Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERPEN VAN DECREET
Aanpassing van de algemene uitgavenbegroting 2004
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Stefaan Platteau, verslaggever, is verhinderd. Hij bespreekt met de gouverneur de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.
De bespreking van de begrotingscontrole zou een routinezaak moeten zijn, maar ik wil ze even in het licht plaatsten van de algemene financiële en budgettaire toestand van de Vlaamse Gemeenschap aan het eind van deze regeerperiode.
De huidige situatie in Vlaanderen is identiek aan de situatie op federaal niveau vorig jaar : ook daar werd, vlak voor de verkiezingen, door de meerderheid bij hoog en bij laag beweerd dat de financiële toestand gezond was. Nochtans kon men na de verkiezingen uit een rapport van de Nationale Bank opmaken dat er dringend miljoenen euro moesten gevonden worden, en werden daartoe de accijnzen verhoogd.
Zo ook nu : de minister blijft volhouden dat de financiële situatie gezond is, terwijl de SERV stelt dat 5,4 procent of 1 miljard euro van de begrotingskredieten niet mag uitgegeven worden als de norm moet gehaald worden. Zelfs als die besparing tot 3,5 procent verminderd zou worden, zou 370.000 tot 380.000 miljoen euro niet mogen uitgegeven worden. Ik leg er nog eens de nadruk op dat deze cijfers niet van de oppositie komen.
De kascijfers zijn alarmerend : over de eerste drie maanden van dit jaar stellen we een tekort van 600 miljoen euro vast. Vorig jaar bedroeg het tekort in dezelfde periode 173 miljoen euro, terwijl er in 2002 nog een overschot van 325 miljoen euro opgetekend werd. Dit betekent dus dat we het dit jaar voor de periode januari - maart 1 miljard euro slechter doen dan in 2002.
De minister antwoordde daarop dat die cijfers van maand tot maand verschillen, en dat men eigenlijk de totale toestand moet bekijken. Maar die uitleg klopt niet : we blijven in vergelijking met 2002 hoe dan ook met een verschil van 1 miljard euro zitten. Het is duidelijk dat het hier om doorschuifoperaties gaat.
We vroegen het Rekenhof hier in verband met De Lijn duidelijkheid over te geven. Het antwoordde dat het over onvoldoende gegevens beschikt om dit nog voor de verkiezingen te doen. Het Rekenhof durft de zaken zo kort voor de verkiezingen niet ten gronde te bekijken. Het is blijkbaar eigen aan België dat bepaalde instellingen zich op politiek cruciale momenten niet durven uitspreken.
Deze begrotingscontrole is gebaseerd op valse cijfers. Merkwaardig was dat bij deze begrotingscontrole geen algemene toelichting stak. Volgens het Rekenhof heeft de federale overheid 102 miljoen euro minder gestort. Na een confrontatie met de administratie blijft het Rekenhof erbij dat de ontvangsten 34 miljoen euro lager zijn dan de gebruikte hypothese. De Vlaamse regering haalt 40 miljoen euro uit de conjunctuurreserve om dat te compenseren. Deze regering blijft zich verschuilen.
Minister Van Mechelen heeft het voortdurend over de overschotten, maar die werden vooral tussen 1999 en 2002 behaald omdat men toen kon teren op de goede uitgangspositie en de economische groei. Bovendien werd de norm verlaagd. De overschotten van 2002 en 2003 zijn veel beperkter. Daarenboven zijn een aantal spaarpotten gebruikt door activa te verkopen. Deze eenmalige opbrengsten verbergen een structureel probleem.
Het wordt stilaan ontroerend. We zijn inderdaad Gimvindus aan het vereffenen, maar dat wordt ons gevraagd in een resolutie van het Vlaams Parlement. Ik veronderstel dat ik niet alle details over dat dossier hoef te herhalen. Met de opbrengst van de aandelen van Staal Vlaanderen hebben we op 20 december 2003 een lening van 150 miljoen euro terugbetaald.
Eenmalige valorisaties verbergen structurele problemen.
De eenmalige ontvangsten worden volledig gebruikt voor eenmalige uitgaven, die gevraagd zijn door het Vlaams Parlement.
Ondertussen zijn er geen middelen voor de geplande infrastructuurinvesteringen.
