Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERPEN VAN DECREET
Herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen.
De algemene bespreking is geopend.
Dit ontwerp van decreet, dat het structuurdecreet inzake het hoger onderwijs implementeert, bevat twee onderdelen. Enerzijds bepaalt het de rechtspositie van de student. Het bestuur van de hogeschool en de student sluiten bij de inschrijving een toetredingsovereenkomst waarbij de wederzijdse rechten en plichten worden bepaald. Het ontwerp legt de nadruk op het belang van gelijkheid, openbaarheid en onpartijdigheid. Er wordt een raad voor examenbetwistingen opgericht door de Vlaamse Gemeenschap. De samenstelling, het verloop van de procedures, de onderzoeken, de zittingen en de uitspraken van deze raad worden in het ontwerp bepaald. Het associatiebestuur wordt verplicht met een vertegenwoordiging van het personeel en de studenten de algemene werking en de organisatie van het instituut te bespreken. Men moet aandacht besteden aan de strategie van het beleid, de onderwijsvernieuwing, onderzoeksdoelstellingen, internationalisering en het besteden van de middelen. Het bestuur van een hogeschool moet erop toezien dat er minstens één studentenraad wordt opgericht.
Het tweede deel van het ontwerp van decreet handelt over de oprichting van een Vlaams onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs, de verplichte overname van het personeel van het volwassenenonderwijs door een associatie in geval er zich een fusie voordoet, de oprichting van een erkenningscommissie voor nieuwe opleidingen en de regelgeving inzake de accreditatie, programmering en registratie voor instellingen die de graden bachelor en master aanbieden.
De VLD-fractie vindt dat het ontwerp van decreet een invulling is van de afspraken tussen de meerderheidspartijen en CD&V. (Applaus)
CD&V gaat akkoord met de hoofdlijnen van het ontwerp. Inzake participatie moet een evenwicht gevonden worden met de vrijheid van instellingen. Men moet rekening houden met alle betrokken actoren.
De formulering van het decreet is aanvaardbaar en werkzaam in de praktijk. Enkele problemen zullen in de toekomst een oplossing moeten krijgen. In het overleg moeten de overheid, de vertegenwoordigers van het personeel en de instellingen betrokken worden. Hogescholen worden nog steeds verplicht te werken met een enveloppe.
Het hoger onderwijs voor sociale promotie wordt slechts deels geïntegreerd. Ik blijf aandacht vragen voor de instellingen die vragen om in een associatie te worden opgenomen. Ondanks een traject dat wordt uitgestippeld om hun kwaliteit te beoordelen, blijft er onduidelijkheid bestaan.
Tot slot blijf ik het betreuren dat de KUB geen kans krijgt om volwaardig deel te nemen aan de associaties. Dat was al bepaald in het structuurdecreet. De KUB moet ofwel kunnen fuseren met een andere instelling ofwel de vrijheid krijgen om zelf beslissingen te nemen. Daarom hebben we een amendement ingediend om een nieuw punt 4bis in te voegen bij artikel V met als doel een betere samenwerking ook tussen opleidingen in verschillende associaties mogelijk te maken. (Applaus bij CD&V)
De heer Martens was betrokken bij het opstellen van het structuurdecreet. Die afspraken worden nu gehonoreerd. Ik begrijp zijn opmerkingen dus niet.
Het Vlaams Blok betreurt het dat het niet kon deelnemen aan het gezamenlijk initiatief van de meerderheid en CD&V. Dat ondemocratisch gedrag zal ons stemgedrag niet bepalen. Ondanks een aantal bezwaren bij de rechtsbescherming en OSP-opleidingen, zullen we dit ontwerp goedkeuren.
Mijn opmerking heeft niets te maken met het al dan niet naleven van het akkoord. De minister heeft enkel geantwoord dat de tijd niet rijp was. Het is duidelijk dat de geest van de heer De Gucht hier nog rondwaart.
Ik hou niet van politieke partijen die enkele maanden voor de verkiezingen terugkomen op beloften.
