Verslag plenaire vergadering
Verslag
Splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Hauthem tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over steun aan de actie van de Vlaams-Brabantse burgemeesters voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.
Vorige week werd hier een resolutie goedgekeurd waarin gevraagd wordt om geen sancties te nemen tegenover colleges van burgemeester en schepenen die een aantal handelingen verrichten in verband met de organisatie van de Europese verkiezingen. Het gaat onder meer over het onder voorbehoud opstellen van de kieslijsten.
Minister Van Grembergen heeft altijd gezegd dat hij als tuchtoverheid niet zou optreden tegen de schepenen. De federale minister van Binnenlandse Zaken heeft gezegd dat hij wel zou optreden tegen de burgemeesters, omdat hij voor hen nog altijd de tuchtoverheid is. Uiteindelijk is gebleken dat de handelingen die door de gemeenten moeten worden gesteld onder de bevoegdheid vallen van de colleges van burgemeester en schepenen. Wie moet er dan optreden?
Intussen heeft het Brusselse gerecht de burgemeesters ondervraagd, ondanks de gerechtelijke achterstand. Minister Van Grembergen heeft altijd gezegd dat hij er bij de federale minister van Binnenlandse Zaken zou op aandringen dat er geen tuchtrechtelijke sancties zouden worden genomen. Over gerechtelijke sancties heeft hij uiteraard niets te zeggen.
Is er nu al overleg gepleegd over dit dossier, hetzij informeel, hetzij formeel op het Overlegcomité? Het zou nuttig zijn deze zaak te bespreken op het Overlegcomité, zeker in het licht van de klacht die nu door een FDF-schepen werd neergelegd, onder meer op basis van de wet op het racisme.
De minister moet het arrest van vorige week van het Hof van Beroep van Gent maar eens lezen. Als men zegt 'aanpassen, of…', dan is dat racisme, zegt de rechter. Dat schendt immers de rechten van de culturele minderheden in dit land. Dan hou ik mijn hart vast over het minderhedenverdrag en over de pleidooien die iedereen hier houdt voor het afschaffen van de faciliteiten. Wat de rechter zegt, komt in feite overeen met de thesis van de Franstaligen, namelijk dat ze een culturele nationale minderheid zijn en dat ze dus recht hebben op een behandeling door de overheid in hun eigen taal, op onderwijs in hun eigen taal en op subsidiëring van hun eigen verenigingen. Dat is een van de gevolgen van dat arrest.
Mijn vraag is dus of de minister deze zaak al ter sprake heeft gebracht op het Overlegcomité.
De beslissingen die in deze kwestie werden genomen door de gemeenten, gaan uit van het college van burgemeester en schepenen. De burgemeester is slechts de uitvoerder van de beslissingen van het college. De federale regering is dus niet bevoegd om sancties te nemen.
Ikzelf heb altijd gezegd dat ik niet bestraffend optreed als het gaat om keuzes die in het Vlaams Parlement zijn gemaakt, in resoluties die aan de Vlaamse regering zijn gegeven.
Ik heb geprobeerd het platform voor de oude Vlaamse eis tot splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zo sterk mogelijk te maken. Vele steden en gemeenten hebben hun steun toegezegd aan die eis.
Waar aanvankelijk het gerucht de ronde deed dat de federale minister van Binnenlandse Zaken straffend zou optreden, heb ik nu gehoord dat hij dit niet zou gezegd hebben. Bovendien is er in latere verklaringen geen sprake meer van een sanctie.
De klacht die werd neergelegd door een FDF-mandataris, is er een met burgerlijke partijstelling bij een rechtbank. De Vlaamse en de federale regering kunnen daar niet in tussenkomen gezien de scheiding der machten.
Ik heb vorige week nog een gesprek gehad met de burgemeesters van Brussel-Halle-Vilvoorde. Ze hebben me gezegd dat ze geen incivieken zijn. Ze gaan uit van de grondwet en van het arrest van het Arbitragehof dat hun gelijk geeft inzake de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Ze hebben me verzocht deze politieke houding te bespreken binnen de Vlaamse regering. Zij stellen dat het gaat om een arrest. Een arrest kan men uitvoeren of men kan de uitvoering ervan boycotten. Men kan er evenwel niet over onderhandelen. Zij stellen dat dit een prioritaire zaak is. Deze houding is op geen enkele manier in strijd met de houding van het Vlaams Parlement en van de Vlaamse regering.
Ik heb hierover verslag uitgebracht aan de Vlaamse regering. De vier meerderheidsfracties hebben toegezegd dat ze hun partijvoorzitters van dat standpunt op de hoogte zouden brengen met de bedoeling zo de agendering van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te verkrijgen.
