Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitspraak van de raad van beroep betreffende de schorsing van een topambtenaar van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Decaluwe en De Cock tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over de uitspraak van de raad van beroep en de verklaringen van de voorzitter van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij betreffende de schorsing van een topambtenaar van de VHM.
De raad van beroep van de Vlaamse Openbare Instellingen (VOI's) heeft op 11 maart jongstleden de schorsing van topambtenaar Michel van de VHM ongegrond verklaard.
Sedert het aantreden van minister Gabriels had de raad van bestuur van de VHM een nieuwe voorzitter. Na de persheisa over de VHM werden twee leidinggevende ambtenaren geschorst door de Vlaamse regering. De nieuwe voorzitter van de raad van bestuur, de heer De Ridder, was duidelijk vooringenomen. Uit verschillende van zijn mededelingen en e-mails bleek duidelijk dat hij aanstuurde op het ontslag van de heer Michel.
De heer Michel zelf werd echter niet gehoord, noch door de raad van bestuur, noch door de leidende ambtenaar, noch door de minister, noch in de pers. Tijdens de vergadering van de raad van bestuur van november kreeg de advocaat van de heer Michel wel vijf minuten om een motivering te geven.
Er waren twee stemmingen nodig binnen de raad van bestuur om de heer Michel toch te schorsen. De voorzitter van de raad van bestuur verklaarde uiteindelijk in een brief dat alles conform de wet was gebeurd.
Nu stelt de raad van beroep, die de eerste was om de heer Michel te horen, dat er geen enkele juridische reden is om deze topambtenaar te schorsen. De heer De Ridder reageerde daar onmiddellijk op door te zeggen dat de heer Michel moest geschorst worden op basis van de audit. Op basis daarvan kan men de betrokken ambtenaar echter geen schuld aanwrijven. Dan stelde de heer De Ridder dat er dan maar naar een andere motivatie moest worden gezocht, namelijk de financiële toestand van de VHM. Dat is echter een verantwoordelijkheid van de politici.
De minister moet vóór 6 april een uitspraak doen naar aanleiding van het advies van de raad van beroep. Hoe kan die uitspraak nog objectief zijn? Als de minister tegen het advies van de raad vanberoep ingaat, zal zijn beslissing zeker door de Raad van State worden geschorst. (Applaus bij CD&V)
In de kranten van vorige week stond te lezen dat de raad van beroep op haar samenkomst van 11 maart een vernietigend oordeel had geveld in verband met de schorsing van een topambtenaar van de VHM. Heeft deze raad gewoon de procedures toegepast of was hij op de hoogte van de inhoud van de audits? Een van die audits insinueerde dat het bestuur van de VHM zich op de rand van het toelaatbare bevond.
Ik heb te horen gekregen dat de raad ven bestuur twee maal gestemd heeft over de schorsing. Graag zou ik daarover opheldering krijgen.
Tegen 6 april moet u de beslissing van de raad van beroep overwogen hebben en zijn advies al dan niet opvolgen. Welk oordeel zal u vellen?
De schorsing van een topambtenaar omhelst veel confidentiële vragen die nochtans snel de pers hebben gehaald. Vast staat dat, toen ik bevoegd werd voor Huisvesting, de situatie binnen de VHM al danig verziekt was. Uit de audits blijkt duidelijk dat er geen sprake was van goed bestuur, en dit is wel het minste dat de oude top kan verweten worden.
Ik moet mijn beslissing in deze zaak nog nemen en kan dus nog geen verklaring afleggen. Eerst zal ik de nodige adviezen inwinnen, zodat ik een doordacht antwoord kan geven op de vraag van de raad van beroep. Ik zal mij houden aan het beleid dat in dergelijke zaken gevoerd wordt door de Vlaamse overheidsinstanties, maar ik kan niet doen alsof er niets aan de hand is. Een openbare instelling moet werken zoals het hoort.
Uw antwoord voldoet niet. In de audits is nergens terug te vinden dat de instelling niet behoorlijk zou functioneren. U kan volgens mij geen objectieve beslissing meer nemen in deze zaak. Deze indruk wordt enkel versterkt door verschillende interne e-mails die in uw kabinet circuleerden. Het is ook betreurenswaardig dat u nooit de moeite heeft gedaan met de betrokkene de zaak te bespreken. De sociale huisvestingsmaatschappijen bestaan reeds meer dan 100 jaar, maar onder deze minister bevinden wij ons op een dieptepunt in hun geschiedenis.
Ik heb akte genomen van uw antwoord, maar toch stel ik me nog enkele vragen. Zijn er in deze zaak procedurefouten gemaakt? Waren er geen gronden tot schorsing in het verleden en werden misschien de rechten van de verdediging geschonden?
De schorsing van de eerste twee leden is een zaak van de Vlaamse regering. De schorsing van het derde lid werd uitgesproken door de raad van bestuur. De raad van beroep heeft dit unaniem ontvankelijk verklaard en heeft de gegrondheid van de uitspraak vastgesteld. Ik zal in alle eer en geweten een beslissing nemen.
De raad van beroep vroeg zich af hoe de persheisa het functioneren van de heer Michel heeft beïnvloed. Bovendien stelt de raad dat de aantijgingen niet bewezen zijn ; er wordt de heer Michel zelfs geen enkele concrete fout verweten.
De audit werd duidelijk verkeerd gelezen door de heer Decaluwe.
Ik geloof dat u niet de waarheid spreekt. U heeft van deze zaak een puinhoop gemaakt.
Die puinhoop was er al toen ik mijn bevoegdheid opnam, en is deels door de heer Decaluwe veroorzaakt.
Het incident is gesloten.