Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de verklaring van de Vlaamse regering.
Het debat is geopend.
De Vlaamse regering werd op korte tijd grondig herschikt. De voorbije maand traden niet minder dan vijf nieuwe ministers tot de regering toe, waaronder ikzelf als minister-president. Het is dan ook niet meer dan normaal dat ik namens de Vlaamse regering hierover uitleg geef.
Sommigen stelden zich de voorbije dagen de vraag of deze regering nog wel in staat is om haar project af te werken. Zij vrezen dat het Vlaamse beleidsniveau bedreigd wordt door immobilisme. Zij die dit hoopten, moet ik teleurstellen. Zij die dit vreesden, kan ik geruststellen. We zijn net het tegenovergestelde van plan. Deze regering heeft de vaste wil om de komende weken en maanden een grote bestuurskracht en dynamiek tentoon te spreiden. Concreet willen we daar nog vóór het reces mee starten. In het parlement worden de komende weken immers belangrijke ontwerpen van decreet behandeld. Denk maar aan het integraal waterbeleid, het beter bestuurlijk beleid, het ARKimedesdecreet dat startende ondernemers aan risicokapitaal moet helpen, het preventief gezondheidsbeleid, de publiek-private samenwerking, het decreet basisonderwijs, de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt op 1juli, het verhogen van de mobiliteit en verkeersveiligheid. De vernieuwde Vlaamse regering wil deze ontwerpen klaarstomen en begeleiden, zonder vertraging, zonder de continuïteit van het beleid in het gedrang te brengen.
Deze regering is er de voorbije jaren in geslaagd om een indrukwekkend traject af te leggen. Weinige regeringen deden haar dat na. En ook al is 85 procent van het werk gerealiseerd, met de overige 15% heeft ze nog een belangrijke opdracht voor de boeg. Toch ambiëren we meer dan de rol van notaris van dat regeerakkoord. Bij het uitvoeren ervan zal de Vlaamse regering tijdens de zomermaanden gedurfde en ambitieuze krijtlijnen trekken voor de toekomst. Vanzelfsprekend is het vandaag te vroeg om u uitgebreid in te lichten over de prioriteiten en de concrete punten. Ik geef u daarvoor rendez-vous bij de Septemberverklaring, maar kan nu al aankondigen dat we daarbij vertrekken van een dubbele ambitie.
Op de eerste plaats willen we tijdens het laatste jaar van de regeerperiode inspelen op nieuwe uitdagingen. De samenleving verandert immers voortdurend en in een steeds sneller tempo. Een goede regering grijpt de kansen die zich aandienen en geeft antwoorden op nieuwe uitdagingen of bedreigingen. Vooral het Vlaamse beleidsniveau, dat over een hele reeks belangrijke hefbomen beschikt om de levenskwaliteit van de mensen te verbeteren, moet hier voluntaristisch handelen. Zo worden we vandaag geconfronteerd met een internationale economische crisis, waaraan we als open economie niet ontsnappen. De Vlaamse Regering is vastbesloten de aanpak van die crisis als een uitdaging te zien. Wij zullen die uitdaging aangaan met de vele instrumenten waarover we beschikken. De economische crisis overstijgt de Vlaamse dimensie. Dat mag ons niet bij de pakken doen zitten. We kunnen immers wel degelijk de voorwaarden voor onze economische bedrijvigheid verbeteren, de gevolgen van de laagconjunctuur verzachten en de kansen op een job vergroten. We kunnen een vooruitziend beleid voeren dat vruchten zal afwerpen zodra de internationale economische motor opnieuw aanslaat.
Omdat werkgelegenheid terecht een grote zorg is, zal de Vlaamse regering op korte termijn een sociaal vooroverleg organiseren. Ze zal dit doen in samenwerking met de Vlaamse sociale partners en vóór het federale banenberaad van het najaar. Vlaanderen wil daarbij de eigen bevoegdheden ten volle invullen. We willen ook duidelijk maken aan de federale overheid welke complementaire beleidsopties zij moet nemen om de werkloosheid in Vlaanderen zo doelmatig mogelijk te kunnen bestrijden.
