Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003
Verslag
ONTWERPEN VAN DECREET
Aanpassing begroting 2003
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één algemene bespreking. Is het Parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
(verslaggever)
De BNI-groei voor 2003 wordt thans geraamd op 1,8 procent, in plaats van de 2,4 procent die werd gehanteerd in de begroting 2003. De inflatieraming voor 2003 blijft 1,4 procent. Samen met de groeiparameters van de vorige jaren, geeft dit een negatief effect van 31 miljoen euro op de middelenbegroting 2003. Dit bedrag omvat het geheel van de samengevoegde en gedeelde belastingen. De cijfers van de BNI-groei voor 1999-2001 bleken lager uit te vallen dan verwacht, maar 2002 bleek daarentegen een forse meevaller te zijn.
De Vlaamse regering heeft de conjunctuurprovisie van 0,4 procent behouden die bij de opmaak van de begroting was vastgelegd. Uit berekeningen blijkt dat het behalen van de begrotingsnorm pas in gevaar komt indien de BNI-groei voor 2003 onder 0,9 procent zakt. Dit alles leidt tot een begroting voor 2003 die het mogelijk moet maken het HRF-saldo van 324 miljoen euro te behalen. De begrotingsaanpassing heeft een overschot van 14 miljoen euro. Ten gevolge van een amendement dat door dit parlement werd ingediend, zal dat overschot met 7,5 miljoen euro dalen. Er komt immers een dotatie voor de meeruitgaven aan het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers.
Naast de samengevoegde en gedeelde belastingen blijven de gewestbelastingen bijna constant en nemen de niet-fiscale ontvangsten fors toe. Die laatste categorie omhelst onder meer de verkoop van aandelen in de VMW, de opname van middelen van de Nationale Loterij en het terugstorten van VERF-middelen. Het totale bedrag waarover men spreekt is 175 miljoen euro. De belastingkredieten stijgen met 0,8 procent. Hierbij verwijs ik naar pagina's 17, 20 en 26 van het schriftelijke verslag.
Ook de impact van het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Uitgaven (FFEU) is belangrijk. Bij de begrotingscontrole van 2003 werden voor circa 275 miljoen euro nieuwe toezeggingen gedaan, waardoor de huidige vrije marge volledig werd opgebruikt. Inzake schuldafbouw meent de Vlaamse regering haar begrotingsdoelstelling om de schuld te halveren tegen het einde van 2004, te kunnen nakomen.
Het Rekenhof stelde vragen bij de realiteitszin van een aantal uitgaven- en betalingskredieten. Dit had vooral betrekking op de sectoren Welzijn, Aquafin en Ambtenarenzaken. Ook laat het Rekenhof zich voorzichtig uit over de haalbaarheid van een aantal uitgavensectoren in de meerjarenbegroting.
De oppositie bekritiseerde tijdens de commissiebesprekingen aspecten van de begroting. De CD&V-fractie uitte haar twijfels over de correctheid van de uitgangspunten, de hoogte van sommige kredieten en de impact van het FFEU op het behalen van de HRF-norm. Volgens CD&V hangt die laatste discussie samen met het gebrek aan geloofwaardigheid van de meerjarenbegroting. Verder maakte men voorbehoud bij de immobiliteit van de Vlaamse regering bij de terugvallende economische groei. Men beweerde dat er geen middelen zijn vrijgemaakt om de economie een steuntje in de rug te geven. De CD&V-fractie had hierbij gedacht aan vorming, innovatie, expansiesteun en eigen investeringen. Men haalde eveneens aan dat FFEU zijn rol hier niet speelt.
De heer De Reuse van de Vlaams-Blokfractie had vragen bij het aanslepende dossier rond Aquafin. Het antwoord van de minister kan men terugvinden op pagina 44 van het verslag.
De heer Denys verdedigde vanuit de VLD-fractie het regeringsbeleid en sprak met lof over het behalen van de twee begrotingsnormen, zowel de strengste HRF-norm als de schuldhalvering. Verder deed hij twee opvallende uitspraken in verband met de prioriteiten die worden gelegd in de sector Welzijn en een subtielere strategie in het kader van de staatshervorming.
In het programmadecreet zijn vooral de compensatie voor de niet-aftrekbaarheid van milieuheffingen in de vennootschapsbelasting en het Rubiconfonds van belang.
De heren Marcel Logist en Frans De Cock, mevrouw Veerle Declercq, de heren Leo Peeters en Jef Van Looy, mevrouw Riet Van Cleuvenbergen, de heren Jan Van Duppen en Patrick Lachaert, verslaggevers, verwijzen naar het schriftelijke verslag.
(verslaggever)
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
(verslaggever)
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
Deze begrotingscontrole gaat totaal voorbij aan de steeds zwakker wordende Vlaamse economie en de groeiende werkloosheid. Integendeel, de budgetten voor Economie en Werkgelegenheid dalen met 1 procent tijdens deze begrotingscontrole, hoewel men een provisioneel krediet uittrok van 500 miljoen euro voor de werkgelegenheid.
Nochtans is het van augustus 1993 geleden dat de conjunctuurindicator van de Nationale Bank zo laag gezakt is. Zelfs 1 procent BBP-groei wordt dit jaar niet meer haalbaar geacht. Vlaanderen staat op de rand van een recessie.
In het tweede kwartaal werd een nulgroei genoteerd en niemand verwacht een herstel voor het einde van het jaar. Voor het derde kwartaal is misschien zelfs een negatieve groei niet ondenkbaar. In 2004 verwacht het Planbureau in het beste geval een groei van 1,8 procent, wat onvoldoende is om de werkgelegenheid op peil te houden. Waarom blijft de Vlaamse regering deze ontwikkelingen passief ondergaan? De stijging van de werkloosheid zal blijven doorgaan en de Europese economie zal met een recessie af te rekenen hebben.
De Vlaamse regering blijft de situatie passief ondergaan. Behalve het provisioneel krediet van 500 miljoen euro is er eigenlijk niets nieuws. Volgens Unizo werd 85 procent van de aangekondigde maatregelen inzake ondernemingsbeleid niet gerealiseerd. VEV en Unizo hebben ook veel kritiek op het investeringsschema van de Vlaamse regering voor het callsysteem, dat ze verwerpen. De minister-president zelf heeft gezegd dat 90 procent van de doelstellingen uit het pact van Vilvoorde niet werd gehaald. De werkzaamheidsgraad in Vlaanderen stagneert al drie jaar, ook al was 2001 nog een jaar van sterke werkgelegenheidsgroei. Elke keer dat de werkloosheidscijfers worden gepubliceerd, kondigt minister Landuyt nieuwe maatregelen aan, die uiteindelijk niet worden gerealiseerd.
