Verslag plenaire vergadering
Verslag
Ritsen in het verkeer
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Decaluwe tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, over ritsen in het verkeer.
Iedereen weet intussen wat ritsen is.
Al wie de verkeersproblematiek volgt is overtuigd van het nut van de sensibilisering rond ritsen. Intussen zijn er ook verkeersborden en elektronische informatieborden die de situaties aankondigen waarin de weggebruiker zou moeten ritsen. De bevolking gaat er daarom vanuit dat er hiervoor ook een wettelijke basis bestaat.
In gerechtelijke uitspraken worden de bestuurders echter in het ongelijk gesteld vanwege het ritsen. Daardoor krijgt deze sensibiliseringscampagne een grote knauw.
In het buitenland is bovendien gebleken dat het niet evident is het ritsen wettelijk te regelen. Bovendien is dit bij ons een federale aangelegenheid.
Hoe wil de minister zorgen voor meer rechtszekerheid?
Ritsen is belangrijk om de verkeersdoorstroming te verbeteren. Het betreft hier echter geen verplichting, wel een kwestie van hoffelijkheid en van veiligheid.
Ritsen komt ook niet voor op een verkeersbord. De verkeersborden behoren trouwens tot de bevoegdheid van de federale overheid.
Bij elke campagne moet duidelijk worden gemaakt dat er geen wettelijke basis is. Het afstaan van het voorrangsrecht kan moeilijk wettelijk onderbouwd worden. In Nederland is men er alvast niet in geslaagd. Wie invoegt, voert een maneuver uit en kan dus strafbaar worden gesteld wanneer er iets fout loopt. Tot nog toe is dat gebleken uit één gerechtelijke uitspraak, maar ooit kan dat opnieuw gebeuren.
Dat betekent echter niet dat we deze hoffelijkheidscampagnes moeten stopzetten.
Het incident is gesloten.