vraagt rust. Laat het onderwijzend personeel datgene doen wat haar roeping is en waarvoor het opgeleid is : onderwijzen, les geven, kennis overdragen. In het licht van deze problematiek doet het ons plezier dat u de intentie heeft om de planlast af te bouwen, maar verdere garanties hiervoor vinden we niet terug.
De aandacht voor de brede school is ook een mooi klinkend voorstel. Ziet u deze brede school tijdens de lesuren, zoals de heer Herman Lauwers even aanhaalde, wat volgens mij ten koste zal gaan van de traditionele vakken? Of verwacht u eerder een engagement van de leerkracht op regelmatige basis buiten de lesuren? Dan ontstaat natuurlijk weer het gevaar van de overbevraging van het onderwijzend personeel. De kerntaak van het onderwijspersoneel, het onderwijzen, mag onder geen beding lijden onder alle extras die men op de schouders van de leerkrachten laadt.
Ook een visie over de leerkrachten zelf mis ik in dit document. Verder dan een aantrekkelijk loopbaanperspectief en de reeds vernoemde belofte om de planlast te verminderen, gaat men niet? Wat mag ik mij voorstellen bij dat aantrekkelijk loopbaanperspectief? Wat bedoelt u daar juist mee?
Wat ik heel jammer vind, is dat u de opleiding voor leerkrachten niet echt in het licht plaatst. Goed onderwijs is enkel mogelijk met goed lesgevend personeel. Het verbaast me dat u voorbijgaat aan de stimulansen voor een goede lerarenopleiding en dat u nergens probeert om de jongeren lesgeven opnieuw te laten zien als een roeping en niet als een straf. Een onderwijsopleiding mag geen vangnet worden voor gebuisden van allerlei richtingen.
Het verheugt ons te merken dat de gelijke financiering van de netten eindelijk is van start gegaan.
At me wel weer zorgen baart is de vermelding over de alternatieve financieringsmiddelen voor de geplande inhaalbeweging voor de schoolinfrastructuur. Is dit sponsoring door ouders? Commercile publiciteit in een school? Wij verzetten ons met klem tegen elke vorm van commercialisering in het onderwijs. We moeten onze kinderen zo lang mogelijk beschermen tegen elke vorm van platte commercie. De school moet op dit vlak volledig neutraal blijven.
Ook de passage over de schoolmoeheid, waar u de termen globale aanpak en het sanctioneren van scholen en ouders aanhaalt, vind ik redelijk vaag en repressief. Ik merk nergens een constructief drukkingsmiddel om de mensen te gaan motiveren toch niet te spijbelen. Men spreekt enkel over straffen en dat is jammer. Het is toch niet de bedoeling om de reeds overbelaste parketten te gaan opzadelen met spijbeldossiers, die dan pas zoveel jaar na datum kunnen behandeld worden.
Dit akkoord staat bol van de goede intenties, maar het slaagt er niet om een samenhangend en overtuigend beleid uit te stippelen. Men heeft getracht alle kritieken, wensen en verzuchtingen van de verschillende betrokkenen in deze tekst te verwerken. Dit document doet mij een beetje denken aan de horoscoopjes uit de boekjes. Het klopt altijd en het klopt voor iedereen. Ik vind dit onwaardig voor een zo belangrijke materie als onderwijs. Ik hoop dat u ons spoedig zal verrassen met een echt onderwijsbeleid, dat garant staat voor een degelijke en concurrentile opleiding voor onze jongeren, want zij zijn de toekomst van ons Vlaanderen.
Ik dank iedereen voor dit inspirerend debat. In mijn antwoord beperk ik me tot twee luiken. Eerst zal ik de zes assen van het regeerakkoord nog eens kort behandelen en ten slotte zal ik een politieke conclusie trekken.
Ik neem zeker het engagement op mij om de komende maanden en jaren zoveel mogelijk overleg te organiseren met de mensen in de commissies en op andere domeinen.
Aan de heer De Winter kan ik zeggen, dat wat zijn tussenkomst betreft, mijn repliek vrij beperkt zal zijn. Andere collegas van uw fractie hebben wel inhoudelijke punten gemaakt en daar zal ik op ingaan.
De absolute topprioriteit voor de regering is een aantrekking van de internationale conjunctuur meer dan vroeger om te zetten in werkgelegenheid en economische activiteit. Een belangrijk instrument is de maatregel inzake de lastenverlaging. 8 10.000 frank per jaar is voor een aantal critici misschien niet veel, maar voor de zwakste inkomens maakt dit wel degelijk een verschil. Het gaat hier niet louter om een doelloze lastenverlaging, maar er zit wel degelijk een activeringselement in vervat. Dat is enerzijds het idee van iets te doen aan de inactiviteitsval en anderzijds van mensen die werken meer te belonen. We zouden nog meer willen doen, maar gezien de beperktheid van middelen, institutioneel en financieel-budgettair, zijn de voorgestelde maatregelen toch wel zeer belangrijk.