Participatie en inspraak zijn belangrijke elementen voor een kwaliteitsvolle onderwijsomgeving, waarin, zoals aan een hogeschool of universiteit, diversiteit centraal staat. Participatie en inspraak geschieden in een structuur en met duidelijke afspraken. Ze moeten leiden tot verantwoordelijkheid en dus tot uitspraak, als resultaat van een democratisch proces.
De ontwerpen bieden een minimumwaarborg voor de rechtspositie en de inspraak van de student. Een student zou voor deelname aan het participatieproces een of andere vorm van honorering moeten krijgen bijvoorbeeld met studiepunten.
De ontwerpen bieden ruimte voor verscheidenheid. De instellingen kunnen zelf de open regeling vorm geven, maar mogen niet in staat zijn om de participatie terug te schroeven. Ook de totstandkoming van participatie moet in overleg gebeuren. Het is noodzakelijk de studenten te bekwamen in participatie en goed te begeleiden.
Associaties nopen niet alleen tot het herdenken van onderwijskundige, maar ook van bestuursmatige opdrachten. Dat zal leiden tot een verregaande bestuurlijke vernieuwing. De vernieuwingen zijn goed, maar recent. Dat vergemakkelijkt de participatie niet. Een participatiecultuur en goede begeleiding zijn geen overbodige luxe.
De hogeschooldirecties en -besturen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid. De dialoog tussen alle betrokkenen moet deskundig gestuurd worden. Participatief besturen vraagt immers beheersstrategieën om competenties, verantwoordelijkheden en belangen af te stemmen. Ook daarom moeten de instellingen voldoende autonomie krijgen om aangepaste beslissingen te nemen.
Het gelijkheidsbeginsel verhindert niet dat er positieve acties worden ondernomen voor kansarme groepen, die nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs. (Applaus bij de VLD, sp·a, Groen! en VU&ID)
De KUB versterkt de Vlaamse positie in Brussel en biedt kwaliteitsvol universitair onderwijs. Ze is geïsoleerd door een akkoord dat ook door mijn fractie goedgekeurd is. Nu gaat men echter een stapje verder in het KUB-pesten.
Meer dan een jaar geleden kreeg de KUB de mogelijkheid om een derde bachelorjaar te organiseren. Het betreft een ideologisch gekleurde opleiding die de Vlaamse Gemeenschap veel geld kost. Nu beweren dat de KUB gekortwiekt wordt, is onverantwoord.
Moet ik het hier eens hebben over de situatie aan de VUB in Brussel? Dit is ook een ideologische gekleurde instelling. De KUB wordt eens te meer in haar dynamiek afgeremd. Men moet dit probleem niet in verband brengen met de afspraak van een jaar geleden rond de inrichting van een bacheloropleiding aan de KUB. Het kan daar los van gezien worden.
De KUB en de Ehsal willen graag hun economie-opleidingen samensmelten. Samen kunnen deze instellingen het aanbod voor hun studenten verbeteren. De Vlaamse overheid pleit er trouwens al jaren voor dat gelijksoortige opleidingen in dezelfde stad samengevoegd kunnen worden.
Daarenboven stellen we vast dat er in dit ontwerp wel wordt bepaald dat er kan samengewerkt worden tussen de kinesitherapieopleidingen van de Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool Gent.
Wat voorligt, is iets wat uitgevonden wordt om te verhinderen dat de KUB met de Ehsal zou samenwerken.
U moet rekening houden met het feit dat de instellingen vrij hun associatie hebben kunnen kiezen en aangaan. Dat is voor de Ehsal gebeurd, maar dat was niet met de KUB. U zegt dat de KUB niet mocht associëren met KUL. Dat komt omdat volgens de regeling een universiteit niet met een andere universiteit mocht associëren. In ruil daarvoor heeft de KUB wel overal de bacheloropleiding gekregen, wat betekent dat ze nu in alle studierichtingen één jaar meer heeft. Men kan dus niet zeggen dat ze in het defensief gedrongen wordt door dit parlement.