Een tweede vraag is of er nog geld is. De kastoestand van de Vlaamse overheid is ronduit problematisch. De cijfers voor de periode januari-mei wijzen op een kastekort van 520 miljoen euro. In juni zou dat oplopen tot 800 miljoen euro. Vorig jaar was er nog een overschot van 88 miljoen euro, in 2001 was er zelfs een overschot van 202 miljoen euro. Dit probleem was niet aan de orde tijdens de begrotingscontrole. Volgens mij is het duidelijk dat het kassaldo van 2002 werd opgesmukt door doorschuifoperaties naar 2003, onder meer bij de dotaties aan de VOI's. De regering ontkent dat evenwel. Bovendien raken de uitgaven voor onderwijs en welzijn nu op kruissnelheid, wat leidt tot een versnelling van het uitgavenpatroon.
Hoe is dat kastekort te verklaren? Hoe komt het dat dit onderwerp niet werd aangesneden tijdens de bespreking van de begrotingscontrole?
We hebben vier jaar na elkaar alle aangekondigde resultaten perfect behaald. In 2002 zijn we overgeschakeld van een zuivere HRF-benadering naar een consolidatie in ESER 95-terminologie. Dat betekent dat we vorig jaar de afcentiemen die we in 2001 hadden doorgestort aan de federale regering, voor een tweede keer ten laste hebben genomen. Ingevolge de aanpassing van de groeicijfers voor 2001 hebben we in 2002 ook een bijkomende negatieve afrekening gekregen van ongeveer 220 miljoen euro. Desondanks is de Vlaamse regering erin geslaagd een positief begrotingssaldo te realiseren en de strengste doelstellingen van de Hoge Raad voor Financiën (HRF) te halen.
Een aantal stortingen aan VOI's hoefden eind vorig jaar niet te gebeuren, en die zijn gebeurd in februari van dit jaar. De situatie van de kastoestand wordt altijd bekendgemaakt op de eerste van de maand, op het ogenblik dat alle lonen net zijn uitbetaald. Op de vijftiende van de maand is het beeld heel anders. We verwachten dat de situatie tegen de zomer zal rechtgetrokken zijn, na het innen van de onroerende voorheffing. De voorschotten aan de gemeenten moeten we, zoals afgesproken, nu al betalen.
Met deze budgetcontrole bewijzen we dat Vlaanderen op de meest orthodoxe manier te werk gaat. We werken met een BNI van 1,8 procent, met een positieve ruilvoet van 0,5 en een conjunctuurprovisie van 0,4. Zelfs in de meest negatieve omstandigheden zal deze begroting dus staande blijven.
Naar aanleiding van de regeerverklaring van minister-president Somers zal men opnieuw de dialoog aangaan met de sociale partners over bijkomende maatregelen. Enkele weken geleden hebben we trouwens een werkgelegenheidsakkoord gesloten, waarvoor geld wordt vrijgemaakt in de begroting. Dat zal leiden tot een bijkomende inspanning van 25 miljoen euro dit jaar en van 75 miljoen euro volgend jaar. Het bedrag van 25 miljoen euro voor dit jaar staat ingeschreven op een provisie van de minister van Financiën. Men mag dit bedrag niet over het hoofd zien als men berekent hoeveel geld naar werkgelegenheid gaat.
De uitleg van minister Van Mechelen voldoet niet. Vroeger werden de lonen ook op de eerste dag van de maand gestort. Ook toen werd het kassaldo dus verzwaard. In mei van vorig jaar had men een cumulatief overschot van 88 miljoen euro. Nu is er echter een tekort van 25 miljoen euro.
Minister Van Mechelen beweert dat alles tegen deze zomerin orde komt. Maar de gegevens van de thesaurie zullen bevestigd worden. In juni zal het tekort oplopen tot 800 miljoen euro.
Ik versta ook niet dat de minister in vraaggesprekken zijn bezorgdheid over de begrotingssituatie uitdrukt, terwijl hij, in dit halfrond, geen verklaarbare uitleg kan geven. Ten dele geeft hij toe dat er doorschuifoperaties plaatsvonden. Er is echter iets meer fundamenteels aan de hand. De echte cijfers komen vroeg of laat toch boven.
In 2002 was het realisatiepercentage van de uitgaven opvallend laag. Als men de verhouding tussen de ordonnanceringskredieten en de ordonnanceringen bekijkt, stelt men vast die teruggelopen is van 93,2 vorig jaar tot 90,4 in 2003. De feiten bewijzen dus dat betalingen naar dit jaar werden doorgeschoven.
Dit verklaart ook het feit dat federaal minister Reynders de HRF verbood om zijn rapport te publiceren. De HRF mag dus geen cijfers meer bekend maken. Uit deze cijfers blijkt immers dat ook de Vlaamse Gemeenschap in de penarie zit met de HRF-norm. Vooral voor de consolidatie van de VOI's heerst er zeer grote verwarring. Wat ik hier dus al meerdere maanden beweer, wordt bevestigd door de HRF.
De heer Van Rompuy baseert zijn beschuldigingen op een rapport waarover ik niet beschik. Ik kan hier dus niet op reageren.
Alle onze berekeningen toonden aan dat de Vlaamse regering, zonder de consolidatie van de VOI's, over een bijkomende bonus van 115 miljoen euro beschikt.
Onze thesauriebeleggingen zijn positief. In 2001 was de economische groei groter geschat. Op basis van deze cijfers heeft men doorstortingen gedaan. De Vlaamse gemeenschap heeft echter altijd de discipline gehad om dit teveel aan doorgestorte middelen in de schatkist te houden en ze niet in de begroting op te nemen. Wanneer men dan begint af te remmen op de doorstorting, krijgt men natuurlijk een volledig ander beeld. Als men vergelijkingen maakt, moet dit correct gebeuren. Tenzij men natuurlijk weer een en ander tracht te verdoezelen.
