Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Malcorps tot de heer Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over de lastenverdeling tussen de gewesten inzake de Kyotonorm.
Het realiseren van afspraken rond de Kyoto-verplichtingen wordt wellicht één van de meest heikele communautaire dossiers van de komende jaren. De lastenverdeling - tussen de gewesten en binnen de gewesten tussen de sectoren - moet bij de regeringsonderhandelingen aan bod komen.
Men heeft echter een klimaatcommissie opgericht, die zelfs vrij snel van start zou kunnen gaan. Het zou echter jaren kunnen duren -tot eind 2005- eer ze haar werkzaamheden heeft afgerond. Wij menen dat dit politiek belangrijke punt vooraf moet uitgeklaard worden in onderhandelingen tussen de gewesten. Een verder uitstel zou slecht nieuws zijn voor de Vlaamse economie en in het bijzonder voor de sectoren die veel energie verbruiken zoals de chemiesector.
De maatregelen die nu door formateur Verhofstadt naar voor worden verschoven zijn voor de helft Vlaamse bevoegdheden. Denken we maar aan het rationeel energiegebruik, de benchmarkingconvenant en de verkeersbelasting. Op federaal niveau zou men dan niet veel meer doen dan het kopen van emissiekredieten, al blijft het ook dan nog de vraag of de gewesten niet mee zullen moeten betalen.
Moet de Vlaamse regering geen duidelijk signaal geven aan de Vlaamse onderhandelaars dat de krijtlijnen van het beleid in deze kwestie op korte termijn moeten worden uitgetekend?
Het verheugt me dat de heer Malcorps de federale regeringsonderhandelingen op de voet volgt en begaan is met de ontwikkeling van de Vlaamse chemische industrie. Het is evident dat ook de Vlaamse regering angstvallig waakt over de belangen van de Vlaamse en de petrochemische industrie.
In februari heeft de Vlaamse regering een Vlaams Klimaatplan goedgekeurd. De afspraak werd gemaakt dat de minister van Leefmilieu en de minister van Economie de implementatie van de Kyotoverdragen op de voet volgen. Er is inderdaad sprake van een reductie met 7,5 percent tegenover het referentiejaar 1990, wat in de praktijk een reductie met 20 percent betekent.
Er moet natuurlijk eerst een officieel formatieakkoord zijn, voordat de Vlaamse regering officieel kan worden aangesproken. Zelf ben ik het idee van een nationale klimaatconferentie met een actieve betrokkenheid van de gewesten wel genegen. Er werd immers een duidelijke timing naar voren geschoven : het zou de bedoeling zijn om binnen de zes maanden na de start van de nieuwe federale regering een akkoord af te sluiten met de gewesten.
Het samenwerkingsakkoord bepaalt dat de klimaatcommissie kan werken tot eind 2005. Ik ben benieuwd wat zo'n nationale klimaatconferentie zal opleveren. Door de samenstelling van de klimaatcommissie is de vrees voor vergrendeling door het Waalse Gewest niet ondenkbaar.
Het incident is gesloten.