Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Laurys tot de heer Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over de resultaten inzake de uitvoering van het Pact van Vilvoorde.
Het Pact van Vilvoorde dateert van 2001 en formuleert 21 ambitieuze doelstellingen voor de 21ste eeuw. Er werd toen een jaarlijks voortgangsrapport in het vooruitzicht gesteld. Pas kort geleden heeft de administratie Planning en Statistiek een rapport gemaakt over de genomen maatregelen en de resultaten. Die zijn niet bemoedigend. Dat is trouwens niet nieuw, want zowel de berichten van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, het rapport-Sleuwaegen als de monitor van de administratie Werkgelegenheid waren niet rooskleurig.
Uit het rapport blijkt dat de werkzaamheidgraad gestabiliseerd is en sommige jaren zelfs daalt, terwijl die in Europa stijgt. De werkzaamheidgraad van bepaalde achtergestelde groepen daalt. Dat zijn factoren die beïnvloed worden door de economische crisis, maar ook op andere vlakken boekt de regering weinig resultaat.
Het levensbreed leren van de bevolkingsgroep tussen 15 en 65 jaar gaat achteruit. Het aantal schoolverlaters zonder diploma wordt niet gehalveerd maar stijgt. Het aantal startende ondernemingen daarentegen daalt.
Het rapport is dus vernietigend, hoewel er een aantal positieve aspecten zijn, onder meer de stijging van de culturele participatie en het investeringsklimaat. Recente beoordelingen zijn er echter niet want de cijfers gaan maar tot het jaar 2000. Ik vermoed dat het rapport er wel eerder was maar niet bekendgemaakt mocht worden.
Het is duidelijk dat de Vlaamse regering de economische crisis onderschat en geen adequate maatregelen genomen heeft. Is de minister-president het eens met de evaluatie? Zal hij nog maatregelen nemen? Hoe komt het dat er geen jaarlijks voortgangsrapport verschenen is?
Deze interessante vraag is een uitgebreider debat waard.
Ik betreur de suggestie dat dit rapport achtergehouden is. In dat geval zou ik het zeker niet twee maanden voor de verkiezing openbaar maken. In het Pact van Vilvoorde hebben verschillende partners zich ertoe verbonden om te ijveren voor 21 concrete doelstellingen. De Vlaamse regering heeft dus, als enige regio van dit land, een middellange termijnvisie ontwikkeld, die een brede steun geniet en samenstroomt met de Europese ontwikkelingen.
Niet alleen over de doelstellingen maar ook over de meetinstrumenten hebben we een akkoord bereikt tussen de Vlaamse regering, de sociale organisaties, de landbouworganisaties en de milieubeweging. Voorts hebben we de startpositie bepaald, de zogenaamde nulmeting. Dit jaar is het dus mogelijk om voor de eerste maal de voortgang te meten.
De jaarlijkse metingen zijn dus niet uitgesteld. We hebben een instrumentarium ontwikkeld dat ook de volgende regeerperiodes kan gebruikt worden. Ik hoop dat de volgende regering dat ook zal doen. Misschien zal de streefdatum wel aangepast moeten worden.
We gaan het nu over de resultaten hebben. Het is juist dat een aantal cijfers en metingen betrekking hebben op de periode 2000-2001. Dat ligt uitsluitend aan het feit dat in die gevallen geen actuelere cijfers beschikbaar zijn.
Het rapport is een zeer omvangrijke en dikke bundel, die voor iedereen raadpleegbaar is op het internet. Net zoals vorig jaar bij de nulmeting zal er een leesbare, eenduidige brochure gemaakt worden, die rond 9 mei zal klaar zijn en naar alle parlementsleden zal opgestuurd worden.
Bij een analyse van de resultaten kan men er niet omheen dat op heel veel beleidsdomeinen, zoals bij Cultuur, Welzijn en Leefmilieu, een zichtbare, soms opmerkelijke, soms bescheiden vooruitgang is geboekt.
