Verslag plenaire vergadering
Verslag
MOTIE VAN ORDE
Voorstel tot aanvulling van de agenda
De voorzitter : Vanmorgen heeft de heer Van Nieuwenhuysen bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met zijn motie betreffende een belangenconflict.
Het ligt niet in mijn bedoeling terug te komen op het debat over de wapenleveringen aan Nepal en op de rol van de Delcrederedienst daarin. In augustus heeft de vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in de raad van bestuur van de Delcrederedienst zich bij de stemming onthouden. De impactvan de Vlaamse vertegenwoordiger op de besluitvorming van de Delcrederedienst is dus verwaarloosbaar.
Sommigen hebben daaruit de conclusie getrokken dat er moet worden aangedrongen op de uitvoering van het Lambermontakkoord, wat zou leiden tot een sterkere vertegenwoordiging van de gewesten in die raad van beheer. Ze werden op hun wenken bediend : de samenstelling van de raad van beheer werd gewijzigd. Vlaanderen zal echter niet zwaarder op de besluitvorming kunnen gaan wegen. Binnen de raad van bestuur is er een strikte taalkundige verdeling waarbij de helft van de mandaten wordt ingevuld door de federale regering. De rest wordt verdeeld over de drie gewesten, die er elk een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven bijkrijgen.
Het Brusselse en het Waalse gewest beginnen de laatste tijd sterk samen te werken inzake de promotie van de export. Daardoor staat Vlaanderen alleen tegenover de twee andere gewesten. Alleen de leden van de federale regering kunnen verzet aantekenen tegen de besluiten van de raad van beheer van de Delcrederedienst. Wij menen dat dat niet kan. De Delcrederedienst is een belangrijk instrument ter bevordering van de buitenlandse handel en de export. Het aandeel van Vlaanderen in die export bedraagt trouwens 75 tot 80 procent. De Delcrederedienst neemt deel aan de vergaderingen van de OESO en van de Club van Parijs.
De federale minister verklaarde dat er rekening zou worden gehouden met de regionale verschillen in uitvoer naar verre markten. Aanvankelijk was het dus de bedoeling een gedifferentieerde vertegenwoordiging van de gewesten te realiseren. Dat zou trouwens conform zijn geweest met een de resoluties van het Vlaams Parlement tijdens de vorige legislatuur. Naar aanleiding van het wetsontwerp over de afschaffing van de BDBH hebben we aan de Vlaamse regering geadviseerd dat Vlaanderen meer vertegenwoordigers moest hebben dan de andere gewesten.
In antwoord op mijn interpellatie heeft minister Gabriels gezegd dat hij de samenstelling van de raad van bestuur van de Delcredereienst niet optimaal vindt, en dat het beter ware geweest de Delcrederedienst te regionaliseren, samen met de andere bevoegdheden inzake buitenlandse handel.
We mogen ons niet vor voldoongen feiten laten plaatsen. Daarom vragen we een spoedbehandeling voor dit voorstel. (Applaus bij het VB)
- De heer Johan De Roo , eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
- Het voorstel tot aanvulling van de agenda wordt met 102 stemen tegen 3 bij 3 onthoudingen aangenomen.
Ik heb een stemafspraak met de heer De Batselier.
Bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de motie van de heer Van Nieuwenhuysen betreffende een belangenconflict.
De bespreking is geopend.
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie van de heer Van Nieuwenhuysen betreffende een belangenconflict.
- De motie wordt met 23 stemmen tegen 61 bij 24 onthoudingen niet aangenomen.