Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Vandenbroeke tot mevrouw Ceysens, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, over eventuele steun voor de Vlaamse textielsector
De eerste maandag na Driekoningen is het feest in de textielsector. In West-Vlaanderen noemen ze die traditie weversmisdag, in Oost-Vlaanderen verloren maandag. Men kan zich afvragen of er wel veel te vieren valt deze keer. In elk geval is het een goede gelegenheid tot bezinning.
Waar staat die belangrijke sector vandaag? Nadat hij het de voorbije jaren hard te verduren had, telt hij thans nog 40.000 werknemers. Tijdens het rampjaar 2003 ging 6,2 % van de werkgelegenheid teloor, wat neerkomt op het verlies van ongeveer 2500 banen, even veel als in Genk. Maar hier gaat het om een sector die grotendeels bestaat uit KMO's. Het verlies van 390 banen tegelijk bij het faillissement van Sofitex is een uitzondering. Vandaag heeft deze fijnmazige sector vooral te lijden onder de federale beslissing over de milieuheffing en onder de exportbelemmering door de dure euro.
Naar verluidt zou de sector zinnens zijn contact op te nemen met de Europese Commissie over investeringssubsidies en omscholingspremies. Werd daarover met de minister contact opgenomen? Wanneer stapt men naar Europa? Staat de minister achter het initiatief? Als een en ander door Europa wordt goedgekeurd, treedt het pas in werking vanaf zomer 2007. Moet er niet over gedacht worden om eerder al uit te pakken met een nieuw en goed doordacht textielplan?
De textielsector is heel belangrijk voor Vlaanderen. De regering beseft dat de globalisering voor een moeilijk moment zorgt, maar tegelijk moet gezegd worden dat niet alles kommer en kwel is. Sommige bedrijven weten voortreffelijk om te gaan met de kansen die de internationalisering biedt en groeiden uit tot bedrijven van wereldniveau.
De Vlaamse regering kiest niet zozeer voor een sectoraal beleid, waarvan het verleden aantoonde dat zoiets erg gevaarlijk is, maar veeleer voor een flankerend beleid. Daarover bestaat trouwens consensus tussen werkgevers en werknemers en ook in het parlement. In het kader van dat flankerend beleid voerden wij al advies- en groeipremies in, evenals opleidingscheques en ecologische steun. Die gelden dus voor alle sectoren, wat niet belet dat de regering ook bereid is om aandacht te schenken aan de specifieke problemen van een sector. In dat kader vonden wij bijvoorbeeld een oplossing voor het sokkelwater van de textielsector.
Daarnaast werd op de ondernemingsconferentie ook afgesproken om voortaan attenter te zijn voor de kostenstructuur van onze ondernemingen in een competitieve internationale context. Zo zal de energiefactuur onder de loep worden genomen aan de hand van internationale benchmarking.
Tot slot wordt ook gewerkt aan een excellentiepool voor design en creativiteit. Dat kan onze bedrijven bevrijden uit de prijzencompetitie en oriënteren naar kwalitatieve concurrentie. Daar liggen immers de kansen voor Vlaanderen. Eind januari, begin februari kom ik samen met vertegenwoordigers uit de verschillende sectoren om te bekijken wat zij daarover hebben bedacht. De textielsector reageerde alvast positief.
Mijn vraag over de wens van de sector om bij Europa aan te kloppen werd niet beantwoord. Nam men contact op met de minister?
Neen. Ik ontmoette hen nochtans vlak voor het kerstreces, al heb ik natuurlijk wel de vrije tribune daarover gelezen. Op het einde van de maand zie ik hen weer.
Het incident is gesloten
- De vergadering wordt geschorst om 15.43 uur.