Verslag plenaire vergadering
Verslag
Medisch verantwoorde sportbeoefening
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Bob Verstraete, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
De heer Peter Gysbrechts, verslaggever : De overheid moet een antwoord zoeken op de nieuwe trends in dopinggebruik. Het huidige decreet is meer dan 10 jaar oud. Een anti-dopingbeleid is nodig voor de gezondheid van de sportbeoefenaar en de fair play. Er moet ook een goed voorbeeld gegeven worden aan de jonge sporters. Netwerken die in doping handelen, laten zich ook in met andere verboden producten. Dat is een probleem dat vooral op federaal niveau moet worden aangepakt. Dopinggebruik is nog niet teruggedrongen. Daarom is overheidscontrole nodig. Voor de rest van de bespreking in de commissie verwijs ik naar het schriftelijke verslag.
Het ontwerp beoogt de regelgeving te vereenvoudigen en te actualiseren. De drijfveer blijft echter dezelfde : de gezondheid van de sporter beschermen en de fair play vrijwaren. De sportverenigingen krijgen een grote verantwoordelijkheid. Pas als zij hun taak niet behoorlijk vervullen grijpt de overheid in.
Hoewel de jaarlijkse controles vruchten afwerpen, blijven er nieuwe producten opduiken die het opspoorwerk bemoeilijken. Het ontwerp biedt een waaier aan mogelijkheden voor de strijd tegen dopinggebruik. Het ontwerp regelt echter ook alle aspecten van medisch verantwoord sporten.
Het ontwerp wijzigt het oorspronkelijke decreet van 1991. Het wordt mogelijk om ook buiten de competitie te controleren en om uitgebreidere stalen te nemen. Genetische doping wordt gedefinieerd. Bepaalde risicogevechtsporten kunnen worden verboden. Kinesitherapeuten en verpleegkundigen zullen de controleartsen kunnen assisteren bij controles. De sportverenigingen worden verplicht de sancties bekend te maken aan hun internationale federaties en scherper te controleren. De belangen van de minderjarige sportbeoefenaar bij de tuchtprocedures worden beter beschermd. Topsporters krijgen een betere begeleiding en de sancties worden verzwaard.
Voor de VLD-fractie voldoen voornoemde aanpassingen aan een aantal lacunes, onder meer op het vlak van controles en verantwoordelijkheden van de sportverenigingen. Daarnaast worden de sancties verscherpt. De sporter riskeert niet alleen schorsing, maar zijn naam zal ook verschijnen op een website. Dat is een verantwoorde afwijking op het recht op eerbieding van het privé-leven. Alle federaties of clubs moeten immers op de hoogte zijn van een schorsing. Het bekendmaken van de identiteit van een op doping betrapte sportbeoefenaar is internationaal erkend. De publicatie heeft geen leedtoevoegend karakter, maar is noodzakelijk om praktische redenen.
De VLD steunt een aantal amendementen. Een sanctie mag geen strafrechterlijke vervolging uitsluiten. Sportverenigingen moeten verplicht worden sancties van andere gemeenschappen of van het buitenland na te leven. De disciplinaire commissie kan een straf seponeren als er een onomstreden legitieme verklaring is voor een positieve controle. Administratieve boetes en bekendmaking van schorsingen kunnen enkel voor meerderjarige sportbeoefenaars.
Met dit ontwerp bewijst Vlaanderen dat het voort wil strijden tegen doping en streven naar een algemeen medisch verantwoord sporten. De VLD zal dit ontwerp dan ook steunen. (Applaus bij de VLD, sp·a, en Groen!)
Niet zozeer sporten maar bewegen is gezond. Het is belangrijk dat de overheid de mensen aanzet tot meer beweging. Sporten impliceert voor sommigen ook zich meten met anderen. Iedereen wordt dan op een bepaald moment geconfronteerd met de grenzen van zijn lichaam. Dan is de verleiding soms groot om prestatiebevorderende middelen te nemen. Door de grotere beschikbaarheid van doping en de wetenschappelijke vooruitgang was een aanpassing van het huidige decreet nodig.
Doping behelst twee aspecten : de gezondheid van de sporter en de vervalsing van de competitie. De decreetgever heeft gefocust op het medisch verantwoord georganiseerd sporten. Door de ruime bepalingen van het ontwerp wordt een groot deel van de bevolking gevat. Mijns inziens volstond het om enkel het dopinggebruik in competitie te controleren. De recreatieve sporters, die stimulerende middelen gebruiken, zijn immers een uitzondering.
Het is gevaarlijk om de bepalingen van het ontwerp niet te laten gelden voor recreanten. Ook daar is de verleiding soms groot om producten te nemen die de prestaties bevorderen. Het is goed dat de doelstellingen voldoende ruim zijn, maar het is vooral de competitiesport die moet gecontroleerd worden.
De mensen die ik net beschreven heb, worden niet gevat door dit ontwerp van decreet. Zij ressorteren niet onder de categorie van sportbeoefenaar of -begeleider. Men kan nooit een decreet uitvaardigen dat voor iedereen geldt. Mensen doen nu eenmaal ongezonde en gevaarlijke zaken.
