Verslag plenaire vergadering
Verslag
Wijziging van decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning
De voorzitter : Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Johan Malcorps, Patrick Lachaert, Jacky Maes en Jos Bex houdende wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, wat het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde of pathogene organismen betreft.
De algemene bespreking is geopend.
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
Het Vlaamse beleid inzake GGO is zeer belangrijk.
Als fractie zullen wij ons bij de stemming over dit voorstel van decreet onthouden. Uiteraard kunnen we niet tegenstemmen bij een voorstel dat voorziet in een juridisch coherente basis die toelaat aan de Europese richtlijnen inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen tegemoet te komen. Het opzet is zeker goed : uit het advies van de Raad van State bij een eerdere poging om deze zaak te regelen bleek immers dat een decretale tussenkomst noodzakelijk was.
Wij betreuren echter dat dit niet bij ontwerp namens de regering gebeurt. Wat is de visie van de regering hieromtrent? Dit voorstel van decreet moest een inhaalbeweging zijn, maar het parlement laat zich gebruiken om een taak uit te voeren die eigenlijk aan de regering toekomt. Dat kan voor ons niet. Bovendien ontbreken ons de geëigende adviezen om dit debat te voeren : de adviezen van de Raad van State, van de MiNA-raad en van de SERV hadden een basis voor het inhoudelijke debat moeten zijn.
Dit voorstel van decreet komt overigens veel te laat; we worden er door Europa voor op de vingers getikt, maar deze Europese druk mag er niet de oorzaak van zijn dat het inhoudelijke debat niet gevoerd wordt. Het Vlaamse parlement kan niets verweten worden : het trachtte meerdere keren voor randvoorwaarden voor een goed debat te zorgen. Zo zorgde het jaren terug reeds voor advies van niet minder dan 5 adviesraden, werd het instituut voor technologie en samenleving opgericht dat zijn eerste pilootproject aan GGO wijdde, en dienden we een voorstel van resolutie in.
In de commissie vonden we weinig partners om het debat ten gronde aan te gaan. De minister nam akte van een aantal van mijn opmerkingen, maar ging er nooit echt op in. Hij beloofde wel een debat, maar dat zal sowieso te laat komen, tenzij we moet op de goodwill van de minister en de meerderheid kunnen rekenen.
In de eerste omzetting van richtlijn 219 werd gekozen voor een samenwerkingsakkoord waardoor het federale Instituut Pasteur (nu het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) belast werd met cruciale taken. Ik had gehoopt dat deze samenwerkingsakkoorden voor de implementatie van de nieuwe richtlijnen zouden geëvalueerd worden, maar dat is niet gebeurd.
Het rekening houden met de aanbevelingen van het publieksforum zal zich binnen dit samenwerkingsakkoord moeten situeren. Dit forum stelt bijvoorbeeld dat betreffende de vergunningsprocedure werk moet gemaakt worden van een actieve vorm van publieksconsultatie. Daartoe zal een aanpassing van het samenwerkingsakkoord noodzakelijk zijn, en we weten uit ondervinding dat dit geen eenvoudige zaak is.
Het parlement kan geen samenwerkingsakkoorden wijzigen. Ik reken erop dat de minister de verbintenis op zich neemt om het parlement de kans te geven te spreken over de inhoud van het samenwerkingsakkoord bij een grondig debat. Verder hoop ik dat we ook kunnen evalueren of we de samenwerkingsovereenkomst moeten voortzetten dan wel ervoor moeten kiezen om de nodige kennis geleidelijk op te bouwen binnen de Vlaamse administratie. Ik wil beide denksporen open laten omdat we momenteel over geen evaluatie beschikken.
Wat de risicobeoordeling betreft rekent de samenleving erop dat meer en meer de ethische afweging mogelijk wordt gemaakt. Er moeten garanties worden gegeven.
