Verslag plenaire vergadering
Verslag
MOTIE BETREFFENDE EEN BELANGENCONFLICT
Voorstel tot aanvulling van de agenda
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft vanmorgen bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van de heer Van den Brande c.s. betreffende een belangenconflict.
Ik stel voor dat de motie onmiddellijk wordt behandeld. (Instemming)
Bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de motie van de heer Luc Van den Brande c.s. betreffende een belangenconflict.
De bespreking is geopend.
De motie betreft de berekeningswijze in verband met de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector. In een nieuw ontwerp van wet is men blijkbaar voor een deel teruggekomen op de regeling in de bijzondere wet van 27 april 1994. Men zegt dat de nieuwe berekeningswijze ingaat tegen de geest van responsabilisering. De overheid die de meeste inspanning heeft geleverd om rationeel met personeelskosten om te gaan en daardoor steeds minder hoefde bij te dragen, wordt nu financieel gestraft. De vraag is of dat niet in het nadeel is van de Vlaamse Gemeenschap.
De huidige bijzondere wet bepaalt dat de trekkingsrechten op de zwaarte van de salarismassa van de vast benoemde ambtenaren van de gewesten en de gemeenschappen moeten worden herzien vanaf de bijdragen van 2001. Er moest een nieuw akkoord worden gemaakt op basis van de salarissen van 2000. De bijdragen van Vlaanderen bedroegen in 1994 iets meer dan 9 miljoen euro; in 1995 9,241 miljoen euro; in 1996 8,420 miljoen euro; in 1997 6,6 miljoen euro; in 1998 4,4 miljoen euro; in 1999 1,8 miljoen euro en in 2000 1,4 miljoen euro. Dat is een ongelooflijke daling, in tegenstelling tot de stijging van de bijdragen die de Franse Gemeenschap betaalde, met name 7,5 miljoen euro in 1994 en 8,8 miljoen euro in 2000.
Daarover moesten besprekingen worden gevoerd met de federale regering. We zijn het uiteindelijk eens geworden over het voorstel waarbij de bijdrage op dit ogenblik wordt bepaald op 5,321 miljoen euro op basis van 2001 en geblokkeerd wordt op het bedrag van 2002. Er is in 2003-2004 geen stijging voorzien tenzij er nieuwe onderhandelingen zijn. Aangezien we participeren in de pensioenbijdragen, hebben we gesteld dat we betrokken zouden worden bij de bespreking over de pensioensituatie van ambtenaren in het ministerieel overleg in verband met pensioenen van Ambtenarenzaken. Op die manier worden de gemeenschappen en de gewesten echt betrokken bij de beslissingen.
Er is dus inderdaad sprake van een stijging, maar deze stijging staat niet in verhouding tot het aantal ambtenaren dat Vlaanderen inbrengt. Ik vraag daarom deze motie niet goed te keuren.
Oorspronkelijk was het zelfs de bedoeling dat alle gemeenschappen en gewesten zelf zouden instaan voor hun pensioenregeling. Het uiteindelijke systeem beloont het bestuur dat zuinig beheert niet, integendeel. Bovendien kan de toepassing van het stijgingspercentage ervoor zorgen dat Vlaanderen opdraait voor de hele responsabiliseringsbijdrage, wat absurd zou zijn.
Kan minister Van Grembergen ons zijn antwoord op papier bezorgen? Ik stel voor om de bespreking van deze motie een week uit te stellen, zodat we ons op basis van de nieuwe gegevens kunnen beraden over het feit of we deze motie al dan niet zullen handhaven.
Ik stel voor de verdere bespreking tot volgende week uit te stellen. (instemming)
- De vergadering wordt geschorst om 15.35 uur.