Naast dit inspelen op nieuwe kansen en uitdagingen zal de Septemberverklaring ook gedragen worden door een andere ambitie, met name de ambitie om verder te kijken dan de verkiezingen. In 2001 ging de Vlaamse Regering belangrijke verbintenissen aan die de duur van een regeerperiode overstijgen. Met de Vlaamse sociale partners en de natuur- en milieubeweging werd het Pact van Vilvoorde tot stand gebracht. Dat Pact bevat 21 doelstellingen waar de politieke overheid en het brede middenveld zich achter scharen. Die doelstellingen willen we samen realiseren tegen 2010. Daarvoor ligt nog veel werk op de plank : 90 procent van het Pact van Vilvoorde moet nog in de steigers. Daarom wil de Vlaamse Regering voor dat pact extra inspanningen leveren. De regering zal blijven investeren in het maatschappelijke draagvlak, ook buiten het parlement, dat nodig is om die 21 belangrijke doelstellingen te verwezenlijken. De verhoging van de werkzaamheidgraad in Vlaanderen is bijvoorbeeld één van die cruciale doelstellingen. We zullen ook een tandje bijsteken om het ondernemerschap te stimuleren. Beide doelstellingen zijn ook vervat in het akkoord 2003-2004 van 21 maart jongstleden, tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners. Vanzelfsprekend zullen we dit akkoord uitvoeren, in overleg met de SERV en binnen de afgesproken timing. Tegelijk zullen we verder werken aan de doelstellingen inzake leefmilieu, gezondheid, wetenschappelijk onderzoek, vorming en de kwaliteit van het leven, zaken die stuk voor stuk een grote invloed hebben op het welzijn en de welvaart van de mensen.
Over bijna één jaar kiezen de mensen een nieuw Vlaams Parlement en komt er een nieuwe Vlaamse regering. Net zoals voor mijn dochtertje van zes is een jaar voor mij en de andere nieuwe collega's een eeuwigheid. Een jaar waarin we het beste van onszelf willen geven, waarin we samen met dit parlement goed willen besturen en willen werken aan een betere toekomst voor de mensen van Vlaanderen.
Ik beschouw het als een grote eer om dit ambt te mogen vervullen. Ik kom uit een omgeving waar die bijzondere band met Vlaanderen van generatie op generatie is doorgegeven en waar het engagement voor onze gemeenschap hoog was, vanuit het inzicht dat een eigen parlement, een eigen regering en eigen instellingen noodzakelijk zijn voor een beter bestuur voor de Vlamingen. Sommigen hebben deze vernieuwde regering afgeschilderd als een regering die maar met één doel voor ogen totstandkwam : de verkiezingen winnen. Misschien zitten zij die dat beweren, dichter bij de waarheid dan ze zelf vermoeden. Deze regering hoopt inderdaad het vertrouwen te verdienen van de Vlamingen en ze beseft daarbij heel goed dat zoiets niet kan met wat vrijblijvend en inhoudsloos stuntwerk. Een dergelijk beleid zou de oppositie veel te snel neersabelen en zouden vooral de mensen veel te snel doorprikken. In dit Vlaanderen met mondige en kritische burgers kan alleen een regering het vertrouwen van de mensen winnen als ze goed, creatief en enthousiast bestuurt, als ze inspeelt op de behoeften van die mensen en als ze steeds het algemeen belang voor ogen houdt.
Zo'n regering willen we zijn. In een interview met de leider van de oppositie heb ik gehoord dat hij ervan overtuigd is geraakt dat eenzijdig negatieve oppositie niet werkt en dat hij de nieuwe ministers van de Vlaamse regering het voordeel van de twijfel geeft. Meer vraag ik eigenlijk niet : dat dit parlement ons het voordeel van de twijfel gunt, en dat iedereen, meerderheid en oppositie, probeert opbouwend te werken aan het welzijn van onze burgers. Vanuit die houding reik ik graag de hand aan de oppositie en vraag ik het vertrouwen van het parlement. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID )
Nu zelfs de minister-president als een dief in de nacht het parlement ontvlucht is, blijft er niets meer over van het paars-groene project voor een nieuw Vlaanderen. De kiezer heeft zelfs de kans niet gehad om te oordelen.