De cijfers zijn er. In juni zal er een kastekort van 800 miljoen euro zijn. De cijfers zijn terug te vinden op de website.
Bij de federale regeringsonderhandelingen wordt men trouwens ook met budgettaire problemen geconfronteerd. Het is best mogelijk dat men de gemeenschappen en de gewesten ook stringentere normen zal opleggen zodat de federale begroting makkelijker in orde kan gebracht worden.
Deze regering is op sociaal-economich vlak totaal passief gebleven. Ze voert 85 procent van haar ondernemingsplan gewoonweg niet uit. Bovendien wordt 90 procent van de doelstellingen van het werkgelegenheidspact niet gehaald. Ten slotte wordt de regering geconfronteerd met een reusachtig kastekort. De impliciete schuld wordt intussen door de SERV op 930 miljoen euro geraamd.
De ingewikkelde uitleg van de minister volstaat niet. Hij is een bekwaam minister maar hij mag geen misbruik maken van zijn positie. CD&V wil nog steeds positief meewerken maar vraagt dat beloftes uitgevoerd worden en dat de cijfers correct meegedeeld worden. Kan de heer Denys het kastekort van 800 miljoen euro verklaren? Ik daag de coach uit te slagen waarin de minister faalde. (Applaus bij CD&V)
De meerjarenbegroting, ingediend bij de budgetcontrole, werd bekrachtigd door het Rekenhof. De uitgaven en regeringsbeslissingen zijn, volgens dit orgaan, correct opgenomen in de meerjarenbegroting. De begroting is positief en de Vlaamse regering maakt haar doelstellingen waar.
Ik ben verrast dat de heer Van Rompuy, in het kader van een begrotingsbespreking zo zwaar het accent legt op een kassituatie. Een kassituatie is immers steeds een tijdelijke situatie die afhankelijk is van de betalingen die men uitvoert. Een begrotingscontrole daarentegen dient om het beleid van de voorbije periode te evalueren en werpt tevens een blik op de toekomst.
Indien men deze begrotingscontrole toetst aan de 4 essentiële punten van het Vlaamse begrotingsbeleid dan kan men enkel tot een positieve conclusie komen. Die 4 punten zijn de evolutie van het begrotingssaldo, het respecteren van de norm van de HRF, de evolutie van de schuld en ten slotte nagaan of men de aan te wenden middelen gunstig ingeschat heeft.
Wanneer ik deze 4 punten bekijk, kan ik enkel vaststellen dat minister Van Mechelen zijn reputatie van begrotingsorthodox dossierkenner alle eer aandoet. Hij heeft de touwtjes stevig in handen. Het debat mag niet herleid worden tot een debat over de kastekorten.
Bij het begrotingssaldo stelt men vast dat het overschot in 2003 opgelopen is tot 30 miljoen euro. Aanvankelijk dacht men dat het maar om 8 miljoen euro zou gaan.
Ieder gewest en iedere gemeenschap is verplicht om de Maastrichtnorm en het stabiliteitspact te respecteren. De Vlaamse regering heeft zich echter tot doel gesteld om de strengste HRF-norm na te leven. Dit is het uitgangspunt.
Welnu, de begrotingscontrole 2003 leert ons dat de begroting een overschot vertoont van 13,5 miljoen euro bij toepassing van de strengste norm van de Hoge Raad van Financiën.
Ook de schuldevolutie is zeer positief. Het was een doelstelling van deze Vlaamse regering om de schuld tegen het einde van de regeerperiode te halveren. Minister Van Mechelen zegt nu dat hij verwacht dat de schuld al tegen het einde van 2003 zal zijn gehalveerd tot 3.883 miljoen euro. (Gelach bij CD&V)
Ik begrijp niet waarom wordt gelachen op de CD&V-banken. De cijfers zijn duidelijk : de Vlaamse schuld was eind 2002 van 4.550 miljoen euro gedaald tot 3.883 miljoen euro. De begrotingscontrole 2003 toont aan dat deze schuld in de loop van 2003 nog eens zal worden verminderd tot 3.355 miljoen euro. Ik daag de heer Van Rompuy uit om aan te tonen welk ander Europees land hierin slaagt.
De vraag kan rijzen of de parameters om de groei van de middelen te berekenen, wel realistisch zijn. Bij de opmaak van de begroting werd gewerkt met een BNI-groei van 2,4 percent. Door de minder positieve economische omstandigheden werd deze groei verlaagd tot 1,8 percent, mét behoud van de conjunctuurprovisie van 0,4 percent. Dit getuigt van voorzichtigheid bij het vastleggen van de middelen die beleidsmatig kunnen worden gebruikt.
Ik hoor hier vertellen dat de regering geen gebruik maakt van de begrotingscontrole om sociaal-economisch bij te sturen. Maar wat dan met de middelen voor het wegwerken van de wachtlijsten voor gehandicapten en de zwarte verkeerspunten, voor dijkherstellingen, voor bodemsaneringen en wetenschapsbeleid? Nog nooit eerder heeft een Vlaamse regering zo veel geïnvesteerd, terwijl investeringen nog steeds het instrument bij uitstek zijn om werkgelegenheid te creëren.
Niemand kan ontkennen dat het Vlaamse begrotingsbeleid zeer goed is. Dit was natuurlijk makkelijker bij het begin van de legislatuur en zal door de economische conjunctuur steeds moeilijker worden. Als keuzes moeten worden gemaakt, vraag ik om het accent te leggen op het bevorderen van de economische groei.
Ik eindig met een waarschuwing aan het adres van de Vlaamse regering. Zij moet erover waken dat we niet het slachtoffer worden van het feit dat de regering een goed begrotingsbeleid voert. Het federale niveau mag het Vlaamse budget niet aanwenden om een federaal begrotingsevenwicht te verkrijgen. Vlaanderen doet al meer dan het moet om de verplichtingen die uit het Europese Stabiliteitspact voortvloeien, na te komen.
Het formatieberaad verloopt momenteel moeizaam door de bespreking van een aantal heikele dossiers. Vlaanderen heeft tot nu het leeuwendeel van de inspanningen geleverd voor de sanering van de staatsschuld en het behalen van de doelstellingen van het Europese Stabiliteitspact. Bij een sterk verlaagde economische groei op twee jaar tijd een schuld doen dalen met 1.200 miljoen euro, is indrukwekkend.
