Verslag plenaire vergadering
Verslag
Maatregelen tegen stijgende werkloosheid
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Laurys tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over maatregelen tegen de stijgende werkloosheid.
De werkloosheid stijgt, de investeringen dalen en er zijn meer ontslagen. De minister heeft in de commissie een aantal maatregelen toegelicht waarover hij praat met de sociale partners. Gisteren sprak hij echter over heel andere plannen, onder meer een jobkaart.
We wachten al lang op een decreet over de herstructurering van de VDAB en over de lokale werkwinkels. Ook het subregionaal economisch beleid wordt niet hervormd.
De nieuwe voorstellen bewijzen nog maar eens dat er geen visie is. Welke maatregelen zal de regering nemen? Wat zijn de verwachte effecten? Hoe zullen ze gefinancierd worden?
Uit de cijfers van vorige maand blijken een aantal zaken.
Vooreerst blijft het aantal uitkeringsgerechtigden gelijk. De kloof die in 2001 geslagen werd, krijgt men maar niet dicht.
Verder komt de groep van werklozen die jonger zijn dan 25 jaar terecht in de groep van langdurig werklozen. Deze groep blijft immers langer dan een jaar werkloos. Niettegenstaande dit gegeven daalt de langdurige werkloosheid in Vlaanderen met maar liefst 7 procent.
Tenslotte komen de ergste zaken voor in die provincies die vroeger tot de top behoorden. In Vlaams-Brabant heeft men erg te lijden onder het Sabenadebacle en in het zuiden van West-Vlaanderen werven de exportgerichte bedrijven, omwille van allerlei rationaliseringen, niet meer aan.
Vlaanderen behoort tot de top van de wereldeconomie. Dit impliceert echter ook dat men hier onmiddellijk geconfronteerd wordt met moeilijkheden wanneer het economisch wat minder gaat.
In 2003 zou het op economisch vlak beter moeten gaan. Men moet echter trachten van de groep van gediplomeerden die jonger zijn dan 25 jaar ook weer aan het werk te krijgen. Voor deze groep hebben we het instrument van de jobkaart gecreëerd. Deze jobkaart zal voorkomen dat een potentiële werkgever zich nog langer blindstaart op een diploma. Tevens geeft de jobkaart aan de werkgever de garantie dat een deel van de opleidingskost zal terugbetaald worden.
Een aantal andere voorstellen zullen eerst voorgelegd worden aan de sociale partners en opgenomen worden in het sociale overleg.
Ik begrijp niet wat er nu nieuw is aan een jobkaart. Opleidingen op de werkvloer bestaan toch al?
Het is eveneens onbegrijpelijk dat in Vlaanderen de werkzaamheidsgraad daalt, terwijl die, elders in Europa, precies toeneemt.
Ik blijf dus bij mijn conclusie dat er geen visie is om de jeugdwerkloosheid daadwerkelijk aan te pakken.
Het incident is gesloten.