De heer Schiltz is vlijmscherp : de recente evolutie gaat in tegen de principes van de instellingen. Een rechtstreeks verkozen parlement en een eigenstandige Vlaamse regering zijn de hoekstenen van de Vlaamse staatsvorm en de streefdoelen van generaties Vlamingen. Nu maken de paarse partners de Vlaamse regeringsvorming ondergeschikt aan de nationale kabinetsvorming. In de partijcenakels wordt in functie van individuele carrières beslist over de regeringssamenstelling. De particratie was nog nooit zo machtig. Het Vlaams Parlement staat erbij en kijkt ernaar.
De echte machthebbers verlaten ons, ook de heer De Gucht zal over 14 dagen de eed afleggen in de Kamer. De heer Dewael is blij dat hij terug kan genieten van de hartelijke sfeer in de Kamer. Volgens hem is er in het Vlaams Parlement meer onderlinge strijd en nijd. Hier is alles kleinmenselijker.
Onze fractie is verontwaardigd over de wijze van totstandkoming van de regering- Somers. De pers spreekt van electorale strategie. Minister Van Grembergen vindt dat nu al campagne voeren, ziekelijk is. Ondanks de grote uitdagingen wordt regeren herleid tot verkiezingspropaganda. Hoe kan een regering moeilijke beslissingen nemen als Agalev vecht voor het voortbestaan en sp·a en VLD openlijk strijden voor het minister-presidentschap?
De stoelendans bewijst dat het wel degelijk over de verdeling van postjes gaat. De kiezer heeft dat immers niet afgestraft. Wat een afglijding van de vroegere herauten van de nieuwe politieke cultuur!
CD&V is bedroefd omdat l'état spectacle zich meester gemaakt heeft van dit parlement. Voorheen hadden de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement een eigen stijl, saai maar degelijk en gericht op de inhoud. Nu draait het alleen maar om imago en communicatie. Guy Vanhengel vindt de manier waarop aan partijpolitieke marketing wordt gedaan, intriest. De heer Geysels had het vaak over de vermarkting van de politiek, maar Agalev laat dit alles gebeuren zonder reactie.
Politici worden beoordeeld op hun houdbaarheid. Ik waarschuw de heer Keulen dat de houdbaarheid van een minister van sociale huisvesting 9 maanden is. Ervaren politici mogen coachen maar niet meer echt meespelen. Die uitlatingen hebben velen in de samenleving gegriefd. Houdbaarheid heeft te maken met inhoud, niet met leeftijd.
De CD&V-fractie is bezorgd omdat de politici een beleid moeten voeren. Ze moeten oplossingen formuleren voor de problemen waar de mensen mee geconfronteerd worden. Wat is echter de continuïteit van het beleid als er in 4 jaar tijd 20 bevoegheidsverschuivingen plaatsvinden? Hoe kan een parlementslid, in dergelijke omstandigheden nog een controletaak vervullen?
Het parlement kijkt reeds maanden werkloos toe terwijl de regering niet meer bestuurt. CD&V wil terug naar de inhoud en hoopt dat de nieuwe minister-president, in tegenstelling tot zijn voorganger, meer rekening zal houden met de oppositie.
Voor CD&V bestaan er 5 prioriteiten. Werkgelegenheid, wonen, wachtlijsten, onderwijs en Vlaanderen staan voor ons centraal.
Minister-president Dewael beweerde dat de conjunctuurinzinking die op 11 september volgde, slechts een dipje was. De Vlaamse regering slaagde er echter niet in om een doelmatig werkgelegenheidsbeleid uit te werken. Volgens het ACV en het VEV is er van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid nog niets in huis gekomen. De jobkaarten die jonge werkzoekenden aan een betrekking moeten helpen zijn een flop. Bovendien zijn de budgetten voor economie en werkgelegenheid, in de begrotingscontrole van 2003, met 1 procent gedaald. CD&V wil dit alles opvangen met een offensieve strategie die opleiding, vorming, investeringen en de kenniseconomie stimuleert. Vijfennegentig procent van het Pact van Vilvoorde werd nooit gerealiseerd. Werkgelegenheid is dan ook de zwakke schakel van deze regering.
CD&V heeft ook een gedetailleerd plan uitgewerkt om te komen tot meer betaalbare woningen. Dit plan impliceert ondermeer verlaagde registratierechten, herinvoering van een bouwpremie van 12.500 euro en een actieplan voor de bouw van sociale woningen.
De wachtlijsten in de gehandicaptensector, de rustoorden en kinderopvang moeten versneld weggewerkt worden.