De Vlaamse regering zal tijdens de volgende dagen de federale onderhandelaars officieel vragen om samen aan tafel te gaan zitten om een aantal cruciale dossiers te bespreken. De federale regering moet zich dringend bezinnen over de vraag of het aangewezen is om een federaal beleid te voeren voor aangelegenheden die behoren tot de exclusieve bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten. Het dossier van de NMBS zal dan ongetwijfeld ook aan bod komen.
We moeten erover waken dat bij de federale onderhandelingen niet een aantal lasten worden doorgeschoven naar het Vlaams Gewest. Het doorspelen van nieuwe bevoegdheden moet gepaard gaan met het geven van nieuwe middelen. Het is niet de bedoeling besparingen te verleggen van het federale naar het Vlaamse niveau.
Het kan bijvoorbeeld niet dat de federale overheid maatregelen uitwerkt om innovatiesteun te geven aan bedrijven : dit is een Vlaamse bevoegdheid. Natuurlijk moeten we wel nagaan hoe we samen de doelstelling van 3 percent van Lissabon kunnen bereiken. De Vlaamse regering wil die dialoog aangaan.
Ik zou nog verder willen gaan dan de heer Malcorps : als we financieringsmiddelen verschaffen, moeten we ook meer bevoegdheden krijgen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het dossier van de NMBS.
Zegt u nu dat we eerst aan prefinanciering moeten doen en dat we dan pas het recht hebben om te spreken over meer bevoegdheden?
Neen, dit moet gelijktijdig gebeuren.
Is de vrees niet reëel dat de norm voor gemeenschappen en gewesten strenger zal worden om het federale begrotingsevenwicht te realiseren? Is de VLD tegen elke verstrenging van de norm?
We moeten proberen om samen te voldoen aan de normen van het Europese stabiliteitspact, waarover in december 2000 een akkoord werd afgesloten. Het zal voor alle partijen die dit akkoord hebben ondertekend, een huzarenstuk zijn om de gemaakte afspraken na te komen. Als blijkt dat dit niet lukt, zal de oplossing bestaan in een gelijkwaardige en gelijktijdige inspanning van alle partijen.
Ten slotte willen we de leegstandtaks afschaffen op het niveau van het gewest omdat dat in de praktijk leidt tot asociale en oneerlijke toestanden. We hebben er geen bezwaar tegen dat het instrument op gemeentelijk niveau wordt gebruikt, maar op gewestelijk niveau brengt de doelstelling eerder schade toe. (Applaus bij de VLD)
Ik wijs erop dat het parlement initiatieven kan nemen om de procedure aan te passen. Als die procedure goed in elkaar zit, vormt het niveau geen enkel probleem.
De begroting is in feite de concretisering van het beleid dat de regering wil uitvoeren. De belangrijkste vraag die de regering zich moet stellen bij de opmaak of aanpassing van de begroting is welke doelstellingen tegemoet kunnen komen aan de noden van de bevolking. Daarom is het noodzakelijk dat de regering onderzoek doet om die noden op te sporen en met die kennis een aantal prioriteiten bepaalt. Ook dient ze na te gaan hoe die kunnen worden gerealiseerd.
De doelstelling van de paars-groene meerderheid is de creatie van een welvaartstaat. De aanpassing van de begroting is een moment van toetsing. De welvaartstaat omvat twee elementen : de materiële welvaart en het welzijn van de burger. Waar staan we na vier jaar regeren?
Materiële welvaart omvat onder meer het hebben van een job en adequate sociale voorzieningen. We stellen vast dat in Vlaanderen 6 procent van de bevolking in armoede leeft en dat 15 procent zich in een financieel onzekere situatie bevindt. Is dat welvaart?
Welzijn behelst voldoende mogelijkheid tot sport, ontspanning en cultuur, respect voor waarden en tradities, onderwijs en ontwikkeling en dergelijke meer. De regering belooft heel wat en gaat zelfs verbintenissen aan waarvan ze niet weet hoe ze die zal honoreren. De situatie is niet zo schitterend als men voorstelt. Er zijn meer faillissementen dan ooit tevoren en er zijn veel collectieve ontslagen. Er worden bijna 9 procent minder vennootschappen opgericht. Volgens de conjunctuurbarometer van de Nationale Bank vertoont de Vlaamse industrie een neerwaartse curve. De onzekere internationale situatie in combinatie met interne factoren beperken de investeringsactiviteiten. Ook de handel vertoont een neerwaartse trend. Alleen in de bouwnijverheid zijn er een aantal positieve elementen te vinden. Het vertrouwen van de Belgische consument gaat steeds verder achteruit als gevolg van de massale werkloosheid en de beoordeling van de economische toestand als minder goed.
De verkoop van personenwagens is in het Vlaams Gewest gedaald met 10,4 percent. De onzekere toekomst doet het consumentenvertrouwen dalen. Het aantal niet-werkende werkzoekenden was in maart 2003 8,8 percent hoger dan het jaar voordien. Het aantal uitkeringsgerechtigde volledige werklozen lag 11,2 percent hoger.
Wanneer Duitsland, Nederland en Frankrijk budgettair en economisch in elkaar stuiken, is het logisch dat een exportgerichte regio als Vlaanderen daaronder leidt. Maar anderzijds mogen we niet in doemdenken vervallen want de Amerikaanse economie is zich aan het herpakken en het beursherstel lijkt structureel.
De vraag is hoe Vlaanderen daarop moet inspelen. Er zijn inderdaad meer faillissementen, maar met ARKimedes wil Vlaanderen starters aan risicokapitaal helpen. De Waalse regering heeft echter een procedure ingeleid bij het federale overlegcomité tegen ARKimedes waardoor het advies van de Raad van State absoluut nodig is. Ik moet de voorschriften volgen en het enige wat ik kan doen is officieel aandringen bij de Raad van State om het advies zo snel mogelijk te krijgen. Het is mijn bedoeling om het ontwerp van decreet nog voor het zomerreces in te dienen, maar ondertussen zet de Participatiemaatschappij Vlaanderen al alle nodige stappen.
De Vlaamse regering berust niet ze voert een flankerend beleid dat Vlaanderen klaar maakt voor de toekomst.