De netto schuld verminderde tussen 1999 en 2003 inderdaad met 2,9 miljard euro, maar tussen 1995 en 1999 verminderde onze schuld met ongeveer eenzelfde bedrag. Ondertussen heeft paars-groen wel een impliciete schuld van ongeveer 2 miljard euro opgebouwd, die de volgende begrotingen belast. In kader van het FFEU zijn bijvoorbeeld engagementen aangegaan voor zo'n 850 miljoen euro, terwijl er maar 300 tot 350 miljoen euro beschikbaar is in het FFEU. Tijdens de volgende regeerperiode moet 500 miljoen euro aan vastleggingkredieten worden betaald. Met de toename van de impliciete schuld van 2 miljard euro is twee derde van de vermindering van de formele schuld ongedaan gemaakt.
De VLD belooft een lastenverlaging van 1 miljard euro. Op die manier wordt volgens de VLD twee derde van het Lambermontgeld terugbetaald aan de burger, maar de SERV stelt dat alle extra Lambermontmiddelen sedert 2002 in 2009 1,1 miljard euro bedragen. De VLD wil dus alle extra Lambermontmiddelen gebruiken voor een ingewikkelde verlaging van de personenbelasting.
Indien de VLD zijn kiesbeloften wil waar maken, dan is er dus geen ruimte voor reële loonsverhogingen voor het personeel van de Vlaamse Gemeenschap, van de VOI's, van onderwijs en van de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde sociale sector. Volgens de SERV kost 1 procent reële loonsstijging voor iedereen namelijk 1,4 miljoen euro op jaarbasis. Als we veronderstellen dat er elk jaar een reële loonsstijging zou zijn van 1 procent, dan kost dit recurrent ongeveer 520 miljoen euro in 2009. Dan is er nog geen euro gegaan naar wonen, onderwijs, zorg of sport, waarin men volgens de verkiezingsprogramma's meer wil investeren.
Als CD&V alle beloften van zijn verkiezingsprogramma wil nakomen, dan heeft het een bedrag nodig dat drie of vier keer zo groot is als de Lambermontgelden. In het voorstel van de VLD zit volgens mij veel meer logica. Wij kiezen ervoor om drie vierden van de Lambermontgelden terug te geven aan de mensen. Het programma van de VLD klopt echter, wat bij CD&V niet het geval is.
Wij hebben de financiële gevolgen van ons programma ook becijferd. Wij kiezen voor beperkte lastenverlagingen inzake successierechten en registratierechten. Voor het overige willen we de voorrang geven aan een aantal belangrijke maatschappelijke noden zoals de sociale woningbouw, het invoeren van een bouw- en renovatiepremie, een beperkte huurtoelage voor de lage inkomens, een verhoging van de middelen voor thuiszorg en voor gezinstoelagen, het wegwerken van de wachtlijsten, een verhoging van de middelen voor de inburgering, meer geld voor de schoolgebouwen, de lat versneld gelijk leggen in het onderwijs en 500 miljoen euro voor de gemeenten. Dat zijn de keuzes die we willen maken met dat anderhalf miljard euro. De socialisten daarentegen hebben weinig kritiek op de plannen van de VLD inzake lastenverlaging.
We houden dus rekening met het draagvlak van Vlaanderen. De marges zijn immers zeer beperkt. We zijn ver verwijderd van de 6 miljard euro aan beleidsruimte die er was tijdens de vorige regeerperiode. De SERV heeft het nu nog over een beleidsruimte van 3, 7 miljard euro. Die marge zullen we zeer behoedzaam moeten gebruiken.
Voor de optie van de VLD is er geen ruimte. De kiezer gelooft daar trouwens niets meer van. De Nationale Bank heeft berekend dat de fiscale en parafiscale druk tijdens de vorige regeerperiode gestegen is in plaats van gedaald.
Het is duidelijk dat CD&V en VLD verschillende opties hebben. Ik stel wel vast dat de heer Van Rompuy erkent dat het financiële beleid van minister Van Mechelen ertoe geleid heeft dat de Lambermontgelden in de toekomst integraal kunnen worden gebruikt. Nochtans heeft hij steeds gezegd dat deze regering met haar begrotingsbeleid de toekomst hypothekeert.
Tijdens deze regeerperiode is de minister van Begroting erin geslaagd om de schuld te halveren, om een lastenverlaging door te voeren en om een gezonde financiële basis veilig te stellen voor de komende jaren.
De schuld is inderdaad gehalveerd, maar er is een impliciete schuld opgebouwd van 2 miljard euro. Als na de verkiezingen blijkt dat de begrotingscontrole voor 2004 fake is, wat inderdaad het geval is, zal men waarschijnlijk voor minstens 400 miljoen euro moeten besparen. Dat zal ten koste gaan van de 3,7 miljard euro beleidsruimte die door de SERV becijferd werd.