Gedurende de onderwijsconferentie beloofde voormalig minister-president Dewael dat er een nieuw financieringssysteem zou ingevoerd worden. Van deze belofte werd er tot nu toe niets gerealiseerd.
Voor CD&V is Vlaanderen het belangrijkste bestuursniveau. Hoe dichter men bij de mensen staat, hoe beter men kan besturen. Het is inderdaad een eer om minister-president van Vlaanderen te zijn. De aangegane verbintenissen moeten echter waargemaakt worden.
Formateur Verhofstadt en informateur Di Rupo spreken met geen woord over de institutionele hervormingen. Toch moeten deze hervormingen er komen. Enkel op deze manier kan men de problemen beter het hoofd bieden. Vlaanderen eerst. Dit is ons beleidsniveau.
We moeten ook werk maken van de interne democratie. Dit parlement is de tempel van de Vlaamse democratie. Het moet dus zijn legitieme plaats heroveren ten opzichte van de partijdominantie. Laat ons het opnieuw waar maken en laat ons de democratische instellingen opnieuw ter harte nemen. Dit kan bijvoorbeeld door de heroprichting van een werkgroep rond de NPC.
CD&V blijft om dit alles ook voorstander van gescheiden regionale en federale verkiezingen. Dergelijke verkiezingen waarborgen immers de onafhankelijkheid van het Vlaamse beleidsniveau en garanderen de dynamiek van het Vlaamse beleidsniveau.
Er is nog zoveel werk te doen voor de mensen. Stop dus met de carrousel van het machtsstreven en de electorale spelletjes. Dergelijke zaken zullen op termijn trouwens toch verworpen worden door de kiezers.
CD&V zal verder kritisch oppositie blijven voeren. Toch wil ze, ten behoeve van Vlaanderen, ingaan op de uitgestoken hand van de minister-president. (Applaus bij CD&V)
Zonder een polemiek te willen opstarten, wil ik er vooraf toch op wijzen dat de heer De Gucht hier niet aanwezig is omdat hij betrokken is bij de onderhandelingen over de vorming van een nieuwe federale regering.
Het is trouwens opvallend hoe de heer Van Rompuy in zijn betoog voortdurend verwijst naar de strijd die er zou heersen tussen de verschillende regeringspartijen. Over de strijd die gevoerd wordt tussen de regerings- en de oppositiepartijen rept hij echter met geen woord. Ik wil overigens de ministers Dewael, Vanhengel, Gabriels , Vogels, Dua en Stevaert bedanken voor het puike werk dat zij leverden.
Over de manier waarop de oppositie, zoals 2 weken geleden, tracht de aandacht van het inhoudelijke af te leiden en zich te beperken tot politieke spelletjes wil ik het hier niet hebben. Laat staan van de taal die door een bepaalde partij gedurende dit debat gehanteerd werd. Ik wil echter wel stilstaan bij het feit dat 85 procent van het regeerakkoord intussen gerealiseerd werd. Op het vlak van welzijn, sociale huisvesting, onderwijs, ruimtelijke ordening, openbare werken en financiën werd al heel wat gerealiseerd.
Momenteel treedt er een nieuwe, volwaardige ploeg aan. Een sterke minister-president wordt vervangen door een jonge, dynamische man die al verschillende vlakken al zijn sporen heeft verdiend. De VLD-fractie is er dan ook gerust in.
Ik heb een groot vertrouwen in minister-president Somers en in de ministers Ceysens en Keulen. Hun opdracht is niet eenvoudig, maar zij hebben al bewezen uit het goede hout gesneden te zijn. Zij zullen bovendien worden bijgestaan door bekwame en loyale collega's die samen met hen goed werk willen leveren in deze tijden van laagconjunctuur. De VLD zal hen daarbij steunen. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
Het boekje Iedereen burgemeester van onze nieuwe minister-president charmeert me. Volgens journalist Roger Van Houtte is het trouwens een flauwe doorslag van het programma van het Vlaams Blok. Als de minister-president dit boekje in de praktijk wil brengen, ben ik zijn man. Als hij echter van plan is om naar de pijpen te dansen van de VLD-top, zal hij zich geconfronteerd zien met een doorwinterde oppositie van het Vlaams Blok.
