Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Vlarem-reglementering inzake zwembaden
Verslag
ACTUELE VRAGEN
Vlarem-reglementering inzake zwembaden
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Daelman en van den Abeelen tot de heer Ludo Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de Vlarem-reglementering inzake zwembaden.
Een aantal exploitanten van zwembaden heeft problemen om de Vlarem-wetgeving na te leven. Het zwembadincident in september 2003 in Kortrijk roept heel wat vragen op. Na een klacht van een buurman over geluidsoverlast van spelende kinderen heeft de milieu-inspectie geluidsmetingen gedaan en een overtreding vastgesteld. Het stadsbestuur kreeg het bevel om het openluchtzwembad te sluiten maar heeft daartegen beroep aangetekend. Daarmee is men op weg voor een lange juridische strijd die de afdwingbaarheid van de Vlarem-wetgeving ter discussie stelt en het maatschappelijke draagvlak van de milieuwetgeving ondergraaft. Wie kan begrijpen dat een zwembad moet worden gesloten omdat spelende kinderen te veel lawaai maken? Wat is de stand van zaken? Wat gaat de minister ondernemen om het probleem op te lossen?
Heel wat zwembaden hebben het moeilijk. Door de betutteling van de Vlarem-reglementering moeten lokale besturen enorme investeringen doen en vaak hebben die niets te maken met veiligheid en hygiëne. De regelneverij ondermijnt de milieureglementering. Wat gaat de minister daaraan doen?
Het is goed dat de partijen die de milieuwetgeving hebben opgesteld, kritisch nadenken over de betuttelende manier waarop dat is gebeurd. De heer Daelman stelt terecht dat de interpretatie van de Vlarem-reglementering in verband met het zwembad in Kortrijk vragen oproept. Spelende kinderen vormen geen onderdeel van geluidshinder, anders dienen ook speelpleinen onderhevig te zijn aan de vergunningsplicht en dat is niet het geval.
Het ongelukkig optreden van de milieu-inspectie in de zaak van het Kortrijkse zwembad is ingegeven door een interpretatieprobleem van de Vlarem-reglementering. Noch in zwembaden noch in speeltuinen mag het lawaai van spelende kinderen mag mee in overweging genomen worden bij de beoordeling voor een vergunning.
De Vlarem-reglementering moet overigens verfijnd worden. Daartoe werd een technische werkgroep opgericht die de problemen moet opsporen en voorstellen tot oplossing zal formuleren.
- De heer Norbert Debatselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.
De reglementering van de zwembaden dateert van 1992. In 1999 werd beslist dat de eigenaars tijd kregen tot 2001 om zich in orde te stellen. Het is niet altijd eenvoudig de regels helemaal toe te passen, maar hygiëne, veiligheid en gezondheid moeten absolute prioriteit blijven. De zwembaden hebben 10 jaar de tijd gekregen om zich aan te passen. De meeste zijn nu in orde, en voor andere zijn er afwijkingen toegestaan. De zwembadcommissie, de vorige minister en ikzelf hebben de aanvragen voor afwijkingen altijd billijk benaderd. Wij staan open voor alternatieven zolang de veiligheid en de hygiëne niet in het gedrang komen.
Er zijn wijzigingen van de reglementering in de maak, in verband met legionella en de redders. Elke vorm van regelneverij wil ik evenwel uitsluiten.
Het incident is gesloten.