De Lambermontmarges bestaan inderdaad, maar ze worden steeds kleiner wegens de financiële situatie van de voorbije twee jaar. In de Vlaamse begroting zit een bedrag van 1 miljard euro dat van het ene jaar naar het andere wordt doorgeschoven. De SERV heeft de beleidsruimte al lager ingeschat omdat hij ervan uitgaat dat de begrotingscontrole fake is. De nieuwe Vlaamse regering zal moeten beginnen met een duidelijke analyse van de financiën. Op dit ogenblik wordt alles toegedekt. Het programma zal moeten worden ingeschakeld in die nieuwe marges, die wellicht nog beperkter zijn dan de schattingen van de SERV.
Het eerste jaar van deze regeerperiode heb ik de heer Van Rompuy geloofd. Toen zegde hij dat de regering met het loslaten van de Meesternorm de verkeerde weg opging. De daaropvolgende jaren zegde hij echter opnieuw hetzelfde en dat bleek telkens niet waar te zijn. Dat is niet meer geloofwaardig. Ook uit het rapport van de SERV blijkt dat het beleid van deze regering geen enkele hypotheek legt op de toekomst. De heer Van Rompuy, die ik nochtans respecteer als iemand die de begrotingscijfers kent, pint zich vast op een tijdelijke kassituatie. Dat is intellectueel oneerlijk.
Er is een gecumuleerd overschot van 4,070 miljard euro. De Vlaamse schuld, die in 1990 5,731 miljard euro bedroeg en in 1995 8,279 miljard euro, is teruggelopen tot 6,603 miljard euro in 1999 en tot 3, 382 miljard euro eind 2003. Eind 2004 zou dit nog slechts 2,8 miljard euro zijn. Ik heb intussen alle mogelijke argumenten uitgeput om aan te tonen dat we een zeer correct budgettair beleid hebben gevoerd.
Daarbij komen nog de reserves, bijvoorbeeld van het Vlaams Zorgfonds, ter waarde van 500 miljoen euro en de extra investeringen onder meer in mobiliteit en infrastructuur. We hoeven dus geen lessen te krijgen.
Bij de begrotingscontrole worden de situatie op de arbeidsmarkt en de economische toestand doodgezwegen. Er is enkel een ondernemingsconferentie georganiseerd. Vorige week heeft de minister-president in De Morgen zelf toegegeven dat de doelstellingen van het Pact van Vilvoorde niet gehaald worden. In tegenstelling tot onze buurlanden, stagneert de werkzaamheidgraad op een bedroevend niveau. Het percentage van de actieve bevolking dat een opleiding volgt, daalt en het aantal schoolverlaters zonder diploma stijgt. Het aantal allochtone en laaggeschoolde werkzoekenden stijgt dramatisch. Ook de jongerenwerkloosheid is hoog. Volgens minister Landuyt is er echter niets aan de hand.
De minister-president zegt zelf dat men het aantal vooropgestelde startende ondernemingen niet haalt. Wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen krijgt slechts een derde van de middelen van de Scandinavische landen, die geen werkloosheidsprobleem hebben. Op dat vlak verliest Vlaanderen terrein ten opzichte van de meest dynamische regio's in Europa.
Volgens het steunpunt Onderwijs en Ontwikkeling doet Vlaanderen een inspanning van 2,64 procent voor onderwijs en ontwikkeling. Het voorspelt dat Vlaanderen, als het huidige beleid voortgezet wordt, tegen 2007 of 2008 de doelstelling van Lissabon, namelijk 3 procent, zal halen. Vlaanderen doet het substantieel beter dan Frankrijk, Duitsland of Nederland - met 1,8 procent. Het is enerverend en oneerlijk dat men telkens opnieuw probeert die schitterende prestaties in een slecht daglicht te stellen.
Ik citeer cijfers uit de rapporten over het Pact van Vilvoorde. Zelfs de minister-president zegt dat we op economisch vlak een tandje moeten bijsteken.
De heer Van Rompuy verzwijgt de verwezenlijkingen, onder meer op het vlak van onderwijs, vorming en economische instrumenten. De minister-president haalt de minder goede punten ook aan. Wij zijn op de goede weg, maar hij geeft toe dat er nog veel werk is. Dat is een eerlijke politieke conclusie.
De realiteit is dat we terrein verliezen. Dat blijkt uit de studie van professor Sleuwaegen. Het enige antwoord van de regering daarop was het organiseren van een ondernemingsconferentie, waarvan we totnogtoe weinig resultaten gezien hebben.
