Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERP VAN DECREET
Facultatief protocol bij het Kinderrechtenverdrag
Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met het facultatief protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het verdrag inzake de rechten van het kind, opgemaakt in New York op 25 mei 2000.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Ramon, verslaggever, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Onze verbintenis om de rechten van elk kind te eerbiedigen, moeten we elke dag opnieuw bevestigen.
Dank zij het decreet op het Kinderrechtencommissariaat en dankzij de kindeffectrapporteringen is het debat over de kinderrechten trouwens structureel ingebouwd in de werking van het Vlaams Parlement. Naar aanleiding van VN-wereldtop van vorig jaar rond kinderrechten en van het parlementair forum dat gelijktijdig werd georganiseerd, is gebleken dat het Vlaams Parlement een voorbeeldrol speelt waar het de opvolging van de kinderrechten betreft.
Bij de eerste conferentie in Stockholm en bij de conferentie van vorig jaar in Yokohama had Vlaanderen zijn voorsprong blijkbaar verloren. Nochtans moeten we een voortrekkersrol blijven spelen, ook in de internationale strijd tegen de seksuele exploitatie. We moeten niet alleen de verbintenissen naleven die we zijn aangegaan naar aanleiding van de wereldtop van vorig jaar, we moeten ook reageren op de opmerkingen en de aanbevelingen van het Comité voor de Rechten van het Kind. Het misbruik van kinderen moet maximaal worden bestreden.
Het facultatief protocol streeft naar een bestrijding van het seksueel misbruik van kinderen voor commerciële doeleinden. De landen die dit protocol ondertekenen, verbinden zich ertoe deze bepalingen op te nemen in hun strafwetten, inclusief de extraterritorialiteit.
Het Vlaams Parlement is moet dit protocol goedkeuren en - gezien haar bevoegdheden- ook de betrokken artikelen implementeren.
De minister stelde dat de commissie voor Buitenlandse Aangelegenheden niet de meest geschikte plaats is om het debat te voeren en verwees vooral naar de commissie voor Welzijn en Gezondheid en naar de commissie voor Onderwijs.
Bij de bespreking van het jaarverslag van de regering en van het Kinderrechtencommissariaat zijn we niet veel meer te weten gekomen over de implementatie van de verplichtingen van het protocol. Het is wel duidelijk geworden dat de coördinatie moet gebeuren op het federale niveau. Dit facultatieve protocol werd bij mijn weten echter nog niet goedgekeurd op het federale niveau.
Het is jammer dat de nationale commissie voor de Rechten van het Kind, die moet instaan voor de coördinatie van de implementatie van dit protocol, nog niet werd opgericht. Minister Vogels zou trouwens beloofd hebben om onverwijld over te gaan tot het bijeenroepen van een werkgroep op Vlaams niveau, waarin ook het Vlaams Parlement en het kinderrechtencommissariaat hun plaats zouden krijgen. Welke timing stelt de minister hier voorop?
De tijd dringt. Tegen eind 2003 moet er een Belgisch actieplan opgesteld worden om de inhoud van dit protocol te implementeren. Binnen de twee jaar na de inwerkingtreding van het protocol moet de Belgische overheid ook duidelijk maken hoe de inhoud van het protocol zal worden geïmplementeerd in de Belgische wetgeving. En begin 2004 moet worden begonnen met de procedure van de vijfjaarlijkse verslaggeving over de implementatie van het protocol.
Het gerucht doet de ronde dat de Belgische overheid met het oog op de komende verkiezingen wil vragen of de verslagprocedure kan worden uitgesteld. Bovendien zou er niet langer sprake zijn van een Belgisch actieplan, maar van een regionaal en dus in UNO-termen Europees plan. Kan de minister deze geruchten ontkrachten en de federale overheid op haar plichten wijzen? Het gaat hier duidelijk om Vlaamse bevoegdheden. Voor de opmaak van de begroting 2004 moeten we al een concreet plan opstellen om de inhoud van dit protocol in de praktijk te brengen, zodat hiervoor de nodige middelen kunnen worden uitgetrokken.
