Verslag plenaire vergadering
Verslag
VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Problematiek van de weekendverblijven
Bespreking
Aan de orde is het voorstel van resolutie van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heer Lauwers betreffende de problematiek van de weekendverblijven.
De bespreking is geopend.
, verslaggever : Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
Ik wil hier wel het woord voeren namens mijn fractie.
Vandaag wordt ons een resolutie ter stemming voorgelegd die beweert een oplossing te beiden voor de problematiek van de weekendverblijven. Wij juichen toe dat er naar oplossingen wordt gezocht. Het parlement heeft echter lang moeten wachten op een beleidsplan.
De resolutie laat een aantal cruciale vragen onbeantwoord. Een eerste vraag betreft de verhouding tussen het beleidsplan en de resolutie. Ik heb de indruk dat de indieners van de resolutie, die tot de meerderheid behoren, het nodig vonden het beleidsplan wat bij te spijkeren.
In de resolutie wordt een nieuw onderscheid ingevoerd tussen harde en zachte bestemmingszones. De betekenis van deze termen blijft echter onduidelijk. De dossiers zullen volgens de minister geval per geval moeten beoordeeld worden, wat de rechtsonzekerheid zal bestendigen. Deze werkwijze maskeert de onenigheid binnen de meerderheid.
In de commissie beweerden sommigen dat tachtig procent van de weekendhuisjes in kwetsbare gebieden liggen, terwijl de minister het omgekeerde beweerde. Er zijn dus geen duidelijke cijfers.
In het beleidsplan van de minister speelt de provincie ene belangrijke rol. De resolutie spreekt alleen over de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.
In de resolutie worden nieuwe data ingevoerd waarover het plan niet spreekt.
Wij wensen ons alleen uit te spreken over een beleidsplan en een resolutie die met elkaar in overeenstemming zijn gebracht. Daarbovenop wordt dan nog een nieuw decreet aangekondigd.
Het is duidelijk dat er niet voor alle weekendverblijven een planologische oplossing komt. Zeker in de kwetsbare gebieden is de vaagheid troef. Door een verordening wordt in sommige gevallen een regularisatie mogelijk, maar de voorwaarden zijn streng en de permanent bewoonde weekendverblijven vallen uit de boot.
De planologische oplossingen zullen verankerd moeten worden in een gemeentelijk structuurplan en kunnen dan via een GRUP (Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan) worden uitgevoerd. Dan moeten de provincie en het Vlaams Gewest hun goedkeuring geven.
Daarnaast zal het gewest speciale zones woongebied met recreatief karakter afbakenen. Hoeveel dergelijke zones bestaan er op dit ogenblik al?
Wanneer gemeenten oordelen dat permanente bewoning zou moeten kunnen, worden deze woningen afgetrokken van het contingent nieuwe woningen. Vroeger had de minister nochtans de bedoeling de quota provinciaal te bekijken. Anders zouden veel gemeenten immers geen enkele verdere ontwikkelingsmogelijkheid meer hebben. Nu stelt de minister dat zulks nooit de bedoeling is geweest.
Ik ben ook ongerust omdat het plan geen garantie biedt voor een vervangwoning voor diegenen die hun woning moeten verlaten. Het beleidsplan schuift het probleem door binnen de Vlaamse regering en naar de gemeenten.
Het blijft een open vraag hoeveel middelen hiervoor zullen worden vrijgemaakt, welke stappen moeten worden doorlopen en vanaf wanneer de oplossing operationeel wordt.
De resolutie voorziet in een handhavingsbeleid met twee snelheden. De eigenaars waarvoor de gemeente een cluster afbakent, worden gedoogd. Voor de anderen moet een PV worden opgemaakt. De Vlaamse regering zal uitmaken wie beboet wordt en wie niet. Dat kan niet in een rechtstaat.
Dit voorstel van resolutie bedreigt de meerderheid van de weekendverblijven met afbraak. Alleen voor bestaande clusters van weekendverblijven in niet-kwetsbare gebieden wordt een planologische oplossing in het vooruitzicht gesteld. Voor een beperkt aantal andere clusters zou ook in kwetsbare gebieden een oplossing mogelijk zijn, mits ruimtelijke compensaties. Voor vele bewoners van weekendverblijven in bosgebieden, valleigebieden en natuurgebieden wordt geen ander alternatief geboden dan de afbraak. Hetzelfde geldt weekendhuisjes die afgelegen zijn of in te kleine clusters liggen.
