Verslag plenaire vergadering
Verslag
Engagementen in de welzijns- en gezondheidssector
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van mevrouw Van Cleuvenbergen, mevrouw Merckx-Van Goey en mevrouw Becq tot besluit van de op 4 november 2003 door mevrouw Van Cleuvenbergen in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het niet uitvoeren van aangegane engagementen door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden en de gevolgen hiervan voor de rechtszekerheid van initiatiefnemers in de welzijns- en gezondheidssector.
In het begin van de regeerperiode benadrukte de minister van Welzijn het belang van eigentijdse en aangepaste rust- en ziekenhuizen. Daarvoor staan nu onvoldoende middelen in de begroting. Het blijft dus bij woorden en dat leidt tot onrust in de sector.
De overheid betaalt de toegezegde subsidies aan rusthuizen, die toelating hebben om te bouwen, zelfs niet uit. De bewoners zullen daarvan de gevolgen ondervinden. De huidige minister van Welzijn gaf zelfs toe dat de eigen instellingen sneller betaald worden dan de andere. Dat is onrechtvaardig.
In de motie vragen we om de zekerheid in de sector te herstellen. We doen daarvoor ook beroep op sp·a. De Limburgse socialisten en gepensioneerden vragen immers ook om voldoende investeringen voor een inhaaloperatie. Ik reken dus op de steun van alle collega's.
- De met redenen omklede motie wordt met 47 stemmen tegen 61 bij 3 onthoudingen niet aangenomen.