Zijn boekje had trouwens beter de titel Iedereen minister meegekregen. Dit is al de zesde regeringswissel op vier jaar tijd, met de vierde minister van Sport en de vijfde minister van Huisvesting. De Vlaamse regering wordt herleid tot een reserveploeg, waarin invallers van invallers zetelen. Na de Antwerpse vaudeville is het nu blijkbaar tijd voor een Vlaams circus.
Deze politieke soap zou zijn ingegeven door de drang naar vernieuwing. Leeftijd, houdbaarheidsdatum en communicatievaardigheden primeren op betrouwbaarheid. De minister-president is daarvan het levende voorbeeld. Ontelbare malen deed hij de belofte aan te zullen blijven als burgemeester van Mechelen tot 2006, maar toch komt hij op deze belofte terug. Wat is zijn woord dan in de toekomst nog waard? Hoe zal de kiezer hem nog kunnen geloven? Hij zal de geschiedenis ingaan als de Lucky Luke van de politieke wereld, die sneller kan liegen dan zijn schaduw.
Minister-president Somers heeft trouwens beloofd dat hij een korte broek zal kopen om tijdens de zomer onder een boom te gaan studeren. Hij kent immers de dossiers niet waarmee dit Vlaams Parlement al jaren bezig is. Hij heeft geen flauw idee waarover wij het hier hebben. Hetzelfde geldt voor minister Ceysens : ook zij zou haar vakantie gebruiken om haar cursus economie weer van zolder te halen. Ik ben de VLD eigenlijk al dankbaar voor het feit dat Vincent Van Quickenborne niet tot minister werd benoemd.
De voorzitter van de VLD zou gezegd hebben dat minister-president Somers naar voren wordt geschoven om wat mediagenieke tegenwind te bieden tegen Steve Stevaert. Hij zou moeten uitgroeien tot el simpatico van de Vlaamse regering en de VLD. Waarom maken we Jean-Marie Pfaff dan niet meteen tot minister-president, met Sergio als minister aan zijn zij? Samen met K3 kunnen zij een blitse en sympathieke bende vormen, die zeker kan rekenen op de sympathie van de bevolking. Wie ligt wakker van de inhoud van de Vlaamse dossiers?
Het Vlaams Blok staat niet alleen met zijn kritiek. Volgens de 65-jarige minister Van Grembergen is er alleen maar sprake van partijstrategie, terwijl de heer Denys terecht de mening is toegedaan dat de VLD 50-plussers het signaal geeft oude zakken te zijn. Oppervlakkige communicatie krijgt voorrang op dossierkennis. Mensen die hun partij vele jaren loyaal hebben gediend, worden zomaar aan de kant geschoven. Ze zijn te oud, niet langer nuttig. Dit is niet alleen een vernedering voor deze harde werkers, maar ook voor die 35 percent van de bevolking die ouder is dan 55 jaar.
Ik herhaal wat ik zopas gezegd heb over laakbare taal. Onze maatschappij wordt niet alleen door de ministers, maar ook door het parlement en zijn leden bepaald. Ten slotte raad ik de heer Dewinter aan eens te lezen wat mevrouw Colen over hem zegt.
Deze stoelendans is een krampachtige poging om te verhullen dat het paars-groene beleid niet deugt. De heer Dewael is gevlucht uit schrik voor de Vlaamse kiezer. Minister-president Somers heeft zelf al gezegd dat puin ruimen zijn voornaamste taak wordt. Hij wil een nieuw regeerakkoord schrijven, wat inhoudt dat het oude niet voldoet. VLD en sp·a lijken steeds meer op de CVP van twintig jaar geleden : ze zijn enkel begaan met mandaten en macht en hebben geen oog meer voor inhoud.
Na de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Vlaams Parlement hadden we allemaal de ambitie om het anders en beter te doen dan het federale niveau. Het doet pijn te moeten vaststellen dat de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement niet meer zijn dan marionetten van het federale niveau. Oude politici kunnen hier uitbollen, aanstormend talent kan hier proefdraaien.
