Verslag plenaire vergadering
Verslag
Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007
Bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het voorstel van resolutie van de heren Malcorps, Maes en Lachaert betreffende aanbevelingen in verband met het ontwerp van uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007.
De bespreking is geopend.
Voor de gedetailleerde bespreking verwijs ik naar het verslag van de hoorzittingen en de gedachtewisseling over het ontwerp van uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003-2007.
Het ontwerp werd zeer grondig besproken in de commissie. Op 18 september kreeg de commissie een toelichting bij het plan door minister Dua. Er werden hoorzittingen georganiseerd met de VVSG, de VVP, de BBL, de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer, de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen, Isvag, FOST Plus en Regionale Milieuzorg. Het ontwerp werd in de commissie besproken op 3, 17 en 24 oktober. Van 5 augustus tot 4 oktober lag het ontwerp van uitvoeringsplan ook ter inzage van de bevolking.
Volgens minister Dua zijn de uitgangspunten afval voorkomen en minder restafval produceren. Voorts moet er werk worden gemaakt van een duurzaam afvalbeleid. Ze vroeg ook aandacht voor de afschaffing van de forfaitaire gemeentelijke afvalbelasting en voor de organiserende en coördinerende rol van de provincies. De gemeenten moeten verantwoordelijk blijven voor ophaling en selectieve inzameling.
OVAM lichtte doelstellingen en procedure toe. De milieudoelstellingen moeten gehaald worden, maar dat moet betaalbaar blijven. Het principe dat de vervuiler betaalt blijft, maar ook van de producenten wordt een inspanning gevraagd. Het restafval moet in Vlaanderen blijven en verbrand worden in plaats van gestort.
De VVSG merkte op dat men voorop loopt op het kerntakendebat en wil afvalverwerking in handen van de gemeenten houden. De VVSG zal meezoeken naar een nieuwe inkomensgerelateerde belasting.
De VVP wil een bindende rolverdeling. Inzameling en preventie zijn de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Coördinatie en organisatie van de eindverwerking van de provincies.
De BBL stelt preventie voorop, wil dat tarifering regulerend en sociaal rechtvaardig wordt en wil meer kansen geven aan de best beschikbare technieken. Febem verwerpt een belangrijker rol voor de provincies en wil de publieke en de private sector aan dezelfde wetten onderwerpen. IOK en Isvag hadden vragen over de rol van de provincies.
FOST Plus vindt niet dat vooral de verpakkingen moeten worden aangepakt omdat dat financieel onhaalbaar is. Regionale Milieuzorg gaat akkoord met de principes.
De VLD maakt bedenkingen bij de wetenschappelijke onderbouw en wil niet voorop lopen op het kerntakendebat. Het afvalbeleid moet in handen van de overheid blijven. Ten slotte wil de heer Wille de afvalcyclus financieel transparant houden.
De heer Bex wil duidelijkheid over de bestemming van het afval. Sp·a beschouwt preventie en sensiblisering als gemeentelijke opdrachten. De afvalheffingen moeten inkomensgerelateerd worden. Afvalzakken mogen niet te duur zijn. De provincie heeft een sturende en coördinerende rol binnen de verwerking. CD&V stelt dat het afvalstoffenplan ingaat tegen duurzame ontwikkeling, en wil het kerntakendebat afwachten.
Het Vlaams Blok vindt dat de provincies geen coördinerende of organiserende rol moeten vervullen en wil de inbreng van cosumenten en producenten verhogen. Agalev, ten slotte, maakt bedenkingen bij de ladder van Lansink en het heffingenbeleid. De heer Malcorps wijst op de producentenverantwoordelijkheid en ziet het nut in van een verstrengde coördinatie van de provincie. Een forfaitaire huisvuilbeslating is niet het beste systeem.
Minister Dua antwoordt dat de provincies een belangrijke rol kunnen spelen in de financiering en de taakverdeling. Zij blijft erbij dat de vaste kosten met algemene middelen gefinancierd moeten worden en dat de kosten voor de burger niet mogen toenemen. De provincies vervullen een coördinerende rol.
Op 24 oktober wordt de behandeling van het ontwerp van uitvoeringsplan stopgezet in afwachting van de voorstellen van resolutie. Het ontwerp van uitvoeringsplan, dat heel wat commotie heeft teweeggebracht, werd dus grondig besproken. Ik veronderstel dat iedereen net zoals ik werd aangesproken door ettelijke gemeentelijke en provinciale mandatarissen.
