Verslag plenaire vergadering
Verslag
Ondersteuning van de topsport
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Denys tot de heer Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over een overeenkomst tussen de federale regering, de gemeenschappen en het BOIC met betrekking tot de ondersteuning van de topsport.
Ik was verrast door een bericht van Belga dat vermeldde dat het BOIC een samenwerkingsakkoord met de federale overheid heeft afgesloten in verband met het topsportbeleid. Dit is echter een exclusief Vlaamse bevoegdheid. Wij hebben een eigen beleidsplan en trachten in verschillende stappen de versnippering weg te werken.
Heeft het BOIC in deze zaak correct gehandeld?
Dit onderwerp werd al meermaals besproken in het Parlement. Het akkoord werd vandaag op punt gesteld. De drie partijen zijn de federale staat, de drie gemeenschappen en het BOIC. We willen jong topsporttalent detecteren, ontwikkelen en begeleiden met het oog op de Olympische Spelen van 2012 en 2016. Om medailles te behalen moet men 10 jaar intensief trainen.
Het akkoord vermeldt duidelijk dat topsport een exclusieve bevoegdheid van de gemeenschappen is. Het biedt echter een extra impuls voor de topsport. Men nodigt bijvoorbeeld alle sportgeoriënteerde twaalfjarigen uit, die dan op stage worden gestuurd onder leiding van een trainer. Hij kan beoordelen wie een potentiële medaillewinnaar kan zijn en hoe deze persoon moet worden begeleid.
Vanaf 2005 zal jaarlijks 3.250.000 euro worden uitgetrokken om dit globaal programma te verwezenlijken. 1.250.000 wordt bijgedragen door de federale staat, eenzelfde bedrag door de gemeenschappen en 750.000 door het BOIC. De bijdrage van de gemeenschappen wordt verdeeld volgens de klassieke verdeelsleutel, namelijk 59,2 procent door de Vlaamse Gemeenschap, 0,8 procent door de Duitse Gemeenschap en 40 procent door de Franse Gemeenschap.
Het beheer van deze fondsen gebeurt door een orgaan waarin Bloso, Adeps, de Duitse Gemeenschap en het BOIC elkaar ontmoeten. Het orgaan beoordeelt de projecten die worden ingediend door de overheden of door de sportfederaties en volgt de programma's op.
Het gaat dus niet om een bevoegdheidsrecuperatie, maar om een confederale samenwerking?
Inderdaad. Sport is en blijft de bevoegdheid van de gemeenschappen. Maar er is een financiële surplus : het federale niveau betaalt mee.
Het incident is gesloten.