Deze zaak werd niet besproken op het Overlegcomité. Er is op dit ogenblik immers geen conflict inzake bestraffing. Maar alle regeringen van dit land zijn betrokken bij het Overlegcomité. Het gaat dus niet alleen om de verhouding tussen de Vlaamse en de federale regering. Ik meen daarom dat het beter is dit probleem alleen op de tafel van de federale regering te brengen.
Het juridische vacuüm kan misschien in het voordeel spelen van de gemeentebesturen van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Ik vind het wel jammer dat minister Van Grembergen spreekt over een gerucht dat de federale minister zou verspreid hebben. Het gaat om meer dan een gerucht. Hij heeft dit minstens twee keer gezegd in de Kamercommissie.
De minister wil dit niet op het Overlegcomité brengen omdat er dan ook andere deelregeringen aan tafel zitten. Het standpunt van de andere partijen is dat men dit zo vlug mogelijk zal aanpakken, maar ook op het Forum, dat nog een heleboel andere agendapunten heeft. Ofwel zal deze kwestie verzuipen tussen de andere agendapunten, ofwel zal dit moeten worden gecompenseerd door toegevingen in andere kwesties. Precies daarom was het zo belangrijk dat dit voor de verkiezingen werd aangepakt. Voor de Europese verkiezingen was het trouwens perfect mogelijk om de amendementen van de oppositie - dus niet alleen van ons - goed te keuren voor de verkiezingsdag, te meer omdat een splitsing van de kieskring geen enkele invloed heeft op de zetelverdeling in het Europees parlement. Zelfs dat kan niet.
Zal dit nu besproken worden op het Forum? Ik hoop van niet, maar ik veronderstel van wel. De minister zegt dat een aantal gemeenten buiten de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zich solidair hebben verklaard met de idee van de splitsing. Tot mijn grote teleurstelling moet ik echter vaststellen dat er meer Waalse gemeenten zijn die zich uitgesproken hebben tegen een splitsing.
Er wordt gezegd dat men deze zaak niet op de spits moet drijven net voor de verkiezingen. Ik denk dat het nu juist het goede moment is. Met onze gemeenteraad hebben we in Lennik beslist dat we collectief ontslag nemen als er ooit een veroordeling komt naar aanleiding van de klacht van die FDF-schepen van Sint-Genesius-Rode. Ik hoop dat meer gemeenten dat voorbeeld zullen volgen. De gemeente Sint-Genesius-Rode boycot al sinds jaren een aantal decreten en werd daarvoor nooit op de vingers getikt. Dan kan men zich vragen stellen bij de prioriteiten van het Brusselse gerecht, zelfs op basis van de wet op het racisme.
Ik verwijt minister Van Grembergen nog altijd dat hij dat niet voor de verkiezingen op de tafel van de federale regering heeft kunnen brengen. Na de verkiezingen zullen de Franstaligen de gelegenheid te baat nemen om de prijs voor deze redelijke eis zodanig op te drijven dat hij niet meer realiseerbaar is.
Ik benadruk dat het federale niveau op dit ogenblik nog geen straffen heeft opgelegd. Meer dan honderd steden en gemeenten steunen de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Ook de Vlaamse regering neemt haar verantwoordelijkheid. Wanneer een college van burgemeester en schepenen een beslissing van de gemeenteraad uitvoert, is de Vlaamse regering - en niet de federale regering - bevoegd om te bestraffen. De Gemeentewet verplicht elk college immers om gemeenteraadsbeslissingen uit te voeren. De Vlaamse regering is niet van plan te bestraffen en geeft bovendien alle juridische elementen aan om te ontsnappen aan federale straffen. Deze politieke houding is gebaseerd op de resolutie goedgekeurd door het Vlaams Parlement.
De Vlaamse regering neemt inderdaad haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de sancties, maar weigert tegelijk gevolg te geven aan de resolutie van december 2003. We hebben gisteren gevraagd het verzoekschrift van de burgemeesters toe te voegen aan de agenda van de Senaatscommissie voor Binnenlandse Zaken hebben. Dat is uitgesteld tot na de verkiezingen. Dat minister Van Grembergen deze federale logica volgt, stemt mij weinig hoopvol.
Ik volg de federale logica niet. Voor de burgemeesters is de splitsing prioritair. Zij wensen de eensgezindheid niet te breken met discussies over het tijdstip. Aangezien er een arrest is, hoeft er niet over onderhandeld te worden. Dat is ook mijn houding.
Het incident is gesloten.