U verklaart de huidige toestand door te verwijzen naar de ongunstige internationale economische toestand. Toen het Vlaanderen economisch voor de wind ging, werd dat niet gedaan.
Ik beweer niet dat de Vlaamse regering niets doet, maar in uw repliek wees u tegelijk op de kern van het probleem : de gebrekkige bevoegdheidsverdeling. Om de zaken grondig aan te pakken, zijn homogene bevoegdheidspakketten nodig. Wat wij deze regering verwijten, is dat ze daar niet aan gewerkt heeft.
Deze regering had voor meer bevoegdheden moeten zorgen. Voor homogene bevoegdheidspakketten en voor echte fiscale autonomie. Liefst 75 percent van onze middelen krijgen we van het federale niveau, met alle gevolgen van dien. De hervorming van de vennootschapsbelasting was daar een perfecte illustratie van.
De Vlaamse regering stond op dat moment voor de keuze : de aangekondigde hervorming aanhangig maken in het overlegcomité of de hervorming - die voor Vlaanderen gunstig uitviel - laten goedkeuren. We hebben voor dat laatste gekozen en tegelijk een procedure ingeleid bij het overlegcomité tegen het feit dat milieuheffingen niet langer aftrekbaar zijn. Een comité onderzoekt of de hervorming van de vennootschapsbelasting perverse effecten veroorzaakt. Wij zijn van mening dat die moeten worden rechtgezet op federaal niveau.
Tegelijk heb ik de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening nogmaals gevraagd zich te buigen over de volgende vragen. In welke mate moeten de milieuheffingen het Vlaamse milieubeleid financieren? Hoe moeten de milieuheffingen er in de toekomst uitzien?
U maakt alweer mooie beloftes, maar gezien het verloop van de federale regeringsonderhandelingen vrees ik dat er niets van in huis zal komen. U toont nogmaals aan dat Vlaanderen amper iets zelf kan doen.
In de commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken heeft de vorige minister-president een onderzoek naar de financiële transfers gevraagd. Hoe ver staat het precies met dat onderzoek? Eén ding staat vast : paars-groen heeft er vier jaar lang niets aan gedaan.
In deze barre tijden zouden meer middelen en meer bevoegdheden ons in staat stellen een ander beleid te voeren. Dat en niets anders is de kern van het probleem. Het wordt stilaan tijd dat de Vlaamse regering dat inziet.
Onlangs mochten we een totale regeringsherschikking meemaken waarbij de nieuwe minister-president aankondigde dat er veranderingen zouden gemaakt worden aan het regeerakkoord. Ondanks de slechte tijden waarin we ons nu bevinden en een hoge werkloosheid, kan ik geen vernieuwing of enige nieuwe impuls waarnemen.
De heer Somers deelde mee dat hij in de Septemberverklaring de aanzet zou geven tot vernieuwing. Dit is niet aan de orde bij een budgetcontrole.
Ik baseerde mij op verklaringen die de heer Somers gedaan heeft in de pers. Hij heeft ons laten geloven dat er met zijn aanstelling een nieuwe impuls zou komen. Het is inderdaad waar dat de begrotingsaanpassing niet het meest geschikte moment is om grote veranderingen aan te brengen, maar ik had toch gehoopt op enkele nieuwe signalen.
Wij zullen deze begrotingsaanpassingen niet goedkeuren. (Applaus bij het VB)
Ik sluit mij aan bij de uiteenzetting zoals die werd gegeven door de heer Denys. Ik heb enkel bezwaar bij zijn laatste punt, waarin hij zijn oude rol rechts-buiten op het veld weer inneemt.
Ik zal niet meer tussenkomen en mij beperken tot mijn korte verklaring.
Het is wel duidelijk dat er geen kartel tussen SP.A en VLD zal komen.
Ik wens kort tussen te komen over de overname van de aandelen van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) door de Vlaamse overheid. Door een overname wil men de financiering van ons rioleringsstelsel bekostigen. De eerste stap van uittreding door de Vlaamse overheid uit de VMW zou 75 miljoen euro moeten opbrengen, waarvan 50 miljoen euro voorzien is voor de gemeentelijke uitgaven inzake het water- en rioleringsstelsel.
Tijdens de besprekingen in de commissie rezen er enkele vragen. Buiten de principiële vraag of dit een eerste stap is naar de privatisering van onze watervoorziening, zijn er ook nog enkele opmerkingen die wij wensen te maken inzake de wetgeving. Is dit project wel realiseerbaar en kan met dit geld vinden waar men dat hoopt te doen?
De wetgeving inzake coöperatieve vennootschappen is van toepassing op de VMW, tenzij het decreet houdende de oprichting van die maatschappij daarvan afwijkt. Het decreet van 28 juni 1983 zegt dat alle aandelen op naam zijn en mits goedkeuring van de raad van beheer overgedragen kunnen worden aan de medevennoten. Het Rekenhof merkte op dat de vervreemding van de aandelen van het Vlaams Gewest een decretale machtiging vereist indien andere begunstigden dan de medevennoten beoogd worden. Het antwoord dat hierop volgde van de administratie Financiën is naar onze mening ontoereikend. Zowel uit artikel 6, §1, 4° van het decreet van 28 juni 1983 als uit de artikels 362, 364 en 366 van het wetboek van vennootschappen blijkt dat de aandelen van de VMW enkel kunnen overgedragen worden aan medevennoten. Deze medevennoten kunnen nieuwe vennoten zijn volgens dezelfde artikels uit het wetboek. Dit betekent dat derden die nog geen vennoot waren dit wel kunnen worden vooraleer zij de aandelen overnemen. Deze nieuwe vennoten moeten echter aan alle wettelijke en statutaire toetredingsvoorwaarden voldoen, wat een probleem oplevert. Volgens het decreet van 1983 kunnen dergelijke vennoten enkel gevonden worden onder het Vlaams Gewest, de provincies, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten en instellingen van openbaar nut. Bovendien moet de toetreding van een nieuwe vennoot eerst goedgekeurd worden door de raad van beheer.