Ik protesteer tegen de directe behandeling in de plenaire vergadering van zo'n omvattend voorstel van resolutie.
De commissie voor Leefmilieu heeft dat zo afgesproken.
Iedere mandataris is geïnteresseerd en de visies zijn heel uiteenlopend. Iedereen gaat akkoord met de rol van de gemeenten in preventie, sensiblisering en inzameling, en met de belangrijke rol van de overheid in de afvalsector. Ten slotte verzet niemand zich tegen de afschaffing van de forfaitaire huisvuiltaks en een belangrijker rol voor de provincies.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Dit belangrijke debat werd op verschillende niveaus tegelijk gevoerd. Er was het openbare onderzoek, het kerntakendebat, regeringsoverleg, en de discussie in de commissie voor Leefmilieu dat na overleg binnen de meerderheid tot een voorstel van resolutie heeft geleid. Op die manier geven we aan dat het Parlement het voortouw moet nemen.
In het voorstel van resolutie leggen we de nadruk op de ladder van Lansink, wijzen we de producenten op hun verantwoordelijkheid en stellen we dat de MBO's de aanvaardingsplicht niet mogen afzwakken. Meteen geven we aan dat de discussie over de principes achter de MBO's heropend dient te worden. Het voorstel van resolutie bevat eveneens afspraken met FOST Plus over de producentenverantwoordelijkheid.
Voorts is iedereen het erover eens dat afvalheffingen op de input vervangen moeten worden door heffingen op de output, namelijk op de emissies en residu's. Op die manier kunnen we een keuze maken tussen de verschillende verwerkingswijzen.
De forfaitaire huisvuilbelasting moet tegen 2007 afgeschaft worden, maar in ons voorstel van resolutie voegen we daaraan toe dat alle forfaitaire belastingen aan herziening toe zijn.
Voor de vaste kosten moet er een grotere inbreng zijn van de lokale besturen, eventueel langs de provincies. Agalev vindt het logischer om rechtstreeks samen te werken met het Vlaams Gewest.
Wat de variabele kosten betreft, is het principe dat de vervuiler betaalt, het uitgangspunt. We pleiten voor een zo algemeen mogelijk diftarmodel. Een aantal vuilzakken moet om sociale redenen gratis zijn. De gemeentelijke autonomie mag echter niet aangetast worden.
De Vlaamse regering moet erop toezien dat principe van de zelfvoorziening en het nabijheidbeginsel gerespecteerd worden. Te veel afval wordt ongecontroleerd geëxporteerd.
Het afvalbeleid moet in handen blijven van de overheid. Dat is een vingerwijzing voor de gemeenten die beheers- en beleidstaken willen privatiseren. In het voorstel vragen we een evaluatie over de taakverdeling in de planperiode. De provincies moeten een coördinerende rol krijgen. Daarom moet het afvalstoffendecreet aangepast worden. We willen een provinciaal overlegplatform met gemeenten, provincies en intercommunales. De gemeenten en intercommunales kunnen bij de minister beroep aantekenen tegen provinciale beslissingen.
De rol van de provincies blijft onduidelijk. In het voorstel van resolutie staat dat het decreet voor het zomerreces aangepast moet worden. Het uitvoeringsplan treedt echter eerder in werking.
We kunnen de discussie over de kerntaken vandaag niet afronden. In het voorstel van resolutie kiezen we duidelijk voor een aanpassing van actie 3 van het afvalstoffenplan. We willen de coördinerende rol van de provincies versterken, zoveel mogelijk overleg met gemeenten en intercommunales en een beroepsmogelijkheid bij de minister. In de planperiode mag er niets veranderen aan de eigendom en het beheer van de afvalverwerkingsinstallatie.
Kortom, we zijn het grotendeels eens met het afvalstoffenplan, maar willen bijsturing op een aantal essentiële punten. (Applaus bij de VLD, sp·a, en AGALEV)
Besprekingen op verschillende beleidsniveaus hinderen duidelijkheid. Het is bevreemdend om na de zomer vast te stellen dat een en ander aangepast is.
Het voorgaande plan was een succes. Vlaanderen is op gebied van de selectieve inzameling een koploper in Europa. Desondanks zijn verbeteringen mogelijk. De hoeveelheid ingezameld afval stijgt, maar de totale afvalberg eveneens. Beter en meer ecologische verwerking betekent nog steeds ingrijpen aan het einde van de ketting.