De verdienste van het rapport-Sleuwaegen was dat het een aantal duidelijke indicaties voor innovatie en internationalisering gaf. De cijfers dateren echter van 1995-1999. De nodige maatregelen zijn getroffen maar er moet nog veel gebeuren. Dat was de boodschap van de minister-president.
De reserves zijn op, de marges zijn beperkt; de onvrede in de welzijnssector, het onderwijs en bij de gemeenten groeit. De kas is leeg en het aantal werklozen stijgt. Het aantal startende ondernemingen en de buitenlandse investeringen zijn bedroevend laag. Desondanks vindt de regering dat ze goed bezig is.
De regering heeft in tijden van economische crisis de verkeerde prioriteiten gesteld. Ze heeft geen sociaal-economisch beleid gevoerd. Dat blijkt nog maar eens nu er, op het einde van de regeerperiode, nog decreten met structurele economische wijzigingen moeten goedgekeurd worden. Ze heeft, volgens alle waarnemers, ontgoochelend gepresteerd.
Het is tijd voor verandering. Hopelijk wordt het sociaal-economisch beleid de inzet van de verkiezingen. Wij hebben een duidelijk alternatief.
Op de startersdag is gebleken dat het aantal startende ondernemingen niet langer daalt. Unizo heeft gezegd dat de regering al het mogelijke heeft gedaan om starters aan te moedigen. Het vertrouwen van de ondernemers in de economie groeit. Er is nog groei mogelijk door het stimuleren van overnames, maar voor de starters zijn alle maatregelen genomen.
Wij zullen ervoor zorgen dat het thema van de verkiezingen de socio-economische situatie is.
Tijdens het CD&V-congres betoogden ondernemers uit verschillende industriële sectoren. Hun wanhoopskreet was : Laat de industrie niet in de steek. Het is zonder weerga dat ondernemers betogen, toch vindt de regering dat ze goed bezig is.
Minister Ceysens heeft al alles gedaan. Een economische heropleving is niet mogelijk met oppervlakkige maatregelen. Men heeft veel leuke ideetjes, onder meer het minimuminkomen voor starters, die uiteindelijk niet gerealiseerd worden.
De cijfers bewijzen ons gelijk. Niemand gelooft deze regering van de gebroken beloftes nog. Er is slecht bestuurd; er is een kastekort. Zoals na de federale verkiezingen, zullen de echte economische gevolgen pas duidelijk zijn na 13 juni. Federale excellenties hebben trouwens al structurele hervormingen van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid aangekondigd om het objectief van de 200.000 extra jobs te halen. Inmiddels is het aantal jobs gedaald met 15.000.
De leugen regeert, de Vlaamse regering heeft haar job niet gedaan. De begrotingscontrole is daar het beste bewijs van. (Applaus bij CD&V en VB)
Ik kan de opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy deels volgen. De regering wil ons doen geloven dat deze begrotingscontrole gaat over een herschikking van de uitgaven en niet over een aanpassing van de middelenbegroting. Volgens de regering blijft er een positief saldo over en is er geen aanpassing nodig. De inflatie zorgt voor minder inkomsten, maar dit wordt gecompenseerd door het verschil tussen de reële en de verwachte inflatie voor 2003. In 2004 zal de inflatie volgens de regering 0,3 procent hoger zijn dan de gebruikte parameter en zal het bruto nationaal inkomen 0,2 procent hoger liggen dan geraamd. Men schat dat er 48 miljoen euro extra zal binnenkomen. Bovendien beweert men dat er een groei is van de gewestbelastingen, aangezien die ondergewaardeerd werden. De Vlaamse regering geeft hierbij het voorbeeld van de successierechten, die stegen door een goede verkoop van onroerend goed. De successierechten en de verhoogde verkeersbelasting waarnaar men verwijst, hebben echter betrekking op eenmalige feiten.
Voordat men uitgaven bespreekt, moet men kijken naar de beschikbare middelen. De Vlaamse regering doet belangrijke ingrepen aan de conjunctuurprovisie en gebruikt de aanlegkredieten op. De creatie van de conjunctuurprovisie was volgens de regering een bewijs van goed beleid. Na drie maanden was die echter al ten dode opgeschreven. De provisie wordt niet gebruikt als buffer, maar wel om tekorten op te vangen. Waarom wendt men de conjunctuurprovisie aan als de minister betere tijden aankondigt?