Wij denken dat het Rekenhof gelijk heeft en dat het Vlaams Gewest niet de mogelijkheid heeft zelf te beslissen aan wie men de aandelen verkoopt. Zijn provincies, gemeenten, verenigingen van gemeenten of instellingen van openbaar nut kandidaat voor de overname, en hoe zullen zij dit financieren? De minister verwees tijdens zijn uiteenzetting in de commissie naar het principiële recht van uittreding. In dit geval denken wij dat dit recht niet relevant is. De vennoot die uittreedt krijgt niet het recht zelf te beslissen aan wie hij de aandelen overdraagt. Het recht geldt enkel ten laste van de medevennoten en geeft de juridische mogelijkheid de huidige medevennoten te dwingen de aandelen van het Vlaams Gewest over te nemen. Hoe gaan de medevennoten die overname financieren?
Zijn wij op weg naar een privatisering van de watervoorziening, en zou dit wel een goede oplossing zijn? In Nederland tracht men het beleid van de watervoorziening weer publiek te houden nadat men experimenten met privatisering heeft doorgevoerd.
Namens mijn collega, de minister van Leefmilieu, kan ik u verzekeren dat het de bedoeling is van de Vlaamse regering dit als publiek goed te behouden. De Vlaamse regering wil geen aandelen verkopen aan private partners.
In dit dossier hebben wij geprobeerd budgettair op een orthodoxe wijze te werken. We spreken over 50 miljoen euro die extra en eenmalig zou toegekend worden voor de versnelde honorering van de rioleringsdossiers. In de voorbije jaren werden daarvoor telkens budgetten ingeschreven in de begroting. Het betreft eenmalige inkomsten en eenmalige uitgaven.
De situatie is vrij ingewikkeld, maar men zou aan de operatie niet begonnen zijn indien men geen weet had van aanvragen om de aandelen over te nemen. De minister van Leefmilieu moet nu zo snel mogelijk de afspraken realiseren. Het totale bedrag van 50 miljoen euro blijft geblokkeerd totdat de verkoop van de aandelen gerealiseerd is, tenzij wij erin slagen elders eenzelfde bedrag te blokkeren aan de uitgavenzijde. Zowel juridisch als budgettair zal men proberen de grootst mogelijke omzichtigheid in acht te nemen. Het is niet de bedoeling de aandelen te privatiseren.
Wij vinden dat de discussie over het al dan niet publiek karakter van de watervoorziening moet gevoerd worden vooraleer de Vlaamse overheid er zich uit terugtrekt. Bovendien had men ons beloofd dat er een grondige discussie zou komen over het herfinancieren van het milieubeleid. Wij hadden graag eerst dit debat gevoerd vooraleer men op zoek ging naar andere mogelijkheden tot financiering.
Ik denk dat het hier een broekzak-vestzakoperatie betreft waarbij de gemeenten enerzijds meer middelen krijgen om rioleringen aan te leggen maar waar anderzijds de kopers van de aandelen daarvoor moeten betalen. Dat zal resulteren in een hogere waterprijs, die door de burger zal moeten betaald worden. Kan men geen andere meubelen van het huishouden ten gelde maken in plaats van onze participatie als Vlaams Gewest in de watervoorziening?
Ik betreur het dat de minister-president niet aanwezig is op deze begrotingscontrole. In de commissie heb ik bewust de bespreking niet geopend omdat er amper drie parlementsleden van de meerderheid aanwezig waren. Daarom heb ik mijn tussenkomst voor nu gehouden.
De begrotingscontrole 2003 is in feite een trendbreuk. Jarenlang kregen we een 'goed nieuws-show' te zien en werden de middelen sterk verhoogd onder invloed van de heer Stevaert.
In het departement van minister Bossuyt zijn de middelen voornamelijk gestroomd richting Vlaamse Vervoersmaatschappij.
In een aantal deelgebieden wordt er niet meer geïnvesteerd of worden de investeringen uitgesteld.
De basismobiliteit werd destijds voorgesteld als een vijfjarenprogramma. Tegen eind 2004 zou elke woonzone in Vlaanderen door De Lijn worden bediend op maximaal 500 tot 750 meter van elke voordeur. Daarvoor is veel geld nodig. Sedert 1999 zijn de kredieten van De Lijn dan ook met ongeveer zeventig procent gestegen. Sinds 2001 is het verschil tussen de vastleggingskredieten en de betalingskredieten evenwel gegroeid tot 21 miljoen euro. Dat is het verschil tussen de beloften en de realisaties. De realisatie van de basismobiliteit wordt dus voor minstens een jaar uitgesteld. Ook dat is een soort van doorschuifoperatie.
Dezelfde opmerking geldt voor het leerlingenvervoer. De scholen hebben veel belangstelling, maar er is onvoldoende geld.
Er wordt ook 20 miljoen euro minder geïnvesteerd in de veiligheid van de wegen, wat neerkomt op een daling van meer dan 8 procent. Ook de infrastructuurinvesteringen van De Lijn dalen met 5 miljoen euro. De regering blijft beweren dat het investeringsprogramma ongewijzigd is, maar wij weten dat minstens tien procent van de projecten bij gebrek aan middelen niet zal kunnen worden gerealiseerd.
De gemeenten hebben een aantal rioleringswerken moeten stilleggen. Intussen werd echter afgesproken dat de budgetten zullen worden toegekend. De werken zullen dus alsnog kunnen worden uitgevoerd. Dat is het enige voorbeeld dat ik ken van werken die moesten worden stilgelegd.
Ik kan vele voorbeelden geven van werken die dit jaar zullen worden uitgesteld en die niets te maken hebben met rioleringen.
De heer Stevaert heeft veel gesproken over de aanleg van fietspaden, maar slechts 3 procent van het uitgetrokken budget werd uitbetaald. Ook hier ziet men het verschil tussen de beloften en de realisaties.
Inzake de fietspaden zijn het de gemeenten die een aanvraag moeten indienen. Bovendien is er een hele reeks van projecten die zich in de fase tussen besluit en uitvoering bevinden.
Het is al te gemakkelijk de gemeenten de schuld te geven van al wat misloopt. De aanleg van fietspaden langs gewestwegen moet volledig door het gewest worden gefinancierd. Het gaat niet op twintig procent van de kosten door te schuiven naar de gemeenten. Het bestaande systeem werkt niet en moet dus worden aangepast. Voor de aanleg van de ronde punten zal het gewest wellicht de schuld doorschuiven naar de provincies.