Om al die redenen roep ik de leden van de meerderheid op niet langer met hun voeten te laten spelen en zich te verzetten tegen de arrogante partijvoorzitters die hen aan de kant schuiven. Waar is de heer De Gucht overigens? Schenk deze regering het vertrouwen niet. (Applaus bij het VB)
Bij mijn aantreden als fractievoorzitter, heeft niemand mij verteld dat nieuwe ministers verwelkomen een van mijn belangrijkste taken zou worden. Minister Ceysens en minister Keulen zijn jong en hebben onbetwistbare kwaliteiten. Een nieuwe minister-president verwelkomen, ben ik nog niet gewoon. Minister-president Somers is geen oudgediende van dit parlement, maar evenmin een onbekende. Ik heet hem welkom namens de sp·a. Hij mag overigens op beide oren slapen : ook in Mechelen zal de sp·a hem steunen. We hebben al iemand gestuurd met genoeg jeugdig dynamisme.
Ik apprecieer de ambitie van minister-president Somers om goed te besturen. Hij kan daarvoor op onze steun rekenen. Hij kan niet op onze steun rekenen als hij voorstelt om een nieuw regeerakkoord af te sluiten. Sp·a wil dat deze vernieuwde ploeg het regeerakkoord afwerkt, met bijzondere aandacht voor werkgelegenheid.
Zolang de federale en de Vlaamse verkiezingen niet samenvallen, zullen dergelijke jammerlijke personeelswissels onvermijdelijk blijven. De niveaus zijn in een land als België te nauw met elkaar verweven. Nieuwe mensen in de regering brengen is op zich niet slecht, tenzij de indruk wordt gewekt dat ministers in de eerste plaats uithangborden van hun partij zijn en dan pas beleidsmakers. Omdat de vernieuwde Vlaamse regering bereid is te bewijzen dat ze in de eerste plaats werkt in het belang van de burger, zal de sp·a haar steunen. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Dit is nog maar mijn tweede toespraak als fractieleider, en het is al de tweede keer dat ik hier nieuwe ministers welkom mag heten. Toen minister-president Dewael besloot ontslag te nemen, was het aan de VLD om een oplossing te zoeken. Deze keuze en de verantwoording ervoor is hun verantwoordelijkheid.
Minister Keulen en minister Ceysens zijn hardwerkende collega's die het regeerakkoord loyaal zullen uitvoeren. Ik hoop dat minister-president Somers erin slaagt het project uit te voeren dat in 1999 werd gestart.
Omdat minister Byttebier het enige Brusselse regeringslid is en minister-president Somers bevoegd wordt voor Brusselse Aangelegenheden, hoop ik dat beiden snel tot een afspraak komen in het belang van Brussel.
De Vlaamse regering zal zich houden aan de afspraken, ondanks de gewijzigde personele samenstelling.
De regering staat inderdaad voor belangrijke uitdagingen, onder meer de aanpak van de wachtlijsten. Bij monde van de vorige minister-president heeft de Vlaamse regering zich daartoe al geëngageerd.
Binnen andere sectoren kunnen gelijkaardige voorbeelden worden geciteerd. Zo dient het werkgelegenheidsbeleid aangepast te worden aan de nieuwe economische situatie. Met de uitvoering van de resterende vijftien procent van het regeerakkoord zullen we al de handen vol hebben. Over eventuele nieuwe initiatieven moet eerst gediscussieerd worden.
Binnen deze context geeft mijn fractie het vertrouwen aan deze regering (Applaus bij de VLD, sp.a, AGALEV en VU&ID).
Door de overlappende legislaturen zijn wisselingen in de Vlaamse regering naar aanleiding van federale verkiezingen onvermijdelijk. Binnen een dergelijk systeem moet het kunnen dat Vlaamse ministers overstappen naar de federale regering. Het moet ook kunnen dat de VLD samen met de nieuwe minister-president twee nieuwe VLD-ministers inbrengt, of men dat nu betreurt of niet.
Er bestaat maar één oplossing om dergelijke situaties te voorkomen en dat is alle verkiezingen laten samenvallen. Ik ben daar principieel geen voorstander van en ben ervan overtuigd dat het technisch-politiek niet zal werken.
Deze ministerswissel betekent echter nog niet dat de Vlaamse regering ondergeschikt wordt aan de federale. Indien de verkiezingen in de omgekeerde volgorde waren georganiseerd, dan waren er wellicht gelijkaardige wisselingen gebeurd in de tegenovergestelde richting.
Ik kan niet beweren dat de nieuwe ministers zwakker zijn dan de vorige. Deze vernieuwing kan trouwens een impuls zijn om het laatste jaar van deze regeerperiode krachtig te besturen in plaats van uit te bollen. Dat zal in de praktijk moeten waargemaakt worden.