Het gaat hier niet om beloften op de lange termijn. Ik wil hier vandaag bevestigen dat we binnen de regering afgesproken hebben nog voor het eind van het jaar een ontwerp van decreet zullen indien met betrekking tot deze lastenverlaging en activeringsmaatregel.
De zogenaamde rugzakmaatregel, die zich richt ten aanzien van oudere werknemers die in een bedreigde arbeidssituatie zitten, is ook zeer belangrijk. Deze mensen krijgen een rugzak van lastenverlagingen en dat levert hen netto een plus op. We zullen niet stil zitten om hierover verdere concrete initiatieven nemen.
Het is volgens ons heel belangrijk dat ook andere bestuursniveaus aangemoedigd worden om hun verantwoordelijkheid te nemen inzake fiscaal klimaat. Ik ben het niet eens met de heer Penris, wanneer hij zegt dat daar geen concrete engagementen staan. Juist doordat we geen verplichtingen of verbodsbepalingen inschrijven in het regeerakkoord en spreken over een fiscaal pact, geeft uiting aan een andere benadering van de verhouding tussen de Vlaamse regering en de lokale overheden. Het gaat om een partnerschap, waarbij de autonomie van de steden en de gemeenten wordt gerespecteerd en waarbij de gezamenlijke wil aanwezig is om iets aan de pestbelastingen te doen.
Voor het overige ontkent niemand dat het hoofdstuk Werk en Ondernemen heel wat concrete, doeltreffende maatregelen bevat.
Aan het hoofdstuk Inburgering hecht heel de regering veel belang. Alle ministers engageren zich gezamenlijk voor een nieuwe benadering waarbij er enerzijds voor geopteerd wordt om de bestaande problemen te onderkennen en er anderzijds geopteerd wordt voor een tweesporenbeleid van rechten en plichten. Bestaande discriminaties moeten weggewerkt worden. Hiertegenover staan echter ook een aantal plichten.
We zullen meer inburgeringstrajecten aanbieden. Aan de heren Lauwers en Stassen wil ik heel uitdrukkelijk stellen dat de regering meer inspanningen zal leveren. De volgende jaren voorzien we, voor de komende 5 jaar, in een extra-inspanning van 120 miljoen euro. Deze financile inspanning moet ervoor zorgen dat de wanverhouding tussen vraag en aanbod naar en van cursussen verdwijnt.
Voor de inwerktrajecten zal men zich niet meer vrijblijvend kunnen opstellen. Het hele hoofdstuk Inburgering beantwoordt dus in feite aan de slagzin van het regeerakkoord. Enerzijds wil men vertrouwen geven aan allen die in Vlaanderen komen wonen en komen werken. Anderzijds is leven en werken in Vlaanderen niet zo maar vrijblijvend.
Over de financile engagementen zou nog wat vaagheid bestaan. Gedurende de informatie- en formatiegesprekken gingen we gedetailleerd na of de rekening wel klopte. Het geheel aan voorgestelde maatregelen is, in het licht van 2009, wel degelijk betaalbaar. Het feit dat de formatie-opdracht in Vlaanderen zo lang heeft geduurd, heeft trouwens veel te maken met het feit dat we de financile toestand meticuleus onder de loep namen.
Ook voor het woonbeleid werden een geheel aan concrete maatregelen uitgewerkt. Ik begrijp de heer Stassen dan ook niet wanneer hij stelt dat, in een poging om meer woongelegenheid te creren in Vlaanderen, de open ruimte in Vlaanderen bedreigd wordt. Op 25 oktober 2002 keurde de heer Stassen trouwens zelf een rondzendbrief goed die de aansnijding van meer open ruimte regelt goed.
Over het leefmilieu kunnen er geen misverstanden. Trouwens ook Groen! en de BBL nemen terzake een zeer constructieve houding aan. Het akkoord over leefmilieu zal onverkort worden uitgevoerd en de Kyoto-normen zullen gerealiseerd worden.
Wel is er nood aan wat bijsturing van het beleid; aan een soort milieubeleid van een tweede generatie waarbij men ook aandacht heeft voor de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Dit mag ons echter niet beletten dat Vlaanderen voor ecologie en voor leefmilieu bij de Europese top moet behoren.
Het communautaire is ten slotte onlosmakelijk verbonden met het regeerakkoord. De passage van het regeerakkoord over de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en over de splitsing van het gerechterlijk arrondissement Brussel kan niet duidelijker zijn. Het gaat hierbij natuurlijk om dossiers die op federaal vlak moeten uitgewerkt worden. Alle regeringspartners engageerden zich echter dat dit deze eisen gerealiseerd zullen worden.
De Vlaamse regering engageert zich tevens om een eigen visie op het Forum te ontwikkelen. Ik sluit trouwens niet uit dat we terzake een aantal eigen initiatieven zullen ontplooien zodat een aantal resoluties kunnen verwezenlijkt worden.
