Verslag plenaire vergadering
Verslag
ACTUELE VRAGEN (Voortzetting)
Mogelijke studieduurverlenging in het hoger onderwijs
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Vandenbroeke tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over een mogelijke studieduurverlenging in het hoger onderwijs.
Aan het einde van deze regeerperiode moeten we eens nagaan welke decreten cruciaal waren de voorbije vijf jaar. Ik denk dat het Bologna-decreet wellicht het allerbelangrijkste was. Dit decreet had het koninginnenstuk kunnen worden, maar nu rijzen er twijfels over.
We hebben het Bolgona-decreet exact één jaar geleden goedgekeurd en begin oktober van dit jaar treedt het in werking. Kandidaten en graduaten worden bachelors, na een opleiding die drie jaar zal duren. Na de driejarige bacheloropleiding volgt een masteropleiding van één jaar.
De vraag is of een master van één jaar niet tot kwaliteitsverlies zal leiden. We hebben ons al meermaals het hoofd gebroken over deze vraag. Ook de decanen van Letteren en Wijsbegeerte en van Wetenschappen zijn van oordeel dat een master van één jaar de kwaliteit zal schaden. De studenten verzetten zich evenmin tegen een studieduurverlening, mits ze de kwaliteit ten goede komt.
Minister Vanderpoorten heeft steeds terughoudend gereageerd, maar op enkele maanden van het nieuwe academiejaar vreest ze ook voor kwaliteitsverlies en overweegt ze de masteropleiding - althans voor de wetenschappelijke richtingen - over twee jaar te spreiden.
Waarom twijfelt minister Vanderpoorten aan het Bologna-decreet? Zijn we te snel tewerk gegaan? Waarom krijgt alleen de faculteit wetenschap een tweejarige master? Dat de minister de zaak doorschuift naar de volgende regering, is niet eerlijk.
Ik ben helemaal niet van idee veranderd over de studieduur. We hebben daar vaak over gedebatteerd, maar ik blijf het standpunt van de Vlaamse regering verdedigen. We gaan uit van de huidige studieduur omdat ons hoger onderwijs kwaliteitsvol is. Ons hoger onderwijs is beter dan dat van vele andere EU-landen.
Ik laat evenwel niet na naar de toekomst te kijken. De fundamenten zijn gelegd, maar we zullen voortdurend moeten bijsturen. We moeten de studieduur in het oog blijven houden : van zodra de kwaliteit van ons hoger onderwijs daalt, moet overwogen worden de studieduur te verlengen.
Het antwoord van de minister heeft me niet verrast, maar wel ontgoocheld.
Ons onderwijs was en is goed. De vraag is echter of het ook in de toekomst goed zal blijven. De Bologna-akkoorden impliceerden dat de hervorming operationeel moest zijn vanaf 2010. De huidige regering heeft beslist dat deze hervorming reeds operationeel zou zijn vanaf 1 oktober 2004. Nochtans hadden we nog zes jaar de tijd om alles rustig voor te bereiden.
Er werd al heel veel tijd geïnvesteerd in de uitbouw van de curricula. Nu blijkt dat alle faculteiten wetenschap opnieuw een libellé presenteren van een opleiding van twee jaar omdat ze zich ervan bewust zijn dat er kwaliteitsverlies zal zijn. De minister stelt dat de volgende regering dit moet evalueren. Nochtans mogen we inzake onderwijs en kenniseconomie - dingen waar Vlaanderen sterk in is - geen risico's lopen.
Vanaf 1999 zijn we begonnen met het uitschrijven van een decreet voor de implementatie van de Bologna-verklaring. Het was onze bedoeling om op dat vlak met Vlaanderen bij de voortrekkers te behoren, en dat is ons ook gelukt. Ik ben het ermee eens dat we alert moeten blijven. Elke minister van Onderwijs moet bijsturen als er tekortkomingen zijn. Op dit ogenblik is dat echter absoluut niet het geval.
Ik ben blij dat de minister bereid is dit cruciale onderwerp alert te blijven opvolgen.
In de commissie heb ik doorgaans de desiderata van de faculteiten Letteren onder de aandacht gebracht. Nu had ik het over een beslissing van de decanen van de faculteiten Wetenschappen. Het gevoel dat ik vertolk, is dus vrij algemeen.
Het incident is gesloten.