Er zijn tekorten op gebied van onder meer de afvalpreventie, de aanvaardingsplicht, het vervuiler-betaaltprincipe en de optimale verwerking. Er zijn ook onduidelijkheden over de financiering en de taakverdeling bij ophaling en verwerking.
Daarover formuleren we een aantal aanbevelingen in het voorstel. Ik zal twee thema's toelichten. De regulerende heffing heeft ervoor gezorgd dat het restafval vermindert en de recyclage stijgt. Steeds meer gemeenten vervangen de forfaitaire huisvuilbelasting door dergelijke heffing. Naarmate de doelstellingen echter bereikt worden, dalen de opbrengsten. Als de totale afvalberg niet vermindert, kan dat gevolgen hebben voor de financiering. Ik pleit daarom voor een grondige evaluatie alvorens de forfaitaire belasting af te schaffen.
Bij de vaste kosten kan het principe dat de vervuiler betaalt ertoe leiden dat men voorbijgaat aan de milieuaspecten. Als men denkt dat een en ander gratis is, zal men niet meer op een ecologische wijze met afval omgaan. Op termijn kan men ook vragen stellen bij de sociale rechtvaardigheid.
Het is duidelijk dat de provincies een belangrijke rol willen spelen bij de ophaling en de verwerking van het huishoudelijk afval. De discussie hieromtrent wordt gevoerd in het kader van het kerntakendebat. De gemeenten hebben echter altijd al een belangrijke rol gespeeld bij het vervoer en de verwerking van huishoudelijk afval. Indien men wil slagen met het afvalstoffenplan, zullen zij een cruciale rol moeten kunnen blijven spelen. We zijn niet gekant tegen een coördinerende rol van de provincies, op voorwaarde dat die een meerwaarde biedt. De provincies kunnen enkel optreden indien de ander actoren in gebreke blijven.
Bij het wetsontwerp op de ecotaksen en de ecoboni wordt het stelsel van vrijstelling van ecotaksen op basis van opgehaalde drankverpakkingen omgevormd tot een stelsel van vrijstellingen op basis van percentages van gerecycleerde vezels. Voor de meeste drankverpakkingen gaat het hierbij om 50 procent. De behaalde resultaten van FOST Plus mogen echter niet gehypotheceerd worden door dit nieuwe stelsel. Ernstige afspraken met het Vlaamse Gewest zijn dus zeker op hun plaats. (Applaus)
Het voorstel van resolutie bevat heel wat positieve elementen maar ook een aantal onvolkomen definities en tegenstrijdigheden. Onze fractie kan in grote mate achter het voorstel scharen.
Vooreerst zijn wij tevreden over de verfijning van de ladder van Lansink. Het verheugt ons dat aan de voorbewerkingssystemen het stomen is toegevoegd. Het aspect van de verbranding wordt echter te weinig gespecificieerd. Er wordt te weinig onderscheid gemaakt tussen hoog en laagkalorisch en tussen verbranding met en zonder energierecuperatie.
De definitie over kringloopcentra is ook onvolkomen. Kringloopcentra moeten zich immers niet met afvalpreventie maar met het hergebruik van producten bezighouden.
Mijn fractie is ook tevreden dat het internaliseringsprincipe is opgenomen. Terwijl dat volgens het zomerakkoord de leidraad zou worden van het toekomstige Vlaamse afvalbeleid, is daar in de plannen voor de komende 5 jaar weinig van terug te vinden. In het afvalstoffenplan spreekt men ook te vaak over verschillende soorten afval en afvalproducenten. Afval is afval en een producent is een producent. Men kan hierin geen onderscheid maken. Kosten voor de verwerking van afval mogen nooit door de producent afgewend worden op gemeente.
Het Vlaamse afvalstoffenplan wordt in sterke mate gehypothekeerd door het feit dat Vlaanderen niet bevoegd is voor de uitwerking van een eigen prijs- en preventiebeleid. Bij de volgende staatshervorming moet dit onderwerp dan ook zeker ter tafel komen.
Verder moeten op termijn alle afvalstromen ressorteren onder een aanvaardingsplicht. Enkel op deze manier kan het internaliseringsprincipe correct worden toegepast.
Alles met een groen label moet bij het PMD-afval terecht kunnen. In afwachting dat er degelijke, gesofisticeerde sorteertechnieken worden uitgewerkt, moeten de gemeenten betaald worden met de gelden die via het FOST Plus-systeem ingezameld worden.