Wat het economische deel betreft is het inderdaad zo dat de Vlaamse regio mee in de klappen deelt van een aangehouden internationale economische laagconjunctuur. Het gaat in de hele Europese Unie economisch moeilijk. In Vlaanderen kunnen wij daar niet geheel aan ontsnappen. Bijvoorbeeld inzake de werkloosheid worden wij vandaag geconfronteerd met cijfers die wij veel liever lager hadden gezien. Maar als men Vlaanderen en België op een aantal van de belangrijke sociaal-economische indicatoren vergelijkt met de buurlanden, dan moet men vaststellen dat wij nog niet zo slecht scoren.
Het grote belang dat we samen hechten aan de noodzaak dat Vlaanderen een sprong naar de kenniseconomie maakt, wordt ondersteund door de resultaten van deze indicatoren. Uit het cijfermateriaal blijkt dat er een stevige groei is op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Wat betreft het investeringsklimaat blijkt Vlaanderen een top 5-regio te zijn in Europa. De groei van het aandeel nieuwe producten en diensten is in Vlaanderen, na Finland en Zweden, het sterkst gegroeid. Dat wil zeggen dat onze Vlaamse economie aan het slagen is om de sprong naar de kenniseconomie te realiseren.
We hebben hier niet mee gezegd dat Vlaanderen geen problemen heeft. Zowel in mijn Septemberverklaring als in mijn toespraken heb ik regelmatig herhaald dat Vlaanderen niet alleen met een conjuncturele, maar ook met een structurele uitdaging zit en dat wij in een gemondialiseerde wereldeconomie moeten beseffen dat onze economie kwetsbaar is. Dat is ook de reden waarom de Vlaamse regering een ondernemingsconferentie heeft georganiseerd en 72 concrete maatregelen heeft genomen.
Dit verdient inderdaad een groter debat.
Andere onderzoeken en rapporten hebben dezelfde tendensen al anderhalf jaar geleden aangetoond. De minister-president verwijst telkens naar de economische crisis. Uiteraard ondergaan wij voor een gedeelte die crisis, maar ik stel bijvoorbeeld vast dat andere landen in Europa er wel in slagen om de werkzaamheidsgraad naar boven te krijgen, terwijl wij in Vlaanderen blijven hangen en zelfs een stuk achteruitgaan.
Wat betreft de langetermijnvisie, verwijt ik u dat de beloofde maatregelen van het Pact van Vilvoorde nooit worden gerealiseerd. Men krijgt een opeenvolging van conferenties en rondetafels, waar grote verklaringen worden gedaan en algemene doelstellingen geformuleerd worden. De effectieve realisatie en concrete maatregelen blijven altijd achterwege.
U zegt dat we in 2003 met een nulmeting zitten, terwijl het Pact van Vilvoorde dateert van 2001. U kan toch niet tegen de mensen zeggen dat men pas halverwege 2004 de doelstellingen gaat realiseren. Dat is ongeloofwaardig.
Als wij in november 2001 een pact afsluiten, 2002 gebruiken om de meetinstrumenten op elkaar af te stemmen, in 2003 de nulmeting maken van 2002 en in 2004 de éénmeting van 2003, dan hebben wij geen enkele maand verloren. Wat u vertelt, klopt niet. Er is geen gap tussen 2001, de nulmeting en de éénmeting.
De werkgevers- en werknemersorganisaties zeggen zelf dat de wijze waarop de ondernemingsconferentie wordt opgevolgd, maatregel per maatregel, traject per traject, een voorbeeld is hoe overheden een beleid moeten implementeren. Zestig procent van alle maatregelen zullen volledig gerealiseerd zijn voor het einde van de regeerperiode. De rest konden we niet sneller realiseren omdat we de procedures moeten volgen. Dat wordt aanvaard door de werkgevers- en werknemersorganisaties en ze hebben ons daarvoor ook gefeliciteerd.
Ik wil naar een artikel in De Morgen verwijzen waarin u zelf zegt dat we voor een keerpunt staan. Ofwel blijven we bij de top, ofwel moeten we de rol lossen. Ik denk dat we de rol gelost hebben, gezien de resultaten van dit rapport.
Het incident is gesloten.