Verslag plenaire vergadering
Verslag
Studie Focus op Wonen 2 betreffende het woonbeleid
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Dijck tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over de conclusies van de studie Focus op Wonen 2 betreffende het woonbeleid.
Ik sta versteld van de resultaten van een studie over de woonkwaliteit in Vlaanderen : in 65 gemeenten zou die slecht zijn. Welke parameters werden gebruikt? Sommige criteria van de studie zouden in strijd zijn met de kwaliteitsbepalingen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Nochtans is de studie uitgevoerd door Oasis en de provincies. Zij zeggen dat de Vlaamse regering het woonprobleem onder de mat veegt en dat de verantwoordelijkheid nu bij de lokale besturen ligt. Zij laken het Vlaamse woonbeleid van de laatste tien jaar.
De minister heeft de relevantie van de studie betwist. Kan hij zijn kritiek verduidelijken? Hoe zal hij het probleem verder aanpakken?
De studie is te fragmentarisch om relevante conclusies te trekken. Een rangschikking van gemeenten zonder wetenschappelijke basis is niet objectief.
Vorig jaar hebben we een budget van 1,8 miljoen euro bestemd voor de oprichting van een steunpunt woonbeleid. Voornoemde organisatie was de enige kandidaat. Daarom is de opdracht niet toegewezen. We hopen dat een aantal universitaire centra zich kandidaat zullen stellen. Dat centrum zal gedurende drie jaar relevante gegevens verzamelen. Dan kunnen serieuze conclusies getrokken worden.
Fragmentarisch onderzoek is uit den boze. De effecten op en voorwaarden voor ruimte, wonen en eventueel onroerend erfgoed moeten samen bestudeerd worden.
De studie zou ook gebaseerd zijn op het gemeentelijke woondossier, wat toch ook een gegevensbank is. De studie is inderdaad te onsamenhangend.
Het moet de regering echter aansporen om te werken aan de woonkwaliteit. Ik hoop dat we niet te lang moeten wachten op een doelgericht beleid, gebaseerd op goede gegevens.
Het incident is gesloten.