Wij zijn ook voorstander van de stoomtechniek. Het verheugt ons dat het VITO zal onderzoeken in hoeverre deze techniek verder kan toegepast worden.
Het debat rond de heffingen is nog lang niet af en moet gekoppeld worden aan de milieudoelstellingen.
Ik geen voorstander van gesofisticeerde diftarsystemen. Dit systeem kan enkel dienen om bepaalde afvalstromen in containerparken in beeld brengen. In alle ander gevallen is het overbodig. De invoering van diftar komt immers neer op de creatie van een nieuwe forfaitaire belasting.
Mijn fractie heeft zich niet gemengd in het debat over de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenten en de provincies. De taken die uitgevoerd worden door privémaatschappijen zullen in ieder geval toenemen. Essentieel is dat de overheid zorgt voor degelijke regels rond afvalverwerking,- ophaling en -sortering.
Vlaanderen behoort tot de koplopers inzake selectieve inzameling. In het afvalstoffenplan komt men echter niet te weten wat er met al die geselecteerde afvalstoffen gebeurt. De door mij gestelde vragen werden nog niet beantwoord. Ik vrees dan ook dat er nog steeds te veel verbrand wordt. (Applaus)
Preventie is inderdaad het belangrijkste. Tot nu toe is dit echter een federale materie. Naar aanleiding van het decreet rond de verpakkingen zijn de gewesten al rond de tafel gaan zitten met de producenten. Heel wat milieubeleidsovreeenkomsten zijn trouwens al intergewestelijk en bevatten al een aantal preventie-elementen. In feite is het confederale gegeven hier dus al ingebouwd.
Op het ontwerp van uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007 komen heel wat positieve reacties : het is overzichtelijk, formuleert goede plandoelstellingen en strategieën, besteedt aandacht aan een duurzaam afvalbeheer en sluit perfect aan op het vorige plan. Tijdens het openbaar onderzoek, de commissiebesprekingen en het maatschappelijk debat hebben de discussies over het uitvoeringsplan zich echter verengd tot de items forfaitaire belastingen en provinciale structuur. Vooral op actie drie, de herverdeling van de taken tussen gemeenten en provincies, komt heel wat reactie.
Het Vlaamse afvalbeleid behoort tot de beste in Europa. De restfractie is sterk teruggedrongen door selectieve inzameling. Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren een creatief beleid gevoerd inzake preventie en sensibilisering, een beleid dat vruchten heeft afgeworpen. Deze taken moeten daarom aan de gemeenten toegewezen blijven en er moet bovendien een financiële stimulans zijn om actief aan preventie te werken. We willen blijven voortwerken aan de kringloopcentra door het stimuleren van hun drievoudige functie, terwijl ook de inzameling een gemeentelijke bevoegdheid moet blijven.
De gemeenten kunnen de inzameling en verwerking niet langer alleen de baas, met een sluipende privatisering als gevolg. De Vlaamse regering zei daarover in het zomerakkoord dat het Vlaams Gewest het beleid moet sturen, dat de provincie de eindverwerking moet organiseren en coördineren en dat de gemeente moet sensibiliseren en zorgen voor de omhaling en inzameling. Sp·a is het daar volledig mee eens.
Over de invulling van de taak van de provincie is intussen de nodige verwarring gerezen. De vage termen uit het zomerakkoord moeten daarom worden gespecificeerd. Onder coördinatie versta ik een bindende sturing, die in bepaalde gevallen verder kan gaan, uiteraard steeds binnen het algemene kader dat door het gewest werd uitgetekend. De provincie moet intussen een kader scheppen om een betere capaciteitsplanning van de eindverwerking te realiseren met het oog op de maximalisatie van preventie en recuperatie en een ecologisch en sociaal-economisch verantwoorde mobiliteitsplanning voor afvalstromen. Een beter beheer van de gemeenschapsgelden moet hiervan het resultaat zijn. De provincie blijft ook instaan voor het verlenen van vergunningen. Sp·a vraagt een versteviging van de coördinerende rol van de provincies voor het zomerreces van 2003.
- De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Daarnaast moet de bevolking verlost worden van de te dure zakkenprijs en de forfaitaire afvalheffing. De afvalkosten moeten uit de algemene middelen komen, omdat die geïnd zijn op basis van inkomsten. Natuurlijk mag wel een bepaalde zakkenprijs worden gevraagd om preventie en selectieve inzameling te stimuleren.
