Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Rompuy tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de institutionele implicaties van een eventueel mandaat als federaal kamerlid van de minister-president.
De verkiezingscampagne is begonnen. Minister-president Dewael wil na de verkiezingen van 18 mei de eed afleggen als kamerlid om na de Vlaamse verkiezingen niet werkloos te worden.
Als de minister-president de eed aflegt als federaal parlementslid, impliceert dat dat hij ontslag neemt uit de Vlaamse regering als voorzitter. Dat betekent dat de regering geen rechtsgeldige handelingen meer kan stellen en dat men een nieuwe voorzitter dient aan te wijzen. Die laatste moet dan de eed afleggen in handen van de koning. Vervolgens dient die dan ontslag te nemen zodat de regering het federale kamerlid terug kan vragen, dat dan opnieuw de eed in handen van de koning moet afleggen.
Gaat het Vlaams Parlement dulden dat er een institutionele carrousel wordt georganiseerd? Gaat de koning willen meespelen? Voorts stelt de minister-president dat hij geen zitting wil hebben in het Vlaams Parlement als hij geen minister-president meer is. Hij wil terug naar de Kamer om daar een rol te spelen. Kan een persoon vanwege zijn carrièreplanning de instellingen voor de gek houden? Hoe kunnen we daar als parlementsleden op reageren?
Ik zou graag meer tekst en uitleg krijgen van de minister-president evenals de verbintenis dat hij zijn functie tot 2004 voortzet zonder het parlement te betrekken bij zijn persoonlijke carrièreplannen. Ik reken daarbij ook op de voorzitter. We hebben nog nooit een situatie meegemaakt waarin verschillende minister kandidaat zijn voor de federale verkiezingen.
Ik kan uit de vraag van de heer Van Rompuy afleiden dat hij het niet ziet zitten dat ik en een aantal collega's van de Vlaamse regering kandidaat zijn voor de federale verkiezingen. Ik was in 1999 kandidaat voor de federale Kamer en nadien ben ik door het Vlaams Parlement benoemd tot minister-president. Ik ga me op 18 mei opnieuw kandidaat stellen om mijn lidmaatschap van de Kamer te hernieuwen.
Ik wijs erop dat ik geen mogelijkheid heb om lid te blijven van het Vlaams Parlement als ik geen minister-president meer ben. Ik ben immers niet verkozen door het parlement. Leden van de regering worden benoemd door het Vlaams Parlement maar niet onder de leden van dat parlement.
Een veelgehoorde opmerking is dat we lid willen worden van een parlement, maar dat het niet de bedoeling is om daarin zitting te hebben. Een van de institutionele vernieuwingen is dat iemand die verkozen wordt in een parlement en lid wordt van een regering, zich moet laten vervangen zolang hij minister is.
Ik wil mijn federaal mandaat voortzetten en ik heb de ambitie om minister-president te blijven tot het einde van de Vlaamse regeerperiode. (Applaus bij de VLD en sp·a)
Iedereen heeft grondwettelijk het recht om kandidaat te zijn. Een aantal leden van de regering zijn kandidaat voor de federale verkiezingen. Om juridische zekerheid te hebben over de opvolgingsproblemen heb ik aan mijn diensten gevraagd om een juridische nota op te stellen. Die nota is genuanceerd. Als een lid van de Vlaamse regering de eed aflegt in Kamer of Senaat, is hij ontslagnemend als lid van de regering. Als men ontslag neemt in de federale Kamer, kan men opnieuw kandidaat zijn om lid van de regering of minister-president te zijn. Als dat binnen de week gebeurt, is het niet nodig om ondertussen een nieuwe minister-president aan te wijzen. Dan is er geen sprake van een carrousel.
Ik pleit ervoor om de nota voor de leden van de federale regering ook ter beschikking te stellen van de kandidaten binnen de Vlaamse regering zodat in acht kunnen nemen wat hen aanbelangt. Het kan niet dat de regering geen beslissingen meer kan nemen door de federale verkiezingen.
De minister-president heeft geen antwoord gegeven. Als hij de eed aflegt als federaal kamerlid, moet hij ontslag nemen uit de Vlaamse regering. Dan zijn er twee mogelijkheden : ofwel komt er een nieuwe voorzitter ofwel komt er geen nieuwe voorzitter maar dan kan de regering niet rechtsgeldig handelen. Vanwege een persoonlijk probleem ontstaat er een absurde situatie.