Na vier jaar paars-groen beleid is er dus nog geen concreet perspectief voor een integrale oplossing. Nochtans erkent de regering dat de overheid mee verantwoordelijk is voor het ontstaan van deze situatie. Indien de meerderheid op korte termijn geen voorstel van decreet neerlegt, zal de CD&V-fractie zelf een wetgevend initiatief nemen. (Applaus bij CD&V)
Het voorstel van resolutie betreffende de problematiek van de weekendverblijven is een voorzichtige stap in de goede richting : sommige eigenaars van een weekendverblijf krijgen een beetje zekerheid aangeboden. In het verleden hebben de lokale besturen en de Vlaamse overheid immers een laks gedoogbeleid gevoerd.
Een groot aantal weekendverblijven wordt permanent bewoond door mensen die het niet zo ruim hebben of door personen die de rust opzoeken om van hun pensioen te genieten. Het is alvast positief dat de gemeenten mee moeten werken aan de opmaak van de inventarissen.
De rechtszekerheid zal echter slechts voor enkelen zijn. Het voorstel van resolutie bepaalt dat het aangewezen kan zijn om in kwetsbare gebieden voor een beperkt aantal clusters die verplicht moeten aansluiten bij het woongebied, een oplossing te bieden, dit op voorwaarde dat er een compensatie wordt gerealiseerd tussen de harde en de zachte beschermingszones. Alleenstaande weekendverblijven vallen dus altijd uit de boot.
Het uitdovende woonbeleid is slechts een pleister op de wonde. Maar pas op : dit uitdovende woonrecht impliceert dat de bewoner zowel op eigen initiatief als op initiatief van de overheid kan worden geherlokaliseerd. De permanente bewoning is de laatste jaren inderdaad gestegen, over de oorzaken daarvan zullen we het niet meer hebben. Maar waarom kunnen we deze mensen niet gewoon gerust laten?
Het is ook nog steeds wachten op een duidelijke omschrijving van de begrippen 'harde en zachte bestemmingszone in kwetsbaar gebied' en 'ruimtelijke draagkracht'.
Voor deze regering behoort een planologische oplossing voor de weekendverblijven in kwetsbare gebieden in elk geval niet tot de mogelijkheden, al zei VLD'er Lachaert op het colloquium van het Nationaal Comité voor Weekendverblijven in 1999 iets heel anders. Over een verjaringstermijn wordt in dit voorstel van resolutie ook met geen woord gerept. De leden van de meerderheid wachten waarschijnlijk op de verkiezingen om hierover ronkende verklaringen af te leggen.
Onder druk van het Vlaams Blok hebben de meerderheidspartijen toegevingen gedaan aan eigenaars van een weekendverblijf. Sommigen komen in aanmerking voor een regularisatie, anderen vallen uit de boot. De laatsten zullen aanspraak kunnen maken op een uitdoofbeleid, tot zij worden geherlokaliseerd. Dit voorstel van resolutie is een kleine stap in de goede richting, maar voldoet niet en bevat heel wat hiaten. Het Vlaams Blok zal zich daarom onthouden. (Applaus bij het VB)
Natuurlijk biedt het voorstel van resolutie betreffende de problematiek van de weekendverblijven geen modeloplossing voor het historische en complexe probleem dat zich concentreert in enkele gemeenten. Uit de hoorzittingen met het departement Huisvesting, natuurverenigingen en de VVSG werd duidelijk dat het hier om een sociaal probleem gaat dat zich uit als een ruimtelijk probleem. De milieuverenigingen wezen op de nood aan een sociaal begeleidingsplan, terwijl de VVSG erop wees dat het aanbieden van een woning en sociale begeleiding aan de vaste bewoners van weekendverblijven een hefboom kan zijn om hun kansarmoede te doorbreken.
