Verslag plenaire vergadering
Verslag
Beroepsopleiding en tewerkstelling van Brusselaars
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Gatz tot de heer Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, over het protocolakkoord tussen Vlaanderen en Brussel aangaande de beroepsopleiding en tewerkstelling van Brusselaars.
In Brussel is er een heel grote werkloosheidsgraad. Dat is uiteraard in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, al weet ik niet of men daar altijd de juiste keuzes maakt. Men lijkt immers doorgaans te opteren voor gesubsidieerde arbeid, wat gezien de beschikbare budgettaire ruimte, slechts beperkte mogelijkheden biedt.
In die zin ben ik verheugd met de doorbraak van gisteravond, die ik eigenlijk niet meer verwacht had. De draagwijdte van dit akkoord is voor mij echter nog steeds onduidelijk. Slaat dit akkoord alleen op het installeren van drie werkwinkels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of zijn ook de andere problemen hiermee opgelost?
De Brusselse werklozen dienen zich aan bij de BGDA en kunnen eventueel een beroepsopleiding volgen. De samenwerking tussen BGDA en Bruxelles Formation verloopt over het algemeen vrij vlot, maar die met de VDAB is minder vanzelfsprekend. De minister heeft me eerder al verteld dat hij over budgetten beschikte, maar dat hij die niet had kunnen gebruiken omdat dit protocol er nog niet was. Kunnen deze budgetten alsnog worden vrijgemaakt? Zijn de plooien gladgestreken? Dat is vooral belangrijk voor Vlaams-Brabant, waar enkele jaren geleden heel wat jobs niet ingevuld raken. Op dit ogenblik ligt die situatie anders, maar er is nog steeds een reservoir van laag opgeleide, vaak Nederlandsonkundige Brusselse werkzoekenden. Met het akkoord van gisteren heeft de minister volgens mij de sleutel in handen om de werkloosheid aan te pakken in de sociaal-economische ruimte van Brussel met een stuk van Vlaams- en zelfs van Waals-Brabant.
Gisteren werd in Brussel een belangrijke doorbraak gerealiseerd. Het probleem was dat ik als gemeenschapsminister bevoegd ben voor de beroepsopleiding, terwijl een lid van de Brusselse Gewestregering bevoegd is voor de arbeidsbemiddeling. Een werkzoekende heeft vaak ook behoefte aan een opleiding. De Vlaamse overheid investeert veel in beroepsopleiding, onder meer met de steun van Europees geld, en dit in de VDAB Brussel en in samenwerking met derden. Ze investeert ook in taaltechnische opleidingen, waar Nederlands op de werkvloer wordt aangeleerd. De toeleiding vanuit de BGDA bleek echter niet zo vlot te verlopen. De BGDA verwees nogal vlug naar de Franstalige beroepsopleiding. Binnen de negen Brusselse werkwinkels, de zogenaamde missions locales, die in principe tweetalig zouden moeten zijn, kregen de Nederlandstaligen eerder de indruk dat ze in de verdrukking kwamen.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Nu worden drie Nederlandstalige werkwinkels opgericht, in Anderlecht, Schaarbeek en Brussel-Centrum. De gewestelijke materies zullen tweetalig zijn. De BGDA werkt daaraan mee. Twintig procent van het budget voor de missions locales gaat naar die drie werkwinkels, zodat we arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding voor de Nederlandstaligen kunnen samenbrengen. We staan wel open voor iedereen. We gaan ervan uit dat we daardoor meer mensen taaltechnische opleidingen in het Nederlands zullen kunnen aanbieden, wat hun tewerkstellingskansen aanzienlijk zal verhogen.
De aanleiding voor de doorbraak was een conflict. Brussel was klaar om zijn arbeidsbemiddeling te regelen in een ordonnantie. Daardoor werd de indruk gewekt dat ook de beroepsopleiding door het gewest zou worden gecontroleerd. Die ordonnantie hebben wij aanhangig gemaakt bij het Arbitragehof. Nu zijn we bereid die procedure stop te zetten omdat het misverstand uitgeklaard is.
Uiteraard moeten we een erkenning hebben van het Brussels Gewest voor de arbeidsbemiddeling. De beroepsopleiding blijft echter tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap behoren. Het versterken van de band tussen Onderwijs en Werkgelegenheid moet hier de volgende stap zijn. Daarvoor zullen we de nodige contacten leggen met de minister van Onderwijs.
Wanneer kunnen de werkwinkels in Schaarbeek en Anderlecht starten? Wanneer zal er geëvalueerd worden? Hoeveel van de bevroren gelden kunnen nog aangewend worden?
De Brusselse regering kan de uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie morgen goedkeuren. Daarna kunnen we de erkenning vragen. We hopen in juni te starten met de werkwinkels in Schaarbeek en Anderlecht. In het akkoord staat dat het arbeidsmarktbeleid gemeenschappelijk zal uitgevoerd en geëvalueerd worden.
Omwille van de Europese middelen, zijn we blijven investeren. Totnogtoe had het geen zin om de capaciteit van de opleidingen op te drijven. Nu de toeleiding verzekerd is, zal de volgende regering allicht meer investeren.
Het incident is gesloten.