De minister zegt dat er internationaal gunstige ondernemingsfactoren zijn waarvan wij met enige vertraging de voordelen kunnen dragen. Men kan echter vaststellen dat het ondernemingsvertrouwen op een lager peil staat dan 4,5 jaar geleden. De federale regering zou 200.000 nieuwe banen scheppen, maar ondanks deze beloften steeg de werkloosheid. Er zijn 50.000 nieuwe werklozen in vergelijking met het begin van de regeerperiode en de jeugdwerkloosheid steeg met 33 procent.
De Tijd schreef vandaag dat 12 procent van de bedrijven zijn eigen vermogen kwijt isn en dat een derde van de vennootschappen in de problemen zit. In tegenstelling met wat de Vlaamse regering beweert, gaat het niet goed met de economie. Men heeft de schuld gehalveerd, maar door een slechte kassituatie wordt er een impliciete schuld opgebouwd. De Vlaamse regering heeft te kampen met een liquiditeitstekort. De minister van Financiën zegt dat die vaststelling gebaseerd is op een momentopname en dat er zich schommelingen kunnen voordoen, maar men kan vaststellen dat er nu een constant deficit is. De Vlaamse regering kan door het geldtekort niet meer voorzien in de uitgaven.
In de toekomst zal het niet beter gaan. Wat zal men doen? Zal men voor één miljard euro besparen? Gaat men de oorspronkelijke begroting met 5 procent onderbenutten? Indien men dit laatste niet doet, zal de volgende regering tegen een bijkomende schuld van 400 miljoen euro aankijken. Wat zijn de intenties van de regering op dit vlak? Heeft men hier al een zicht op? Zal men allerlei kunstgrepen uithalen?
De werkloosheid is groter dan ooit tevoren, de jeugdwerkloosheid blijft maar toenemen en de opgebouwde conjuncturele reserve werd opgesoupeerd. De onstabiele kassituatie en het vooruitschuiven van de schulden zijn geen tekenen van weelde maar van armoede. Is er nu geld of geen geld? Zoals de federale regering naar aanleiding van de federale verkiezingen van vorig jaar een goednieuwsshow inzette, doet de Vlaamse regering dit nu voor de regionale verkiezingen. Na de verkiezingen zullen we echter met de realiteit geconfronteerd worden.
Zal het er met een regeringsdeelname van CD&V zoveel beter aan toegaan? Ik weet het niet. Door een stopzetting van de transfers naar Wallonië zouden we in ieder geval al over meer middelen beschikken. De vorige minister-president beloofde werk te maken van deze transfers. Tot nu toe kwam hier niets van in huis. Hoe staat het met de inspanningen van de SERV op dit vlak?
De minister-president beloofde in de commissie dat de cijfers van een studie-rapport binnen 14 dagen beschikbaar zouden zijn.
De opgebouwde conjunctuurprovisie wordt tenietgedaan door de recurrente uitgaven. Alle partijen waren het erover eens dat de erfenisrechten moesten verlaagd worden. In de commissie werden echter allerlei trucs uitgehaald en stelde de VLD dat hierover nog een aantal hoorzittingen moesten georganiseerd worden. De erfenisrechten zullen echter nooit dalen.
Wij geloven al deze beloftes niet. Er gebeurt immers niets goeds. Met Alice Nahon zou deze regering er misschien goed aan doen om eens in 't eigen hart te kijken.
In ieder geval zal het Vlaams Blok het ontwerp van decreet niet goedkeuren. (Applaus bij het VB)
Oorspronkelijk wilde ik niet tussenkomen in dit debat. Na het aanhoren van de argumenten van de heer Van Rompuy en de jeremiade van de heer De Reuse wil ik nu wel een aantal zaken in een evenwichtiger daglicht stellen.
Het financiële en fiscale begrotingsbeleid van deze regering is immers een aangename verassing gebleken omdat ze erin geslaagd is om op 5 jaar een begrotingsoverschot te creëren, de overheidsschuld te halveren en een belastingverlaging van 5 procent door te voeren. Bij dit laatste gaat het om een bedrag van 40 miljard euro. Kent de heer De Reuse een andere binnen- of buitenlandse overheid die erin geslaagd is om een dergelijke verlaging door te voeren en 5 jaar op rij de begroting in evenwicht te houden?
Allerlei belangrijke instellingen zeggen dat de fiscale en parafiscale druk is toegenomen.