Door een samenloop van omstandigheden waren er telkens wisselingen inzake de bevoegdheden Huisvesting en Sport. Dat zal wellicht een negatief punt zijn wanneer we de balans opmaken van deze regeerperiode. Het decreet Beter Bestuurlijk Beleid zal dergelijke wisselingen in de toekomst misschien onmogelijk maken. Hoe dan ook hoop ik dat de nieuwe ministers het beleid zo sterk mogelijk zullen aanpakken.
Ik ben wel verontrust door de kolossale impact van de televisie op de politiek en op de verkiezingen. De verkiezingen worden in hoge mate bepaald door de TV-programma's. Politici worden gemaakt of gekraakt in functie van de kijkcijfers. Er zijn geregeld nieuwe gezichten nodig. Alle politieke partijen spelen daarop in - ook CD&V. Men het partijen niet kwalijk nemen dat ze zich aan de mediadominantie aanpassen. Maar hoe lang kan de democratie die dominantie verdragen?
Het is goed dat een politieke verantwoordelijkheid als minister geen carrière meer is, want macht corrumpeert. Carrières als die van de voormalige ministers Gaston Eyskens, De Clercq, Claes, Tindemans en Schiltz zullen in de toekomst onmogelijk zijn. Mensen als Dehaene en Van den Bossche hebben dit tijdig ingezien en dat siert hen. Maar nu dreigt de slinger de andere richting uit te gaan. Hoe lang kunnen politieke partijen mensen vinden die jong, knap en deskundig zijn én bereid om zich snel te laten opbranden?
Dat is niet houdbaar op lange termijn. De bevolking veroudert, maar de politiek verjongt. Zo zal de kloof tussen de bevolking en de politiek er niet kleiner op worden. In de economie werden er allerhande uitstapregelingen uitgewerkt voor hogere en middenkaders om de knowhow niet verloren te laten gaan. Het parlementair systeem is op deze evolutie niet voorbereid. Jonge mensen die nu in de politiek stappen zullen snel opgebrand en verbrand zijn. Ze zullen dus niet zomaar kunnen overstappen naar de administratie of naar het bedrijfsleven. De politiek zal veel minder aantrekkelijk worden voor jonge mensen.
Bovendien is de combinatie van jonge ministers, afgeslankte kabinetten en een 1:1-verhouding tussen de minister en de administratie op termijn niet haalbaar. De politieke invloed van de minister dreigt verpulverd te worden tussen de snelle mediaverbranding en een sterke en blijvende administratie.
Als de macht van de media zich blijft doorzetten, zullen we nieuwe strategieën moeten uitzetten voor de partijen, de parlementen en de regeringen. Ik heb geen pasklare oplossingen, maar ik vraag wel een grondige evaluatie van de politieke mechanismen en statuten. Was de halvering van de lijststem wel verstandig? Is het afschaffen van de kabinetten in deze context wel opportuun? Is het statuut van de parlementsleden wel aangepast om de vluchtigheid van een politiek mandaat op te vangen?
Ik ben oud genoeg om deze vragen te stellen zonder eigenbelang. Mijn pleidooi betreft de toekomstige ministers. Zal het in de toekomst nog mogelijk zijn deskundigheid aan te trekken en te behouden ondanks de mediatisering? In de jaren '80 werden maatregelen genomen om te voorkomen dat politici een mandaat zouden kunnen kopen. Nu komt het erop aan te voorkomen dat alleen TV-makers nog kunnen bepalen wie minister kan worden of blijven.
Tot slot treed ik de heer Vermeiren bij. We mogen er niet vanuit gaan dat een parlementair mandaat pas geslaagd is indien men kan eindigen als minister. Dan zou 85 procent van de Vlaamse parlementsleden mislukt zijn en dat is niet het geval. Door de huidige evolutie kan er in het parlement mettertijd meer ervaring aanwezig zijn dan in de regering en dat is misschien de goede kant van de zaak.
Spirit heeft geen problemen met de doorgevoerde ministerswissel. We zullen de nieuwe ministers steunen. (Applaus bij de VLD, sp.a, AGALEV en VU&ID)
De geloofwaardigheid van het Vlaams Parlement en van de Vlaamse regering is de voorbije dagen geschonden. Wellicht zal blijken dat er na de federale verkiezingen van mei 2003 meer verschuivingen waren in de Vlaamse dan in de federale regering.