Inzake de regionale luchthavens van Deurne en Oostende stel ik opnieuw een verschuiving vast van investeringsdotaties naar exploitatiedotaties. Ook hier worden de geplande investeringen uitgesteld.
We kijken uit naar de beslissing van de Vlaamse regering rond de problematiek van Deurne. In de begroting zien we zeker geen spoor van het overheidsaandeel in de ondertunneling. Ten laatste eind november van dit jaar moet de ondertunneling gebeuren. Anders vrees ik dat de luchthaven van Deurne niet meer aan de ICAO-reglementering kan voldoen. We zijn ook benieuwd naar de reactie van Agalev rond dit dossier en naar de definities van PPS in het PPS-decreet dat nu in het parlement wordt behandeld.
Ten slotte zal er ook minder worden geïnvesteerd in de strijd tegen overstromingen. Er zijn geregeld zware overstromingen en telkens worden er beloften gedaan dat er een goed veiligheidsniveau zal worden gerealiseerd. Bij deze begrotingscontrole wordt er echter opnieuw een half miljoen euro bespaard. Het budget voor de grote waterbeheersingsinvesteringen wordt opnieuw met 4 miljoen euro verminderd. Nochtans is het 25 jaar oude Sigmaplan voor dijkverstevigingen nog niet volledig gerealiseerd, laat staan de extra stormvloedkering.
We stellen dus vast dat er desinvestering is inzake De Lijn, inzake wegeninfrastructuur, in regionale luchthavens en in de strijd tegen de overstromingen. We kunnen deze begroting dan ook niet goedkeuren.
Ik nodig de minister uit het CD&V-initiatief opnieuw te bestuderen, namelijk het invoeren van een Vlaams wegenvignet. De Belgen zullen minder moeten betalen en toch zou men ieder jaar een miljardenopbrengst kunnen realiseren voor de begroting. Indien men deze matregel had doorgevoerd, dan waren deze besparingen niet nodig geweest. (Applaus)
In juni 2002 heeft de CD&V-fractie reeds een voorstel van resolutie ingediend. Al snel werd immers duidelijk dat hervorming van de vennootschapsbelasting gevolgen had voor bepaalde industriële sectoren in Vlaanderen. CD&V heeft steeds gevraagd in de eerste plaats op het federale niveau de fiscale aftrekbaarheid van milieuheffingen te handhaven. Toen duidelijk werd dat deze Vlaamse regering geen oog had voor de Vlaamse belangen, heeft CD&V er steeds voor geijverd om de negatieve effecten voor de bedrijven te compenseren of fiscale alternatieven te zoeken.
In het programmadecreet wordt nu een artikel opgenomen dat een compensatiemaatregel invoert voor de textiel- en wasserijsector. Dit is echter slechts een halve maatregel. Ze geldt immers slechts voor twee sectoren. De Raad van State waarschuwde in dit verband trouwens al voor een schending van het gelijkheidsbeginsel en vroeg dat ook andere sectoren onder het toepassingsgebied van deze maatregel zouden vallen. De andere industriële sectoren hebben trouwens ook zwaar te lijden onder de afschaffing van de aftrekbaarheid van de milieuheffingen. De Federatie van Belgische Milieubedrijven (FEBEM) en Fevia vroegen daarom dat ook andere bedrijfstakken van de voor de textiel-en wasserijsector geldende uitzonderingsregeling zouden kunnen genieten.
CD&V vraagt ook een uitbreiding van de maatregel tot alle sectoren omdat het om een tijdelijke maatregel gaat. Er wordt van de wasserij- en textielsector verwacht dat ze op 4 jaar tijd veel milieuvriendelijker gaan produceren. Uit de hoorzittingen is echter duidelijk gebleken dat de sectoren al alle mogelijke inspanningen hebben geleverd. Volgens de textielfederatie zijn de Vlaamse textielbedrijven nu reeds de meest milieuvriendelijke van heel Europa. Het bereikte technologische niveau laat niet toe dat er nog bijkomende resultaten worden geboekt. Sommige bedrijven kunnen hun water trouwens niet zuiveren omdat ze er eenvoudigweg geen vergunning voor krijgen. Andere bedrijven kunnen zich de kosten voor de waterzuiveringsinstallatie niet meer veroorloven.
CD&V is er dus voorstander van om de compensatiemaatregel voor een onbepaalde duur te laten gelden tot het ogenblik dat de getroffen bedrijven en sectoren zich aan de nieuwe situatie hebben kunnen aanpassen.
Omdat de meerderheid hier niet voor te vinden is, heeft de CD&V-fractie twee amendementen ingediend ten voordele van de afvalverwerkingssector (Febem) en de voedingsnijverheid (Fevia).
Met de artikels van het programmadecreet proberen we twee zaken te verzoenen. Enerzijds willen we voor het inkomstenjaar 2003-aanslagjaar 2004 een volledige compensatie mogelijk maken. Voor de kleine zelfstandigen uit de wasserijsector is het absoluut nodig dat een volledige aftrekbaarheid van de milieuheffingen geldt.
Wanneer de Vlaamse regering niet in een degressieve compensatie voorziet, zullen de bedrijven anderzijds geen bijkomende inspanningen voor de recuperatie van afvalwater doen.
Beide bevoegde ministers moeten de handen in elkaar slaan. Ikzelf heb reeds voorstellen gedaan om het VITO de opdracht te geven, na te gaan in welke mate zij de bedrijven zou kunnen helpen. Ik ben ervan overtuigd dat we deze materie nauwgezet moeten blijven volgen. Indien we deze maatregel echter niet degressief doorvoeren, volgt er geen enkel inspanning en verliest deze heffing zijn regulerend karakter.
Ik vraag dit parlement dan ook om beide amendementen niet goed te keuren.
Minister Van Mechelen koestert ongetwijfeld nobele bedoelingen. Uit de hoorzittingen bleek echter duidelijk dat een aantal sectoren het einde van hun mogelijkheden bereikt hebben. Indien men verdere resultaten wil bereiken dan dringt verder technologisch onderzoek zich op.
Door de compensatiemaatregelen uit te breiden naar de voedings- en afvalverwerkingssector komen we tegemoet aan de opmerkingen van de Raad van State.