De oppositie beweert dat de toekomst gehypothekeerd wordt. Het SERV-rapport toont echter duidelijk dat er, op basis van het gevoerde begrotingsbeleid, voldoende ruimte is voor zowel meer uitgaven als voor een daling van de fiscale druk. Beide zijn mogelijk. Verder toont het rapport ons dat er, dankzij het door de oppositie zo verketterde Lambermontakkoord, een lastenverlaging in Vlaanderen kan doorgevoerd worden.
Het Vlaams Blok verkoopt zijn ziel niet voor wat geld. Bovendien betekende het Lambermontakkoord bijkomende financiële transfers naar Wallonië.
Misschien is de VLD wel de ware erfgenaam van de oude VU-slogan 'Meer autonomie voor Vlaanderen is minder belastingen'. Paars-groen is de eerste coalitie die dat ook daadwerkelijk weet te realiseren.
Ik ben nooit het historische begrotingsdebat uit 1998 vergeten. In dat jaar had de Vlaamse regering voor het eerste een begrotingsoverschot. Minister van Financiën Demeester wilde toen een lastenverlaging doorvoeren. De rooms-rode coalitie besliste er echter anders over. Was men de toenmalige CVP blijven volgen dan was er geen sprake geweest van de afschaffing van het kijk- en luistergeld of een daling van de successierechten. Als men niet vooraf durft te zeggen dat men een belastingverlaging wenst door te voeren, komt die verlaging er nooit. Er zijn immers altijd wel groepen die meer geld vragen.
Van de 4 tot à 5 miljard euro die we dankzij het Lambermontakkoord zullen krijgen, gaan we twee derde teruggeven aan de mensen. Voorts zullen we er fiscale en werkgelegenheidsbevorderende maatregelen mee nemen.
De VLD stelt dat een lastenverlaging de koopkracht, de economische activiteit en de werkgelegenheid doet stijgen. Maar na drie jaar zagen we net het omgekeerde effect. De werkloosheid steeg, de groeiprognoses verminderden en er zijn tal van structurele problemen.
Als we van de netto 1,3 miljard euro beleidsruimte al 1 miljard aan lastenverlaging gaan spenderen, rest slechts 300 miljoen euro voor alle maatschappelijke behoeften. Dat is een onmogelijk zaak. Kijk naar Nederland : ook daar leidde de lastenverlaging van de tweede regering-Kok naar een economische verslechtering.
Hoe kan het dat het recept van de VLD niet gewijzigd wordt, gezien de slechte cijfers? De paarse regering heeft geen enkel resultaat geboekt op economisch vlak. Toch is de meerderheid zeer zelfvoldaan en pakt ze tijdens interviews uit met een grote show.
U mag ons niet vergelijken met Nederland. Wij doen het veel beter. Wij willen geen betuttelende houding aannemen, noch in de plaats van de mensen en de bedrijven beslissen waarop ze inzetten. Dat kunnen ze na een lastenverlaging beter zelf beslissen.
De moeilijke economische omstandigheden zijn mondiaal, maar in vergelijking met het Europese gemiddelde kende België een dubbele economische groei. In De Standaard van zaterdag konden we lezen dat het ondernemersvertrouwen weer groeit. Wij hebben met een gemiddelde beleidsruimte van 1,6 procent moeten manoeuvreren, maar we hebben het op een verstandige manier gedaan. We hebben de juiste keuzes gemaakt. De gemeenten kregen 20 procent meer, terwijl CD&V het Gemeentefonds in een vorige regering geblokkeerd had.
Economie is internationaal. Landen die lastenverlagingen toekenden en ruimte voor koopkracht creëerden, scoren echter beter dan de andere.
CD&V wil de lastenverlaging weglachen, maar de mensen hebben de afcentiemen en de afschaffing van het kijk- en luistergeld geapprecieerd. Veertig miljard frank lastenverlaging is niet niets.
De afcentiemen en de afschaffing van het kijk- en luistergeld hebben het zwaarst doorgewogen in het budget van de voorbije regeerperiode, maar het economisch effect ervan is nihil.
Een algemene lastenverlaging heeft wel een economisch effect op de koopkracht van mensen. Het is de meest sociale maatregel, omdat vooral de laagste inkomens haar het meest voelen.
De kiezer zal beslissen. Maar ik betwijfel of met CD&V, in gelijk welke coalitie, aan de noodzaak voor een moderne aanpak kan tegemoetgekomen worden.
