Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Matthijs tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de verklaringen van de minister-president betreffende compensaties voor de niet-aftrekbaarheid van de afvalwaterheffingen voor bedrijven.
Op dit ogenblik is er voor de wasserij- en de textielsector een compensatieregeling voor de niet-aftrekbaarheid van de milieuheffingen die het gevolg is van de verlaging van de vennootschapsbelasting door de federale regering. Een veralgemeende compensatieregeling voor alle industriële sectoren werd niet weerhouden in het omvattende werkgelegenheidsakkoord.
Ik herinner de minister-president aan een aantal van zijn uitspraken. Hij heeft verklaard dat het geen zin heeft dat de Vlaamse regering compenseert wat de federale regering afschaft. Verder heeft hij gezegd dat de Vlaamse regering bij de begrotingscontrole haar verantwoordelijkheid zal opnemen. Hij heeft ook gesteld dat het probleem moet bekeken worden in het kader van de omvattende financiering van de milieubelasting. In 2002 verklaarde hij dat hij het niet wenselijk achtte dat een regulerende milieuheffing fiscaal aftrekbaar zou zijn. Vorig weekend heeft hij ten slotte gezegd dat het probleem deze zomer ter sprake zal komen bij de volgende federale regeringsonderhandelingen.
Wat is nu eigenlijk het standpunt van de Vlaamse regering over de aftrekbaarheid van de milieuheffingen? Wanneer zal de financiering van het milieubeleid besproken worden in het Vlaams Parlement? Hoe moet ik de uitspraak interpreteren dat deze kwestie opnieuw zal bekeken worden bij de volgende federale regeringsonderhandelingen?
De vennootschapsfiscaliteit is een federale en de financiering van het leefmilieubeleid is een Vlaamse bevoegdheid.
Het werkgelegenheidsakkoord dat vorige week werd afgerond, bevat een lastenverlaging voor de bedrijven. Vanaf 1 januari 2004 zal het gewestelijk aandeel in de onroerende voorheffing op nul worden gebracht. De werkgevers vinden een compensatie voor de aftrekbaarheid van de milieubelasting geen goede zaak.
De begrotingscontrole staat vrijdag op de agenda van de Vlaamse regering. Voor de watergevoelige sectoren willen we het schrappen van de aftrekbaarheid van de milieuheffingen compenseren.
De verdere evolutie van de vennootschapsfiscaliteit zal wellicht na de eerstkomende federale verkiezingen aan de orde zijn. De federale regering heeft nu de aanslagvoet van 40 naar 33 procent teruggebracht. Vermits dit een budgettair neutrale operatie diende te zijn, moest een aantal aftrekposten geschrapt worden. De volgende federale regering zal moeten kiezen voor een verdere verlaging van het tarief of voor het opnieuw invoeren van de aftrekbaarheid voor bepaalde onkosten.
De Vlaamse regering moet nagaan hoe ze de milieuheffingen in de toekomst wil hanteren. De bedrijven zijn voorstander van een regulerende heffing. Dergelijke heffingen hebben een gunstig effect op het leefmilieu. Dat is ook de reden waarom de opbrengst ervan vermindert.
Er zijn echter een aantal anomalieën omdat sommige bedrijven over een eigen waterzuiveringsinstallatie beschikken. De vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zullen deze problemen in kaart brengen. Op basis van die gegevens zullen we het heffingensysteem optimaliseren.
De fundamentele oplossing van het probleem ligt bij de financiering van het Vlaamse leefmilieubeleid. We wachten op een voorstel om deze onlogische situaties te corrigeren.
Het incident is gesloten.