Bij het publiek roept het huidige Vlaamse beleidsniveau twee beelden op. Vooreerst is er het beeld van een parlement en een regering als wachtkamer waar politiek talent zich even mag voorbereiden. Dat is pijnlijk voor diegenen die er alles aan doen om van dit huis het parlement van en voor de Vlamingen te maken. Een tweede beeld is dat van een beleidsniveau waar men de chronologie van een parlementaire democratie volledig overhoop haalt. De logica is dat de regering start na de verkiezingen. In Vlaanderen doet men net het omgekeerde : men vormt een regering met het oog op verkiezingen. Deze evolutie is nefast. Er rust een verpletterende verantwoordelijkheid op iedereen die de politiek in deze richting stuurt.
De bevolking lacht ermee en vraagt hoe het zit met de uittredingsvergoedingen. Heeft iemand al eens de rekening gemaakt van al die ministers die komen en gaan? Ik vraag dan ook met aandrang om tijdens het komende jaar geen campagne te voeren maar daadwerkelijk te besturen.
Verder bemerk ik aan deze medaille ook een positieve zijde. Toen Vlaanderen midden jaren '80 zijn prille stappen zette, trok ik met een metgezel naar Parijs om er te protesteren tegen de aanwezigheid van de eerste minister op de top van Franstalige landen en we deden ook ons eerste mediaoptreden. Diezelfde metgezel zette een VU-congres op stelten met een actualiteitsmotie voor de Republiek Vlaanderen en verweet sommige leden hun lauwheid wanneer ze net niet werd goedgekeurd. Ook schreef hij in het partijblad een kritisch artikel over de onmacht van de kiezer bij de regeringsvorming en de almacht van de partijhoofdkwartieren. Even later scheidden onze wegen. Aangezien voor velen een partij een instrument is om macht te verwerven en de eigen ideeën te kunnen hard maken, ben ik hoopvol.
Ik ben ervan overtuigd dat de jongensdroom van de minister-president in vervulling gaat. Ik ben er zeker van dat hij met dit mandaat volop zal wegen zodat ook het institutionele gedeelte van het Vlaamse regeerakkoord zal worden uitgevoerd. Ik reken dus op de inzet en de jeugdidealen van de minister-president. (Applaus bij CD&V en het VB)
Ik dank iedereen voor de boeiende suggesties. Er is nog heel wat werk aan de winkel. Iedereen is het blijkbaar eens over het inzicht dat deze regering ernstig werk zal realiseren. Verder ben ik blij dat de oppositie de uitgestoken hand aanvaardt. Het is belangrijk dat de regering zoekt naar een zo breed mogelijk draagvlak, zowel in als buiten dit parlement.
Het valt op dat er een groot onderscheid is tussen de democratische en niet-democratische oppositie. Bij de democratische oppositie heb ik een kritische houding vastgesteld : men vertrekt van een ander project maar men is bereid om naar de meerwaarde te zoeken. De bijdrage van de heer Dewinter daarentegen was soms grappig maar heel negatief en verzuurd. Ik dank hem daarvoor. Hij heeft het ons eenvoudig gemaakt door te verwijzen naar mijn boek. Daarin staat duidelijk wat democratische van niet-democratische partijen onderscheidt.
Ik ben blij met de uitdrukkelijke steun die we hebben gekregen. We hebben een mooi project geërfd en we zullen proberen om dat correct af te werken, voluntaristisch in te spelen op de nieuwe uitdagingen en ons scharen achter de langetermijnplanning van deze regering. Brussel blijft een belangrijke uitdaging. Daarom zullen we op korte termijn duidelijke afspraken maken om onze relaties met Brussel hard te maken.
Met de steun van de meerderheidsfracties en de uitgestoken hand naar de oppositie zullen we het komende jaar schitterend werk leveren en de belangen van de Vlamingen behartigen. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Het debat is gesloten.
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de verklaring van de Vlaamse regering.
- De verklaring van de Vlaamse regering wordt, wat de gemeenschapsaangelegenheden betreft, met stemmen tegen en, wat de gewestaangelegenheden betreft, met stemmen tegen aangenomen.