Indien de meerderheid de CD&V-amendementen niet wenst te steunen, zullen er veel jobs verloren gaan. De federale onderhandelaars verklaren weliswaar dat men veel banen wenst te creëren. Men heeft echter ook de plicht om bestaande jobs te behouden. CD&V zal de ingediende amendementen dus handhaven. (Applaus bij Cd&V)
Vooreerst wil ik de verslaggever, de heer Stassen, danken voor het indrukwekkende werkstuk dat hij afgeleverd heeft.
We hebben kunnen aantonen dat de Vlaamse regering nog steeds voorzichtig met de begroting omspringt en dat ze het pad van de stringente begrotingsorthodoxie nog steeds niet heeft verlaten. De Vlaamse financiën zijn nog steeds gezond. Men kan zich echter afvragen welke beleidsprioriteiten zich gedurende de volgende maanden zullen opdringen.
Het is belangrijk dat men, na de budgetcontrole van 2003, de uitgaven nauwgezet blijft volgen. Enkel op die manier zal men de normen van de HRF kunnen realiseren en zal Vlaanderen zich kunnen voorbereiden op de consolidatie van de VOIB's.
Door met deze begrotingscontrole een positief begrotingssaldo voor te leggen; de strengste norm van de HRF te behalen; op het traject te blijven van de schuldaflossing en bovendien, via het systeem van de heroriëntering, een aantal nieuwe uitgaven te doen, zal de Vlaamse regering belangrijke behoeften kunnen invullen.
De Vlaamse regering heeft bijvoorbeeld op het vlak van Welzijn haar verantwoordelijkheid genomen. Voor de derde keer op rij heeft zij immers een aantal bijkomende middelen vrijgemaakt voor de noden die zich op dat terrein voordeden.
De Vlaamse regering wacht een moeilijke opmaak van de begroting voor 2004. Reeds 3 jaar worden we nu met een verslappende economische conjunctuur geconfronteerd. De Vlaamse regering poogt echter nog steeds om het budgettair evenwicht te bewaren. De verder doorgevoerde schuldafbouw geeft ons telkens nieuwe beleidsruimte.
Overigens werd er in de berekening van de intrestlast op de uitstaande schuld nog geen rekening gehouden met het dalende rentepeil. Ook op dat vlak kan de regering dus nog rekenen op bijkomende middelen.
Ik maak me dus sterk dat deze regering een orthodox budgetbeleid blijft voeren. Er moeten weliswaar nog een aantal stappen gezet worden. Het werkgelegenheidsakkoord creëerde echter het kader voor een aantal maatregelen die binnenkort zullen uitgevoerd worden. Veertien dagen geleden werden trouwens nog een aantal maatregelen in verband met opleiding uitgevaardigd.
Vlaanderen zal de economische recessie enkel kunnen overwinnen als er een verbetering komt van de internationale economische situatie.
De begroting van 2003 is inderdaad een belangrijke uitdaging. In de begroting van 2004 zullen een aantal beleidsprioriteiten moeten gekozen worden. Het instrument van de heroriëntering zal maximaal moeten worden aangewend. Elke euro moet worden besteed in functie van een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde. (Applaus bij VLD)
De Vlaamse regering erkent blijkbaar nog steeds niet in welke economische situatie Vlaanderen zich eigenlijk bevindt. De werkloosheidscijfers nemen toe en de buitenlandse investeringen blijven dalen. Voormalig minister-president Dewael had het altijd over een 'dipje'.
Ik ben al blij dat minister-president Somers veertien dagen geleden toegaf dat niet alle doelstellingen van het Pact van Vilvoorde gehaald kunnen worden. De ernst van de situatie erkennen is geen schande, maar deze regering weigert dit te doen. Maanden geleden wees ik er al op dat er sprake is van doorschuifoperaties. Experts zeggen mij dat allerlei knipperlichten gewoon worden genegeerd. Dat de regering geen problemen wil zien, is een probleem. Unizo treedt mij bij en maakt zich sterk dat 85 percent van de aangekondigde maatregelen gewoon niet wordt uitgevoerd. Tweehonderd schoolverlaters zouden in het bezit zijn van een jobkaart. Waar zijn we toch mee bezig?
Agalev houdt het bij de vaststelling dat we in een zware economische recessie zitten. De sp·a sluit zich zonder meer aan bij de uiteenzetting van de heer Denys. Is dit een debat? Mijn ontgoocheling is groot. Het is duidelijk dat deze coalitie alleen maar bezig is met de campagne van volgend jaar en elk debat uit de weg gaat. CD&V zal tegen deze begrotingsaanpassing stemmen. Durft de minister hier beweren dat de kastekorten eind juni niet zo groot zullen zijn?
Ik zal een debat nooit uit de weg gaan. Ik raad de heer Van Rompuy aan om het verslag van de commissiewerkzaamheden te lezen. Ik heb een antwoord gegeven op al zijn opmerkingen.
Als hij de minister-president citeert, moet hij dat trouwens juist doen. Minister-president Somers heeft gezegd dat 85 percent van het Vlaamse regeerakkoord intussen werd vertaald in maatregelen en voorstellen en ontwerpen van decreet. Hij heeft het engagement op zich genomen om in dit laatste regeringsjaar een visie te ontwikkelen op de manier waarop de afspraken die werden gemaakt in het Pact van Vilvoorde, kunnen worden nagekomen.
Ook met Unizo wil ik graag het gesprek aangaan. Heel wat van de aangekondigde maatregelen zijn in uitvoering. Na tien jaren van stagnatie heeft de Vlaamse regering de voorbije vier jaar geprobeerd om met een modern beleid een antwoord te bieden op de economische uitdagingen. Ik moet iedereen die denkt dat Vlaanderen een geïsoleerd antwoord kan bieden op deze wereldcrisis, teleurstellen. Maar de Vlaamse overheid probeert intussen wel op een adequate manier te reageren door te blijven investeren, onder meer via het Financieringsfonds.
Sinds 1 januari 2002 is Vlaanderen ook bevoegd voor de gewestbelastingen. Deze bevoegdheid hebben we aangewend om de registratierechten en schenkingsrechten te verminderen, wat heeft geleid tot een positieve reactie van de bouwsector. Dit tot spijt van wie het benijdt. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze besprekingen
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.
- De stemmingen over het amendement op artikel 3 en over artikel 3 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.
- De stemmingen over het amendement op de artikel 44 en 45 en over de artikelen 44 en 45 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.