De minister wil dat ook de recreatiesporters onder de bepalingen van dit ontwerp van decreet ressorteren. Hij wil echter geen heksenjacht ontketenen. Het Vlaams Blok kan daarmee akkoord gaan, op één voorwaarde : dat er een betere communicatie komt. Een webstek met een lijst van verboden producten is echter niet voldoende. Die lijst wordt immers enkel bekeken door degenen die beseffen dat ze kunnen gecontroleerd worden. De overgrote meerderheid van de amateur- en recreatiesporters hebben daar geen boodschap aan.
Het zijn dus de sportverenigingen die hun leden op de hoogte moeten brengen van de draagwijdte en het bestaan van deze lijst. Artikel 7 van het decreet van 1991 stipuleert al dat ze dit jaarlijks moeten doen. Het gebeurt echter niet. De minister moet dan ook dringend een informatiecampagne uitwerken.
Misschien kan elk geneesmiddel zelfs de vermelding bevatten dat het gebruik ervan al dan niet een positieve dopingcontrole kan opleveren. Dat is natuurlijk een federale materie maar gezien de dopinglijst internationaal gecoördineerd is, mag dit geen probleem opleveren. Het zou zelfs een lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld kunnen zijn. Bovendien zou niemand nog kunnen zeggen dat hij of zij niet op de hoogte was.
Met dit ontwerp van decreet beschikt de Vlaamse Gemeenschap over een krachtig wapen in de strijd tegen het dopinggebruik. Dit is echter niet voldoende. Ook de pakkans moet verhogen. Tweeduizend tweehonderd controles lijkt misschien wel veel. In vergelijking met de honderdduizenden sportbeoefenaars wordt dit getal echter verwaarloosbaar.
De opmerkingen over een betere communicatie en de behoefte aan een grotere pakkans zullen echter niet beletten dat de Vlaams Blok-fractie dit ontwerp van decreet probleemloos kan goedkeuren. (Applaus bij het VB)
Het jaar 2004 wordt een belangrijk jaar voor de sport. Niet alleen worden er dit jaar de Olympische Spelen van Athene en het EK Voetbal georganiseerd, 2004 werd ook uitgeroepen tot het Europees jaar van de opvoeding door sport.
Met het decreet van 27 maart 1991 over medisch verantwoorde sportbeoefening schiep de Vlaamse regering een kader waarin men waakte over de fairplay en de gezondheid van de sporter. Dit ontwerp van decreet is een verfijning en modernisering van het bestaande decreet. Tevens is het een aanpassing aan de evolutie binnen de sport.
Dit ontwerp van decreet is een voortreffelijke verbetering van de bestaande regelgeving. Het creëert immers de mogelijkheid van een omvattende aanpak en geeft de sportfederaties meer verantwoordelijkheid. Bovendien kan de overheid meer en betere initiatieven ontplooien als er ergens iets fout loopt.
Wie sport beoefent, moet dat op een gezonde manier doen. De sportbeoefening evolueerde sterk gedurende de laatste decennia. Enerzijds worden er aan de competitiesporters steeds hogere eisen gesteld. Louter commerciële belangen komen er op het voorplan. Professionele sportlui zijn werknemers geworden die moeten presteren omdat hun bazen of sponsors in hen geïnvesteerd hebben. Alle middelen zijn goed om resultaten te bereiken. Heel deze evolutie kadert overigens in de ruimere maatschappelijke context van concurrentie- en prestatiedruk. Anderzijds gaat het niet enkel om topsporters. Iedereen die aan sport doet, moet ertoe aangezet worden om sport op een gezonde manier uit te beoefenen. De sp.a-fractie steunt dit ontwerp van decreet ten volle. Sport, ethiek en gezondheid gaan immers onvoorwaardelijk samen.
Voor de toekomst moet er nog verder nagedacht worden over de bestraffing. Momenteel kan enkel de verstrekker van dopingmiddelen strafrechterlijk vervolgd worden. De gebruiker van deze producten wacht enkel een tuchtrechterlijke vervolging. Vermoedelijk zal enkel een repressieve aanpak resultaten kunnen boeken. Een strafrechterlijke bestraffing van dopinggebruikers dringt zich dan ook op.
Uiteraard is preventie van de jeugd ook van kapitaal belang. De overheid moet debatten organiseren waarbij artsen, ouders en sportende jeugd wordt gewezen op het gevaar van het gebruik van dopingproducten en medicatie in een niet-therapeutische dosis. Ook de sportfederaties spelen echter een cruciale rol. Men zou er wel wat strenger op mogen toekijken dat zij hun informatieplicht daadwerkelijk ter harte nemen. De implementatie van het decreet moet niet alleen door de minister maar door alle actoren van de sportwereld uitgevoerd worden. Iedereen draagt verantwoordelijkheid. De jongste tijd werd de sportwereld geconfronteerd met een aantal pijnlijke voorbeelden. De dood van de renner Pantani vormt hierbij een triest hoogtepunt. Een aantal meer afschrikwekkende anti-dopingcampagnes lijken me dan ook aangewezen.