Tot 2004 is de heer Dewael minister-president in Vlaanderen. De te verwachten evolutie zou zijn dat hij op dat ogenblik de balans van paarsgroen voorlegt aan de kiezer, dat hij dus kandidaat is bij de Vlaamse verkiezingen en een Vlaams mandaat opneemt. CD&V is niet van plan om na 2003 in te breken in de Vlaamse regering. Mijn partij meent dat paarsgroen moet doorgaan tot 2004 en dan beoordeeld moet worden door de kiezer.
Zal het Vlaams Parlement zich lenen tot een institutionele carrousel in functie van de carrièreplanning van één persoon? Als hij met paarsgroen Vlaanderen wil besturen tot 2009, dan is dit zijn biotoop. De uitspraken die de minister-president deze week heeft gedaan, wijzen op een gebrek aan zelfvertrouwen. De minister-president wil eventjes lid worden van het federale parlement. Blijkbaar is hij bang om de verkiezingen te verliezen, om werkloos te worden, tenzij hij andere ambities koestert. Blijkbaar wil hij alleen in het Vlaams Parlement blijven als hij minister-president kan worden. Dat getuigt van minachting voor deze instelling. Zelfs het Hof wordt ingeschakeld om deze carrièreplanning waar te maken.
Hij wil ook de publieke opinie misleiden. Dan is het eerlijker om -zoals de heer Dehaene- kandidaat te zijn bij de opvolgers en uitdrukkelijk te zeggen dat men geen mandaat ambieert.
De heer Van Rompuy is blijkbaar meer bekommerd om mijn carrièreplanning dan ikzelf. Wie kandidaat is voor de verkiezingen voor de parlementaire assemblee, geeft blijk van respect voor de instellingen als hij zich, conform de wet, laat vervangen indien hij daartoe is verhinderd door een ministeriële functie. Wanneer die functie om de één of andere reden ten einde loopt, kan hij zijn parlementair mandaat opnemen.
Ik zal nooit handelen zoals de heer Dehaene, die kandidaat was voor de federale verkiezingen en vervolgens ontslag nam uit de senaat om burgemeester van Vilvoorde te worden. Wie verkozen wordt in een assemblee, heeft slechts één geldige reden om daar niet te zetelen en dat is het opnemen van een ministeriële functie.
De heer De Clercq is voor de komende federale verkiezingen kandidaat voor de kamer en voor de senaat. Hij zal ongetwijfeld twee keer verkozen worden. Aan welk van beide mandaten zal hij de voorkeur geven?
Deze discussie is slechts op één punt belangrijk, namelijk voor het niet-inbraakpakt dat de heer Van Rompuy aankondigt. Als CD&V terug deel zou uitmaken van de federale regering, is het niet de bedoeling om via een constructieve motie van wantrouwen of hoe dan ook in te breken in de Vlaamse regering.
Met de heer Geens zaliger heb ik indertijd een akkoord afgesloten dat de Vlaamse executieve zou blijven bestaan, ongeacht de samenstelling van de federale regering. Dat akkoord bleek echter totaal irrelevant te zijn. Nu verklaart de heer Van Rompuy dat hij de Vlaamse regering met rust zal laten. (Applaus)
We hebben niet gezegd dat we de Vlaamse regering met rust willen laten. CD&V zal keihard oppositie voeren omdat het paarsgroen voor de kiezer wil brengen.
De minister-president probeert nu de tegenaanval te lanceren. Ik vind zijn antwoord echter beschamend. Het verschil met de heren Dehaene en Declercq is dat het gaat om een minister-president in functie, die verantwoordelijkheid draagt voor de Vlaamse instellingen. Hij is van plan om dit parlement in te ruilen voor een federaal mandaat en om de Koning en de voorzitter van dit parlement in te schakelen in de procedures om zijn persoonlijke positie veilig te stellen.
Deze verkiezingen zullen een dieptepunt vormen. De minister-president zal ontslag moeten nemen als minister-president voor de federale eedaflegging en hij zal opnieuw de eed moeten afleggen bij de koning. De voorzitter van dit parlement maakte de juiste analyse. Dit antwoord was een minister-president onwaardig. (Applaus)
Ik heb een interpretatie gegeven van de juridische nota. Er zijn voorbeelden waarin het begrip stante pede in de praktijk neerkomt op een periode van 14 dagen. Een week is voor mij al een worst case scenario. Het is niet uitgesloten dat er na een dag al een akkoord bereikt wordt. Dan zal het stellen van rechtsgeldige handelingen of het nemen van rechtsgeldige besluiten geen probleem zijn.
Het is mijn opdracht om al het mogelijke te doen om deze instelling zo goed mogelijk te laten functioneren.
Het incident is gesloten.