Wij beslissen hier zelf in het parlement over de regels die wij maken. De regels zijn op maat gemaakt om te verhinderen dat de KUB met de KUL kon associëren. Het gaat vandaag om het samenvoegen van twee opleidingen, waaraan men een regel toevoegt die zegt dat men tot eenzelfde associatie moet behoren. Dat was niet nodig. Het gaat hier duidelijk over twee maten en twee gewichten. De KUB wordt opnieuw geviseerd vanuit een vrijzinnige hoek.
Dit vind ik onbetamelijk.
Er is duidelijk tegengewerkt vanuit de VUB, vanuit een onverdraagzame, sectaire, vrijzinnige houding, die onbegrijpelijk is. Waarom doet men zoiets? Bij een vereenvoudiging van het onderwijslandschap in Brussel kunnen ook de andere inrichters van economieonderwijs, zoals de VUB, wel varen. Is de onverdraagzaamheid zo diep?
U moet deze zaak niet als een heilig boontje verdedigen. Ik weet niet of dit de beste manier is om de zaak van de KUB te bepleiten.
Ik luister hier met stijgende verbazing. Vanuit deze meerderheid in dit parlement is er geen ideologisch debat gevoerd bij de vorming van de associaties. Vanuit de KUL is er wel een ideologisch debat gevoerd. Als u over de tweedeling katholiek-vrijzinnig spreekt, dan vraag ik u om daarover met rector André Oosterlinck te praten. Als u hier de vrijzinnigheid over het debat-KUB aanvalt, dan zeg ik u dat u er niets van kent en dat u zich niet aan de afspraken houdt. U speelt hier een plat politiek Brussels spel dat ik niet aanvaard. Vorig jaar hebben we met de CD&V een politiek akkoord opgebouwd, met een moeilijk evenwicht. Men heeft in Brussel tien jaar geweigerd om die samenwerking tot stand te brengen en nu komt u zeggen dat de vrijzinnigheid haar zou tegenhouden. Hoe durft u?
Laat ons de geschiedenis niet ingaan met een debat waarin een verouderde discussie wordt opgehaald. Laat ons deze zaak op een objectieve manier behandelen.
Mijn pleidooi past in wat u zegt. Maar ik stel vast dat het in het parlement niet wordt gevolgd. Vandaar dat wij het amendement opnieuw hebben ingediend. Het gaat om een rationalisering van het onderwijs waarbij alle instellingen die economie aanbieden wel varen, inclusief de VUB. Ik hoop dat de tijd rijp is geworden om gelijke maten en gelijke gewichten voor alle instellingen te hanteren.
Dit ontwerp is een onderdeel van de omvattende hervorming van het hoger onderwijs, waarvan we nog niet aan het einde zitten. Vorig jaar hebben we het structuurdecreet gehad, dat de basis legde van de hervorming. Nu hebben we het aanvullingsdecreet met vier belangrijke items. In de loop van de komende weken zullen ook nog het flexibiliserings- en het studiefinancieringsdecreet en het accreditatieverdrag behandeld worden. Er zijn natuurlijk nog een aantal dingen die in de komende regeerperiode verder een afronding zullen moeten krijgen, zoals de lerarenopleiding en een aantal problemen die de voorbije maanden niet helemaal uitgepraat zijn.
Wat het amendement van mevrouw Brigitte Grouwels betreft, denk ik dat daarnet de verschillende standpunten duidelijk zijn weergegeven. In het structuurdecreet worden associaties gevormd rond één universiteit. Er werd besloten om de samenwerking mogelijk te maken binnen associaties en niet over associaties heen.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen.
- De artikelen I.1 tot en met V.3 worden zonder opmerkingen aangenomen.
- De stemming over het amendement tot invoering van een nieuw artikel V.4 bis wordt aangehouden.
- De artikelen V.5 tot en met VII.2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.