De heren Dewinter en De Reuse hebben het vooral over separatisme gehad. Zij willen zich binnen Europa duidelijk isoleren. Ik weet bijvoorbeeld dat alle voorstellen van de heer Wymeersch in de commissie Landbouw ingaan tegen de richtlijnen van Europa. Zwitserland, dat zich ook isoleert, heeft een zeer slechte economie. Hoewel het een rijk land is, verlopen de economische groei en de evolutie er zeer traag. Ik wil geen separatisme, maar wel een Vlaanderen dat binnen Europa autonoom is en dat gericht is op economische groei en op lastenverlaging.
Ik was nogal sceptisch ten aanzien van een paars-groene regering, maar de formule heeft gewerkt. De bewijzen werden geleverd. Paars-groen krijgt mijn felicitaties. Ik hoop dat het na 13 juni kan voortwerken.
Begroten blijft hoe dan ook ramen. Toen ons gevraagd werd de begrotingscontrole versneld uit te voeren gingen wij ervan uit dat de middelenbegroting stand kon houden. Dat hebben we intussen kunnen aantonen. Voor de tweede budgetcontrole, die zeker moet plaatsvinden, zullen wij de begrotingsdoelstellingen bijstellen op basis van het meest recente economische budget, met name dat van 27 februari. Het zal erop neerkomen dat we de middelen kunnen verhogen.
De voorbije 5 jaar werd in Vlaanderen de traditie voortgezet van een voorzichtig en doordacht beleid, waarbij de middelen altijd op een eerder conservatieve wijze ingeschat werden, om verrassingen te voorkomen. In 2003 begon ik, omdat de economische groei zeer onvoorspelbaar was, met het systeem van de conjunctuurprovisie. Deze provisie legden we aan in de loop van de maand augustus voorafgaand aan het begrotingsjaar, om eventuele schokken op te vangen. Ze werd volledig opgebruikt waarvoor ze diende, met name de compensatie van de economische groei. Zij werd dus niet mee overgedragen naar het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven.
Alles wijst erop dat we de vooropgestelde groei van 2 percent zullen halen. Aangezien de gewestbelastingen ook te laag zijn ingeschat, lopen we geen risico door de conjunctuurprovisie te gebruiken.
Op lange termijn werken we correct. De bewering dat we uitgaven doorschuiven, kan ik het beste weerleggen door erop te wijzen dat de verwijlintresten in 2003 48 percent lager waren dat in het jaar daarvoor. Bovendien legt een nieuw KB niet alleen sneller verwijlinteresten op, maar verdubbelt ook nog eens het tarief.
Het is belangrijk dat we de middelenbegroting van nabij volgen. De SERV beschikt daarvoor over een schitterend instrument. De SERV schat de gemiddelde economische groei tussen 2005 en 2009 op 2,22 percent. Wij moesten het de voorbije vijf jaar stellen met een gemiddelde groei van 1,64 percent.
Vijf jaar na elkaar halen we de strengste norm van de Hoge Raad van Financiën. Tot en met 2003 bedroeg het totale Vlaamse overschot 3,62 miljard euro. We zullen wellicht op 4,07 miljard euro uitkomen. Dankzij Vlaanderen haalt België het Europese stabiliteitspact. In 2003 bedroeg het gezamenlijke overschot van alle overheden 0,2 percent van het BBP. De Hoge Raad van Financiën bevestigt in al zijn verslagen dat Vlaanderen de doelstellingen haalt. Standard & Poor's geeft ons opnieuw de hoogst mogelijke rating.
Het debat over de lastenverlaging toont de verschillen aan tussen de CD&V-visie en de visie van de meerderheid. Het budget voor Welzijn is met 46 percent gestegen. Het budget voor Onderwijs is met 25 percent gestegen. De regering heeft een immense inspanning geleverd om de scheve verhouding tussen het gemeenschapsonderwijs en het vrije onderwijs recht te trekken. Tijdens de volgende regeerperiode kan met de lat volledig gelijk leggen. Dat wordt een van de grote uitdagingen.
Tijdens het debat over de begroting voor 1998 vroeg de CVP infrastructuurinvesteringen. Wie weet hoeveel we investeren in het Investeringsfonds, de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel en het FFEU, moet toegeven dat deze regering de juiste keuzes heeft gemaakt.
CD&V heeft het blijkbaar moeilijk met de lastenverlaging. Op dit ogenblik bedraagt de lastenverlaging op jaarbasis 950 miljoen euro. Tijdens de volgende regeerperiode zullen we moeten kiezen voor lastenverlagingen die een hefboom vormen voor het beleid. Maar Vlaanderen moest verouderde lasten als het kijk- en luistergeld afschaffen.