Tijdens de formatie-opdracht kwam ook de eerlijke verdeling van de lusten en lasten die gelieerd zijn met de financile stromen, ter sprake. Ook de eerlijke verdeling van de lasten in verband de sanering van de overheidsfinancin werden besproken. Vlaanderen wil zijn medewerking verlenen aan een duurzame sanering maar zal hieraan een aantal voorwaarden koppelen. Zo moet elke entiteit zijn deel van het werk doen. Gebeurt dit niet, dan kan dit niet zonder gevolgen blijven.
Dit regeerakkoord is niet vrijblijvend. Het is daarentegen een verzameling van realiseerbare maatregelen.
Ik wens af te sluiten met een politiek besluit. De visie van het regeerakkoord is vertrouwen geven; mensen de ruimte geven om zelf initiatieven te ontplooien en de overheid haar verantwoordelijkheid laten opnemen.
Ik vraag geen slaafse volgzaamheid. Ik waardeer het zelfs als u mij uw voorwaardelijk, kritisch genspireerd vertrouwen schenkt. Ook vanwege de leden van de meerderheidspartijen verwacht ik geen vrijbrief en aanvaard dat men veeleer als partner wil optreden. Ik reik u dan ook allen de hand om hier met mij, vanaf september, werk van te maken. De ploeg is klaar en de regering zal haar engagement ten opzichte van het parlement zeker opnemen. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, spa-Spirit en N-VA)
De basis voor de volgende 5 jaar is alvast gelegd. Wij blijven echter met een aantal vragen zitten. Wat is nu de bevoegdheidsverdeling in de Vlaamse regering? Wij blijven terzake op onze honger zitten.
Ik sluit mij hierbij aan bij de documenten die gisteren op het bureau uitgedeeld werden. De bevoegdheidsverdeling die daarin vermeld staat, is correct. Enkel e-government zal tot het takenpakket van de heer Bourgeois behoren. Het hoofdstedelijk beleid zal onder het takenpakket van de heer Anciaux ressorteren.
Dit debat draagt reeds de kiemen in zich van de moeilijke tijd die u tegemoet gaat. Elke fractieleider legt zijn eigen klemtonen. De heer Caluw wijst erop dat er geen sprake meer zijn van het zogenaamde gratis-beleid. Mevrouw Gennez legde dan weer de nadruk op de Kleurennota. Ten slotte waarschuwde mevrouw Ceysens er al voor dat de Vlaamse regering de federale regering niets in de weg mag leggen. U mag dus zeker niet te veel ambitie koesteren over de verwezenlijking van het communautaire luik van dit regeerakkoord.
U dreigt niet de Merckx maar de Poulidor van de Belgische politiek te worden. Poulidor was weliswaar sympathiek, maar het was geen winnaar. Met sympathie alleen komt men er niet in de politiek. We hopen dan ook dat u af en toe uw tanden zal laten zien om de Vlaamse eisen van het regeerakkoord te realiseren.
Laat u niet inkapselen in de beperkte Vlaamse bevoegdheden maar durf een Vlaamse minister-president te zijn, die ook tegen de federale en paarse belangen ingaat. Dat zal noodzakelijk zijn, want anders zal men ter plaatse blijven trappelen.
We zullen u daarop afrekenen binnen afzienbare tijd. Onverwijld betekent voor ons dat we voor 1 januari 2005 resultaten willen zien van de splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik hoop dat die tijdslimiet ook geldt voor CD&V, en zeker voor N-VA.
In het debat heb ik een concreet antwoord gemist op de verkiezingsuitslag van 13 juni. Als ervoor kiest om niet met de winnaar van de verkiezingen in zee te gaan, moet u daarvoor verantwoording afleggen. Wat ik ook gemist heb, is berouw van de fractieleiders en voorzitters van spa en VLD. Jean-Marie Dedecker is de enige die de moed heeft gehad om te zeggen waarop het staat. Hij heeft duidelijk gewaarschuwd voor de zelfgenoegzaamheid en de ivorentorenmentaliteit. Het is nodig dat politici opnieuw de mening van jan met de pet durft te vertolken.
Uit het jaarverslag van het Vlaams Parlement blijkt dat de aanwezigheid en de tussenkomsten van de mandatarissen van het Vlaams Blok in de commissies nihil zijn.
Het jaarverslag spreekt een andere taal. Dat weet u ook. Wat u vertelt, is gestoeld op leugens en demagogie.
Het VB is bereid om op een constructieve wijze een aantal voorstellen te helpen realiseren. Als u hervalt in de fouten van het verleden, zal u me op uw weg vinden. U hebt ons niet overtuigd en daarom zullen we deze regering ons vertrouwen niet geven. (Applaus bij VB)
De beraadslaging is gesloten.
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over het regeerakkoord.
- Het regeerakkoord wordt, wat de gemeenschapsaangelegenheden betreft, met 81 stemmen tegen 38 en, wat de gewestaangelegenheden betreft, met 78 stemmen tegen 35 aangenomen.