Het ontwerp van decreet is een zeer goede stap voorwaarts. We moeten, als beleidsmakers, echter kritisch blijven nadenken het beleid, waar nodig, bijsturen. (Applaus bij sp.a)
Ik sluit me grotendeels aan bij de besluiten van de heer Gysbrechts. Tijdens een interessante hoorzitting gaven de overheid, de federaties, het gerecht en een aantal deskundigen hun visie over dit ontwerp. Dat heeft geleid tot een aantal amendementen.
We mochten concluderen dat de basis van dit ontwerp van decreet zeer goed was. Een aantal wijzigingen drongen zich echter wel op.
Het heeft me tijdens de besprekingen en de hoorzittingen getroffen dat de samenwerking tussen de overheid, het gerecht en sportwereld de laatste jaren sterk verbeterd is. Het is ook goed dat de discussie het gehele veld bestreek. Er werd zowel met de amateursportbeoefenaar als met de professionele sportman rekening gehouden.
We moeten ons wel hoeden voor een heksenjacht. Het doel is en blijft gezonde sportbeoefening door zoveel mogelijk mensen. Onze fractie zal het ontwerp van decreet zeker steunen.
Ook onze fractie zal dit wijzigingsdecreet goedkeuren.
Verfijning en modernisering - na 13 jaar - van de bestaande regelgeving zijn een goede zaak, maar ook het behoud van de krijtlijnen van de wet van 1991 is positief. Dat wijst immers op duidelijkheid en continuïteit.
Tijdens de hoorzittingen werden de juiste mensen uitgenodigd. Zij waren excellente gesprekspartners. Vooral de samenwerking met justitie was zeer vruchtbaar. Het is geen alledaagse zaak dat een procureur-generaal naar een hoorzitting komt. Suggesties uit die hoek werden via amendering overgenomen. We mogen wel niet alle aandacht op repressie richten. Het is belangrijk dat ook de curatieve, preventieve en informatieve aspecten hun rol volledig kunnen spelen.
Ook de suggesties en bedenkingen van het kinderrechtencommissariaat waren zeer zinvol. Er werd ons gewezen op de zorgvuldigheidsplicht ten aanzien van minderjarige sporters, voor wie de risico's anders moeten ingeschat worden dan voor de meerderjarigen. Zowel de fysieke als de geestelijke gezondheid van de kinderen moeten steeds centraal staan. We moeten dan ook opletten voor overpresteren.
Het ontwerp van decreet moet zeker ook gezien worden in zijn internationale context. We moeten waakzaam zijn voor nieuwe evoluties, bijvoorbeeld gendoping, en tijdig ingrijpen. Vlaanderen moet zijn rol niet enkel spelen op het eigen Vlaamse niveau, maar ook een voortrekker blijven. Daarin moeten wij het Nederlandse voorbeeld volgen, waar de minister onlangs opriep tot goede voorlichting en communicatie in verband met nieuwe evoluties, die mondiale verschijnselen zijn.
Wij rekenen op de minister om deze Vlaamse voortrekkersrol voort te zetten.
Voormalig minister Hugo Weckx heeft lang geleden deze voortrekkersrol opgenomen. Ik feliciteer Minister Keulen met de voortzetting daarvan. Het thema is zeker niet geschikt om electoraal te scoren. Vlamingen zijn op dit vlak immers zeer dubbelzinnig en het gebruik van doping stijgt gestaag. Dat het parlement verantwoordelijkheid neemt, is zeer moedig.
Ik ga niet akkoord met partijgenoot Jean-Marie Dedecker, die stelt dat wij een heksenjacht hebben geopend door de overtreders op een website kenbaar te maken. Ik geef toe dat dit zeer dicht bij de grens van het recht op privacy ligt, maar ik meen dat we een goed evenwicht hebben gevonden door enkel de grote misbruiken, waarover een effectieve schorsing is uitgesproken, kenbaar te maken gedurende de tijd van die schorsing. Ik betreur de uitspraak van de heer Dedecker omdat hij ons werk daardoor banaliseert.
Het verheugt me dat we op advies van de heer Jef Vandendriessche aanpassingen deden en de definitie van de discipline van de bokssport verruimden. Bij gevechtssporten schuilt niet enkel het gevaar in doping, maar moet er ook meer aandacht gaan naar de bescherming. Het medisch onderzoek van deze sporters moet verbeterd en uitgebreid worden.
Wij zullen dit ontwerp zeer zeker met een positieve ingesteldheid steunen.
Ik dank alle fracties voor de unaniem toegezegde steun aan dit ontwerp dat gezond sporten bevordert. Doping bestrijden is een belangrijk onderdeel van het ontwerp, maar dat wil niet zeggen dat Vlaanderen een heksenjacht gaat organiseren. In vergelijking met andere landen is het aantal controles in Vlaanderen zeer hoog. Het ontwerp ligt in de lijn van de aanbevelingen van het Wereldantidopingagentschap en het Internationaal Olympisch Comité.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.
Heeft men rekening gehouden met de laatste regelgeving over het statuut van kinesitherapeut?
Er was geen aanpassing nodig. De juridische dienst heeft dat onderzocht.
- De artikelen worden zonder verdere opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.