Het Vlaams Gewest is bevoegd om de provincies te machtigen opcentiemen te heffen op de personenbelasting, aangezien het gewest exclusief bevoegd is voor de algemene financiering van de gemeenten, agglomeraties en provincies. De gewesten beschikken daarenboven over zogenaamde impliciete bevoegdheden. Sp·a gaat er van uit dat het mogelijk is om de voorstellen tegen het einde van de planperiode in beleid om te zetten.
Deze resolutie is belangrijk. Ik wijs er wel op dat slechts 10 percent van het afval huishoudelijk afval is, en 90 percent bedrijfsafval. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. (Applaus)
Er bestaat nu eensgezindheid over de afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting, maar daar moet natuurlijk wel iets voor in de plaats komen. Voor de vaste kosten kunnen we een beroep doen op het bovengemeentelijke niveau, voor de variabele kosten kunnen we denken aan een hogere zakkenprijs. Daarbij kan wel worden gedacht aan het geven van een aantal gratis zakken.
De kosten voor inzameling en sensibilisering door de gemeenten kunnen inderdaad worden doorgerekend in de zakkenprijs. Het moet ook een stimulans zijn voor de gemeenten om aan afvalpreventie te doen door de mogelijkheid in te schrijven dat personen die minder dan 150 kilo restafval produceren, worden beloond.
De kosten voor de verwerking moeten echter uit de algemene middelen komen. De provincies kunnen daarvoor opcentiemen heffen of er kan worden gedacht aan een andere vorm van belastingen.
De eigenlijke inhoud van het afvalstoffenplan werd inderdaad ondergeschikt gemaakt aan het kerntakendebat en het debat over de financiering. Er bestaat eensgezindheid over de afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting, terwijl het principe dat de vervuiler betaalt, intussen niet uit het oog mag worden verloren.
Het is belangrijk voor een doorsnee Vlaming dat zijn afval wordt afgehaald, dat selectieve inzameling daadwerkelijk tot recyclage leidt en dat hij weet met wie hij over afval kan communiceren. Het uitvoeringsplan heeft intussen als prioriteiten dat afval zoveel mogelijk moet worden vermeden, dat het afvalbeleid goed moet worden georganiseerd en dat dit alles betaalbaar moet blijven voor de burger.
Het is duidelijk dat het Vlaamse beleid op het goede spoor zit. De Vlaamse regering heeft het nieuwe plan nog niet definitief goedgekeurd, omdat een aantal vage termen uit het zomerakkoord waarover heel wat discussies zijn ontstaan, inderdaad nog moeten worden uitgeklaard. Dit voorstel van resolutie zal de Vlaamse regering er alvast toe aanzetten hier nog voor de kerstvakantie werk van te maken.
De aanbevelingen uit het voorstel van resolutie passen alvast in de hoofdlijnen van het afvalstoffenplan. Ik denk onder meer aan de aanbevelingen over de verfijning van de ladder van Lansink, over de productverantwoordelijkheid en de aanvaardingsplicht en over de voortzetting van de moeilijke onderhandelingen met FOST Plus. Op de vragen van de heer Bex in verband met recyclage moeten inderdaad dringende antwoorden komen.
Het voorstel van resolutie geeft een goed beeld van de financiering en de taakverdeling. De forfaitaire afvalbelasting is geen sociale en regulerende belasting. Op termijn moet die worden afgeschaft. We dienen evenwel te kijken naar de juridische mogelijkheden en rekening te houden met de autonomie van de gemeenten. Verder is het essentieel dat het principe 'de vervuiler betaalt' ten volle kan spelen. Dat principe wordt meegenomen in het definitieve uitvoeringsplan. Sociale correcties zijn mogelijk door middel van vrijstellingen.
Wat de taakverdeling betreft, is het nuttig dat er duidelijkheid komt over de rol van de provincies. De tekst van het voorstel van resolutie pleit terecht voor een grotere coördinerende rol, maar de gemeenten dienen over de mogelijkheid te beschikken om in beroep te gaan tegen een provincie.
De gemeenten leveren goed werk op het vlak van het afvalbeleid. Ze blijven een zeer belangrijke actor in het afvalstoffenbeleid. Ik zal het voorstel van resolutie meenemen in de discussie over het ontwerp van uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007. Ik hoop dat de regering het parlement volgt in al zijn wijsheid. (Applaus)
- De heer André Denys, ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
De bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.