De verlaging van de registratierechten en de invoering van de meeneembaarheid streven een beleidsdoelstelling na. Het Rekenhof zegde dat deze verlaging zou leiden tot een jaarlijkse daling van de opbrengsten van 200 miljoen euro. We weten ondertussen dat de jaarlijkse opbrengsten maar met 75 miljoen euro zijn gedaald.
Door de schenkingsrechten voor bouwgrond te verlagen zullen de 200.000 onbebouwde bouwkavels in de dorpskernen gebruikt worden, waardoor we geen open ruimte hoeven te gebruiken. Met de verlaging van de schenkingsrechten op roerende eigendom, die stilaan op gang komt, willen we kapitaal activeren.
De successierechten zijn op een aantal punten aangepast. Ik denk dat we nog een stap verder moeten gaan door een aantal anomalieën weg te werken, alleen was ik niet bereid tijdens de allerlaatste vergadering van de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting fundamentele beslissingen te nemen. We zijn wel bereid daarover te onderhandelen tijdens de volgende regeerperiode.
Het voorstel van decreet van mevrouw Demeester, waarover we het vorige week hadden werd begroot op 50 tot 150 miljoen euro, ongeveer tien percent van de totale opbrengst van de successierechten. Eén dag later verdedigt de heer De Gucht het voorstel van mevrouw Demeester op televisie, terwijl u het onbetaalbaar vindt. Wie mag ik nog geloven? (Opmerking van de heer Tobback) Ik ben blij dat de heer Tobback zich ook eens roert. De voorbije 5 jaar heeft hij het beleid maar zelden verdedigd. Het siert de VLD dat ze dat wel deed.
Minister Van Mechelen belooft om dat onmiddellijk na de verkiezingen aan de agenda toe te voegen. Ik denk dat we onmiddellijk na de verkiezingen eens moeten nagaan over welk budget we nog beschikken.
De voorstellen van decreet waarover we het vorige week hadden waren goed voor een lastenverlaging tussen 150 en 586 miljoen euro. Dergelijke voorstellen kan ik tijdens de laatste commissievergadering niet laten goedkeuren. Bovendien staat het voorstel van mevrouw Demeester lijnrecht tegenover de uitspraken van CD&V tijdens de begrotingscontrole. Ik zie twee mogelijkheden : onmiddellijk ingrijpen en de begroting daarvoor bijsturen, of werk maken van een programma voor de volgende regeerperiode.
We hebben nooit gezegd dat onze voorstellen reeds dit jaar in werking moesten treden.
Dat decreet zou in werking treden op het ogenblik van de goedkeuring. Indien CD&V daaraan iets had willen doen, dan heeft deze partij daarvoor vijf jaar de tijd gehad. De lastenverlagingen die we hebben doorgevoerd, namelijk de afschaffing van het Kijk- en Luistergeld en de vermindering van de schenkingsrechten en de registratierechten, zijn bekend en ze werken.
Vlaanderen zal bij het begin van de volgende regeerperiode een beleidsruimte hebben van 3,72 miljard euro bij een economische groei van 2,22 procent. Iedereen kan voorstellen indienen voor de besteding van deze beleidsruimte. We moeten een evenwicht vinden tussen de afbouw van de lastendruk en het invullen van nieuwe noden. Dit heeft de Vlaamse regering trouwens gedurende vijf jaar gedaan. Bovendien is er een halvering van de schuld van 6,6 miljard naar 2,8 miljard euro op het einde van dit jaar en heeft de regering steeds de strengste norm van de Hoge Raad voor Financiën gehaald. Hierdoor heeft Vlaanderen op dit ogenblik een gecumuleerde bijkomende beleidsruimte van 307 miljoen euro op jaarbasis. Nochtans werkte de vorige Vlaamse regering met een economische groei van 2,57 procent, en de huidige regering met een groei van 1,64 procent.
België en ook Vlaanderen houden stand in de economische crisis en doen het beter dan de buurlanden. (Applaus bij de VLD, sp.a, en AGALEV)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004.
We hebben nog een aantal amendementen ingediend in verband met de begrotingscontrole.
Deze amendementen, die werden ingediend door de heren Sauwens en Matthijs, hebben te maken met de vastleggingskredieten inzake Monumenten en Landschappen, in de basisallocaties 53.01, 63.03 en 63.04. Dit houdt verband met de antwoorden van minister Van Grembergen op vragen van de heer Sauwens in de commissie voor Cultuur over wachttijden in de monumentenzorg. Het gaat dus om amendementen op artikel 3.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen donderdag om 10 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.