Wat de harde en zachte bestemmingszones in kwetsbare gebieden betreft, kunnen weekendverblijven in kwetsbare gebieden in aanmerking komen voor regularisatie als zij aansluiten bij bewoonde kernen. De meerderheid is zich intussen bewust van de sociale problemen die aan de oorsprong van deze situatie liggen en zal ook op dit vlak de nodige initiatieven nemen. (Applaus bij de VLd, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Uit de uiteenzetting van de VVSG werd duidelijk dat de OCMW's, gemeenten, socialehuisvestingskantoren en de socialeverhuurkantoren niet kunnen garanderen dat zij deze gezinnen een sociale begeleiding kunnen aanbieden. Waar in het voorstel van resolutie werd deze garantie ingebouwd? Welke initiatieven zal de Vlaamse regering nemen?
De meerderheid heeft er zich toe geëngageerd om ondersteuningsmaatregelen uit te werken. Concreter kan ik daarover nog niet zijn.
CD&V is niet geplaatst om zoveel kritiek te spuien, deze regering is de eerste die de problemen planmatig probeert aan te pakken met een coherent beleidsplan. De regering is zich ervan bewust dat deze problematiek een integrale aanpak vereist, waarbij zowel het Vlaams Gewest, de provincies als de gemeenten moeten worden betrokken. Eerst moet een planologisch onderzoek worden uitgevoerd, waarna een sociaal, humaan en aanvaardbaar beleid kan worden uitgewerkt. Ik verwijs naar het debat dat morgen zal plaatsvinden in commissie over de wateroverlast : veel weekendverblijven bevinden zich net in zones die kampen met wateroverlast.
Minister Van Mechelen maakt nu toch al geruime tijd deel uit van deze regering, zodat zijn verwijzingen naar het verleden en zijn verwijten aan het adres van CD&V steeds holler klinken.
De laatste 30 jaar zijn ook liberalen als socialisten lid van de regering geweest. Het gaat dus om een gedeelde verantwoordelijkheid.
Deze regering heeft geen vooruitgang geboekt in de ruimtelijke ordening en zeker niet op het vlak van de weekendverblijven. Dit voorstel heeft gewoon de tekst van een resolutie van mei 2000 overgenomen.
Er zijn geen budgetten, geen tijdsplan en geen concrete maatregelen voor de zogenaamde integrale aanpak. In juli 2002 zei de minister dat de bewoners een vervangwoning zouden krijgen. Nu vindt hij dat ze zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Hij tracht tijd te winnen tot het einde van de regeerperiode. Anderen zullen dan de rekening gepresenteerd krijgen.
Enkel maatwerk en een integrale aanpak kunnen oplossingen bieden. Omdat onder meer de provincie Antwerpen geen haast maakt bij het inventariseren, moeten we ons baseren op cijfers van 1974. Nu is echter de eerste stap gezet. Men kan het probleem niet op korte termijn oplossen.
Het betreft inderdaad een zeer complex porbleem. Het voorstel van resolutie biedt een evenwichtige oplossing dat tegemoet komt aan de verzuchtingen van de eigenaars en de gemeenten. Zij die het niet zo nauw namen, komen er redelijk goedkoop vanaf, hoewel ze een deel van de verantwoordelijkheid moeten nemen. Meer toegeven zou nieuwe discriminaties veroorzaken.
Er worden een aantal hindernissen voor het opmaken van plannen weggenomen. Weekendverblijven die al voor 1991 bewoond waren, worden niet in de ruimtebalans opgenomen. Mits er een compensatie is, is een planologische oplossing ook in kwetsbare gebieden mogelijk. Door de mogelijkheid van een opschorting van een uitspraak tot afbraak komt er een uitdovingsbeleid. Dat is echter geen recht.
Op deze manier willen we de gevolgen van het gedoogbeleid definitief compenseren. De gemeenten krijgen de kans hun fouten recht te zetten. De bewoners krijgen de kans zich in regel te stellen. We zijn daarenboven mild voor zonevreemde bewoners die geen billijk alternatief hebben.
Dit voorstel getuigt van een grootscheepse humane en ruimtelijk verantwoorde aanpak. Het afwijzen is kiezen voor de anti-politiek. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Ik sluit me aan bij de vorige spreker. Alle standpunten zijn voldoende duidelijk.
De bespreking is gesloten.
We zullen straks om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.