Ik reken op het engagement van de minister om werk te maken van een voortdurende sensibilisatie inzake het respectvol omgaan met kinderen. Wij zullen het ontwerp van decreet houdende instemming met het facultatief protocol volmondig goedkeuren. De minister kan alvast op onze medewerking rekenen. (Applaus)
Het Vlaams Blok zal dit ontwerp van decreet steunen. De doelstellingen ervan worden door iedereen in dit parlement onderschreven. Het is betreurenswaardig dat het in 2003 nog nodig is aandacht te besteden aan deze tragische problematiek. Het is absoluut noodzakelijk een definitieve halt toe te roepen aan het misbruik en de uitbuiting van kinderen.
Dit geldt ook voor ons land. Het Dutroux-dossier, waarin de rechter tot groot onbegrip van de publieke opinie nog geen uitspraak heeft kunnen doen, toont aan dat kindermisbruik en kinderprostitutie ook hier voorkomen. Vlaanderen kan op dit vlak een voortrekkersrol spelen door een duidelijk actieplan op te stellen, zoals bepaald in dit protocol. Toch heeft het Vlaams Blok enkele bedenkingen bij dit ontwerp van decreet.
Het facultatieve protocol heeft zowel betrekking op bevoegdheden van de federale overheid als van de gemeenschappen. Het is jammer dat Vlaanderen niet zelfstandig kan optreden, aangezien de meeste bevoegdheden federaal zijn. Het sterkt ons alleen in ons streven naar een volledig onafhankelijk Vlaanderen. Er bestaat evenmin duidelijkheid over het overleg met de federale instanties.
Op 5 oktober 2001 heeft de Vlaamse regering zich geëngageerd om dit facultatief protocol bij prioriteit aanhangig te maken bij het Vlaams Parlement, dit om tot ratificatie te kunnen overgaan. Waarom staat dit ontwerp van decreet dan nu pas op de agenda van het Vlaams Parlement?
Dit ontwerp van decreet heeft een aantal belangrijke gevolgen binnen de bevoegdheid Welzijn. Het is daarom jammer dat het niet werd besproken in de commissie voor Welzijn, maar in de commissie voor Buitenlandse Zaken. En wat is trouwens de rol van de minister van Onderwijs? Het blijft gissen op welke wijze dit decreet op de verschillende domeinen zal worden toegepast.
De bevoegdheden van Vlaanderen zijn helaas beperkt, maar natuurlijk niet volledig onbestaande. Zo kan Vlaanderen wel maatregelen nemen op het vlak van de bescherming van onze kinderen tegen geweld en pornografie in de media. Ik wijs op het angstaanjagende probleem van kinderpornografie en kinderprostitutie op het Internet. De cijfers zijn onthutsend. Zo ontving de federale politie in 2001 maar liefst 12.000 klachten over kinderporno. De wettelijke bepalingen ontmoedigen de producenten van kinderporno duidelijk niet. Dagelijks komen er nieuwe sites bij, terwijl de politie niet over de middelen beschikt om hier daadwerkelijk tegen op te treden.
Ik roep iedereen op om de grootst mogelijke inspanningen te leveren en er bij de federale overheid op aan te dringen om daadwerkelijk iets te ondernemen tegen deze vormen van kindermisbruik. (Applaus bij het VB)
Vlaanderen neemt het voortouw bij de ratificatie van dit facultatief protocol. Goedkeuren is eenvoudig, maar uitvoeren niet. Bij het verslag van 2002-2003 over de kinderrechten zullen we de implementatie en de resultaten van dit protocol reeds behandeld worden.
Vlaanderen zal ook aandringen om een werkgroep met de federale overheid op te richten voor de uitvoering van het protocol en de uitvoering van de afspraken van de kinderrechtenconferentie van New York. Het is mij niet bekend dat het federale niveau een en ander op de lange baan wil schuiven.
Vlaanderen zal een actieplan opstellen. Dat zal niet vertraagd worden door de onenigheid over de oprichting en de taken van een speciale commissie. De interministeriële conferentie over kinderen bestaat en kan een werkgroep oprichten om de werkzaamheden van de verschillende overheden te coördineren. Vlaanderen zal dus een voortrekkersrol spelen in deze materie.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende instemming met het facultatief protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het verdrag inzake de rechten van het kind, opgemaakt in New York op 25 mei 2000.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.