Ik reken erop dat de minister en het parlement zo snel mogelijk het debat over de GGO's kunnen voeren. Hoewel het ingeperkte gebruik een Vlaamse bevoegdheid is en het uitzetten in het milieu een federale, geeft onze fractie er de voorkeur aan om beide punten in het debat samen te behandelen. Onze fractie zal zich bij de stemming onthouden. (Applaus bij CD&V)
We zijn vragende partij om ten gronde een debat te voeren over GGO's. Het viWTA heeft een publiek debat opgestart en er zijn conclusies neergelegd. Verder is er een voorstel van resolutie ingediend. Het is een vrij technisch voorstel van decreet om een mankement te verhelpen waarop de Raad van State heeft gewezen. Voor een labo waar er een ingeperkt gebruik van genetisch gemanipuleerde of pathogene organismen is, volstaat een milieuvergunning niet. Volgens een Europese richtlijn moet er ook een regeling van toelatingen en kennisgevingen zijn. Omdat dit een decretale basis moet krijgen, volstond een wijziging van Vlarem niet. Het is raar dat men zich daarover onthoudt.
De groenen in het Vlaams en Europees Parlement hebben altijd duidelijke standpunten ingenomen over de vrijzetting van GGO's door middel van veldproeven. We hebben vragen bij dergelijke veldproeven met GGO's en we blijven ons verzetten tegen een commercialisering van GGO's.
Onder impuls van de groenen in het Europees Parlement is er jarenlang een moratorium aangehouden. De druk van belangrijke christen-democratische fracties om dat op te geven is zeer groot. Ik weet niet goed wat de bedenkingen van mevrouw Merckx-Van Goey zijn. Iedereen moet kleur bekennen. Wat is het standpunt van de CD&V-fractie?
Ik heb bewondering voor de volharding van mevrouw Merckx-Van Goey om bij elke gelegenheid duidelijk te maken dat een maatschappelijk en politiek debat over GGO's belangrijk is. Ik begrijp niet dat ze ontgoocheld is over het feit dat het parlement met een voorstel van decreet een decretale basis wil geven aan het ingeperkte gebruik. Het is goed dat alles wat met GGO's te maken heeft, zoveel mogelijk vanuit het parlement komt omdat het gaat om een breed maatschappelijk onderwerp.
Er is een voorstel van resolutie aangekondigd dat volgende week zal worden besproken in de bevoegde commissie. Ik vind het niet terecht om dit kleine technische voorstel dat nodig is om een richtlijn van kracht te laten worden in Vlaanderen, aan te grijpen om een groot debat te voeren over GGO's in Vlaanderen. Het zou verkeerd zijn als ik nu een grote beschouwing zou geven over GGO's. Als minister dien ik me te beperken tot de Vlaamse bevoegdheden. Het parlement moet veel verder gaan. Het voorstel van resolutie biedt de mogelijkheid om een groot debat te voeren, waaraan ik ten volle wil deelnemen.
Wat de samenwerkingsovereenkomst betreft wil ik ingaan op de suggestie van mevrouw Merckx-Van Goey. Er moet jaarlijks over de samenwerkingsovereenkomst worden onderhandeld. We moeten ze ook evalueren en bijsturen. Ik wil daarop niet verder ingaan. Het is beter om het debat en het voorstel van resolutie af te wachten. Ik geef toe dat de Vlaamse regering nog geen duidelijk samenhangend standpunt heeft bepaald. Daarom begrijp ik ook de onthouding van de CD&V-fractie.
De vraag is wiens taak het is om internationale overeenkomsten of Europese richtlijnen om te zetten in interne wetgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de regering om teksten voor te leggen aan het parlement en het is de taak van het parlement om daarover een open debat te voeren.
Ik ben ontgoocheld over de uitspraak van mevrouw Merckx-Van Goey. Dit is gekissebis. De Vlaamse regering heeft haar verantwoordelijkheid genomen en een voorstel gedaan om Vlarem te wijzigen, maar de Raad van State stelt dat er een decretale basis nodig is. Om die juridische basis snel te creëren is dit voorstel van decreet ingediend.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Johan Malcorps, Patrick Lachaert, Jacky Maes en Jos Bex houdende wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, wat het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde of pathogene organismen betreft.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
De voorzitter : Hiermede zijn wij aan het einde gekomen van onze werkzaamheden voor deze voormiddag.
Wij komen om 14.15 uur opnieuw bijeen om onze agenda verder af te handelen. (Instemming)
- De vergadering wordt gesloten om 12.45 uur.